Operation Manual

247
6.2 Camera
Algemeen
RTSP: Instellingen voor de RTSP-overdracht
RTSP Port: De standaard port voor de RTSP-overdracht is 554. Als alternatief kan deze port een
waarde in het bereik van 1024~65535 krijgen. Wanneer meerdere
IP-camera’s zich in hetzelfde subnet bevinden, dan moet iedere camera een eigen,
unieke RTSP-port krijgen.
RTP: Instellingen voor de RTP-overdracht (Real Time Protocol)
Unicast Streaming: Bij Unicast Streaming worden de videogegevens overgedragen aan een ontvanger, die
de gegevens opvraagt.
Poortgebied: Het standaard portbereik voor de RTP Unicast-overdracht is 5000~7999. Als alternatief
kan een portbereik van 1027~65535 worden gebruikt.
Beeld draaien: Instellingen voor de beeldpositionering
Kantelen: Het beeld wordt 180° gedraaid weergegeven.
Spiegelen: Het beeld wordt gespiegeld weergegeven.
Kantelen + Spiegelen: Kies deze optie als de camera ondersteboven is geïnstalleerd.
Video Clip Format: Kies tussen MPEG-4 en H.264 voor het comprimeren van de opgeslagen videoclips
(bijv. per e-mail een SMTP-videoclip verzenden). De optie H.264 kan eventueel meer
systeemresources opeisen, wat kan leiden tot verminderde cameraprestaties (bijv.
beeldsnelheid, bewegingsherkenning)
Analog
Video ouput: Activeer of deactiveer de analoge video-uitgang op de camera. Deze video-uitgang kan
gebruikt worden voor het instellen van focus.
Indien de analoge video-uitgang onder „Kamera / Allgemein” is geactiveerd, dan
is de functie MPEG-4 niet beschikbaar en kan niet geconfigureerd worden (Geen
betrokkenheid van NVR/HDR).