Operation Manual

29
Ovenbediening
Met de keuzeschakelaar kan het gewenste
van de oven gekozen worden ( zie Fig. 2).
Met de thermostaatknop kan de gewenste
temperatuur gekozen worden (zie Fig. 3).
Ovenfunktieschakelaar
Ovenverlichting aan
Boven-en onderelement aan
Hete-lucht systeem aan
Grill-element aan
Gebruik
Bakken en braden op conventionele wijze
draai de keuzeschakelaar op
stel de gewenste temeperatuur in met de
thermostaatknop
Hete-lucht circulatie
draai de keuzeschakelaar op
stel de gewenste temeperatuur in met de
thermostaatknop
Infrarood grilleren
draai de keuzeschakelaar op
stel de gewenste temeperatuur in met de
thermostaatknop
Oven kontrolelampje
Dit lampje geeft aan dat de oven
ingeschakeld is.
Thermostaat kontrolelampje
°
C
Het lampje licht op zodra een verwarmings-
element aan is en dooft zodra de thermostaat
het element heeft uitgeschakeld.
Beveiligingsthermostaat
De oven is voorzien van een beveiligings-
thermostaat. Bij een eventueel optredend
defekt aan de temperatuurregelaar schakelt
deze thermostaat de verwarming uit en dient
te worden vervangen door de service dienst.
Bij onjuist gebruik van de oven is het
voldoende te wachten tot de oven afgekoeld
is; er is geen defekt.
Als de oven uitschakelt zonder duidelijke
oorzaak moet u de servicedienst
waarschuwen.
Koelventilator (BMC 215)
De ventilator moet het bedieningspaneel, de
knoppen en het handvat van de deur
afkoelen. De luchtstroom komt er via de
roosters tussen de deur en het
bedieningspaneel uit.
De ventilator gaat automatisch aan of uit
vanaf het moment dat de keuzeschakelaar
wordt aangezet.
Om oververhitting te voorkomen zal de
ventilator ook nadat de oven uitgezet
werken, maar gaat uit, zodra de
temperatuur normale waarden heeft
bereikt.
Alle bereidingen worden met
gesloten ovendeur uitgevoerd.
Het gebruikt van de oven