Operation Manual

20261951nl_ba_c0 21
De verschillende soorten toetsen toewijzen
Elk van de lijntoetsen is voorzien van een LED en een identificatie-etiket. De LED geeft de
lijnstatus aan.
LED uit: lijn vrij.
LED aan: lijn bezet.
Snel knipperende LED: binnenkomende oproep
op deze lijn.
Traag knipperende LED: geparkeerde oproep of
oproep in wacht.
De lijntoetsen instellen
Houd de gewenste lijntoets ingedrukt tot het
menu voor het instellen van de lijntoetsen op het
scherm verschijnt. Selecteer nu onder "Oproep"
de gewenste instelling: uit, aan; na 10 seconden.
Bevestig d.m.v. "Ok". Deze instelling definieert
of en hoe binnenkomende oproepen door een
geluidssignaal worden gemeld.
Door de menutoets in te drukken, hebt u toegang tot uitgebreidere instelmogelijkheden.
Onder de menuoptie "Nemen" kunt u bepalen of de lijn wordt toegewezen zodra de
hoorn wordt opgenomen of zodra de luidsprekertoets wordt ingedrukt, of wanneer de
lijntoets wordt ingedrukt.
Opgelet! De lijntoetsen kunnen ook worden ingesteld in de programmeerstand, via de
optie "Lijntoets".
Opbellen of een oproep beantwoorden
Wanneer u de hoorn opneemt of de luidsprekertoets indrukt, wijst het systeem uw toestel
automatisch een lijn toe die dan wordt aangegeven in de rechter hoek onderaan op het
scherm. Om van lijn te veranderen, drukt u een andere lijntoets in.
De lijn wordt eveneens aangegeven wanneer een oproep binnenkomt. Wanneer
verscheidene oproepen tegelijkertijd op verschillende lijnen binnenkomen, wordt de
identiteit van de met de bovenste lijntoets overeenstemmende oproep weergegeven.
Schakelen tussen verscheidene lijnen
U kunt vrij tussen verscheidene lijnen schakelen door de overeenstemmende lijntoetsen in
te drukken. De actieve lijn wordt dan automatisch geparkeerd. Zo kunt u oproepen die op
andere lijnen binnenkomen, beantwoorden, of geparkeerde verbindingen hernemen. Wat
u niet kunt, is gesprekken op bezette lijnen overnemen.
ß Ok