BFC Cyclone Condenserende hoogrendement boiler BFC - 28/30/50/60/80/100/120 0309 420 Installatie-, Gebruikers- en Servicehandleiding Innovation has a name.
uw installateur A.O. Smith Hoofdkantoor Europa, De Run 5305, 5503 LW Veldhoven A.O. Smith Hoofdkantoor Europa, De Run 5305, 5503 LW Veldhoven, Nederland www.aosmith.nl, 0800-AOSMITH (2676484) www.aosmith.
Errata Onderstaande wijzigingen zijn van toepassing op het instellen en bepalen van het service interval van deze toestellen. Hiermee komt de bestaande tekst van het instellen en bepalen van het service interval te vervallen.
gis Lees deze handleiding zorgvuldig Waarschuwing Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u het toestel in gebruik neemt. Het niet lezen van deze handleiding en het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding kan leiden tot ongevallen en schade aan personen en het toestel. Copyright © 2009 A.O. Smith Water Products Company Alle rechten voorbehouden.
gis 4 Instructiehandleiding BFC
gis Inhoudsopgave 1 Inleiding - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 9 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 2 Over het toestel - - - - - Wat te doen bij gaslucht - Voorschriften - - - - - - Doelgroepen - - - - - - - Onderhoud - - - - - - - Notatiewijzen - - - - - - Overzicht van dit document - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -9 -9 -9 10 10 11 11 Werking van het toestel - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 13 2.1 2.2 2.3 2.4 2.
Inhoudsopgave 9 Uit bedrijf nemen - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 53 9.1 9.2 9.3 9.4 10 - - - - - - - - - - - 53 - 53 - 53 - 53 Hoofdmenu - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 55 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 10.9 10.10 10.
16 Bijlagen- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 87 16.1 16.2 16.3 16.
Inhoudsopgave 8 Instructiehandleiding BFC
gis 1 1.1 Over het toestel Inleiding Deze handleiding beschrijft de installatie, service en het gebruik van een BFCtoestel. Het BFC-toestel is een condenserende boiler met een ventilator in de luchttoevoer. De BFC kan zowel als een gesloten als een open toestel geïnstalleerd worden. Het toestel heeft standaard een concentrische schoorsteenaansluiting. Het toestel kan ook als parallelsysteem worden aangesloten. De mogelijke toesteltypes zijn B23, C13, C33, C43, C53 en C63.
1 gis Inleiding • voorschriften van brandweer, energiebedrijven en gemeente. Verder dient de installatie te voldoen aan de voorschriften van de fabrikant. Opmerking Voor alle voorschriften, eisen en richtlijnen geldt dat aanvullingen of latere wijzigingen en/of toevoegingen op het moment van installeren van toepassing zijn. 1.4 Doelgroepen De drie doelgroepen voor deze handleiding zijn: • (eind)gebruikers; • installateurs; • service- en onderhoudsmonteurs.
gis Zowel de eindgebruiker als de service- en onderhoudsmonteur zijn verantwoordelijk voor regelmatig onderhoud. Zij dienen hier duidelijke afspraken over te maken. Opmerking Indien het toestel niet regelmatig onderhouden wordt, vervalt het recht op garantie. 1.6 Notatiewijzen In deze handleiding wordt gebruik gemaakt van de volgende notatiewijzen: Opmerking Opgelet belangrijke mededeling. Let op Het negeren van deze tekst kan leiden tot beschadiging van het toestel.
1 Inleiding gis Hoofdmenu Dit hoofdstuk beschrijft het hoofdmenu van het display. Dit is het feitelijke menu voor de gebruiker, maar ook de installateur en service- en onderhoudsmonteur zullen er gebruik van maken. Serviceprogramma Dit hoofdstuk beschrijft het servicemenu. Het is in hoofdzaak bedoeld voor de installateur en service- en onderhoudsmonteur. Echter ook een eindgebruiker kan hier aanvullende informatie vinden m.b.t. het toestel.
gis 2 2.1 2.2 Inleiding Werking van het toestel In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: • Algemene werking van het toestel; • Opwarmcyclus van het toestel; • Beveiliging van het toestel; • Veiligheid van de installatie.
14 Dwarsdoorsnede van het toestel Instructiehandleiding BFC Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 1. kap 2. warmwateruitlaat 3. elektrisch aansluitblok 4. besturing 5. drukschakelaar 6. bedieningspaneel 7. temperatuursensor T1 8. branderkamer 9. anode 10. tank 11. warmtewisselaar 12. inspectie- en reinigingsopening 13. temperatuursensor T2 14. koudwaterinlaat 15. aftapkraan 16. gasblok 17. brander 18. ventilator 19. luchttoevoerslang 20. gloeiontsteker 21. ionisatiepen 22.
gis Het toestel is uitgerust met een modulerend premix brandersysteem met 1:1 gas-luchtverhoudingsregeling. De lucht die nodig is voor de verbranding wordt aangezogen door de ventilator (18). Het gas wordt via het gasblok (16) en de venturi (30) toegevoerd aan de zuigzijde van de ventilator. Door de 1:1 gasluchtkopeling wordt altijd een optimale verhouding van het gas-luchtmengsel gewaarborgd. Bij dit toestel wordt het koude water, onderaan de tank, ingevoerd bij de koudwaterinlaat (14).
2 2.3 2.4 Werking van het toestel Opwarmcyclus van het toestel gis De temperatuursensor T1 (7) meet de watertemperatuur boven in het toestel (Ttop). Deze temperatuur wordt doorgegeven aan de besturing. Zodra T1 lager is dan de ingestelde watertemperatuur (Tset) constateert de besturing een "warmtevraag". De ventilator (18) begint met draaien en het gasblok (16) wordt geopend. De ventilator draait op vollast en het gas mengt zich met de lucht in de venturi (30).
gis Het toerental van de ventilator wordt continu gecontroleerd door de besturing (4). De besturing grijpt in als het toerental te veel afwijkt van de ingestelde waarde. 2.4.5 Drukschakelaar De drukschakelaar waarborgt alleen de luchttoevoer tijdens het voorspoelen van het toestel. Bij voldoende drukverschil tijdens het voorspoelen, sluit de drukschakelaar. De tabel (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens") geeft schakelpunten per toestel.
2 18 Werking van het toestel gis Instructiehandleiding BFC
is 3 Installatie Waarschuwing De installatie dient te geschieden overeenkomstig de algemeen en plaatselijk geldende voorschriften van gas-, waterleidings-, elektriciteitsbedrijven en brandweer, door een erkend installateur. Het toestel mag alleen in een ruimte geïnstalleerd worden indien die ruimte voldoet aan de vereiste landelijke en plaatselijke ventilatievoorschriften (1.3 "Voorschriften"). 3.1 3.
3 is Installatie Specificaties luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur Luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur 3.3.2 Luchtvochtigheid max. 93% RV bij +25°C Omgevingstemperatuur Functioneel: 0 < T < 60°C Maximale vloerbelasting toestel Houd in verband met het gewicht van het toestel rekening met de maximale vloerbelasting, zie de tabel (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens"). 3.3.3 Watersamenstelling Het toestel is bedoeld om drinkwater op te warmen.
is Werkruimte BB BB AA AA AA AA BFC 28 t/m 60 BFC 80 t/m 120 IMD-0765 R0 Opmerking Let er bij het installeren op of het toestel, bij eventuele lekkage van de tank en/of aansluitingen, schade kan toebrengen aan de directe omgeving of lager gelegen verdiepingen. Indien dit het geval is dient het toestel bij een vloerafvoer of in een passende metalen lekbak geïnstalleerd te worden.
22 3.4.1 Afmetingen van het toestel Boven- en vooraanzicht van de toestellen Legenda Zie de tabel. BFC 28, 30, 50, 60 BFC 80, 100, 120 F Hx Hx 3 Hy 44º C Hy 6.
Instructiehandleiding BFC Maat Omschrijving Eenheid BFC 28 BFC 30 BFC 50 BFC 60 BFC 80 BFC 100 BFC 120 H Hoogte rookgasafvoer/luchttoevoer mm 1365 1905 1905 1905 1995 1995 1995 Hx x-positie rookgasafvoer mm 265 265 265 265 310 310 310 Hy y-positie rookgasafvoer mm 375 375 375 375 440 440 440 K Hoogte gasaansluiting mm 1270 1800 1800 1800 1855 1855 1855 M Hoogte koudwatertoevoer mm 170 160 160 160 225 225 225 N Hoogte warmwateruitlaat mm 1390 1
24 OMSCHRIJVING Eenheid BFC 28 BFC 30 BFC 50 BFC 60 BFC 80 BFC 100 BFC 120 Defaultwaarde regelthermostaat oC 65 65 65 65 65 65 65 Regelbereik hysterese omhoog oC 0…5 0…5 0…5 0…5 0…5 0…5 0…5 Defaultwaarde hysterese omhoog oC 5 5 5 5 5 5 5 Regelbereik hysterese omlaag o 0…10 0…10 0…10 0…10 0…10 0…10 0…10 Defaultwaarde hysterese omlaag o 5 5 5 5 5 5 5 Aantal (elektrische) anodes - 1 2 2 2 2 2 2 Gemeten drukverschil over de drukschakelaar Pa ≥ 14
Instructiehandleiding BFC 3.4.
3 3.5 is Installatie Aansluitschema De figuur geeft het aansluitschema weer. Dit schema wordt gebruikt in de paragrafen waarin het eigenlijke aansluiten wordt beschreven. Aansluitschema Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 1. drukreduceerventiel (verplicht indien de waterleidingdruk te hoog is) 2. inlaatcombinatie (verplicht) 3. T&P-Ventiel (optioneel) D 4. afsluiter (aanbevolen) 5. terugslagklep (verplicht) 6. circulatiepomp (optioneel) 9. aftapkraan 10. gaskraan (verplicht) 11.
is 3. Sluit de overstortzijde van de inlaatcombinatie (2) aan op een open waterafvoerleiding. Let op Een inlaatcombinatie is verplicht. Monteer deze zo dicht mogelijk bij het toestel. Waarschuwing Tussen inlaatcombinatie en het toestel mag nooit een afsluiter of terugslagklep geplaatst worden. 3.6.2 Warmwaterzijdig Zie (B) in het aansluitschema (3.5 "Aansluitschema"). Opmerking Isolatie van lange warmwaterleidingen voorkomt onnodig energieverlies. 1.
3 3.7 is Installatie Gasaansluiting Waarschuwing De installatie dient te geschieden door een erkend installateur en overeenkomstig de algemeen en plaatselijke geldende voorschriften (1.3 "Voorschriften"). Let op Zorg ervoor dat de diameter en de lengte van de gastoevoerleiding zo gedimensioneerd zijn dat er voldoende capaciteit geleverd kan worden voor het toestel. Zie (D) in het aansluitschema (3.5 "Aansluitschema"). 1. Monteer een gaskraan (10) in de gastoevoerleiding. 2.
is Toesteltypes C43 C13 B23 C33 C53 IMD-0789 R0 Instructiehandleiding BFC 29
3 is Installatie Verklaring toesteltype Toesteltype Omschrijving B23 Verbrandingslucht wordt uit installatieruimte onttrokken. C13 Concentrische en / of parallelle muurdoorvoer C33 Concentrische en / of parallelle dakdoorvoer C43 Toestellen op gezamenlijke aan- en afvoer (concentrisch en / of parallel) in geval van etagebouw. C53 Toe- en afvoer in verschillend drukvlak. C63 Toestellen geleverd zonder rookgasafvoermaterialen en / of terminal.
is Toestel met concentrisch rookgasafvoermateriaal IMD-0791 R0 Volgens de tabel is de maximale lengte 40 meter en het toegestane aantal 90 graden bochten 7. Aan beide eisen is voldaan. Specificaties Let op Voor de C13 en C33 toesteltypes schrijft A.O. Smith het gebruik voor van een voor het toestel goedgekeurde dak- of muurdoorvoer. Gebruik van een verkeerde dak- of muurdoorvoer kan leiden tot een storing. Specificatie concentrische muurdoorvoer C13 Onderwerp Muurdoorvoerset: • 1x Muurdoorvoer (incl.
3 is Installatie Specificatie concentrische dakdoorvoer C33 Onderwerp Omschrijving Dakdoorvoerset: • 1x Dakdoorvoer (incl. klemband) • 1x Pijp 1000 mm • 1x Plakplaat Pijpmateriaal Pijpdiameters Art. Nr. BFC 28, 30, 50, 60 0304 423 1 BFC 80, 100, 120 0306 855 1 Fabrikant Muelink & Grol Type M2000 DDV HR-C Constructie Concentrisch Rookgasafvoer Dikwanding aluminium met lippenring afdichting. Luchttoevoer Dunwandig verzinkt plaatstaal.
is Toestel met parallel rookgasafvoermateriaal Voor de toetsing aan de maximale lengte moet de langste pijp worden gebruikt. In dit geval is dat de rookgasafvoerpijp. Deze is 10 meter. Deze 10 meter is opgebouwd uit het pijpmateriaal deel 1, 2, 3, 4 en 5. De lengte van het broekstuk hoeft u niet mee te tellen. Het totaal aantal gebruikte bochten, in de rookgasafvoer en luchttoevoer, is 8. De bocht in het broekstuk hoeft u niet mee te tellen. Volgens de tabel moet per bocht moet 4,6 meter worden gerekend.
3 is Installatie 3.9.2 Voorbereiding Let op Het toestel is fasegevoelig. Het is absoluut noodzakelijk de fase (L) van het net aan de fase van het toestel en de nul (N) van het net aan te sluiten aan de nul van het toestel. Let op Er mag géén spanningsverschil tussen nul (N) en aarde ( ) aanwezig zijn. Is dit wel het geval dan dient een scheidingstransformator toegepast te worden (3.9.4 "Scheidingstransformator").
is Elektrisch aansluitblok Scheidingstransformator Netspanning N L 1 2 3 primair N L1 4 5 secundair 6 3.9.3 N L2 7 8 9 Pomp regeling gestuurd Alarm Uit X1 X2 10 11 12 N L3 13 14 15 16 t/m 20 Externe AAN/UIT BUS-link X3 X4 X5 X6 21 22 23 24 Netspanning aansluiten Het toestel wordt geleverd zonder voedingskabel en hoofdschakelaar. Opmerking Om het toestel van spanning te voorzien dient het toestel m.b.v.
3 is Installatie 3.9.6 Extra On-mode schakelaar aansluiten Externe AAN/UIT is een mogelijkheid om een externe AAN/UIT-schakelaar aan te sluiten. In de UIT stand is de ingestelde bedrijfstoestand actief. In de AAN stand wordt de ingestelde bedrijfstoestand overruled en is de "ONmode" actief. 1. Sluit de kabels (X3 en X4) aan op punten 21 en 22 volgens de tabel (3.9.2 "Voorbereiding"). 2. Monteer de kabel in de trekontlaster. 3. Indien u niet meer behoeft aan te sluiten: 3.9.
is 8. Zet de besturing AAN door de 0/I-schakelaar op stand I te zetten. Het display toont nu circa 10 seconden INTERNE CONTROLE en komt daarna in het hoofdmenu. INTERNE CONTROLE HOOFDMENU »OFF ^ ON È WEEKPROGRAMMA 9. Activeer de "ON-mode" door de volgende stappen te doorlopen: - Druk eenmaal op de blauwe pijl ( ) om de aanwijzer voor ON te zetten en druk op . Het scherm zoals weergegeven is, verschijnt. »IN BEDRIJF NEMEN ^ SETPOINT INSTELLEN È Tset=65ÉC - Bevestig met de stand IN BEDRIJF NEMEN.
3 is Installatie 9. Genereer warmtevraag door het toestel koud te tappen of door in het onderstaande SERVICE-menu de waarde voor Tset te verhogen. Gebruik hiervoor . Hooglastmeting 10. Selecteer uit het servicemenu : - SERVICEBEDRIJF | HOOGLAST - Bevestig met . 11. U komt nu in het HOOGLAST-servicemenu. SERVICE HOOGLAST Ê Ê 47ÉC Tset 70ÉC IN BEDRIJF 12. Het toestel draait nu op HOOGLAST. Lees de waarde van de CO2-meter af en wacht tot deze meetwaarde enige tijd stabiel blijft.
is Opmerking Linksom draaien (tegen de klok in) betekent meer gas (hogere CO2) en rechtsom draaien (met de klok mee) betekend minder gas (lagere CO2). 15. Indien u Tset heeft verhoogd, stel deze dan weer in op de oorspronkelijke waarde met . 16. Ga verder met de CO2 laaglastmeting. BFC 80 t/m 120 17. Indien de meetwaarde wel binnen de marges ligt van de CO2-tabelwaarde: - Indien u Tset heeft verhoogd, stel deze dan weer in op de oorspronkelijke waarde met . - Ga verder met de CO2 laaglastmeting. 18.
3 is Installatie CO2-bijstellen Legenda 1. meetpunt 2. stelschroef 1 2 IMD-0762 R0 Legenda 1. meetpunt 2.
is Opmerking Linksom draaien (tegen de klok in) betekent minder gas (lagere CO2) en rechtsom draaien (met de klok mee) betekend meer gas (hogere CO2). 24. Haal de CO2-meetsonde uit de meetnippel van de rookgasafvoerbuis. 25. Monteer het dopje weer op de meetnippel van de rookgasafvoerbuis. 26. Sluit de gastoevoer. 27. Plaats de kappen terug. 3.10.3 Schakeldruk meting Om de schakeldruk meting uit te voeren handelt u als volgt: 1. Maak het toestel spanningsloos (9.3 "Toestel spanningsloos maken"). 2.
3 42 Installatie is Instructiehandleiding BFC
gis 4 Vullen Aansluitschema Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 1. drukreduceerventiel (verplicht indien de waterleidingdruk te hoog is) 2. inlaatcombinatie (verplicht) 3. T&P-Ventiel (optioneel) D 4. afsluiter (aanbevolen) 5. terugslagklep (verplicht) 6. circulatiepomp (optioneel) 9. aftapkraan 10. gaskraan (verplicht) 11. service afsluiter (aanbevolen) 12. temperatuurmeter (aanbevolen) 13. condensafvoer (verplicht) 14. tappunten A. koudwatertoevoer B. warmwaterafvoer C.
4 Vullen gis 7. Het toestel staat nu onder waterleidingdruk. Er mag nu geen water uit het overstortventiel van de inlaatcombinatie en indien toegepast uit het T&Pventiel (3) komen. Is dit toch het geval dan kan het zijn dat: 44 - De waterleiding druk groter is dan de voorgeschreven waarde (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens"). Plaats alsnog een drukreduceerventiel (1). - Het overstortventiel van de inlaatcombinatie defect is, of onjuist is gemonteerd.
gis 5 Aftappen Aansluitschema Legenda Niet vermelde nummers zijn niet van toepassing. 1. drukreduceerventiel (verplicht indien de waterleidingdruk te hoog is) 2. inlaatcombinatie (verplicht) 3. T&P-Ventiel (optioneel) D 4. afsluiter (aanbevolen) 5. terugslagklep (verplicht) 6. circulatiepomp (optioneel) 9. aftapkraan 10. gaskraan (verplicht) 11. service afsluiter (aanbevolen) 12. temperatuurmeter (aanbevolen) 13. condensafvoer (verplicht) 14. tappunten A. koudwatertoevoer B. warmwaterafvoer C.
5 gis Aftappen 4. Wacht tot de ventilator gestopt is. Het icoontje is dan ingetrokken. Let op Het toestel kan defect raken als u niet wacht tot het spoelen van de ventilator gestopt is. 5. Zet het toestel UIT (stand 0) met de AAN/UIT-schakelaar van het bedieningspaneel. 6. Maak het toestel spanningsloos door de hoofdschakelaar tussen het toestel en het elektriciteitsnet op stand 0 te zetten. 7. Sluit de gastoevoer (10). 8. Sluit de afsluiter (11) in de warmwaterleiding. 9.
gis 6 6.1 Het bedieningspaneel Inleiding Naam Betekenis In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: Gloeien (Voor)gloeien • Bediening; Gasblok • Betekenis van de icoontjes; Openen gasblok/ontsteking • AAN/UIT-schakelaar op besturing; Vlamdetectie Toestel in bedrijf • Navigatieknoppen; • PC-aansluiting. 6.2 6.
6 Het bedieningspaneel gis De aanwijzer » wijst de te activeren keuze aan. In het display zoals is afgebeeld in de figuur kunt u scrollen door het hoofdmenu. Het hoofdmenu bestaat uit: OFF, ON, WEEKPROGRAMMA, EXTRA PERIODE en INSTELLINGEN. De teksten EXTRA PERIODE en INSTELLINGEN zijn pas zichtbaar bij ver genoeg omlaag scrollen. Met bevestigt u de geselecteerde keuze. Met de knop bladert u één pagina terug in een menu en vervallen alle tot dan toe gemaakte instellingen in dat menu.
gis 7 7.1 Status van het toestel Inleiding In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: • Bedrijfstoestanden; • Storingstoestanden; • Servicetoestand; • Anode waarschuwing. 7.2 Bedrijfstoestanden 7.2.3 EXTRA In deze toestand is één extra periode geprogrammeerd en geactiveerd. In deze toestand wordt de OFF- of PROG-stand tijdelijk overruled om aan één periode van warmtevraag te voldoen. Als de periode voorbij is, gaat het toestel automatisch terug naar de voorgaande bedrijfstoestand.
7 2. De huidige tijd valt buiten een ingestelde tijdsperiode van het weekprogramma. De figuur toont het bijbehorende display, met op: - regel één: de tekst PROG; - regel twee: de tijd, de dag en T1; (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel") - regel drie: het eerstkomende inschakelmoment; - regel vier: toont de tekst PERIODE ACTIEF. Voor alle toestanden geldt dat op enig moment de watertemperatuur beneden de gewenste temperatuur kan komen. Het toestel komt dan in een verwarmingscyclus terecht.
gis 8 8.1 In bedrijf nemen Inleiding Als de opwarmcyclus niet wordt doorlopen, dan is er geen warmtevraag; indien dit het geval is, moet Tset waarschijnlijk worden ingesteld (10.4 "Watertemperatuur instellen"). In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: • In bedrijf nemen. • Opwarmcyclus van het toestel. 8.2 8.
8 gis In bedrijf nemen 2. Na de warmtevraag wordt de ventilator ingeschakeld om eventeel aanwezige gassen te verwijderen. Deze fase heet voorspoelen en duurt circa 15 seconde. - Het icoontje wordt geactiveerd. - De melding VOORSPOELEN verschijnt. ON Ê Ê 13:45 Donderdag 63ÉC Tset 65ÉC VOORSPOELEN 3. Tijdens het voorspoelen sluit de drukschakelaar. - Het icoontje wordt geactiveerd. - De melding DRUKSCHAKELAAR verschijnt. ON Ê Ê Ê 13:45 Donderdag 63ÉC Tset 65ÉC DRUKSCHAKELAAR 4.
gis 9 9.1 Uit bedrijf nemen Inleiding 9.3 Dit hoofdstuk beschrijft: Toestel spanningsloos maken • Toestel een korte periode buiten bedrijf stellen; U mag het toestel niet zondermeer spanningsloos maken. De juiste procedure is als volgt: • Toestel spanningsloos maken; 1. Activeer het HOOFDMENU met Toestel voor een lange periode buiten bedrijf stellen. 2. Plaats de aanwijzer voor OFF. • 9.
9 54 Uit bedrijf nemen gis Instructiehandleiding BFC
gis 10 Hoofdmenu 10.1 Inleiding Het HOOFDMENU bereikt u door op de knop besturing te drukken. van de HOOFDMENU »OFF ^ ON È WEEKPROGRAMMA EXTRA PERIODE INSTELLINGEN Het hoofdmenu bestaat uit: • • • • • OFF Deze keuze gebruikt u als het toestel tijdelijk wilt uitzetten (9 "Uit bedrijf nemen"), maar niet wilt aftappen. In deze stand is de vorstbeveiliging actief. Hiermee voorkomt u bevriezing van het water in het toestel. ON In deze toestand beantwoord het toestel continu de warmwatervraag. (10.
10 • Bevestig met .Na bevestigen komt het toestel in de "ONmode". SETPOINT » 65ÉC Watertemperatuur instellen tijdens ON-mode De watertemperatuur kan ook direct worden bijgeregeld als het toestel in de "ONmode" staat. U gebruikt dan: • om de waarde te verhogen; • om de waarde te verlagen. • Bevestig met Als gedurende het weekprogramma de watertemperatuur te laag wordt, dan zal het toestel de opwarmcyclus (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel") doorlopen en daarna weer terugvallen in het weekprogramma.
gis Het display toont het menu voor het weekprogramma, zie de figuur hieronder. Standaard schakelt het programma iedere dag aan en uit op respectievelijk 00:00 en 23:59 uur, staat de watertemperatuur op 65ºC en staat de pomp aan (P).
10 De aanwijzer verplaatst naar POMP AAN AAN ZO 08:15 UIT ZO 12:45 Tset 75ÉC POMP»AAN OPSLAAN 10.7.4 Weekprogramma: regeling gestuurde pomp instellen 1. Indien gewenst kan een pomp aangestuurd worden tijdens de periode. Gebruik dan en om POMP AAN in te stellen. De pomp zorgt dan voor een regelmatige circulatie van warm water in de warmwaterleidingen. U kunt deze stap overslaan indien u geen pomp in uw circuit heeft. Bevestig met . De aanwijzer verplaatst naar OPSLAAN.
gis 3. Voer uit: a. Stel het inschakeltijdstip in (10.7.1 "Weekprogramma: inschakeltijdstip instellen"). b. Stel het uitschakeltijdstip in (10.7.2 "Weekprogramma: uitschakeltijdstip instellen"). c. Stel de watertemperatuur in (10.7.3 "Weekprogramma: watertemperatuur instellen"). d. Stel de regelinggestuurde pomp in (10.7.4 "Weekprogramma: regeling gestuurde pomp instellen"). 5. Om de toegevoegde periode door te voeren moet u met naar IN BEDRIJF NEMEN scrollen en bevestigen met . 10.
10 6. Scroll met naar IN BEDRIJF NEMEN. Bevestig met . Het weekprogramma is actief. 10.10 Extra periode Een extra periode gebruikt u om het toestel gedurende een bepaalde periode in te schakelen zonder dat u hiervoor de weekprogrammering aan wilt passen of het toestel uit de OFF-mode (vorstbeveiligingsstand) wilt halen. Als het toestel draait volgens een "extra periode" dan is dit op het display aangegeven met de tekst EXTRA.
gis Regeling gestuurde pomp instellen 1. Indien gewenst kan een pomp aangestuurd worden tijdens de periode. Gebruik dan en om POMP AAN in te stellen. De pomp zorgt dan voor een regelmatige circulatie van warm water in de warmwaterleidingen. U kunt deze stap overslaan indien u geen pomp in uw circuit heeft. Bevestig met . 3. De aanwijzer staat voor TAAL Bevestig met TAAL ENGLISH ^ NEDERLANDS ȻDEUTSCH FRANCAIS ITALIANO CZECH ESPANOL De aanwijzer verplaatst naar START.
10 De dag is ingesteld. Het display toont het menu voor het aanpassen van de tijd. TIJD Het display toont het menu voor het uitlezen van de toestelgegevens. TOESTELGEGEVENS »REGELBEREIK ^ ONTSTEEKTOERENTAL È WERKTOERENTAL »00:00 5. De aanwijzer staat voor de uren, deze knipperen. Scroll met en bijvoorbeeld 15. gis Hoofdmenu naar het huidige uur, 3. Scroll met naar het uit te lezen onderdeel, bijvoorbeeld REGELBEREIK. Het bijbehorende display verschijnt. Bevestig met .
is 11 Serviceprogramma 11.1 Inleiding U kunt de hysterese instellen via: Met het serviceprogramma kan de installateur of service- en onderhoudsmonteur. • • De toestelhistorie uitlezen; U kunt de hysterese instellen via • De storingshistorie uitlezen; • • De toestelhistorie uitlezen; • De toestelselectie uitlezen; • De pomp aan- of uitzetten; • Het service interval instellen; • Servicebedrijf; • De legionellapreventie instellen.
11 TOESTELHISTORIE BEDRIJFSUREN 000410 ^ONTSTEKINGEN 001000 ÈVLAMFOUTEN 000021 ONTSTEEKFOUT 000013 11.5 De toestelselectie uitlezen U bereikt het menu voor het uitlezen van het toestel via: • : TOESTELSELECTIE Het toestelnummer vindt u op het typeplaatje. De toestelselectie is in de fabriek juist ingesteld. TOESTELSELECTIE »5934 ^ 8576 È 3379 6527 .... 11.6 De pomp aan- of uitzetten Indien een regeling gestuurde pomp geïnstalleerd (3.9.
is 3. Bevestig met . • a SERVICE HOOGLAST Ê Ê 47ÉC Tset 65ÉC Het volgende scherm verschijnt. Dit scherm geeft aan dat de legionellapreventie is ingeschakeld. Ê IN BEDRIJF 4. Om warmtevraag te genereren kunt u met het setpoint tijdelijk verhogen, naar bijvoorbeeld 70oC. a SERVICE HOOGLAST Ê Ê Ê 47ÉC Tset 70ÉC a LEG Ê Ê Ê 02:45 Maandag 60ÉC MA 03:00 Tset 65ÉC IN BEDRIJF 11.9.
11 66 Serviceprogramma is Instructiehandleiding BFC
gis 12 12.1 Inleiding Storingen Er wordt onderscheid gemaakt tussen: • Algemene storingen Algemene storingen geven geen melding op het display. Algemene storingen zijn: - Gaslucht - Display licht niet op - Onvoldoende of geen warm water. - Waterlekkage - Explosieve ontsteking. In de handleiding is een tabel met algemene storingen opgenomen (12.2 "Storingstabel voor algemene storingen").
is 12.2 Storingstabel voor algemene storingen Waarschuwing Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door een service- en onderhoudsmonteur. Algemene storingen Kenmerk Oorzaak Gaslucht Gaslekkage Maatregel Waarschuwing Sluit direct de hoofdgaskraan. Waarschuwing Geen schakelaars bedienen. Opmerking Waarschuwing Neem direct contact op met uw installateur of plaatselijk gasbedrijf. Waarschuwing Geen open vuur. Waarschuwing Ventileer de ruimte waar het toestel in staat.
is Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking Waterlekkage Lekkage op een wateraansluiting (schroefdraad) Draai de schroefdraadaansluiting vaster aan Indien lekkage niet verholpen is raadpleeg uw installateur Lekkage van condenswater Controleer of afvoer van het condenswater plaatsvindt.
is 12.3 Storingstabel voor storingen op het display Storingen op het display Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking S01 (blocking error) Sensor is niet (goed) aangesloten Sluit de connector van de sensor aan op JP3 Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen").
is Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking S12 (blocking error) Kortsluiting in sensorcircuit Vervang de kabel en/of sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact op te nemen met uw installateur Kortsluiting in sensorcircuit Vervang de kabel en/of sensor Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact op te nemen met uw installateur Kortsluiting in sensorcircuit Vervang de dummy-sensor(2) Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u conta
is Code + omschrijving Oorzaak F02 (lock out error) Motor en/of rotor defect 1. Controleer de motor en rotor Maatregel 2. In geval van defecte motor/rotor dient ventilator vervangen te worden Ventilator draait niet op het juiste toerental. 3. Reset besturing Kabelbreuk Opmerking Zie het elektrisch schema (16 "Bijlagen"). Voor het vervangen van de bekabeling en het plaatsen van een nieuwe ventilator dient u contact op te nemen met uw installateur 1.
is Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking F03 (lock out error) Kabelbreuk / Open circuit 1. Controleer bekabeling tussen de drukschakelaar en de besturing Indien de storing niet verholpen kan worden of bij terugkerende storing dient u contact op te nemen met uw installateur Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact op te nemen met uw installateur De drukschakelaar werkt niet correct 2. Vervang de bekabeling indien nodig Drukschakelaar sluit niet 1.
is Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking F04 (lock out error) Geen gas 1. Open de hoofdgaskraan en/of gaskraan voor het gasblok Neem voor het herstellen van de gastoevoer contact op met uw installateur 2. Controleer voordruk op het gasblok Drie ontsteekpogingen zonder succes. 3. Herstel indien nodig de gastoevoer Lucht in de gasleiding Ontlucht de gasleiding (3.
is Code + omschrijving Oorzaak Maatregel Opmerking F06 (blocking error) Contact met metalen oppervlakte door kabelbreuk of vervormde ionisatiepen. Controleer bekabeling en ionisatiepen. Vervang indien nodig de bekabeling en/of ionisatiepen. Bij terugkerende storing neem contact op met uw installateur. Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact op te nemen met uw installateur Kortsluiting tussen ionisatiepen en aarde Keramisch deel van de 1.
is Code + omschrijving Oorzaak C02 (lock out error) Verkeerde 1. Reset besturing. Voor het vervangen van de benodigde onderdelen dient u contact referentiespanning van op te nemen met uw installateur 2. Controleer of de frequentie van de voedingsspanning de AD-convertor. voldoet (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens"). Indien dit niet het geval is neem dan contact op met uw installateur Foutmelding van de besturing. Interne foutmelding van • de besturing.
is Code + omschrijving Oorzaak E01 (blocking error) De temperatuur van het Geen. Dit is een tijdelijke melding die vanzelf verdwijnt en ook water bovenin de tank meerdere keren kan verschijnen. is > 88oC. Beveiligingstemperatu ur bovenin de tank is geactiveerd. E03 (lock-out error) Fout in temperatuur sensor T1 bovenin de tank. E04 (lock-out error) Fout in de dummysensor(2). Maatregel De twee temperatuursensoren in de tank meten gedurende minimaal 60 seconden een verschil > 10 oC. 1.
is 12.4 Waarschuwingen op het display Waarschuwingen op het display Kenmerk Oorzaak Maatregel Opmerking Maximum branduren: Service benodigd. De werkelijke branduren zijn hoger dan de ingestelde branduren. Toestel functioneert, maar geeft waarschuwing op display Voor het onderhoud van uw toestel dient u contact op te nemen met uw installateur. Anode bescherming functioneert niet. • • • Instructiehandleiding BFC Kabel(s) tussen Toestel functioneert, maar geeft waarschuwing op display.
is 13 13.1 Inleiding Onderhoudsfrequentie Een onderhoudsbeurt dient minimaal één maal per jaar zowel waterzijdig als gaszijdig te worden uitgevoerd. De frequentie van het onderhoud is afhankelijk van ondermeer de waterkwaliteit, het gemiddeld aantal branduren per dag en de ingestelde watertemperatuur. Opmerking Regelmatig onderhoud verlengt de levensduur van het toestel.
13 80 Onderhoudsfrequentie is Instructiehandleiding BFC
s 14 14.1 Inleiding Onderhoud uitvoeren Let op Onderhoud mag alleen door een erkend service- en onderhoudsmonteur worden uitgevoerd. Bij elke onderhoudsbeurt dient het toestel zowel waterzijdig als gaszijdig onderhouden te worden. Het onderhoud dient in de volgende volgorde te worden uitgevoerd. 1. Onderhoud voorbereiden 2. Waterzijdig onderhoud 3. Gaszijdig onderhoud 4.
14 s Onderhoud uitvoeren 7. Activeer de ’ON-mode’ door de volgende stappen te doorlopen: - Druk eenmaal op de blauwe pijl ( ) om de aanwijzer voor ON te zetten en druk op . - Bevestig met de stand IN BEDRIJF NEMEN. 8. Indien er geen warmtevraag is verhoog Tset dan (10.4 "Watertemperatuur instellen"). Onthoud de oorspronkelijke instelling. Tap vervolgens water om warmtevraag te creëren. 9. Controleer of de opwarmcyclus correct verloopt (2.3 "Opwarmcyclus van het toestel"). 10.
s 1 IMD-0080 R1 1. Verwijder de afdekplaat (1) op de buitenmantel (zie de figuur). 2. Draai de bouten los. 3. Verwijder de deksel en de pakking. 4. Inspecteer de tank en verwijder de losse kalkaanslag en verontreinigingen. 5. Indien de kalkaanslag niet handmatig verwijderd kan worden, dient ontkalkt te worden met een ontkalkingsmiddel. Neem contact op met de leverancier/fabrikant voor een advies over het te gebruiken ontkalkingsmiddel. 6. Sluit de reinigingsopening.
14 14.5 Onderhoud afronden s Onderhoud uitvoeren Om het onderhoud af te ronden voert u de volgende stappen uit: 1. Vul het toestel (4 "Vullen"). 2. Neem het toestel in bedrijf (8 "In bedrijf nemen"). 3. Controleer het CO2 getal (3.10.2 "CO2-afstellen"). 4. Controleer de schakeldrukvan de drukschakelaar. (3.10.3 "Schakeldruk meting") 5. Neem de melding SERVICE BENODIGD weg. Dit doet u door éénmaal in te drukken gevolgd door éénmaal .
gis 15 Garantie (certificaat) Voor registratie van uw garantie dient u de bijgevoegde garantiekaart ingevuld te retourneren waarna u een garantiecertificaat wordt toegestuurd. Dit certificaat geeft de eigenaar van een door A.O. Smith Water Products Company B.V. te Veldhoven, Nederland (hierna "A.O. Smith") geleverd toestel recht op de hierna omschreven garantie, waartoe A.O. Smith zich jegens de eigenaar verbindt. 15.
15 Garantie (certificaat) i. 15.4 Uitsluitingen gis Het toestel moet te allen tijden voorzien zijn van kathodische bescherming. Indien hiervoor opofferingsanodes zijn toegepast moeten deze worden vervangen en vernieuwd indien en zodra ze voor 60% of meer verbruikt zijn. Bij toepassing van elektrische anodes moet men ervoor zorgen dat deze continu functioneel zijn. De in artikel 1 en 2 bedoelde garantie geldt niet: a. indien de boiler door een van buiten komende oorzaak is beschadigd; b.
is 16 16.1 Inleiding Instructiehandleiding BFC Bijlagen Deze bijlage bevat: • Menustructuur (16.2 "Menustructuur") • Electrisch schema (16.3 "Elektrisch schema") • Weekprogrammakaart (16.
16 is Bijlagen 16.
is Instructiehandleiding BFC 89
16 is Bijlagen 16.
is AANSLUITINGEN KLEMMENSTROOK: Aarde N Nul L1 Fase-ingang van besturing L1 Fase-ingang van scheidingstrafo (primaire kant) L2 Fase-uitgang van scheidingstrafo (secundaire kant) L3 Fase-ingang van regeling gestuurde pomp L4 Fase-ingang van continupomp COMPONENTEN: A Besturing B Ionisatiepen C Gloeiontsteker D Gasblok E Aarde-aansluiting van de brander F Extra ON-mode schakelaar G Regeling gestuurde pomp H Extra storingsmelder J Scheidingstrafo K Dubbelpolige hoofdschakelaar L
16 92 Bijlagen is Instructiehandleiding BFC
16.4 Weekprogrammakaart De weekprogrammakaart kunt u uitknippen en bij het toestel hangen. Periode DAG TIJD AAN 1. UIT AAN 2. UIT AAN 3. UIT AAN 4. UIT AAN 5. UIT AAN 6. UIT AAN 7. UIT AAN 8. UIT AAN 9. UIT 10. 11. AAN UIT AAN UIT Tset Pomp ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT ....°C AAN/ UIT Tset Pomp 70 °C AAN/ UIT Periode 12. 13.
16 94 Bijlagen is Instructiehandleiding BFC
gis Index A K aan/uitschakelaar 47 aansluiten circulatieleiding 27 elektrisch 33 gas 28 koudwaterzijdig 26 luchttoevoer 28 rookgasafvoer 28 warmwaterzijdig 27 aansprakelijkheid 3 aftappen 45 algemene gegevens 3 kalkaanslag 82 ketelsteen 82 koudwaterzijdig aansluiten 26 L luchttoevoer aansluiten 28 luchtvochtigheid 19 M merknamen 3 N B bediening 55 beveiliging 16 buitenbedrijfstellen korte periode 53 langere periode 53 spanningsloos maken 53 navigatieknoppen 47 notatiewijzen 11 O omgevingscondities 19
Index toestand SERVICE BENODIGD 50 STORING 50 toestel beveiliging 16 gegevens uitlezen 62 historie uitlezen 63 selectie uitlezen 64 typen 9, 19 0309 420 1.