Operation Manual

Digitale Camera >>
24-NE
Belichtingcompensatie/Tegenlichtcorrectie
Foto’s kunnen worden genomen met het algehele scherm bewust helderder of
donkerder gemaakt. Deze instellingen worden gebruikt wanneer een geschikte
helderheid (belichting) niet op andere wijze kan worden verkregen in omstandigheden
waar het verschil in helderheid tussen het onderwerp en de achtergrond (het contrast)
groot is, of wanneer het onderwerp dat u wilt fotograferen erg klein is binnen het
scherm. Belichting kan worden ingesteld in 0,3 EV eenheden.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
] en
druk op de
knop.
Elke druk op de knop toont de
instelling in de volgorde [Blank],
[
]Tegenlichtcorrectie en [ ]
Belichtingcompensatie.
2. Stel de belichtingswaarde in via de S / T
knoppen.
Druk op de S knop om de waarde te verhogen.
Druk op de T knop om de waarde te verlagen.
Het instellingsbereik van de
belichtingcompensatie is als volgt.
-2,0, -1,7, -1,3, -1,0, -0,7, -0,3, 0, +0,3,
+0,7, +1,0, +1,3, +1,7, +2,0
Druk op de knop om de instelling te bevestigen.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe
donkerder het beeld. De ingestelde waarde wordt getoond op het scherm.
Effectieve Onderweren en Ingestelde Waarden
+ (positieve) compensatie
* Drukwerk bestaand uit zwarte tekst op witachtig papier
* Tegenlicht
* Heldere scènes of sterk gereflecteerd licht zoals skipistes
* Wanneer de lucht een groot deel van het scherm uitmaakt
- (negatieve) compensatie
* Mensen verlicht door een spotlight, met name tegen een donkere achtergrond
* Drukwerk bestaand uit witte tekst op zwartachtig papier
* Zwak reflecterende objecten zoals altijdgroene bomen of donkere bladeren
Tegenlichtcorrectie (+1,3, vast)
* Wanneer de achtergrond helder is en het onderwerp donker.
* Wanneer onderwerpen (mensen) een lichtbron in hun rug hebben zoals de zon.
2S
2S