Secvest 2Way GEBRUIKSAANWIJZING 1 BOM-No.
Voorwoord Inleiding Geachte klant Deze draadloze centrale dient in combinatie met de melders en signaalgevers voor de beveiliging van uw eigendom. U kunt daarmee uw firma, huis, garage, tuinhuisje, weekendhuisje, etc. beveiligen. We bedanken u voor de aankoop van de draadloze alarmcentrale SECVEST 2 Way. Dit apparaat is met de allernieuwste techniek gebouwd. Het voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen.
2. Inhoud 2. Inhoud .......................................................................................................3 3. Veiligheidstips............................................................................................4 4. Overzicht van de installatie en het bedieningspaneel.................................. 5 5. Grafische weergave ...................................................................................6 6. Activeren van de draadloze alarminstallatie .............................
3. Veiligheidstips !WAARSCHUWING! Ter voorkoming van branden en verwondingen neemt u a.u.b. de volgende opmerkingen in acht: x Bevestig het apparaat zeker op een droge plaats in het huis. !Opgelet! Neem a.u.b. de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, zodat uw apparaat altijd goed functioneert: x De centrale wordt via de reeds ingebouwde voeding van elektriciteit voorzien. x Zorg voor voldoende ventilatie van de installatie.
4. Overzicht van de installatie en het bedieningspaneel 1 - Chipsleutel leesbereik 2 - Grafisch display Display met meerdere regels 3 - Geïntegreerde sirene 4 - Toets om te activeren 5 - Toets om te deactiveren 6 – Controletoetsen 7 - Alarmtoetsen van het bedieningspaneel voor overval, vuur, med.
5. Grafische weergave De grafische weergave informeert u over alle gebeurtenissen op de draadloze alarmcentrale. Hieronder krijgt u een overzicht van de verschillende weergaven op het display en hun betekenis: Dit teken wordt weergegeven als een spraakbericht voorhanden is die beluisterd moet worden. Tegelijkertijd wordt telkens bij het deactiveren van de draadloze alarminstallatie een akoestische melding afgegeven. Deze luidt: „U hebt een bericht.
6. Activeren van de draadloze alarminstallatie De draadloze alarmcentrale kan op verschillende manieren geactiveerd worden. De centrale geeft een akoestische melding af. Al naar gelang of gebieden of de gehele centrale geactiveerd werd, luidt deze: „Een partitie wordt geactiveerd” of „De alarmcentrale wordt geactiveerd”. 6.1. Snelle activering 6.2. Gebruikerscode Let er a.u.b. op dat deze functie ook gedeactiveerd kan zijn, aangezien een per ongeluk bedienen van de centrale moet worden voorkomen.
7. Tijdens de vertragingstijd Voor zover er geen storing optreedt die het activeren belet (zone geopend), start de draadloze alarmcentrale de ingestelde uitgangsvertragingstijd. De centrale geeft een akoestische melding af. Al naar gelang of gebieden of de gehele centrale geactiveerd werd, luidt deze: „Een partitie wordt geactiveerd” of „De alarmcentrale wordt geactiveerd”. Verlaat binnen deze tijd het object. Gedurende de vertragingstijd klinkt er een ononderbroken signaal.
8.2.1. Automatisch uitschakelen (blokkeren) met bevestiging Bij het activeren van de installatie met: x Snelle activering x Afstandsbediening x Draadloos bedieningselement x Chip-sleutel x Draadloze cilinder ziet u de volgende weergave: Kies met behulp van de controletoets het punt onder de weergave Tonen om de fout weer te geven. U ziet de volgende grafische weergave: De draadloze alarmcentrale geeft nu alle zones weer die geopend zijn of een storing hebben.
Deze luidt: 8.3. Vertragingstijd werd gestart „Let op! Er werd een alarm geactiveerd. Reset nodig.” De alarmcentrale start de vertragingstijd, maar er wordt akoestisch geen continu signaal afgegeven, maar een gepulst signaal. Dit wijst erop dat een of meerdere zones nog geopend zijn. Sluit deze zones binnen de uitgangsvertragingstijd, zodat weer een continu signaal afgegeven wordt.
9. Na succesvolle activering Werd de centrale met succes geactiveerd, dan krijgt u na het verstrijken van de vertragingstijd een bevestiging. Deze bevestiging kan op verschillende manieren plaatsvinden: x Bevestigingssignaal op de draadloze alarmcentrale x Bevestigingssignaal op de infomodule x Ontvangst van een SMS van de draadloze alarmcentrale x Bevestigingsweergave op de draadloze buitensirene x Activering van een schakeluitgang op de universele module 9.1. Bevestigingstoon installatie 9.2.
10. Deactiveren van de draadloze alarmcentrale De draadloze alarmcentrale kan op verschillende manier gedeactiveerd worden: x Deactivering van de gehele centrale of een partitie met behulp van de gebruikerscode(Als de code 4 keer achter elkaar verkeerd wordt ingevoerd, wordt het bedieningspaneel (behalve de alarmknoppen) voor 90 seconden geblokkeerd.
11. Partities activeren Werd de alarmcentrale zo opgebouwd, dat via een centrale meerdere gebieden, zogenaamde partities bewaakt kunnen worden, die steeds individueel onafhankelijk van elkaar werken, dan kunnen deze partities alleen afzonderlijk geactiveerd of gedeactiveerd worden. Al naar gelang welke autorisatie aan de gebruiker werd toegekend, is de gebruiker nu in staat, een of meerdere partities te activeren of deactiveren.
12. Intern activeren Naast de mogelijkheid een of meerdere partities en zodoende eventueel meerdere objecten of delen van het bedrijf apart te beveiligen, beschikt de centrale over de mogelijkheid van de interne activering. Vaak wordt deze manier van activeren gebruikt om bijvoorbeeld bij eigen aanwezigheid, de buitenhuid van het object te beveiligen. Daarbij worden bepaalde melders in het binnenbereik (bewegingsmelder, e.d.) uit de bewaking genomen.
13. Bij een alarm De draadloze alarmcentrale beschikt over drie verschillende manieren van alarmeren. Al naar gelang de toestand van de centrale (gedeactiveerd, intern geactiveerd, geactiveerd) of geactiveerde alarmzone (technisch alarm, inbraakalarm, brandalarm,…) volgt er ofwel een: x x x lokaal/intern alarm extern alarm stil alarm 13.1. Lokale/interne alarmering 13.2. Externe alarmering 13.3.
gebruikerscode in te voeren. Werd de gebruikerscode ingevoerd, dan krijgt u een akoestische melding. Deze luidt: 14. Resetten van een alarm Heeft uw alarmcentrale een alarm geactiveerd (ongeacht of lokaal, extern of stil), dan moet dit eerst bevestigd en vervolgens gereset worden. Voor het bevestigen van het alarm is het voldoende om de centrale te deactiveren. Volg daarbij de aanwijzingen in paragraaf 10 op. „Let op! Er werd een alarm geactiveerd. Reset nodig.
15. Doorgeven van het alarm per telefoon 16. Afstandsbediening via telefoon Naast de alarmering van de sirenes en signaalgevers, is uw draadloze alarmcentrale in staat, een alarm ook via de telefoonverbinding (PSTN, ISDN, GSM) door te geven.
De draadloze centrale meldt de status van uw bevelen door het activeren van verschillende tonen: „Piep” „Piep piep” „Pup” „Ih oh” drie keer „Pip pip pip pip pip” = bevel aanvaard = actie uitgevoerd = actie mislukt = alarm = resetten vereist x De „Gesproken instr.” van de alarmcentrale kunt u nu ook via de telefoon horen. x De „Gesproken instr.” met betrekking tot speciale toetscombinaties (zie ook hoofdstuk „Afstandsbediening via telefoon”) zijn als volgt: o o o uitloop” nog open zijn.
17. Bedienermenu 18. Instellingen in het bedienermenu Het bedienermenu is grafisch zo opgebouwd, dat het bijna intuïtief bediend kan worden. De besturing binnen het bedienermenu gebeurt daarbij via de controletoetsen. 18.1. Eerste stappen in het bedienermenu Vanuit het programmeermenu gaat u als volgt te werk: Druk op de controletoets onder de weergave Menu. Voer nu een geldige bedienercode of hoofdgebruikercode fabrieksinstelling van de hoofdgebruikercode is 1234: 1 2 3 4 in.
18.2. Overzicht van de menupunten in het bedienermenu 18.3. Opnemen van gesproken berichten Het bedienermenu biedt u de mogelijkheid, gebruikercodes te programmeren, zones te blokkeren, gesproken berichten op te nemen, het geheugen uit te lezen, besturingsfuncties te activeren, melders te testen, en nog veel meer. Sommige functies kunnen voor de bediener door de bouwer geblokkeerd zijn. De volgende tabel geeft een overzicht van alle mogelijke menupunten.
Heeft u het menupunt Selecteer met behulp van de controletoets bevestigd, dan begint de opname en u ziet de volgende grafische weergave: 18.4. Zones blokkeren Mocht het nodig zijn, dan kunt u zones uit de bewaking halen, bijvoorbeeld als een melder defect is of een zone niet gesloten kan worden. U kunt de opname met Klaar altijd stoppen. De opname stopt automatisch na 30 seconden. Als de opname beëindigd is, wordt ze automatisch opgeslagen. Kies het menupunt Zones blokkeren.
18.5. Gebruikers instellen 18.5.1. Gebruikers wijzigen Als hoofdgebruiker kunt u met uw code (hoofdgebruikercode) nog meer gebruikers voor de draadloze alarmcentrale instellen. Er kunnen maximaal 50 gebruikers op de centrale worden ingesteld. In dit menupunt worden ook de afstandsbediening, de noodoproep- en overvalmelders en de chipsleutel ingelezen. Hebt u dit menupunt Wijzigen gebruikers gekozen, dan kunt u nu de eigenschappen van de gebruikers bewerken.
18.5.1.1. Naam van de gebruiker wijzigen 18.5.1.2. Gebruikerstype wijzigen Kies de gebruiker en daarna kiest u het menupunt „Naam”. Kies het gebruikerstype. x x x Verwijder met Wissen de voorhanden invoer en voer een nieuwe gebruikersnaam in. De letters voert u met behulp van het bedieningspaneel in. De toetsen betekenen: Standaard gebruiker Hoofdgebruiker Overval In tegenstelling tot standaard gebruiker beschikt de hoofdgebruiker over vergaande instelmogelijkheden binnen het gebruikersmenu.
18.5.1.3. Partities definiëren 18.5.1.4. Toegangscode van de gebruiker wijzigen In dit menu definieert u welke autorisatie de gebruiker heeft. Zodoende kunnen verschillende gebruikers verschillende partities besturen. De instellingen hebben ook betrekking op de ingelezen chip-sleutel van deze gebruiker. Kies het menupunt Code. Gebruik het toetsenbord om de nieuwe uit vier cijfers bestaande code in te voeren. Na invoer van het laatste cijfer wordt u gevraagd, de invoer te herhalen.
Inlezen van de chip-sleutel Inlezen van de afstandsbediening Inlezen van de noodoproepzenders Kies het punt Chip-sleutel. De centrale vraagt u om de chip-sleutel voor de centrale te houden. Kies het punt Afstandsbedieningen. De centrale vraagt u, een toets op de afstandsbediening in te drukken, tot de centrale de afstandsbediening herkend en ingelezen heeft. Het doet er daarbij niet toe, welke toets ingedrukt wordt. De draadloze alarmcentrale kan twee soorten noodoproepzenders verwerken.
18.5.2. Gebruikers toevoegen 18.5.3. Gebruikers wissen Om een gebruiker in de draadloze alarmcentrale aan te leggen, kiest u het menupunt Toevoegen gebruikers. Om een gebruiker en alle gebruikersinstellingen (zoals afstandsbediening of chip-sleutel) van deze gebruiker te wissen, kiest u het menupunt Wis gebruiker. Kies met Wis daarna de gebruiker die u wilt wissen. Vervolgens wordt u door de overige punten van het menu geleid, zoals in de paragraaf Gebruiker bewerken beschreven.
Heeft u het punt Uitgebreid met de controletoets bevestigd, dan ziet u de volgende grafische weergave: 18.6. Geheugen uitlezen Deze functie biedt de gebruiker de mogelijkheid, het gebeurtenisgeheugen uit te lezen. In dit geheugen zijn de laatste 250 gebeurtenissen met datum & tijd opgeslagen. Het geheugen kan niet gewist worden. Is de maximale geheugencapaciteit bereikt, dan wordt steeds de oudste gebeurtenis gewist en door het nieuwe item (FIFO-geheugen) vervangen.
G-- P # AAN G-- P# UIT t Syst.heringesch. G-- Z-- Overbr. Brand Z== alarm Brand Z== herst Brand reset Overval Z== al. Overval Z== hst G-- Systeem uit Brand BD== al Overval BD== al Zorg BD== alarm Inbr Z== alarm Insch. fout Z== Inbr. Z== herst Sab. Z== Sab. Z== herst BD== Sab gebr code Lage batt. Z== Lage batt. Z== herst RF storing RF storing herst RF sup fout Z== RF sup herst Z== PSTN lijnfout ISDN/GSM lijnfout Vermelding De gebruiker -- heeft partitie# -- geactiveerd.
Functie Deurbel 18.7. Bijkomende functies Dit menu maakt het de gebruiker mogelijk om door de installateur geprogrammeerde functies in of uit te schakelen. Gesproken instr. Activiteits contr. Displayverlichting Display Altijd Statuslicht Kies het menupunt Schakel functies. Melding Zonenaam Betekenis In gedeactiveerde toestand geeft de centrale een signaaltoon af, als een melder geactiveerd werd, die de eigenschap deurbel heeft. Deze signaaltoon kunt u hier deactiveren.
Bijvoorbeeld: er werd een alarm geactiveerd van volgende zones in de volgende volgorde: Zone 26: Partitie 3 Zone 25: Partitie 1 Zone 3: Partitie 1 18.8. Test Dit menu biedt de gebruiker de mogelijkheid om verschillende functies van de centrale te testen. Aan de installatie is te horen: „ De partitie is uitgeschakeld! Let op! Er is een alarm geweest! , Er is een reset nodig” Kies het menupunt „Test”. Netsp.
Functie Lokaal Luidspreker Toetsenbord Looptest Uitgangen Afstandsbedieningen Zorg.zender Overvalmelders Chip-sleutel Uitgangen Betekenis Test de lokale alarmering van de centrale en buitensirenes. Test de werking van de luidspreker. Test de werking van de bedieningstoetsen. Test de werking van de afzonderlijke zones. Test de bedrade en draadloze uitgangen. (Type handmatig) Test de functie van afstandsbedieningen. Test de functie van noodoproepzenders. Test de functie van de overvalmelders.
18.9. Systeemconfiguratie Dit menu maakt het de gebruiker mogelijk om systeemconfiguraties uit te voeren, zoals bijvoorbeeld datum & tijd, uitgangen, afstandsbedieningen, enz. Functie Betekenis Datum & tijd Kies dit punt om de datum en de tijd van de draadloze alarmcentrale in te voeren. Datum bij herstart van de centrale 01 / 06 / 2011 (S/W 5.06.45) 01 / 01 / 2012 (S/W 5.07.xx) Wijzigen uitg. Kies dit punt om de tijden van de handmatige uitgang te wijzigen.
FU8100 onmiddellijk geactiveerd. • Bij „N” voor nee wordt bij bedienen van de afstandsbediening de actie gestart die onder Installateursmenu Æ PartitiesÆ Partitie.: 0x Æ Type Æ Vertr. inschakelen Handmatig Onmiddellijk Stil bij ingestoken gsm-module: GSM-module IMEI GSM-signaalsterkte GSM-net (naam) GSM-telefoonnummer Î Comm.: PSTN, GSM zijn ingesteld. De uitgangsvertragingstijd wordt gestart bij „ Vertr.
18.9.1. Weekplanner Deze functie kan alleen een gebruiker met hoofdgebruikerrechten installeren! U wilt uw installatie tijdgestuurd en afhankelijk van de dag activeren of deactiveren. Stel eerst een weekplan op met de activerings- of deactiveringstijden. U kunt per dag tot 5 datazinnen voor de activering (start) en 5 datazinnen voor de deactivering (einde) programmeren.
18.9.2. Activering/deactivering van de weekplanner Ga met uw hoofdgebruikercode (af fabriek 1234) naar het gebruikersmenu en stel een weekplan op. Æ Ga naar het menu en voer uw toegangscode in. Æ Kies in het menu Systeem configuratie het menupunt Auto Actief/Niet-actief. Geactiveerd Deactivering Activering J Activering N X Kies J voor de activering. 18.9.3. Keuze van de dag Maandag Tijd DG1 00:00 00:00 01:00 02:00 Æ 03:00 Kies in de weekplanner de dag.
18.9.4. Auto activering Kies de tijd voor de auto activeringen (00:00 uur). Maandag Tijd DG1 00:00 00:00 Dinsd DG1 Record Activering 01:00 Æ DG2 DG3 DG4 02:00 Kies de datazin 1. 03:00 A 04:00 05:00 06:00 07:00 Æ Kies geactiveerd J. 07:20 08:00 Kies activeringstijd 09:00 10:00 11:00 12:00 13:00 Æ Stel het uur in, ga met Volgende naar de minuten en bevestig met OK. 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 Æ Kies het menupunt deelgebieden en wijzig de deelgebieden in J of N.
18.9.5. Auto deactiveringen Maandag Kies de tijd voor de auto deactiveringen (07:20 uur). Tijd DG1 00:00 00:00 DG2 DG3 DG4 Dinsd DG1 01:00 02:00 Æ 03:00 Kies de datazin 1. A 04:00 05:00 06:00 07:00 08:00 Æ Kies geactiveerd J. 07:20 09:00 Kies activeringstijd 10:00 11:00 12:00 13:00 Æ Stel het uur in, ga met Volgende naar de minuten en bevestig met OK. 14:00 15:00 16:00 17:00 18:00 Æ Kies het menupunt deelgebieden en wijzig de deelgebieden in J of N.
18.9.6. Intern, extern + activering In dit voorbeeld wordt beschreven hoe de partitie 1 van de interne activering (buitenbeveiliging) naar de externe activering (volledig geactiveerd) wisselt. U wilt een buitenbeveiliging vanaf 18:00 uur en vanaf 20:00 uur een complete activering. Het wisselen van interne naar externe activering kan niet zonder onderbreking < 1 minuut (zoals in het voorbeeld: 19:59 Æ 20:00 uur) gebeuren.
18.9.7. Activeren/deactiveren van datazinnen Wilt u een datazin (periode) deactiveren, wijzig dan in het menu AUTO ACTIVERINGEN en AUTO DEACTIVERINGEN het menupunt Aan op N.
18.10. Doorschakel 18.11. Uitgangen aan/uit Dit menu dient voor de invoer van het doorschakeltelefoonnummer. Dit telefoonnummer wordt gekozen als in geval van alarm een spraakoverdracht naar een telefoon van uw keuze gewenst is. Er worden daarbij naast het follow-me-telefoonnummer nog eens maximaal 3 andere telefoonnummers gekozen, die echter alleen in de bouwermodus gewijzigd kunnen worden. Het follow-me-telefoonnummer kan ook in het gebruikersmenu gewijzigd worden.
PSTN U kunt omroepen en naar de persoon aan de andere kant van de lijn luisteren en u kunt DTMF-tonen van de centrale zenden. U kunt deze dienst voor de keuze van opties van een automatische telefonische opdrachtendienst of voor de besturing van apparaten aan de andere kant van de lijn gebruiken. 18.12. Telefoonoproep Dit menu dient ertoe, handmatig een telefoonoproep te starten en daarmee de telefoonlijn of de gsm-verbinding te testen.
19. Storingsweergave Er is een reeks storingen, die tijdens het regulaire gebruik van de centrale kunnen optreden. Deze leiden niet direct tot een alarm of beletten het activeren van de centrale. Storingen, van welke aard dan ook, dienen onmiddellijk door de gebruiker verholpen of aan de bouwer gemeld te worden, aangezien ze op een verkeerde werking wijzen. Storingen en het verhelpen ervan worden in het gebeurtenisgeheugen genoteerd.
19.1. Storingen, betekenis, oorzaken en voorstellen voor het verhelpen Storingsweergave Netsp. fout Betekenis 230 V AC netvoeding van de centrale ontbreekt. Mogelijke oorzaken x De primaire zekering van de netadapter van de draadloze alarmcentrale is niet juist geplaatst of defect. x De verbindingskabel tussen centrale en bodemplaat is er niet goed ingestoken.
Storingsweergave Lage batt Z__ UVM__ SUP fout Betekenis Uitgevallen batterijspanning in de zone __. Uitgevallen supervisionsignaal van de universele module. Mogelijke oorzaken x De batterijcapaciteit in de melder van de zone __ is bijna op. x Universele module bevindt zich buiten het radiobereik van de centrale. x Zone SUP fout Uitgevallen supervisionssignaal van de melder van de zone__. x Radio-element van de universele module uitgevallen.
21. Zorgoproep met nieuwe werkwijze x x Er is geen alarmannulering met de zorgoproepzender binnen de beveiligingstijd van 30 seconden meer mogelijk. Vroeger werd een alarm geannuleerd door binnen de beveiligingstijd een tweede maal op de knop te drukken. Annulering van het alarm is alleen nog aan de centrale mogelijk binnen de beveiligingstijd van 30 seconden. Binnen deze tijd moet bovendien een gebruikerscode worden ingevoerd in de alarmcentrale. De onderstaande tekst verschijnt kort op het display.