ADMR Atmosferische industriële boiler ADMR - 40/50/60/80/90/115/135 0305 964 0063 T ENTER RESE Installatie-, Gebruikers- en Servicehandleiding Innovation has a name.
uw installateur A.O. Smith Hoofdkantoor Europa, De Run 5305, 5503 LW Veldhoven www.aosmith.
gis Lees deze handleiding zorgvuldig Waarschuwing Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u het toestel in gebruik neemt. Het niet lezen van deze handleiding en het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding kan leiden tot ongevallen en schade aan personen en het toestel. Copyright © 2008 A.O. Smith Water Products Company Alle rechten voorbehouden.
gis 4 Instructiehandleiding ADMR
gis Inhoudsopgave 1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 9 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 2 Over het toestel - - - - - Wat te doen bij gaslucht - Voorschriften - - - - - - Doelgroepen - - - - - - - Onderhoud - - - - - - - Notatiewijzen - - - - - - Overzicht van dit document - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -9 -9 -9 10 10 11 11 Werking van het toestel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 13 2.1 2.2 2.3 2.4 2.
Inhoudsopgave 9 In bedrijf nemen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 53 9.1 9.2 10 Uit bedrijf nemen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 55 10.1 10.2 10.3 10.
17 Bijlagen- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 89 17.1 17.2 17.
Inhoudsopgave 8 Instructiehandleiding ADMR
gis 1 1.1 Over het toestel Inleiding Deze handleiding beschrijft de installatie, service en het gebruik van een ADMR-toestel. Het ADMR-toestel is een gasgestookte open boiler zonder ventilator. ADMR-toestellen zijn voorzien van een rookgasafvoerbeveiliging. Een ADMR is van het toesteltype B11BS. De informatie in deze handleiding geldt voor de types: ADMR 40, ADMR 50, ADMR 60, ADMR 80, ADMR 90, ADMR 115 en ADMR 135.
1 gis Inleiding Verder dient de installatie te voldoen aan de voorschriften van de fabrikant. Opmerking Voor alle voorschriften, eisen en richtlijnen geldt dat aanvullingen of latere wijzigingen en/of toevoegingen op het moment van installeren van toepassing zijn. 1.4 Doelgroepen De drie doelgroepen voor deze handleiding zijn: • (eind)gebruikers; • installateurs; • service- en onderhoudsmonteurs. Op iedere pagina wordt met symbolen aangegeven voor welke doelgroep de informatie bedoeld is.
gis 1.6 Notatiewijzen In deze handleiding wordt gebruik gemaakt van de volgende notatiewijzen: Opmerking Opgelet belangrijke mededeling. Let op Het negeren van deze tekst kan leiden tot beschadiging van het toestel. Waarschuwing Het negeren van deze tekst kan leiden tot ernstige beschadiging van het toestel en tot gevaarlijke persoonlijke situaties. 1.7 Overzicht van dit document Hoofdstuk De tabel geeft een overzicht van de inhoud van dit document.
1 Hoofdstuk Onderhoudsfrequentie gis Inleiding Doelgroepen Omschrijving Dit hoofdstuk beschrijft hoe u kunt vaststellen met welke frequentie het onderhoud dient te worden uitgevoerd. Zowel de eindgebruiker als de service- en onderhoudsmonteur zijn verantwoordelijk voor regelmatig onderhoud. Zij dienen hierover duidelijke afspraken te maken. Opmerking Indien het toestel niet regelmatig onderhouden wordt, vervalt het recht op garantie.
gis 2 2.1 2.2 Inleiding Algemene werking van het toestel Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 2. warmwateruitlaat 4. ThermoControl (elektronische besturing) 7. temperatuursensor T1 8. branderkamer 9. anode 10. tank 11. warmtewisselaar 12. inspectie- en reinigingsopening 13. temperatuursensor T2 14. koudwaterinlaat 15. aftapkraan 16. gasblok 20. gloeiontsteker 21. ionisatiepen 22. rookgasafvoer 24. isolatielaag 32. rookgasklep 33. trekonderbreker 34. rookgassensor 35.
2 Werking van het toestel gis Bij dit toestel wordt het koude water, onderaan de tank, ingevoerd bij de koudwaterinlaat (14). Door de branderkamer (8) en warmtewisselaar (11) wordt de verbrandingswarmte overgedragen aan het water. Het opgewarmde tapwater verlaat de tank bij de warmwateruitlaat (2). Als het toestel volledig met water gevuld is, staat het voortdurend onder waterleidingdruk. Bij het aftappen van warm water uit het toestel wordt er direct weer koud water toegevoegd.
gis 2.4.2 Beveiliging watertemperatuur De elektronische besturing bewaakt met temperatuursensor T1 (7) en temperatuursensor T2 (13), drie temperaturen die betrekking hebben op de veiligheid. De tabel verklaart de werking van de temperatuursensoren. Temperatuurbeveiliging Beveiliging Omschrijving Tegen vorst (T1 < 5°C of T2 < 5°C) De vorstbeveiliging grijpt in. Het water wordt verwarmd tot 20°C.
2 16 Werking van het toestel gis Instructiehandleiding ADMR
is 3 Installatie Waarschuwing De installatie dient te geschieden overeenkomstig de algemeen en plaatselijk geldende voorschriften van gas-, waterleidings-, elektriciteitsbedrijven en brandweer, door een erkend installateur. Het toestel mag alleen in een ruimte geïnstalleerd worden indien die ruimte voldoet aan de vereiste landelijke en plaatselijke ventilatievoorschriften (1.3 "Voorschriften"). 3.
3 is Installatie 3.3.1 Luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur De opstellingsruimte moet vorstvrij zijn, of tegen vorst beveiligd zijn. De tabel geeft de omgevingscondities aan die moeten worden nageleefd om het functioneren van de toegepaste elektronica te kunnen garanderen. Specificaties luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur Luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur 3.3.2 Luchtvochtigheid max.
is 3.3.4 Werkruimte In verband met de bereikbaarheid van het toestel wordt aanbevolen de volgende afstanden in acht te nemen (zie de figuur): • AA: bij de bedieningszuil en de reinigingsopening van het toestel: 100 cm. • BB: rondom het toestel: 50 cm. • Bovenzijde van het toestel (ruimte voor het vervangen van de anodes): - 100 cm bij gebruik van vaste anodes, of - 50 cm bij gebruik van flexibele anodes. Indien de ruimte kleiner is dan 100 cm, dan kunt u flexibele magnesium anodes bestellen.
3 3.4 is Installatie Technische specificaties Het toestel is geleverd zonder accessoires. Controleer de maten (3.4.1 "Afmetingen van het toestel"), de gasgegevens (3.4.3 "Gasgegevens") en andere specificaties (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens") van de te gebruiken accessoires. 3.4.1 Afmetingen van het toestel Boven- en vooraanzicht toestel Legenda F Zie de tabel.
is Afmetingen (tenzij anders aangegeven, alle maten in mm) Maat Omschrijving ADMR 40 ADMR 50 ADMR 60 ADMR 80 ADMR 90 ADMR 115 ADMR 135 A Totale hoogte 1900 2100 1900 2100 2000 2085 2085 B Hoogte bovenzijde toestel 1760 1960 1760 1960 1795 1870 1870 D Diameter toestel 710 710 710 710 710 710 710 E Diepte 800 800 800 800 800 800 800 F Breedte 1100 1100 1100 1100 1105 1105 1105 G Diameter rookgasafvoer 150 150 180 180 225 225 225 H Hart toestel /
3 is Installatie 3.4.
is 3.5 Aansluitschema De figuur geeft het aansluitschema weer. Dit schema wordt gebruikt in de paragrafen waarin het eigenlijke aansluiten wordt beschreven. Aansluitschema Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 1. drukreduceerventiel (verplicht indien de waterleidingdruk groter is dan 8 bar) 2. inlaatcombinatie (verplicht) 3. T&P-Ventiel (optioneel) 4. afsluiter (aanbevolen) 5. terugslagklep (verplicht) 6. circulatiepomp (optioneel) 7. shuntpomp (optioneel) 9. aftapkraan 10.
3 is Installatie Let op Een inlaatcombinatie is verplicht. Monteer deze zo dicht mogelijk bij het toestel. Waarschuwing Tussen inlaatcombinatie en het toestel mag nooit een afsluiter of terugslagklep geplaatst worden. 3.7.2 Warmwaterzijdig Zie (B) in het aansluitschema (3.5 "Aansluitschema"). Opmerking Isolatie van lange warmwaterleidingen voorkomt onnodig energieverlies. 1. Optioneel: monteer een temperatuurmeter (12) ter controle van de temperatuur van het tapwater. 2.
is 3.7.4 Circulatieleiding Zie (C) in het aansluitschema (3.5 "Aansluitschema"). Indien men direct warm water ter beschikking wil hebben bij tappunten kan een circulatiepomp geïnstalleerd worden. Dit verhoogt het comfort en voorkomt waterverspilling. 1. Monteer een circulatiepomp (6) met een capaciteit overeenkomend met de grootte en weerstand van het circulatiesysteem. 2. Monteer een terugslagklep (5) na de circulatiepomp om de circulatierichting te garanderen. 3.
3 is Installatie Verwijderen van de beschermkap Legenda A. schroeven B. beschermkap C. aansluitblok B 12 1 18 13 A 30 19 C 31 36 IMD-0125 R2 1. Demonteer de beschermkap (B) van de bedieningszuil door de 4 schroeven (A) van de kap los te draaien. Het zakje met hierin ondermeer de bevestigingssteun (en aansluitmaterialen voor de rookgassensor ) wordt zichtbaar. 2. Haal de bevestigingssteun uit het zakje.
is Plaatsen van de trekonderbreker Legenda 1 2 3 4 5 6 7 8 bevestigingssteun gaatjes voor bevestigingssteun schroeven voor bevestigingssteun gaatjes voor trekonderbreker afdichtring schroeven voor trekonderbreker 45° bocht rookgasafvoerpijp >0,5 m 8 7 6 5 4 2 1 3 IMD-0123 R1 3. Breng de bevestigingssteun (1) zodanig aan dat deze de trekonderbreker ondersteunt. 4. Boor twee gaatjes (2) (boor 3,2 mm) ten behoeve van de bevestigingssteun. 5. Schroef de bevestigingssteun vast. 6.
3 is Installatie 3.9.3 Montage rookgasklep In de verpakking van de apart meegeleverde rookgasklep bevinden zich: de compleet afgemonteerde rookgasklep (1), een bevestigingsplaat (2) met gat voor de as van de rookgasklep en bevestigingsschroeven. U kunt de rookgasklep zowel in de de linker- als rechterzijde van de trekonderbreker monteren. Rookgasklep Legenda 1 2 rookgasklep bevestigingsplaat 2 1 IMD-0124 R1 1. Haal de rookgasklep (1) uit de verpakking. 2.
is Rookgasbeveiliging Legenda 1 2 3 4 5 bracket rookgassensor bevestigingsbeugeltje steker sensorkabel 1 2 5 4 3 IMD-0120 R1 Monteer de rookgassensor als volgt: 1. Haal de bracket (1) - met daarin de rookgassensor (2) gemonteerd - uit de verpakking. 2. Plaats de bracket in de trekonderbreker en schroef de bracket vast. 3. Buig de bevestigingsbeugeltjes (3) om de kabel van de rookgassensor. 4. Klik de steker (4) van de sensorkabel (5) op de rookgassensor. 5.
3 is Installatie 3.10.2 Voorbereiding Let op Het toestel is fasegevoelig. Het is absoluut noodzakelijk de fase (L) van het net aan de fase van het toestel en de nul (N) van het net aan te sluiten aan de nul van het toestel. Let op Er mag géén spanningsverschil tussen nul (N) en aarde ( ) aanwezig zijn. Is dit wel het geval dan dient een scheidingstransformator toegepast te worden (3.10.5 "Scheidingstransformator aansluiten").
is Elektrisch aansluitblok Netspanning Shuntpomp Pomp continu L1 N L2 N L3 N - - - 2 3 5 6 8 9 10 11 12 1 Tank on 4 7 Vrij Rookgasbeveiliging S1 S2 X1 X2 X1 X2 X3 X4 13 14 15 16 17 18 Relaisvoeding Vrij Alarm Uit X! X2 19 20 21 L4 N - 22 23 24 Rookgasklep 25 L5 N L6 X1 X2 26 27 28 29 30 Scheidingstrafo Primair N 31 3.10.
3 is Installatie 3. Draai de trekontlaster aan zodat de kabel klem zit. 4. Indien u niet meer behoeft aan te sluiten, monteer dan de beschermkap van de bedieningszuil. 3.10.5 Scheidingstransformator aansluiten Een scheidingstransformator wordt toegepast indien er sprake is van een 'zwevende nul'. 1. Raadpleeg het bij de scheidingstransformator geleverde montagevoorschrift. (Informeer bij de leverancier voor de juiste scheidingstransformator.) 2.
is 3.10.9 Extra storingsmelder ("Alarm UIT") aansluiten Alarm UIT is een potentiaal vrij contact dat in geval van een storing geschakeld wordt. Hierop kan bijvoorbeeld een lamp worden aangesloten om de storing te signaleren. Een 230 V aansluiting kan rechtstreeks aangestuurd worden. Voor andere voltages is bij A.O. Smith een specifiek relais met kabelboom en instructies verkrijgbaar. De voeding van dit relais kan aangesloten worden op punten 22 en 23. 1.
3 is Installatie Gasblok voor ADMR 135 Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 1. 2. 3. 6. 7. 8. 9. 2 branderdrukregeling dopje branderdrukregeling stelschroef branderdrukregeling meetnippel voordruk gasblok meetnippel manifold hoog-laagregeling 3 1 9 6 8 7 IMD-0129 R1 3.11.1 Voorbereiding Om de voordruk en branderdruk te controleren handelt u als volgt: 1. Maak het toestel spanningsloos (10.3 "Toestel spanningsloos maken"). 2. Op het gasblok zitten twee meetnippels.
is Het display toont nu circa 10 seconden INTERNE CONTROLE en komt daarna in het hoofdmenu. INTERNE CONTROLE HOOFDMENU »OFF ^ ON È WEEKPROGRAMMA 8. Activeer de "ON-mode" door de volgende stappen te doorlopen: - Druk eenmaal op de blauwe pijl ( ) om de aanwijzer voor ON te zetten en druk op . Het scherm zoals weergegeven is, verschijnt. »IN BEDRIJF NEMEN ^ SETPOINT INSTELLEN È Tset=65ÉC - Bevestig met de stand IN BEDRIJF NEMEN. Het toestel staat nu in de "ON-mode" en zal ontsteken. 9.
3 is Installatie 6. Activeer de "OFF-mode" van de elektronische besturing: HOOFDMENU »OFF ^ ON È WEEKPROGRAMMA 7. Indien het HOOFDMENU nog niet wordt weergegeven: druk op . - Gebruik en - Bevestig met om de aanwijzer voor OFF te plaatsen. . 8. Zet de elektronische besturing uit. 3.11.3 Afronden 1. Sluit de gastoevoer. 2. Ontkoppel beide manometers en draai de afdichtschroefjes in de meetnippels dicht. 3. Plaats de kap terug.
is 4 Ombouw naar een andere gascategorie Let op De ombouw mag alleen door een erkend installateur uitgevoerd worden. Indien het toestel moet gaan functioneren op een andere gasfamilie (LP-gas of aardgas) of op een andere gascategorie anders dan de gascategorie waar het toestel standaard op afgesteld is, dient het toestel met een speciale ombouwset aangepast te worden. Let op Na ombouwen dient u de voordruk en branderdruk te controleren.
4 4.1 Ombouw naar andere gascategorie ADMR 40 t/m 115 is Ombouw naar een andere gascategorie 1. Maak het toestel spanningsloos (10.3 "Toestel spanningsloos maken"). 2. Sluit de gastoevoer. Let op De brander kan heet zijn. 3. Schroef de afdekplaat (1) van de brandersteun. 4. Gebruik geschikt gereedschap om de borgstrips (2) de demonteren. De borgstrips hebben namelijk scherpe randen. Trek de borgstrips rechtomhoog.
is 11. Controleer of het gasblok uitgevoerd is met een branderdrukregeling (1) of met een vlakke afdichtplaat (5). Opmerking Indien de voordruk van een gascategorie gelijk is aan de branderdruk (zie de tabel met gasgegevens (3.4.3 "Gasgegevens")) dan moet het gasblok voorzien zijn van een vlakke afdichtplaat met kurkpakking. Een afwijkende branderdruk t.o.v. de voordruk vereist het gebruik van een branderdrukregeling met rubberen pakking.
4 4.2 is Ombouw naar een andere gascategorie Ombouw naar andere gascategorie ADMR 135 4.2.1 Inleiding Deze paragraaf beschrijft de: • Ombouw van LP gas naar aardgas; • Ombouw van aardgas naar LP gas. Ombouwen gasblok Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 1. branderdrukregeling 7. gasblok 9.
is 4.2.2 Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 4. timers 5. bracket 6. 6-polige klemmenstrook 7 trekontlasters 8. 9-polige klemmenstrook 9. metrische trekontlaster 10.
4 is Ombouw naar een andere gascategorie 1. Voer stap 1 t/m 9 uit (4.1 "Ombouw naar andere gascategorie ADMR 40 t/m 115"). 2. Demonteer de hoog-laag regeling (9) 3. Monteer de branderdrukregeling (1) inclusief de afdichtingspakking uit de ombouwset. Bevestig de branderdrukregeling met de twee bijgeleverde kleine schroefjes op het gasblok (7). 4. Demonteer de kabels tussen de 6polige klemmenstrook(6) en de 9polige klemmenstrook (8).
gis 5 5.1 Vullen van het toestel Vullen Aansluitschema Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 1. drukreduceerventiel (verplicht indien de waterleidingdruk groter is dan 8 bar) 2. inlaatcombinatie (verplicht) 3. T&P-Ventiel (optioneel) 4. afsluiter (aanbevolen) 5. terugslagklep (verplicht) 6. circulatiepomp (optioneel) 7. shuntpomp (optioneel) 9. aftapkraan 10. gaskraan (verplicht) 11. service afsluiter (aanbevolen) 4 12. temperatuurmeter (aanbevolen) 6 14. tappunten 5 A.
5 44 Vullen gis Instructiehandleiding ADMR
gis 6 6.1 Aftappen van het toestel Aftappen Aansluitschema Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 1. drukreduceerventiel (verplicht indien de waterleidingdruk groter is dan 8 bar) 2. inlaatcombinatie (verplicht) 3. T&P-Ventiel (optioneel) 4. afsluiter (aanbevolen) 5. terugslagklep (verplicht) 6. circulatiepomp (optioneel) 7. shuntpomp (optioneel) 9. aftapkraan 10. gaskraan (verplicht) 11. service afsluiter (aanbevolen) 4 12. temperatuurmeter (aanbevolen) 6 14. tappunten 5 A.
6 gis Aftappen 8. Sluit de toevoerkraan van de inlaatcombinatie (2). 9. Open de aftapkraan (9). 10. Belucht het toestel (of installatie) zodat het helemaal kan leeglopen.
gis 7 7.1 Het bedieningspaneel Inleiding Icoontjes en hun betekenis In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: Naam Betekenis Warmtevraag Constatering warmtevraag Betekenis van de icoontjes; AAN/UIT-schakelaar op elektronische besturing; Wachttijd Wachttijd voor veilig ontsteken Rookgasklep De rookgasklep is open Gloeien (Voor)gloeien Gasblok Openen gasblok/ontsteking Vlamdetectie Toestel in bedrijf • Bediening; • • • Navigatieknoppen; • PC-aansluiting. 7.
7 Het bedieningspaneel gis HOOFDMENU OFF ^»ON È WEEKPROGRAMMA EXTRA PERIODE INSTELLINGEN De aanwijzer » wijst de te activeren keuze aan. In het display zoals is afgebeeld in de figuur kunt u scrollen door het hoofdmenu. Het hoofdmenu bestaat uit: OFF, ON, WEEKPROGRAMMA, EXTRA PERIODE en INSTELLINGEN. De teksten EXTRA PERIODE en INSTELLINGEN zijn pas zichtbaar bij ver genoeg omlaag scrollen. Met bevestigt u de geselecteerde keuze.
gis 8 8.1 Status van het toestel Inleiding In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: • Bedrijfstoestanden; • Storingstoestanden; • Servicetoestand. 8.2 Bedrijfstoestanden In werking heeft het toestel vier basis bedrijfstoestanden, te weten: • OFF • ON • EXTRA • PROG 8.2.1 OFF In deze toestand is de vorstbeveiliging actief. De figuur toon het display, met op: • regel één: de tekst OFF; • regel twee: de tijd, de dag en T1 en Tnetto afwisselend (2.
8 8.2.4 gis Status van het toestel 8.3 PROG In deze toestand is een geprogrammeerd weekprogramma actief en het toestel reageert continu op warmtevraag binnen de ingestelde tijdsperiodes van het weekprogramma. In deze toestand zijn twee situaties te onderscheiden: PROG 10:00 Maandag 76ÉC MA 11:15 Tset 75ÉC Storingstoestanden De figuur toont een voorbeeld van een storingstoestand.
gis 8.4 Servicetoestand De figuur toont de melding SERVICE BENODIGD. !!!WAARSCHUWING!!! MAXIMUM BRANDUREN: SERVICE BENODIGD Indien de melding verschijnt is het toestel toe aan een service- en onderhoudsbeurt. Neem dan contact op met uw service- en onderhoudsmonteur. Opmerking De melding SERVICE BENODIGD is gebaseerd op het aantal verstreken branduren en het ingestelde service-interval.
8 52 Status van het toestel gis Instructiehandleiding ADMR
gis 9 9.1 In bedrijf nemen In bedrijf nemen 9.2 U neemt het toestel in bedrijf via: Opwarmcyclus van het toestel De opwarmcyclus van het toestel wordt actief op het moment dat de gemeten watertemperatuur (Tnetto) beneden de drempelwaarde (Tset) komt. Deze drempelwaarde is afhankelijk van de gekozen toestand van het toestel. Staat het toestel bijvoorbeeld in de "OFF-mode" (vorstbeveiliging) dan is deze waarde 5°C.
9 gis In bedrijf nemen ON Ê Ê 13:45 Donderdag 63ÉC Tset 65ÉC WACHTTIJD 3. Tijdens de wachttijd wordt de rookgasklep geopend. - Het icoontje - De melding ROOKGASKLEP verschijnt. wordt geactiveerd. ON Ê Ê Ê 13:45 Donderdag 63ÉC Tset 65ÉC ROOKGASKLEP 4. Na het openen van de rookgasklep verschijnt de term VOORGLOEIEN op het display. Nu begint het (voor)gloeien van de gloeiontsteker. - Het icoontje wordt ingetrokken. - Het icoontje wordt geactiveerd.
gis 10 Uit bedrijf nemen 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft: • Toestel een korte periode buiten bedrijf stellen ("OFF-mode"); • Toestel spanningsloos maken; • Toestel voor een lange periode buiten bedrijf stellen. 10.2 Toestel een korte periode buiten bedrijf stellen ("OFF-mode") Om het toestel een korte periode buiten bedrijf te stellen moet u de vorstbeveiliging inschakelen. Met de vorstbeveiliging voorkomt u bevriezing van het water in het toestel. U activeert de vorstbeveiliging via: 1.
10 56 Uit bedrijf nemen gis Instructiehandleiding ADMR
gis 11 Hoofdmenu 11.1 Notatiewijze voor bediening van het menu Het HOOFDMENU ( ) van de elektronische besturing is onderverdeeld in submenu’s. Zo is bijvoorbeeld INSTELLINGEN een onderdeel van het hoofdmenu. Het menu INSTELLINGEN is ook weer onderverdeeld in submenu’s. Bijvoorbeeld TAAL is een submenu van INSTELLINGEN. Om nu, bijvoorbeeld, het menu TAAL te selecteren wordt in deze handleiding de volgende notatiewijze gebruikt: • : INSTELLINGEN | TAAL Bevestig met . Dit betekent: 1.
11 Het standaard aanwezige weekprogramma schakelt het toestel iedere dag in om middernacht 00:00 uur en uit op 23:59 uur. De watertemperatuur staat standaard ingesteld op 65°C. Indien gewenst kunt u alle instellingen van het standaard aanwezige weekprogramma wijzigen. Als gedurende het weekprogramma de watertemperatuur te laag wordt, dan zal het toestel de opwarmcyclus (9.2 "Opwarmcyclus van het toestel") doorlopen en daarna weer terugvallen in het weekprogramma.
gis Bevestig met AAN UIT Tset POMP . ZO»00:00 ZO 00:59 65ÉC AAN OPSLAAN De aanwijzer verplaatst naar de uren, deze knipperen. 3. Gebruik en om de uren in te stellen. In het voorbeeld is dit 08. Bevestig met . De aanwijzer gaat naar de minuten, deze knipperen. AAN UIT Tset POMP ZO 08»00 ZO 08:00 65ÉC AAN OPSLAAN Opmerking Omdat de uitschakeltijd nooit voor de inschakeltijd kan liggen, loopt de ingestelde uitschakeltijd automatisch mee met de inschakeltijd. 4. Gebruik en om de minuten in te stellen.
11 11.4.3 gis Hoofdmenu Tijdstippen aan een weekprogramma toevoegen 3. Voer uit: a. Stel het inschakeltijdstip in ( "Weekprogramma: inschakeltijdstip instellen"). Het menu voor het TOEVOEGEN van in- en uitschakeltijdstippen voor het weekprogramma bereikt u via: 1. b. Stel het uitschakeltijdstip in ( "Weekprogramma: uitschakeltijdstip instellen"). : WEEKPROGRAMMA | INGEVEN. Bevestig met . c. Stel de watertemperatuur in ( "Weekprogramma: watertemperatuur instellen").
gis Om aan te geven dat u in het verwijder menu aan het werk bent, is de aanwijzer vervangen door een uitroepteken (!) en knipperen de bij deze periode behorende gegevens. DAG AAN!ZO UIT ZO AAN ZO TIJD Tset 08:15 75ÉC P 12:45 18:00 75ÉC P UIT ZO 22:00 .................... .................... UIT ZA 23:59 TOEVOEGEN VERWIJDEREN IN BEDRIJF NEMEN 4. Scroll met naar de te verwijderen dag. Bijvoorbeeld ZO (zondag) de tweede periode. Zie de figuur. Bevestig met DAG AAN!ZO UIT ZO AAN MA .
11 De aanwijzer verplaatst naar de minuten, deze knipperen. AAN UIT Tset POMP ZO 08»00 ZO 08:00 65ÉC AAN START Opmerking Omdat de uitschakeltijd nooit voor de inschakeltijd kan liggen loopt de ingestelde uitschakeltijd automatisch mee met de inschakeltijd. 3. Gebruik en om de minuten in te stellen. In het voorbeeld is dit 15. Bevestig met . De aanwijzer verplaatst naar de uren van het uitschakeltijdstip. AAN UIT Tset POMP ZO 08:15 ZO»08:15 65ÉC AAN START Uitschakeltijdstip instellen 1.
gis De dag is ingesteld. Het display toont het menu voor het aanpassen van de tijd. 3. De aanwijzer staat voor TAAL Bevestig met . Het display toont het menu voor de taal. TIJD »00:00 TAAL ENGLISH ^ NEDERLANDS È»DEUTSCH 5. De aanwijzer staat voor de uren, deze knipperen. FRANCAIS ITALIANO CZECH ESPANOL 4. Scroll met Scroll met en bijvoorbeeld 15. Bevestig met naar de gewenste taal. Bevestig met naar het huidige uur, . TIJD 15»00 . De taal is ingesteld. 11.6.
11 Hoofdmenu gis HOOFDMENU WEEKPROGRAMMA ^ EXTRA PERIODE È»INSTELLINGEN 2. Scroll met naar TOESTELGEGEVENS Bevestig met . INSTELLINGEN TAAL ^ DAG/TIJD È»TOESTELGEGEVENS Het display toont het menu voor het uitlezen van de toestelgegevens. TOESTELGEGEVENS »REGELBEREIK ROOKGASBEVEILIGING 3. Scroll met naar het uit te lezen onderdeel, bijvoorbeeld REGELBEREIK. Het bijbehorende display verschijnt.
is 12 Serviceprogramma 12.1 Inleiding Met het serviceprogramma kan de installateur of service- en onderhoudsmonteur. • De hysterese instellen; • De storingshistorie uitlezen; • De toestelhistorie uitlezen; • De toestelselectie uitlezen; • De pomp aan- of uitzetten; • Het service interval instellen; • Het contrast van het display instellen; • De schakeltijd van het licht instellen; • De scrollsnelheid van het display instellen.
12 is Serviceprogramma 12.4 De toestelhistorie uitlezen 12.7 Het service interval instellen Met de toestelhistorie kunt u de bedrijfsuren, het aantal ontstekingen, het aantal vlamfouten en het aantal ontsteekfouten uitlezen. Als hulpmiddel is de elektronische besturing uitgevoerd met een service interval waarmee de onderhoudsfrequentie (14.2 "Service-interval bepalen") door de service- en onderhoudsmonteur kan worden ingesteld aan de hand van het aantal branduren.
gis 13 Storingen 13.1 Inleiding Er wordt onderscheid gemaakt tussen: • Algemene storingen In de handleiding is een tabel met storingsmeldingen, die op het display worden getoond, opgenomen (13.3 "Storingstabel voor storingen op het display"). Algemene storingen geven geen melding op het display. Algemene storingen zijn: - Gaslucht - Display licht niet op - Onvoldoende of geen warm water. - Waterlekkage - Explosieve ontsteking.
is 13.2 Storingstabel voor algemene storingen Waarschuwing Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door een service- en onderhoudsmonteur. Algemene storingen Kenmerk Oorzaak Gaslucht Gaslekkage Maatregel Sluit direct de hoofdgaskraan. Opmerking Neem direct contact op met uw installateur of plaatselijk gasbedrijf. Geen schakelaars bedienen. Geen open vuur. Ventileer de ruimte waar het toestel in staat. Display is uit Toestel staat uit Neem het toestel in bedrijf (9 "In bedrijf nemen").
is Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking Explosieve ontsteking Verkeerde voordruk en/of branderdruk Stel de juiste voordruk en/of branderdruk in (3.11 "Voordruk en branderdruk controleren") Indien ontsteking niet is verbeterd raadpleeg uw installateur. Slecht vlambeeld Vervuilde brander Reinig de brander(s) (15.4.2 "Reinigen brander(s)") Vervuilde inspuiter Reinig de inspuiter(s) (15.3.
is 13.3 Storingstabel voor storingen op het display Waarschuwing Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door een service- en onderhoudsmonteur.
is Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking S04 (blocking error) Rookgassensor is niet (goed) aangesloten. Sluit de connector van de rookgassensor(2) aan op JP4. Zie het elektrisch schema ADMR (17 "Bijlagen") Open circuit van rookgassensor 1. Defecte rookgassensor Vervang de rookgassensor T1 Kabelbreuk Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact op te nemen met uw installateur 1. Meet de kabelweerstand van de sensorkabel door.
is Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking S14 (blocking error) Kortsluiting in rookgassensorcircuit Vervang de rookgassensor(2) en kabel. Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact op te nemen met uw installateur Kortsluiting in rookgassensorcircuit Vervang de rookgassensor(2) en kabel. Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact op te nemen met uw installateur F01 (blocking error) Fase en Nul verkeerd om aangesloten Sluit de fase en de nul goed aan (3.
is Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking F04 (lock out error) Geen gas 1. Open de hoofdgaskraan en/of gaskraan voor het gasblok Neem voor het herstellen van de gastoevoer contact op met uw installateur 2. Controleer voordruk op het gasblok Drie ontsteekpogingen zonder succes. 3. Herstel indien nodig de gastoevoer Lucht in de gasleiding Ontlucht de gasleiding Geen branderdruk 1. Controleer branderdruk op het gasblok.
is Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking F06 (lock out error) Contact met metalen oppervlakte door kabelbreuk. Controleer bekabeling van ionisatiepen. Vervang indien nodig de bekabeling. Bij terugkerende storing neem contact op met uw installateur. Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact op te nemen met uw installateur Kortsluiting tussen ionisatiepen en aarde F07 (lock out error) Keramisch deel van de 1.
is Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking F10 (lock out error) Rookgaskleprelais schakelt tijdens warmtevraag. 1. Controleer of rode pijl op de rookgasklepmotor helemaal naar rechts gaat en tijdens de warmtevraag in deze positie blijft staan.
is Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking C02 (lock out error) Verkeerde 1. Reset elektronische besturing. Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact referentiespanning van op te nemen met uw installateur 2. Controleer of de frequentie van de voedingsspanning Foutmelding van de de AD-convertor. voldoet (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens"). Indien dit toestelregeling. niet het geval is neem dan contact op met uw installateur Interne foutmelding van • EEPROM leesfout 3.
is Kenmerk Oorzaak E03 (lock-out error) 1. Controleer sensorpositie en -bekabeling. De twee temperatuursensoren 2. Reset de elektronische besturing indien nodig. Vervang de in de tank meten sensor indien de storing niet is verholpen. gedurende minimaal 60 seconden een verschil > 10 oC. Fout in temperatuur sensor T1 bovenin de tank. E04 (lock-out error) Fout in de dummysensor(2). De twee dummysensoren meten gedurende minimaal 60 seconden een verschil > 10 oC. Maatregel 1.
is Instructiehandleiding ADMR 78
is 14 14.1 Inleiding Onderhoudsfrequentie Een onderhoudsbeurt dient minimaal één maal per jaar zowel waterzijdig als gaszijdig te worden uitgevoerd. De frequentie van het onderhoud is afhankelijk van ondermeer de waterkwaliteit, het gemiddeld aantal branduren per dag en de ingestelde watertemperatuur. Opmerking Regelmatig onderhoud verlengt de levensduur van het toestel.
14 80 Onderhoudsfrequentie is Instructiehandleiding ADMR
s 15 15.1 Inleiding Onderhoud uitvoeren Let op Onderhoud mag alleen door een erkend service- en onderhoudsmonteur worden uitgevoerd. Bij elke onderhoudsbeurt dient het toestel zowel waterzijdig als gaszijdig onderhouden te worden. Het onderhoud dient in de volgende volgorde te worden uitgevoerd. 1. Onderhoud voorbereiden 2. Waterzijdig onderhoud 3. Gaszijdig onderhoud 4.
15 s Onderhoud uitvoeren HOOFDMENU »OFF ^ ON È WEEKPROGRAMMA 6. Activeer de ’ON-mode’ door de volgende stappen te doorlopen: - Druk eenmaal op de blauwe pijl ( ) om de aanwijzer voor ON te zetten en druk op . »IN BEDRIJF NEMEN ^ SETPOINT INSTELLEN È Tset=65ÉC - Bevestig met de stand IN BEDRIJF NEMEN. 7. Indien er geen warmtevraag is verhoog dan Tset (11.3 "Watertemperatuur instellen"). Onthoud de oorspronkelijke instelling. Tap vervolgens water om warmtevraag te creëren. 8.
s 15.3.2 Controle anodes Tijdige vervanging van de anodes verlengt de levensduur van het toestel. De aanwezige anodes moeten vervangen worden zodra ze voor 60% of meer verbruikt zijn (houd hiermee rekening bij het bepalen van de onderhoudsfrequentie). Waarschuwing De trekonderbreker en het deksel kunnen heet zijn. 1. Neem de bedrading van de rookgasklep los. 2. Trek de steker van de sensorkabel bedrading uit de rookgassensor. 3. Demonteer de bevestigingsbeugeltjes van de rookgassensor. 4.
15 s Onderhoud uitvoeren 2 1 5 3 7 6 4 IMD-0235 R2 1. Verwijder de afdekplaat (1) op de buitenmantel (zie de figuur). 2. Verwijder de isolatie (2) voorzichtig en leg deze apart. Deze moet later weer gebruikt worden. 3. Draai de bouten los. 4. Verwijder de deksel, de pakking en de O-ring. 5. Inspecteer de tank en verwijder de losse kalkaanslag en verontreinigingen. 6. Indien de kalkaanslag niet handmatig verwijderd kan worden, dient ontkalkt te worden met een ontkalkingsmiddel.
s 15.3.4 Reinigen inspuiter(s) 1. Demonteer de inspuiter(s). 2. Verwijder de in de inspuiter(s) aanwezige verontreinigingen. 3. Monteer de inspuiter(s). 15.4 Gaszijdig onderhoud 15.4.1 Inleiding Gaszijdig dienen de volgende stappen te worden uitgevoerd: 1. Reinigen brander(s). 2. Reinigen inspuiter(s). 3. Controle wervelstrips. 15.4.2 Reinigen brander(s) 1. Demonteer de brander(s). 2. Verwijder de op de brander(s) aanwezige verontreinigingen. 3. Monteer de brander(s). 15.4.
15 86 Onderhoud uitvoeren s Instructiehandleiding ADMR
gis 16 Garantie (certificaat) Voor registratie van uw garantie dient u de bijgevoegde garantiekaart ingevuld te retourneren waarna u een garantiecertificaat wordt toegestuurd. Dit certificaat geeft de eigenaar van een door A.O. Smith Water Products Company B.V. te Veldhoven, Nederland (hierna "A.O. Smith") geleverd toestel recht op de hierna omschreven garantie, waartoe A.O. Smith zich jegens de eigenaar verbindt. 16.
16 i. 16.4 Uitsluitingen gis Garantie (certificaat) Het toestel moet te allen tijden voorzien zijn van kathodische bescherming. Indien hiervoor opofferingsanodes zijn toegepast moeten deze worden vervangen en vernieuwd indien en zodra ze voor 60% of meer verbruikt zijn. Bij toepassing van elektrische anodes moet men ervoor zorgen dat deze continu functioneel zijn. De in artikel 1 en 2 bedoelde garantie geldt niet: a. indien de boiler door een van buiten komende oorzaak is beschadigd; b.
is 17 17.1 Inleiding Bijlagen Deze bijlage bevat: • Elektrische schema's ADMR (17.2 "Elektrische schema's ADMR") • Weekprogrammakaart (17.3 "Weekprogrammakaart") 17.
17 is Bijlagen 17.2 Elektrische schema’s ADMR 17.2.1 Elektrisch schema ADMR 40 t/m 115 en 135 aardgas, 17.2.
is AANSLUITINGEN KLEMMENSTROKEN: Aarde N Nul L1 Fase-ingang van besturing L2 Fase-ingang van regeling gestuurde pomp L3 Fase-ingang van continu pomp L4 Fase-ingang van extra storingsmelder L5 Fase-ingang van rookgasklepmotor L6 Fase-uitgang van rookgasklepmotor (terugkoppeling) L7 Fase-ingang van scheidingstrafo (primaire kant) L8 Fase-uitgang van scheidingstrafo (secundaire kant) COMPONENTEN: A Besturing B Gasblok C Gloeiontsteker D Ionisatiepen E Extra storingsmelder F Dubbelpolige hoofdschakelaar G Regel
17 is Bijlagen 17.2.
is AANSLUITINGEN KLEMMENSTROKEN: Aarde N Nul L1 Fase-ingang van besturing L2 Fase-ingang van regeling gestuurde pomp L3 Fase-ingang van continu pomp L4 Fase-ingang van extra storingsmelder L5 Fase-ingang van rookgasklepmotor L6 Fase-uitgang van rookgasklepmotor (terugkoppeling) L7 Fase-ingang van scheidingstrafo (primaire kant) L8 Fase-uitgang van scheidingstrafo (secundaire kant) COMPONENTEN: A Besturing B Gasblok C Gloeiontsteker D Ionisatiepen E Hoog/laag regeling F Timer G Extra storingsmelder H Dubbelp
17 94 Bijlagen is Instructiehandleiding ADMR
17.3 Weekprogrammakaart De weekprogrammakaart kunt u uitknippen en bij het toestel hangen. Periode DAG TIJD AAN 1. UIT AAN 2. UIT AAN 3. UIT AAN 4. UIT AAN 5. UIT AAN 6. UIT AAN 7. UIT AAN 8. UIT AAN 9. UIT 10. 11. AAN UIT AAN UIT Tset Pomp ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT Tset Pomp 70 °C AAN/ UIT Periode 12. 13.
Instructiehandleiding ADMR 96
is Instructiehandleiding ADMR 97
17 98 Bijlagen is Instructiehandleiding ADMR
is Instructiehandleiding ADMR 99
17 100 Bijlagen is Instructiehandleiding ADMR
is Instructiehandleiding ADMR 101
17 102 Bijlagen is Instructiehandleiding ADMR
gis Index A I aan/uitschakelaar 47 aansluiten circulatieleiding 25 elektrisch 29, 31 gas 25 koudwaterzijdig 23 shutleiding 23 warmwaterzijdig 24 aansprakelijkheid 3 aftappen 45 algemene gegevens 3 inbedrijfnemen 53 inhoud document 11 installateur 10 installatieschema 23 ionisatiepen 15 K kalkaanslag 83 koudwaterzijdig aansluiten 23 L luchtvochtigheid 18 B bediening 57 bedrijfstoestanden algemeen 49 EXTRA 49 OFF 49 ON 49 PROG 50 beveiliging 14 branderdruk 33 buitenbedrijfstellen korte periode 55 langere
Index T taal instellen 62 temperatuursensor T1 14 T2 14 ThermoControl aan/uitschakelaar 47 Tnetto 14 toestand EXTRA 49 OFF 49 ON 49 PROG 50 SERVICE BENODIGD 51 STORING 50 0305 964 5.