Operation Manual
8
BEDIENINGSELEMENTEN EN -FUNCTIES
Gebruik van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt richtingsgevoelige
infraroodsignalen uit. Zorg ervoor dat u tijdens het
bedienen de afstandsbediening rechtstreeks op de
afstandsbedieningssensor op het apparaat richt.
■ Hanteren van de
afstandsbediening
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet gedurende korte of
lange tijd liggen op plaatsen met:
– een hoge relatieve luchtvochtigheid of temperatuur,
zoals nabij een verwarmingstoestel, kooktoestel of
bad;
– veel stof; of
– een extreem lage temperatuur.
STANDBY
/ON
–
+
–
+
SURROUND
DIGITAL
DIGITAL
TUNER
DSP
30° 30°
Ongeveer 6 m
■ Om een voorkeurzendernummer
te kiezen
1 Stel de fabrikantcode “0023” in voor de
stand AMP/TUN (of DSP/TUN).
Zie bladzijde 54 voor het instellen van de
fabrikantcode.
2 Zet de keuzeschakelaar in de stand AMP/
TUN (of DSP/TUN).
3 U kunt een voorkeurzendernummer
rechtstreeks kiezen met behulp van de
cijfertoetsen (1 t/m 8).
Zie bladzijde 34.