Manual

24
Koolfilter
Het koolfilter moet worden gebruikt, als het
apparaat als recirculatiekap wordt gebruikt.
Daarvoor is een origineel koolfilter nodig (zie
“Extra leverbare accessoires”).
Vervangen van het koolfilter
Bij normaal gebruik moet het koolfilter elke 4
maanden worden vervangen. Dit filter kan niet
worden gewassen en hergebruikt.
Montage
De binnenkant van de kap alleen met een
warm sopje reinigen. Geen scherpe
reinigingsmiddelen, borstels of
schuurmiddelen gebruiken!
Bij bestelling van een nieuw filter modelnaam
en E-nr. opgeven. Deze gegevens vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde van het
apparaat.
Het koolfilter kunt u bestellen bij de service-
afdeling.
R
R
S
S
S1
R1
recirculatiekap
afzuigkap
Verwijder het/de vetfilter(s).
Plaats het koolstoffilter op de opening van het
rooster dat de afzuigmotor beschermt, zodat
de openingen S (S1)op het filter zich op de
aanhaakpunten R (R1) aan de zijkanten
bevinden.
Druk en draai het filter met de klok mee totdat
het op zijn plaats vastzit (bajonetbevestiging).
Controleer of de binnenschakelaar Afzuiger/
Filter op "Filter" staat.
Monteer het/de vetfilter(s) weer.
Om het filter los te nemen in omgekeerde
volgorde te werk gaan.