Installation User guide

41
NL
15.3 Instelling in het programmeermen
000 Landinstellingen
Gebruik deze instelling om de inbraakalarminstallatie met
de overeenkomstige landconfiguratie uit te rusten. Bij het
laden van de landinstellingen gaan alle voor de gebruiker
gedefinieerde instellingen verloren. Wilt u alleen de taal
van de weergave van het bedieningselement wijzigen,
gebruik dan het menupunt 126 (taal).
Vanuit het gebruikersniveau gaat u als volgt te werk:
1. Voer op het bedieningselement in: 0
2. Voer de programmeercode in: 7890
In het LCD- display staat: INSTALLER MODE
3. Voer op het bedieningselement in: 000
4. In het LCD- display staat: 000:Land=DE
5. Voer op het bedieningselement in: 4
6. In het LCD- display staat: 000:COUNTRY=NL
7. Voer op het bedieningselement in:
8. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met
een dubbel signaal “beep” “beep” en toont
PROGRAMMEER MODE.
Met deze instelling heeft u de voorinstellingen voor
Nederand verricht. Pas na deze instelling stemmen de
gemarkeerde waarden van het programmeeroverzicht met
de ingestelde waarden van de inbraakalarminstallatie
overeen.
001 – 008 zone-instelling
Onder het punt Zone-instelling verricht u zowel de
instelling voor de naam van de zone als ook de zone-
eigenschap.
Vanuit het programmeerniveau gaat u als volgt te werk:
1. Voer op het bedieningselement in: 001
2. In het LCD- display staat: 001: ZONE 01
3. De cursor knippert onder de eerste letter.
4. Gebruik het toetsenbord om de naam van de
zone met maximaal 12 tekens in te voeren.
5. Hieronder wordt als naam van de zone het woord
“ENTREE” ingevoerd.
Voer daarvoor op het bedieningselement in:
- E
- volgende positie -
>
- N
- volgende positie -
>
- T
- volgende positie -
>
- R
- volgende positie -
>
- E
- volgende positie -
>
- E
- volgende positie -
>
- .
6. Heeft u iets verkeerd getypt, dan kunt u met de D-
toets
de cursor achteruit bewegen.