User manual

Probleemoplossing
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in het stop-
contact.
Steek de stekker goed in het stop-
contact.
Er staat geen spanning op het stop-
contact.
Sluit een ander elektrisch apparaat
op het stopcontact aan. Neem con-
tact op met een gekwalificeerd elek-
tricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel
geplaatst.
Controleer of het apparaat stabiel
staat.
Het lampje werkt niet. Het lampje staat in de stand stand-
by.
Sluit en open de deur.
Het lampje is stuk. Zie 'Het lampje vervangen'.
De compressor werkt continu. De temperatuur is niet goed inge-
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedie-
ning'.
Er zijn grote hoeveelheden voedsel
tegelijk in de vriezer geplaatst.
Wacht een paar uur en controleer
dan nogmaals de temperatuur.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
Zie het typeplaatje voor de klimaat-
klasse.
Het voedsel dat in het apparaat
werd geplaatst, was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot kamer-
temperatuur voordat u het opslaat.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
Er loopt water over de achterkant
van de koelkast.
Tijdens het automatische ontdooi-
proces, ontdooit de rijp tegen de
achterwand.
Dit is juist.
Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat het wa-
ter in de wateropvangbak loopt.
Zorg ervoor dat de producten de
achterwand niet raken.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aange-
sloten op de verdamperbak boven
de compressor.
Maak de dooiwaterafvoer vast op de
verdamperbak.
De temperatuur in het apparaat is te
laag/hoog.
De temperatuurknop is niet goed in-
gesteld.
Stel een hogere/lagere temperatuur
in.
De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'.
7