Operation Manual

43Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Volg altijd eventuele speciale regels die in uw omgeving van toepassing zijn, en schakel het
toestel altijd uit als het gebruik van het toestel verboden is of als het storing of gevaar kan
veroorzaken. Gebruik het toestel alleen in normale omstandigheden en opstellingen. Voor het
met succes overdragen van gegevensbestanden of berichten, vereist dit toestel een goede
netwerkverbinding met het netwerk. In bepaalde gevallen kan overdracht van
gegevensbestanden of berichten worden uitgesteld tot een verbinding beschikbaar is. Zorg
dat de bovenstaande afstanden in acht worden gehouden totdat de overdracht voltooid is.
Onderdelen van dit toestel zijn magnetisch. Metalen objecten kunnen worden aangestrokken
tot dit toestel, en personen met toestellen mogen het toestel niet bij het oor met het
hoorhulpmiddel houden. Plaats creditcards of andere magnetische opslagmedia nooit bij het
toestel, omdat de gegevens op de kaart dan gewist kunnen worden.
Medische apparatuur
Het gebruik van apparatuur die radiosignalen uitzendt, zoals mobiele telefoons, kan storing
veroorzaken op onvoldoende afgeschermde medische apparatuur. Raadpleeg een arts of de
fabrikant van het medisch apparaat om te bepalen of het apparaat afdoende is afgeschermd
tegen externe rf-energie of als u andere vragen hebt. In zorginstellingen dient u het toestel uit
te schakelen als dat daar gevraagd wordt. Ziekenhuizen of zorginstellingen kunnen gebruik
maken van apparatuur die gevoelig is voor externe rf-signalen.
Pacemakers. Fabrikanten van pacemakers adviseren een minimale afstand van 15,3 cm (6")
tussen draadloze toestellen en een pacemaker, om te mogelijke storing op de pacemaker
tegen te gaan. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijk onderzoek door en
aanbevelingen van het Wireless Technology Research. Personen met pacemakers moeten de
volgende instructies opvolgen:
Houd het toestel altijd ten minste 15,3 cm (6") verwijderd van de pacemaker.
Draag het toestel nooit in de buurt van uw pacemaker als het toestel is ingeschakeld.
Mocht u storing vermoeden, schakel het toestel dan uit en verwijder het.
Hoortoestellen. Bepaalde digitale draadloze toestellen kunnen storing veroorzaken op
bepaalde hoortoestellen. Mocht storing optreden, neem dan contact op met uw
netwerkaanbieder.
Voertuigen
Rf-signalen kunnen onjuist gemonteerde of onafdoende afgeschermde elektronische
systemen in motorvoertuigen beïnvloeden. Denk aan elektronische
brandstofinjectiesystemen, elektronische antislipsystemen, elektronische snelheidsregelaars
en airbags. Voor meer informatie, vraag de fabrikant of de vertegenwoordiger van uw voertuig
of van gemonteerde apparatuur. Alleen gekwalificeerde reparateurs mogen het toestel
repareren, of het toestel in een voertuig monteren. Onjuiste montage of reparatie kan
gevaarlijk zijn en eventuele garantie op het toestel ongeldig maken. Controleer regelmatig of
alle draadloze apparatuur in uw voertuig correct gemonteerd is en goed functioneert. Bewaar
geen ontvlambare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in het zelfde compartiment.
Als uw auto beschikt over een airbag, vergeet dan niet dat airbags met grote kracht worden
opgeblazen. Plaats nooit objecten, zoals een carkit of draagbare draadloze apparatuur, op de
airbag of in de ruimte waar de airbag wordt opgeblazen. Als draadloze apparatuur in het
voertuig onjuist is gemonteerd en de airbag wordt opgeblazen, kan ernstig letsel het gevolg
zijn. Het is verboden het toestel aan boord van een vliegtuig te gebruiken. Schakel het toestel
uit voordat u aan boord gaa van een vliegtuig. Het gebruik van draadloze apparatuur in een
vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het vliegtuig, het draadloos telefoonnetwerk
verstoren en kan zelfs in strijd met de wet zijn.