Operation Manual

5-3.
Functies van de knoppen op de afstandsbediening
Knop op de
afstandsbedienin
g
Beschrijving knopfunctie
Indrukken om de projector te schakelen tussen Stand-
by (lamp uit, ventilator uit) en gebruiksmodus (lamp
aan, ventilator aan).
PC
Schakelt over naar de PC-modus.
VIDEO
Schakelt over naar de videomodus. Als u in de
videomodus bent, kan de videobron gekozen worden
(Video of S-Video) door meerdere keren op de toets te
drukken.
AUX
Niet gebruikt.
MENU
Start het menusysteem op het scherm voor bijstelling
van de projector.
SCHIJFKUSSEN
Muisemulatie AAN,
schijfkussen regelt de beweging
van de aanwijzer.
Emulatie UIT,
schijfkussen centreert beeld op het
scherm.
L / ENTER
Muisemulatie AAN
,
linker muistoets.
Muisemulatie UIT
,
Enter-toets voor bevestiging van een
keuze.
R
Rechter muistoets als de muisemulatie is ingeschakeld.
1-6
Niet gebruikt.
REVEAL/7
Druk op TONEN om het beeld op het scherm te bedekken
met een grijs masker. Gebruik het schijfkussen om het
beeld te tonen of druk nogmaals op TONEN om het beeld
opnieuw op het hele scherm te tonen.
BLANK/8
Verwijdert het geprojecteerde beeld, witte achtergrond.
Druk opnieuw op deze knop om het geprojecteerde
beeld terug te brengen.
TIMER/9
Als deze toets wordt ingedrukt, verschijnt het timer-
venster onderaan het beeld. Nogmaals op de toets
drukken schakelt heen en weer tussen een
schermvullend beeld van de timer en de projectie van
data. De timer begint te lopen na de laatste instelling. U
kunt een nieuwe beginwaarde invoeren door de
ENTER-toets te gebruiken en de waarde bij te stellen
met het schijfkussen. Als u opnieuw op de ENTER-
toets drukt, begint de timer te lopen. Als de timer is
afgelopen, begint het timer-venster te knipperen.
OPTIMIZE
De helderheid en het contrast zo goed mogelijk maken
(bijstellen) voor het beste beeld.
VOL
Bijstelling volume.
Geluid afgezet.
BRIGHT
Bijstelling helderheid.
MOUSE
Druk op AAN/UIT om de mogelijkheid voor
muisemulatie aan/uit te schakelen.
AAN:
De L en R knoppen voeren de functies van de
linkse en rechtse muistoetsen uit. U kunt beelden
verschuiven door tegelijkertijd op de L/R muistoets en
het schijfkussen te drukken.
UIT:
De L toets is de toets die Enter bevestigt. De R toets
wordt niet gebruikt. Het schijfkussen centreert het beeld.
POINTER
Brengt een aanwijzer op het scherm. Beweeg de
aanwijzer met behulp van het schijfkussen.
MAGNIFY
Druk op VERGROTEN om het beeld horizontaal en
verticaal in grootte te verdubbelen. De details in het
midden van het beeld zijn te zien. Beweeg het
schijfkussen om het vergrote gebied binnen het beeld te
verschuiven. Druk opnieuw op de VERGROTEN toets om
terug te schakelen naar het gewone beeld.
In videomodus
kunt u op VERGROTEN drukken om
heen en weer te schakelen tussen vergrote en niet
vergrote beelden. Dit werkt alleen bij NTSC video.
FREEZE
Slaat het geprojecteerde beeld op (bevriest het). Druk
opnieuw op BEVRIEZEN om terug te gaan naar het
projecteren van het huidige beeld.