Operation Manual

76
4.2 Het menu Instellingen
U kunt de volgende programma-instellingen configureren en daarmee het gedrag van de software
aanpassen. Tik op de volgende toetsen:
, , .
Het menu Instellingen bestaat uit verschillende opties. Tik op
of schuif met uw vinger om de
complete lijst te bekijken.
Toets Beschrijving
Verschillende geluiden en waarschuwingen in het programma inschakelen.
De inhoud van het snelmenu (pagina 21) kan volledig worden aangepast. Tik op
de toets die u
wilt wijzigen en selecteer de nieuwe functie uit de lijst.
De aanbevolen route tussen twee punten is niet altijd hetzelfde. Als er geschikte
informatie beschikbaar is, wordt bij het berekenen van de route rekening
gehouden met verkeersinformatie.
Deze instellingen bepalen hoe routes worden berekend. Selecteer het type
voertuig dat u bestuurt, de wegtypen die voor de routeplanning worden gebruikt,
en de routeplanningsmethode.
U kunt de weergave van het kaartscherm bijstellen. Wijzig de kaartweergave zodat
deze tegemoet komt aan uw huidige behoeften, kies geschikte kleurenthema's uit
de lijst voor gebruik tijdens dag en nacht, wijzig de blauwe pijl in een 3D-
wagenmodel, kies of onderdruk de weergave van 3D-gebouwen, schakel de
functie routelog in of uit, en beheer de zichtbaarheid van plaatsen (welke plaatsen
er op de kaart worden getoond).
Stel in hoe de software u helpt bij het navigeren via verschillende route-
gerelateerde gegevens op het kaartscherm.
Instellingen die te maken hebben met de weergave omvatten menu-animaties,
verschillende thema's voor gebruik tijdens dag of nacht, en de helderheid van het
display.
Hier kunt u de taal voor uw programma, de maateenheden, datum en tijd en het
weergaveformaat ervan, alsmede de tijdzone instellen.
Rit- en routelogs bevatten nuttige informatie over uw ritten. Ritlogs kunnen
handmatig worden opgeslagen zodra u uw bestemming bereikt, of u kunt hier de
functie voor automatisch opslaan inschakelen.