Operation Manual

Netwerk
49
Netwerk
Algemeen
De correcte netwerkinstellingen zijn absoluut
noodzakelijk wanneer u
gebruik maakt van netwerkcamera's, zgn IP-
camera's, of
de recorder en de bewaking via uw browser wilt
bedienen.
Opmerking
Lees voor de configuratie van de recorder de
volgende algemene opmerkingen.
Een netwerk is een systeem waarbij minimaal twee
netwerkcompatibele apparaten zijn gekoppeld.
Soorten gegevensoverdracht:
kabelgebonden netwerken (bv. CAT5 kabel),
draadloze netwerken (WLAN) en
andere transmissiemogelijkheden (Powerline).
Alle systemen bezitten kenmerkende
gemeenschappelijke eigenschappen maar zijn in diverse
opzichten ook verschillend.
Begrippen
Hierbij een overzicht van de begrippen die van belang
zijn voor gebruik van de apparatuur in netwerken.
Parameters Instelling
IP-adres Een IP-adres is het unieke adres van
een netwerkapparaat binnen het
netwerk.
Dit adres mag binnen een netwerk
slechts één enkele keer voorkomen. Er
zijn bepaalde adresreeksen
gereserveerd voor openbare
netwerken zoals bv. het Internet.
Privé
adresreeks
bv. 10.0.0.0 - 10.255.255.255,
Subnetmasker 255.0.0.0
172.16.0.0 - 172.31.255.255
Subnetmasker 255.255.0.0
192.168.0.0 - 192.168.255.255
Subnetmasker 255.255.255.0
Subnetmasker
Een bitmasker dat wordt gebruikt om
beslissingen resp. toewijzingen bij de
routing uit te voeren.
In thuisnetwerken is dit standaard
255.255.255.0.
Gateway
Netwerkapparaat binnen een netwerk
dat alle netwerkapparatuur toegang
geeft tot internet, bv. de computer die
is aangesloten op de DSL modem en
meestal de router resp. het access
point vormt binnen het netwerk.
Parameters Instelling
Nameserver
Ook DNS (Domain Name Server) zorgt
er voor dat bij een internetadres resp.
URL (bv. www.google.nl) het unieke IP-
adres wordt gezocht.
Wanneer een domeinnaam in de
adresbalk van de browser wordt
ingevoerd, zoekt de DNS het juiste IP-
adres van de server en stuurt de
aanvragen aan die server door.
Hier kan het IP-adres van de DNS-server
van de provider worden ingevoerd. Het is
echter meestal voldoende om het IP-
adres van de gateway op te geven. Deze
stuurt de aanvragen dan automatisch
door naar de DNS-server van de
provider.
DHCP
De DHCP-server wijst automatisch een
IP-adres, het subnetmasker, de gateway
en de DNS toe aan de
netwerkapparatuur.
DHCP's zijn aanwezig in de meeste
moderne routers. De DHCP service moet
apart worden ingesteld resp.
ingeschakeld. Voor verdere informatie
kunt u de betreffende handleiding(en)
raadplegen.
Opmerking:
Wanneer u gelijktijdig gebruik maakt van
vaste IP-adressen en een DHCP-server,
moet u er op letten dat de vaste IP-
adressen buiten de adresreeks van de
DHCP-server liggen omdat er anders
adresconflicten kunnen ontstaan.
Poort
Een poort is een interface waarover
verschillende programma's met elkaar
communiceren. Bepaalde poorten zijn
vast toegewezen (21: Telnet, 23: FTP),
andere poorten kunnen vrij worden
gekozen. Poorten zijn relevant bij
verschillende toepassingen, bv. bij
externe toegang naar de recorder via
een browser.
MAC
gebruiker
Het MAC-adres (Media-Access-Control,
ook Ethernet-ID genoemd) is het unieke
hardware-adres van de netwerkkaart.
Dit adres dient voor de eenduidige
identificatie van een apparaat binnen een
netwerk.