Operation Manual

285
6.10 Alarmering
Het activeren van de digitale schakeluitgang kan hier worden geconfigureerd. Het activeren kan in bij een
gebeurtenis of m.b.v. een tijdschema (timer) plaatsvinden.
Alarmering: Activeer of deactiveer de alarmering voor een bepaalde uitgang
Digitale uitgang: Dit is de status van de digitale uitgang bij een gebeurtenis (hoog - schakeluitgang
bij een gebeurtenis gesloten; laag - schakeluitgang bij een gebeurtenis open).
Veroorzaker: Dit kan een gebeurtenis (alarm) of een tijdschema (timer) zijn.
Alarm: Deze instellingen bepalen het activeren van de digitale schakeluitgang. Een knop
voor het configureren van de betreffende alarmmelder staat bij iedere opdracht ter
beschikking (indien een configuratie van de melder resp. sensor mogelijk is).
Timer: M.b.v. de knop "Tijdschema" kan het tijdvak van het activeren van de
schakeluitgang worden bepaald.
Alarmduur: Geeft de tijd in seconden weer hoe lang de uitgang na een gebeurtenis actief is.
(0~60 seconden).
Effectieve periode:
Altijd: De alarmmelders voor deze alarmreacties zijn permanent actief.
Tijdschema: De alarmmelders voor deze alarmreacties zijn volgens gedefinieerde tijdschema's
actief. Druk op de knop "Tijdschema" om de tijdschema's te configureren (zie ook de
rubriek "Tijdschema").
Neem de ingevoerde instellingen over met "OK" of verwerp de instellingen met
"Afbreken".