Inbraak alarmcentrale Terxon MX - Gebruiksaanwijzing GEBRUIKSAANWIJZING NL Perfecte veiligheid voor woning, huis en bedrijf Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Ze bevat belangrijke opmerkingen over het in gebruik nemen en de bediening. Let hierop, ook als u dit product aan derden doorgeeft. Bewaar daarom de gebruiksaanwijzing om deze na te kunnen lezen! Een lijst met alle inhouden vindt u in de inhoudsopgave op pagina 3.
1 Inleiding Geachte klant, wij bedanken u voor de aankoop van de inbraakalarmcentrale Terxon MX. Met dit toestel heeft u een product gekocht, dat met de allernieuwste techniek werd gebouwd. NL Dit product voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De overeenstemming werd aangetoond, de overeenkomstige verklaringen en documenten zijn bij de fabrikant (www.abus-sc.eu) gedeponeerd.
Inhoud 1 2 3 4 5 6 Inleiding .............................................................................................................................................2 Bedoeld gebruik.................................................................................................................................2 Inhoud................................................................................................................................................3 Veiligheidstips......................
Veiligheidstips !WAARSCHUWING! NL !LET OP! !BELANGRIJKE INFO! Ter voorkoming van branden en verwondingen neemt u a.u.b. de volgende opmerkingen in acht: Neem a.u.b. de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, zodat uw apparaat altijd goed functioneert: Algemeen over de inbraakalarminstallatie • Bevestig het apparaat zeker op een droge plaats in het huis. • • De installatie wordt via de al ingebouwde transformator van 12V gelijkspanning voorzien.
Bedieningselement Extra toetsen (zie programming “87 Bedieningselementalarm”): 1 & 3: gelijktijdig indrukken om een overvalalarm op het bedieningselement te activeren. 4 & 6: gelijktijdig indrukken om een med. noodoproep op het bedieningselement te activeren. 7 & 9: gelijktijdig indrukken om een vuuralarm op het bedieningselement te activeren. NL Punt 1 2 3 4 5 6 7 8 Beschrijving De LED brandt continu als de telefoonlijn gestoord is.
6.1 Uitgangsvertraging Werd de variant uitgangsvertraging geprogrammeerd, dan krijgt u nu de volgende weergave op het LCD-display: Activeren Compleet activeren Het alarmsysteem wordt in de regel altijd compleet geactiveerd als u van plan bent het object helemaal te verlaten en niemand zich meer in het object bevindt. De alarmcentrale kan alleen geactiveerd worden als alle zones gereed zijn, dat betekent alle ramen en deuren gesloten zijn.
Handmatig Werd de variant Handmatig geprogrammeerd, dan krijgt u nu de volgende weergave op het LCD-display: 6.1.2 Kan de alarmcentrale niet geactiveerd worden omdat een zone geopend is, dan geeft de centrale een dubbel signaal af. Vervolgens worden de zone(s) weergegeven, die een activeren van het alarmsysteem beletten. De centrale genereert nu een doorlopend signaal (mocht er geen doorlopend signaal te horen zijn, lees dan a.u.b. de paragraaf “Open zones” op pagina 7). U kunt het object nu verlaten.
6.1.3 6.3 Annuleren Met behulp van sleutelschakelaars heeft u de mogelijkheid, uw alarmsysteem zonder een gebruikerscode, alleen met een sleutel te activeren of uit te schakelen. Daarbij is het ook mogelijk dit in combinatie te doen, d.w.z. activeren via het bedieningselement, uitschakelen via de sleutelschakelaar of omgekeerd. U kunt de lopende uitgangsvertraging op elk gewenst moment annuleren door een geldige gebruikerscode in te voeren. 6.
7 Deactivieren 8 U heeft op elk gewenst moment (ook na een alarm) de mogelijkheid uw alarminstallatie met behulp van een geldige gebruikerscode op ‘niet-actief’ te schakelen. Tijdens het betreden van het object door een in-/uitgangszone start de ingestelde ingangsvertragingstijd. U wordt nu gevraagd binnen de ingestelde vertragingstijd een gebruikerscode in te voeren, aangezien er anders na het verstrijken van de vertragingstijd een alarm wordt afgegeven. Ga als volgt te werk: 8.
9 Gebruikerfuncties 9.1 Via het bedieningselement kunt een reeks functies uitvoeren. Hier een overzicht van de gebruikersfuncties. Invoer Gebruikerscode + Mastercode +4 Gebruikerscode +5 NL Mastercode + 6 Gebruikerscode + 7 Gebruikerscode + 8 Gebruikerscode + 9 Zones blokkeren Deze mogelijkheid maakt het individueel blokkeren (uitschakelen) van afzonderlijke zones uit de bewaking mogelijk. De zone wordt maar eenmalig (voor de volgende actieve bewakingstijd, d.w.z.
OPMERKING: Er zijn zonetypes die niet uitgeschakeld kunnen worden. Er kunnen alleen zones uitgeschakeld worden, die ook in de programmering van de zone-eigenschap vrijgegeven werden. Zones die niet uitgeschakeld mogen worden, worden met een “X” achter het zonenummer weergegeven. Het bedieningselement toont: 9.2 Gebruikerscode De eerste gebruikerscode is gelijktijdig de mastercode. Met deze code kunt u andere gebruikerscodes instellen en gebruikersnamen geven.
dan voor de gebruikers B002 t/m B016 en de overvalcode de code x002 t/m x016 of x017 in. Bevestig uw invoer met de toets. 9.3 Wijzigen van de gebruikersnaam Gebruik het toetsenbord om de gebruikersnaam met maximaal 12 tekens in te voeren. . Het bedieningselement toont: NL Als u de naam van de gebruiker niet wilt wijzigen, drukt u op de toets: . Wilt u de naam wijzigen, lees dan de paragraaf “Naam wijzigen” op pagina 11.
Het bedieningselement toont: 9.4 Lezer zonder aanraking (chipsleutel) Naast de invoer van een gebruikerscode kan een gebruiker zich ook door een lezer zonder aanraking (chipsleutel) legitimeren. Houd daarvoor de chip-sleutel voor het bedieningselement in plaats van het invoeren van een gebruikerscode. Aan elke gebruikerscode kan een chipsleutel worden toegevoegd. Om een nieuwe chip-sleutel aan het systeem toe te voegen, gaat u als volgt te werk: Houd de chip-sleutel voor het bedieningselement.
9.6 Accu fout OK Inb. Zone nn alarm Inb. Zone nn OK In de fabriek geladen EEPROM fout Vuur zone nn alarm Vuur zone nn terug Vuur zone nn herst. BDTnn Codelock Gebeurtenisgeheugen Het alarmsysteem slaat de laatste 250 gebeurtenissen op. Om het gebeurtenisgeheugen op te roepen, gaat u als volgt te werk: Voer een geldige gebruikerscode in. Het bedieningselement toont: NL Het LCD-display toont nu de jongste gebeurtenissen als eerste.
Rookm. ala. ZN nn Meldertest ZN nn Sir. sabo. terug Sir. Sabo Systeem autoactief Systeem gestart Zone nn vuuralarm gereset Zone nn meldertest mislukt Sirene sabotage werd gereset Sirene sabotage geactiveerd Systeem werd automatisch gereactiveerd 9.7 Wijzigen van datum en tijd De interne tijd loopt zolang de alarmcentrale van spanning wordt voorzien. Mocht de spanningsvoeding uitvallen (accu en net), dan wordt de tijd en de datum gereset.
9.8 Deurbel in-/uitschakelen Uw alarmsysteem kan zo geprogrammeerd worden, dat sommige zones bij het activeren een signaal afgeven. Om de deurbel voor deze zones handmatig in of uit te schakelen, gaat u als volgt te werk: 9.9 Systeemtests 9.9.1 Sirenetest U kunt alle aangesloten akoestische en visuele signaalgevers testen. Ga daarvoor als volgt te werk: Voer uw gebruikerscode in. Voer uw gebruikerscode in. Het bedieningselement toont: Het bedieningselement toont: NL Druk op de toets 7.
Het bedieningselement toont: Loop door uw alarmsysteem en activeer de afzonderlijke melders. Werd een melder geactiveerd, dan wordt dit via de bedieningselementen en de interne alarmgever akoestisch gemeld. Gelijktijdig toont het bedieningselement de zone, die geactiveerd werd. Het bedieningselement toont: NL Heeft u meer dan één melder geactiveerd, dan worden de afzonderlijke zones achter elkaar afwisselend weergegeven.
2. Druk op de gewenste partitietoets. Het display toont: 10 Bediening van een gepartitioneerd systeem De bouwer kan de centrale zo programmeren dat ze zich als 4 aparte alarmcentrales gedraagt. De partities worden partitie A, B, C en D genoemd. Deze kunnen onafhankelijk van elkaar actief en niet-actief geschakeld worden. Er kunnen meerdere partities gelijktijdig actief of niet-actief geschakeld worden, dit wordt door de bouwer vastgelegd. NL 10.1 3. Druk op de toets .
10.4 Na een alarm 10.5 Zones blokkeren De methode voor het blokkeren van zones in het gepartitioneerde systeem is veranderd. Er kunnen geen zones meer tijdens het op actief schakelen van het systeem geblokkeerd worden. 10.4.1 Uitzetten van de sirenes Elke partitie zou onafhankelijk van de andere partities een alarm kunnen afgeven. Maar niet alle gebruikers hebben toegang tot alle partities. Het systeem biedt echter elke gebruiker de mogelijkheid, de sirenes na een alarm uit te zetten. 1.
11 Systeemoverzicht Dit systeemoverzicht geeft informatie over de in uw alarmsysteem geïnstalleerde componenten, hun standplaats en werking, en evt. wijzigingen. Het systeemoverzicht is altijd ook onderdeel van het alarmsysteem en dient op een veilige plaats te worden bewaard.