Operation Manual
7
Nederlands
INLEIDING PREPARATION
BASIC
OPERAIONT
ADVANCED
OPERATION
ADDITIONAL
INFORMATION
APPENDIX
BEDIENINGSELEMENTEN EN -FUNCTIES
u VOLUME +/–
Met deze toetsen verhoogt of verlaagt u het
volumeniveau.
i MUTE
Met deze toets onderbreekt u het geluid. Druk nogmaals
op deze toets om de audio-uitvoer weer terug te brengen
op het oorspronkelijke volumeniveau.
EFFECT
Met deze toets schakelt u de effectluidsprekers (midden
en achter) aan en uit in de volgende gevallen:
• Wanneer de keuzeschakelaar in de stand DSP/TUN
staat,
• Terwijl de indicator ongeveer 3 seconden brandt nadat
u op DSP hebt gedrukt.
Beschrijving van de cijfertoetsen
De functie van de cijfertoetsen is afhankelijk van de stand
van de keuzeschakelaar of een combinatie van andere
functies.
■ Om een ingangsbron te kiezen
1 Druk op INPUT ongeacht de stand van de
keuzeschakelaar.
De indicator brandt gedurende ongeveer 3 seconden.
2 Terwijl de indicator brandt kunt u een
ingangsbron kiezen met behulp van de
cijfertoetsen.
■ Om een DSP-programma te
kiezen en de effectluidsprekers
(midden en achter) aan en uit te
schakelen
Ingangsbron-
keuzetoetsen
A B
DSP-programmagroeptoetsen
A
1 Druk op DSP ongeacht de stand van de
keuzeschakelaar.
De indicator brandt gedurende ongeveer 3 seconden.
2 Terwijl de indicator brandt kunt u een DSP-
programma kiezen met behulp van de
cijfertoetsen, de effectluidsprekers (midden
en achter) aan- en uitschakelen door op
EFFECT te drukken, en de Dolby Digital
Matrix 6.1-decoder of DTS ES-decoder aan-
en uitschakelen door op 6.1/ES te drukken.
B
1 Zet de keuzeschakelaar in de stand DSP/
TUN.
2 U kunt een DSP-programma rechtstreeks
kiezen met behulp van de cijfertoetsen, de
effectluidsprekers (midden en achter) aan-
en uitschakelen door op EFFECT te drukken,
en de Dolby Digital Matrix 6.1-decoder of
DTS ES-decoder aan- en uitschakelen door
op 6.1/ES te drukken.