Operation Manual

BEDIENING
Nederlands - 23
Steekpatroon-draaischakelaar
1. Beweeg de naald uit de stof.
2. Kies met de draaischakelaar (2) het
gewenste steekpatroon.
3. Voor de elastische steken (onderste rij)
kiest u met de steekpatroon-draaischa-
kelaar (2) het gewenste getal.
4. Met de steeklengte-draaischakelaar (3;
zie onder) stelt u met de stand 1-10 de
onderste steekpatroonrij in.
Met de symbolen (A) worden knoopgaten
genaaid, zie Pagina 36.
Steeklengte-draaischakelaar
Afhankelijk van de gekozen steek kan het
gebeuren dat u voor een optimaal resultaat
de steeklengte moet veranderen.
1. Stel de gewenste steeklengte met de
steeklengte-draaischakelaar (3) in.
Hoe hoger het getal, des te langer is de
steek.
De instelling tussen 0 en 1 is geschikt voor
het naaien van knoopsgaten.
Het bereik tussen 0,5 tot 4 is geschikt voor
zigzag-steken.
Voor het naaien met elastische steek wordt
de instelling 1-10 gekozen.
NähmaschinePrimNM902_NL.book Seite 23 Dienstag, 15. Juni 2004 4:02 16