Operation Manual

Instructiehandleiding BFM 47
gis
8 Status van het toestel
8.1 Inleiding
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde:
Bedrijfstoestanden;
Storingstoestanden;
8.2 Bedrijfstoestanden
In werking heeft het toestel drie basis
bedrijfstoestanden, te weten:
SPANNINGSLOOS
In deze toestand is het toestel uit en zijn alle
onderdelen zonder spanning. De hoofdschakelaar
(schakelaar tussen het toestel en het
elektriciteitsnet) staat uit. Op het
bedieningspaneel:
- staat de AAN/UIT-schakelaar op stand 0;
- is het groene lampje uit.
OFF
In deze toestand is de vorstbeveiliging actief. De
hoofdschakelaar staat op stand I. Op het
bedieningspaneel:
- staat de AAN/UIT-schakelaar op stand 0;
- brandt het groene lampje.
ON
In deze stand beantwoordt het toestel continu de
warmtevraag. Op het bedieningspaneel:
- staat de AAN/UIT-schakelaar op stand I;
- kan de watertemperatuur ingesteld worden
met de draaiknop van de de
regelthermostaat (7.5 "Regelthermostaat");
- brandt het groene lampje.
8.3 Storingstoestanden
Als het toestel zich in een storingstoestand bevindt
wordt warmtevraag (tijdelijk) genegeerd en kunt u
geen warm water aftappen. Ook de vorstbeveiliging
werkt nu niet meer.
De storingstoestanden zijn onderverdeeld in drie
groepen:
Lock out error van de branderautomaat
In dit geval brandt het rode storingslampje van de
resetknop op het bedieningspaneel. De
branderautomaat is in vergrendeling.
Na het wegnemen van de oorzaak moet de
resetknop ingedrukt worden om het toestel weer in
bedrijf te nemen.
Pendelen van toestel
In dit geval onderneemt het toestel voortdurend
een startpoging, maar kan de opwarmcyclus
vanwege een storing niet succesvol doorlopen.
Na het wegnemen van de oorzaak komt het toestel
vanzelf weer in bedrijf.
Blocking errors
Deze toestand herkent u aan het feit dat het toestel
geen startpogingen van de opwarmcylus
onderneemt ondanks dat de watertemperatuur
lager is dan u met de
regelthermostaat (7.5 "Regelthermostaat") heeft
ingesteld. Deze storingen verdwijnen automatisch
indien de oorzaak van de storing niet meer
aanwezig is, vervolgens komt het toestel vanzelf
weer in bedrijf.
Op het bedieningspaneel is niet te zien wat de oorzaak
van de storing is. Voor een uitgebreid
storingsoverzicht wordt verwezen naar het
storingen. (11 "Storingen")
Als u als eindgebruiker het toestel aantreft in een
storingstoestand kunt u het toestel proberen in bedrijf
te nemen door de resetknop eenmaal in te drukken.
Als de storing echter terugkomt of in korte tijd
meerdere malen voorkomt, dient u contact op te
nemen met uw service- en onderhoudsmonteur.