INHOUD 3 INLEIDING 3 3 4 Overzicht Pakketinhoud UW CAMERA LEREN KENNEN 4 5 7 8 Vooraanzicht Achteraanzicht Status LED-signaallampje LCD-controlescherm-pictogrammen 10 TE BEGINNEN MET 10 10 11 12 13 14 15 16 Het camerariempje vastmaken De batterij plaatsen en verwijderen De batterij opladen Een SD-geheugenkaart (optionele accessoire) plaatsen en verwijderen Datum en tijd instellen De taal kiezen De SD-geheugenkaart formatteren Beeldscherpte en kwaliteit instellen 17 FOTOGRAFEERMODUS 17 18 19 20 20 21
35 37 DPOF-instellingen Het uitwissen van beelden 39 MENUOPTIES 39 42 44 45 46 47 48 Vastlegmenu (Vastleggen) Vastlegmenu (Functie) Videomenu (Vastleggen) Videomenu (Functie) Menu afspelen Menu Instellingen (in fotografeermodus) Menu Instellingen (in afspeelmodus) 49 O P G E N O M E N B E E L D E N / V I D E O C L I P S N A A R U W C O M P U T E R OVERBRENGEN 50 50 52 Stap 1: Het USB-stuurprogramma installeren Stap 2: De camera op uw computer aansluiten Stap 3: Foto’s en videobestanden downloaden 53 B
INLEIDING Overzicht Gefeliciteerd met uw aankoop van de nieuwe digitale camera. Het nemen van digitale foto’s hoge kwaliteit is snel en gemakkelijk met deze moderne, intelligente camera. Deze camera is uitgerust met een 6,36 Megapixel CCD en kan beelden maken met een scherpte van maximaal 2816 x 2112 pixels.
UW CAMERA LEREN KENNEN Vooraanzicht # Naam 1. Sluitertoets 2. 3. 4. 5. 6. Omschrijving Stelt de belichting van de camera scherp en vergrendelt als de toets half ingedrukt wordt, en maakt de foto als de toets volledig ingedrukt wordt. POWER toets Met deze toets wordt de camera aan- en uitgezet. Microfoon Neemt audioclips op. Flitser Voorziet in flitserverlichting. Lens 3x optische zoomlens waarmee u tele-opnamen en groothoekopnamen kunt maken.
Achteraanzicht 13 # 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Naam LCD-controlescherm Omschrijving Verstrekt menu-informatie om de camera te bedienen en geeft voorbeelden weer voordat de foto wordt genomen en nadat de foto is genomen. Modusschakelaar Stelt de cameramodus in. Vastleggingsmodus Selecteer dit als u niet-bewegende beelden maakt. Videomodus Selecteer dit als u videoclips opneemt. Afspelingsmodus Om foto’s af te spelen en te wissen. Status-LED Geeft de huidige status van de camera weer.
SET/Richtingstoets 5 # 1. 2. 3. 4. 5. DU-6 Naam S toets Focustoets X toets Flitsertoets T toets Zelfontspannertoets W toets Belichting / Tegenlichtcorrectietoets SET toets Omschrijving Naar boven bladeren. Om de juiste scherpstellinginstelling te kiezen. Naar rechts bladeren. Om de juiste flitserinstelling te kiezen. Naar beneden bladeren. Om de zelfontspanner aan en uit te zetten en de gewenste zelfontspannermodus te selecteren. Naar links bladeren.
Docking-station U kunt uw camera in het docking-station plaatsen en uw afbeeldingen en video’s afspelen op de computer. U heeft het docking-station ook nodig om de batterij van de camera op te laden; sluit hiervoor een USB-kabel aan. # Naam 1. Aansluiting voor docking-station 2. FOTO toets 3. Status-LED 4. USB toets 5. DC IN 5V contactpunt 6. USB-contactpunt PHOT O USB Omschrijving Om de camera aan te sluiten. Hiermee kunt u afbeeldingen of videoclips afspelen op het LCD-controlescherm.
LCD-controlescherm-pictogrammen Vastleggingsmodus [ ] A 1. Zoomstatus 2. Spraakmemo 3. Resterend batterijvermogen ] Volledig opgeladen batterij [ [ ] Halfvolle batterij [ ] Nagenoeg lege batterij [ ] Batterij is leeg 4. Flitsermodus [Blank] Automatisch [ ] Rode ogen Reductie [ ] [ ] Flitser uit Flits verplicht ] 5. [ Kolommendiagram 6. Scherpstellinggebied (Als de sluitertoets half ingedrukt is.) 7. Vastleggingsmodus [Blank] Single [ ] Continuous [ AEB] AEB [ 2s ] 2 sec.
Videomodus [ 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. [ ] Videomodus Zoomstatus Resterend batterijvermogen Beeldformaat Beschikbare opnametijd/verstreken tijd Quality Controlelampje opnemen Zelfontspanner-pictogram Scherpstellingpictogram Afspeelmodus [ 1. 2. 3. 4. 5. 6. ]- Stilstaande beelden afspelen Afspelingsmodus Bestandsnummer Mapnummer Pictogram beschermen Spraakmemo DPOF-pictogram Afspeelmodus [ 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
TE BEGINNEN MET Het camerariempje vastmaken Bevestig het riempje zoals in de afbeelding aangegeven. De batterij plaatsen en verwijderen We raden u ten stelligste aan de gespecificeerde herlaadbare lithium-ion batterij (3,7 V) te gebruiken om het maximum te halen uit de functies van deze camera. Laad de batterij voordat u de camera gebruikt. Controleer of de voeding van de digitale camera uitstaat voordat de batterijen worden geplaatst of verwijderd. De batterij plaatsen 1.
De batterij opladen U dient het docking-station en de stroomadapter te gebruiken om de batterij op te laden. Controleer of de camera uitstaat voordat u de batterij plaatst om aan de slag te gaan. 1. Plaats de camera op het docking-station. 2. Steek één uiteinde van de stroomadapter in de DC IN 5V-aansluiting van het dockingstation. 3. S t e e k h e t a n d e r e u i t e i n d e v a n d e stroomadapter in een stopcontact.
Een SD-geheugenkaart (optionele accessoire) plaatsen en verwijderen Afbeeldingen die met deze camera worden gemaakt worden opgeslagen op de SDgeheugenkaart. Zonder SD-geheugenkaart kunt u met deze camera geen beelden vastleggen. De SD-geheugenkaart plaatsen 1. Open het klepje over de batterij/SDgeheugenkaart. 2. Plaats de SD-geheugenkaart in de juiste richting, zoals getoond wordt.
Datum en tijd instellen De datum en tijd moeten ingesteld worden wanneer: De camera voor de eerste keer wordt aangezet. U de camera aanzet nadat er lange tijd geen batterij in de camera zat. Als de datum- en tijdinformatie niet verschijnt op het LCD-controlescherm, volg dan deze stappen om de correcte datum en tijd in te stellen. ] of [ ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ 2. Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup] met de X toets. 3.
De taal kiezen Geef aan in welke taal de menu’s en meldingen op het LCD-controlescherm moeten worden weergegeven. ] of [ ] 1. Stel de modusschakelaar in op [ of [ ]. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup] met de X toets. Als er geen foto’s/videoclips opgeslagen zijn op de SD-kaart, druk dan op de MENU toets. Het menu [Setup] wordt dan afgebeeld. 3. Selecteer [Language] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. Het scherm om de taal in te stellen wordt weergegeven. 4.
De SD-geheugenkaart formatteren Met dit hulpmiddel formatteert u de SD-geheugenkaart en wist u alle opgeslagen afbeeldingen en gegevens. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup] met de X toets. Als er geen foto’s/videoclips opgeslagen zijn op de SD-geheugenkaart, druk dan op de MENU toets. Het menu [Setup] wordt dan afgebeeld. 3. Selecteer [Format] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 4.
Beeldscherpte en kwaliteit instellen De beeldscherpte- en kwaliteitsinstellingen bepalen de beeldpuntgrootte (afmeting), de bestandsgrootte en de compressiefactor voor uw beelden. Deze instellingen beïnvloeden het aantal afbeeldingen dat kan worden opgeslagen. Naarmate u de camera leert kennen, wordt aanbevolen iedere kwaliteits- en beeldscherpte instelling te proberen, zodat u het effect die deze instellingen op uw beelden heeft in kunt schatten.
FOTOGRAFEERMODUS [ ] Capture Mode Uw camera is uitgerust met een 2,5" TFT LCD-controlescherm met volledige kleurenweergave waarmee u beelden kunt samenstellen, gefotografeerde beelden/ videoclips kunt afspelen of de menu-instellingen kunt aanpassen. 1. Druk op de POWER toets om de voeding aan te zetten. 2. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 3. Stel uw foto samen in het LCD-controlescherm. 4. Druk op de sluitertoets.
Spraakmemo’s opnemen In de fotografeermodus kan een spraakmemo van 30 seconden lang kan worden opgenomen direct nadat een foto is gemaakt. ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ 2. Druk op de MENU toets en selecteer het [Function] menu met de X toets. Het menu [Function] wordt weergegeven. 3. Selecteer [Voice Memo] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 4. Selecteer [On] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 5. Druk op de MENU toets om de menumodus af te sluiten.
De digitale zoom gebruiken Met een combinatie van 3x optische zoom en 4,4x digitale zoom kan maximaal 13,2 keer zo groot worden ingezoomd afhankelijk van het onderwerp en de afstand. De digitale zoom is een handige functie, maar hoe meer een foto wordt vergroot (ingezoomd), hoe waziger (korreliger) de foto wordt. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ] of [ ]. 2. Om de digitale zoom in te schakelen: a. Druk op de MENU toets. b. Selecteer de [Function] met de W / X toetsen. c.
De flitser instellen Stel de flitser in om foto’s te nemen. De flitsermodus kan ingesteld worden afhankelijk van de fotografeeromstandigheden. ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ 2. Blader met de toets om de gewenste flitsmodusinstelling te selecteren.
De scherpstelling instellen U kunt foto’s nemen met de afstand van het onderwerp ingesteld op automatische scherpstelling, [ ] macro of [ ] oneindig. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ] or [ ]. 2. Gebruik de toets om de gewenste focusmodus te kiezen.
De zelfontspanner instellen Met deze instelling kunt u met de zelfontspanner foto’s nemen en opslaan. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ] of [ ]. 2. Druk op de toets om de instelling te selecteren. In de [ ] modus. UIT [ 10s] 10 sec. [ In de [ UIT [ 2s ] 2 sec. 10+2s ] 10+2 sec. ] modus. [ 10s] 10 sec. [ 2s ] 2 sec. 3. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk hem daarna volledig in.
Belichtingscompensatie/Tegenlichtcorrectie U kunt foto’s nemen waarbij u de achtergrond bewust intenser of donkerder maakt. Deze instellingen worden gebruikt als er geen geschikte intensiteit (belichting) bereikt kan worden in omstandigheden waarin het verschil in intensiteit tussen het voorwerp en de achtergrond (het contrast) groot is, of wanneer het voorwerp dat u wilt fotograferen heel klein is tegen de achtergrond. De belichting kan ingesteld worden in eenheden van 0,3 EV. 1.
De scènemodus instellen Door gewoon één van de volgende 18 modi te kiezen, kunt u foto’s onder de geschiktste instellingen nemen. ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ a. Druk op de MENU toets. b. Selecteer [Scene Mode] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. c. Kies met de S / T toetsen de gewenste scènemodus en druk op de SET toets. 2. Focus het beeld, druk de sluitertoets halverwege in, en druk hem daarna volledig in.
Modus scène [ ] Zonsondergang [ [ [ [ [ [ [ [ Omschrijving Selecteer deze modus als u foto’s van een zonsondergang wilt maken. Met deze modus blijven de diepe tinten in de scène behouden. ] Sport Selecteer deze modus om snel bewegende objecten vast te leggen. ] Macro Selecteer deze modus om close-up foto’s te maken. ] Zwart-wit-foto Selecteer dit als u een zwart-wit foto wilt nemen. ] Sepia Selecteer dit als u een sepia foto wilt nemen.
[ ] Videomodus Met deze modus kunt u videoclips opnemen met een beeldscherpte van 320 x 240 / 640 x 480 beeldpunten. Er kan ook spraak opgenomen worden. ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ 2. Focus op het beeld. De optische zoom moet ingesteld worden tijdens het samenstellen van de scène. Digitale zoom kan alleen worden ingesteld op een resolutie van 320 x 240 pixels. 3. Druk op de sluitertoets. De opname van de videoclip begint.
[ ] AFSPEELMODUS Niet-bewegende beelden bekijken U kunt de niet-bewegende beelden op het LCD-controlescherm bekijken. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven. 2. De foto’s kunnen met de W / X toetsen naar voren of naar achteren worden weergegeven. Om de vorige foto te zien drukt u op W. Om de volgende foto te zien drukt u op X.
Videoclips afspelen U kunt de opgenomen videoclips afspelen op het LCD-controlescherm. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven. 2. Selecteer de gewenste videoclip met de W / X toetsen. 3. Druk op de SET toets. Door tijdens het afspelen op de X / W toetsen te drukken, kan er snel naar voren / terug worden gespeeld.
Stilstaande beelden/videoclips afspelen op het dockingstation U kunt foto’s en videoclips ook met behulp van het docking-station afspelen. 1. Plaats de camera op het docking-station. Het wordt aanbevolen de stroomadapter te gebruiken als foto’s of videoclips worden weergegeven met behulp van het dockingstation. 2. Druk op de FOTO toets. Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven. 3. N u k u n t u n i e t - b e w e g e n d e b e e l d e n weergeven / videoclips afspelen.
Miniatuurweergave Hiermee kunt u 4 tot 9 miniatuurbeelden tegelijk op het LCD-controlescherm bekijken, zodat u snel het gewenste beeld kunt opzoeken. ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ Het laatste beeld wordt op het scherm weergegeven. 2. Druk op de toets. De beelden worden weergegeven in miniatuurversie. Beelden die zijn geselecteerd met de S / T / W / X toetsen worden aangegeven met een groen kader. Als er tien of meer beelden zijn, kan het scherm met de S / T toetsen worden geschoven. 3.
Zoom Afspelen In deze modus kunt u uw beeld in het geselecteerde deel vergroten, zodat u kleine details kunt controleren. ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ 2. Druk op de W / X toetsen om het beeld te selecteren dat u wilt vergroten. U kunt de foto waarop u wilt inzoomen ook selecteren uit het miniatuuroverzicht. 3. Pas de zoomverhouding aan met de / toetsen. Het beeld wordt vergroot door op de de toets te drukken. Druk op de toets om terug te keren naar de normale vergroting.
Diapresentatie Met de diapresentatiefunctie kunt u uw Niet-bewegende beelden automatisch één voor één op volgorde weergeven. ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ 2. Druk op de MENU toets. Het menu Afspelen wordt weergegeven. 3. Selecteer [Slide Show] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. De diapresentatie gaat van start. 4. Om de diavoorstelling tijdens het afspelen te stoppen, drukt u op de SET toets. Het beeld wordt op het scherm weergegeven als u op de SET toets drukt.
Beelden beveiligen Instelling om de gegevens in op “alleen lezen” te zetten om te voorkomen dat er per ongeluk foto’s worden gewist. Beelden beveiligen 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met de W / X toetsen. 3. Druk op de MENU toets. Het menu Afspelen wordt weergegeven. 4. Selecteer [Protect] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 5. Selecteer [Single] of [All] met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 6.
De beveiliging annuleren Om de beveiliging voor slechts één beeld te annuleren, geeft u het beeld weer waarvan u de beveiliging wilt annuleren. 1. Selecteer [Protect] met de S / T toetsen van het afspeelmenu en druk op de SET toets. 2. Selecteer [Single] of [All] met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 3. Selecteer [Cancel Protect] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. De beveiliging wordt geannuleerd en de camera keert terug naar de afspeelmodus. Meerdere beelden tegelijk beschermen 1.
DPOF-instellingen DPOF is de afkorting van Digital Print Order Format (digitale afdrukorderformat), waarmee u afdrukinformatie aan de geheugenkaart kunt toevoegen. Met behulp van het DPOF-menu op de camera kunt u de afbeeldingen die moeten worden afgedrukt selecteren en aangeven hoeveel afdrukken gemaakt worden; plaats vervolgens de geheugenkaart in een printer die daarvoor geschikt is.
9. Selecteer [On] of [Off] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. On: De datum van de foto wordt ook afgedrukt. Off: De datum van de foto wordt niet afgedrukt. 10.Selecteer [Print Enable] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. 11.Selecteer [Execute] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. Zo wordt een bestand gecreëerd met de DPOF-informatie. Als de bewerking voltooid is, wordt opnieuw het weergavescherm weergegeven.
Het uitwissen van beelden Wissen in fotografiemodus (Snelle verwijderingsfunctie) Met de snelwisfunctie kunt u de laatst genomen foto direct wissen. ] of [ ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ 2. Druk op de [ ] toets. De laatste foto en het snelverwijderingsmenu worden op het scherm weergegeven. 3. Druk nogmaals op de [ ] toets om het beeld te wissen. U kunt ook op de SET toets drukken om de verwijdering te bevestigen. Om de verwijdering ongedaan te maken, selecteer [Cancel] en druk op de SET toets.
5. Selecteer [Execute] met de S / T toetsen en druk op de SET toets. Om de verwijdering ongedaan te maken, selecteer [Cancel] en druk op de SET toets. Het wissen van een beeld heeft geen invloed op de nummeringsvolgorde van de beelden. Bijvoorbeeld, als u beeldnummer 240 verwijdert, wordt het volgende opgeslagen beeld nummer 241 zelfs als 240 niet meer bestaat.
MENUOPTIES Vastlegmenu (Vastleggen) Dit menu bevat de basisinstellingen om enkelbeelden mee te maken. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets. Het menu [Capture] wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste [Capture] optieelement met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu op te roepen. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
Scene Mode Raadpleeg het hoofdstuk in deze handleiding genaamd “De scènemodus instellen” voor nadere informatie. Size Om de afmeting in te stellen van de te nemen foto. * [ ] 2816 x 2112 * [ ] 2272 x 1704 * [ ] 1600 x 1200 * [ ] 640 x 480 Quality Om de kwaliteit van de te nemen foto in te stellen (compressiegraad). * [ ] Fine * [ ] Normal * [ ] Economy Sharpness Om de scherpte in te stellen van de foto die gemaakt zal worden.
Manual WB De witbalans wordt manueel ingesteld en opgeslagen. Dit is geschikt als de witbalans niet goed overeenstemt. Voordat u [EXECUTE] selecteert, bepaalt u welk medium (zoals een wit vel) gebruikt om de witbalans in te stellen. * Cancel / Execute ISO Stelt de gevoeligheid in om foto’s te nemen. Als de gevoeligheid (en daarmee het ISO-cijfer) is verhoogd, kunt u foto’s nemen op donkere plaatsen, maar zal de foto er (door de beeldpunten) korreliger gaan uitzien.
Vastlegmenu (Functie) 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het [Function] menu met de X toets. Het menu [Function] wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste [Function] optieelement met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu op te roepen. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
LCD Bright. Om een intensiteitniveau te selecteren voor het LCD-controlescherm. De LCD wordt intenser met de S toets en donkerder met de T toets. Het instellingsbereik varieert van -5 tot +5. Digital Zoom Stelt in of de digitale zoom al dan niet gebruikt wordt als er een foto wordt gemaakt. * On / Off Preview Om in te stellen of de gemaakte foto al dan niet op het scherm moet verschijnen onmiddellijk nadat de foto gemaakt is.
Videomenu (Vastleggen) Dit menu bevat de standaardinstellingen die gebruikt worden om videoclips op te nemen. ]. 1. Stel de modusschakelaar in op [ 2. Druk op de MENU toets. Het menu [Capture] wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste [Capture] optieelement met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu op te roepen. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
Videomenu (Functie) 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het [Function] menu met de X toets. Het menu [Function] wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste [Function] optieelement met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu op te roepen. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5. Om het menu Film af te sluiten, drukt u op de MENU toets. LCD Bright.
Menu afspelen In de [ ] modus worden de instellingen ingesteld die voor het afspelen nodig zijn. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets. Het menu Afspelen wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste optie-item met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu in te gaan. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten.
Menu Instellingen (in fotografeermodus) Stel de gebruiksomgeving van de camera in. 1. Stel de modusschakelaar in op [ ] of [ ]. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup] met de X toets. Het menu [Setup] wordt weergegeven. 3. Selecteer het gewenste [Setup] optie-element met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu op te roepen. 4. Selecteer de gewenste instelling met de S / T toetsen, en druk op de SET toets. 5. Druk op de MENU toets om het menu af te sluiten. Fr.
Menu Instellingen (in afspeelmodus) 1. Stel de modusschakelaar in op [ ]. 2. Druk op de MENU toets en selecteer het menu [Setup] met de X toets. Het menu [Setup] wordt weergegeven. Als er geen foto’s/videoclips opgeslagen zijn op de SD-geheugenkaart, druk dan op de MENU toets. Het menu [Setup] wordt dan afgebeeld. 3. Selecteer het gewenste [Setup] optie-element met de S / T toetsen en druk op de SET toets om het respectievelijke menu op te roepen. 4.
OPGENOMEN BEELDEN/VIDEOCLIPS NAAR UW COMPUTER OVERBRENGEN Om beelden/videoclips van de camera naar uw computer over te brengen, dient u de volgende stappen te nemen: Stap 1: Het USB-stuurprogramma installeren (alleen voor gebruikers van Windows 98 en Mac OS 8.6) Stap 2: De camera aansluiten op uw computer.
Stap 1: Het USB-stuurprogramma installeren Computers met Windows 98 Het USB-stuurprogramma op de Cd-Rom is uitsluitend voor computers met Windows 98. Het is niet nodig het USB-stuurprogramma op computers met Windows 2000/ME/ XP te installeren. 1. Plaats de met de camera meegeleverde Cd-Rom in uw Cd-Rom-station. Het welkomscherm wordt weergegeven. 2. Klik op “INSTALL USB DRIVER”. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
3. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-poort van uw computer. 4. Druk op de USB toets. Het USB menu verschijnt op het scherm. 5. Selecteer [PC] en druk op de SET toets. USB-scherm verschijnt op het scherm. 6. Dubbelklik op “Deze computer” op het bureaublad van Windows. 7. Zoek het pictogram op van een nieuwe “uitwisselbare schijf”. Deze “uitwisselbare schijf” betreft het geheugen in uw camera. Aan de camera wordt gewoonlijk de stationsletter “e” of hoger toegewezen. 8.
Stap 3: Foto’s en videobestanden downloaden Wanneer de camera aanstaat en op uw computer is aangesloten, wordt ze beschouwd als een schijfstation net zoals een floppy of Cd. U kunt beelden downloaden (overdragen) door ze van de “Uitwisselbare schijf” (“naamloze” of “ongelabelde” schijf op een Macintosh) te kopiëren naar de harde schijf van uw computer. Windows Open de “uitwisselbare schijf” en andere mappen door erop te dubbelklikken. Uw beelden bevinden zich in deze map(pen).
BEWERKINGSOFTWARE INSTALLEREN NTI Photo Suite installeren PC-gebruikers zullen merken dat NTI Photo Suite een erg gebruikersvriendelijk beeldbewerkingsprogramma is. Met NTI Photo Suite kunt u uw foto’s retoucheren, samenstellen en beheren. Het bevat een verscheidenheid van voorbeelden, zoals fotolijsten, verjaardagskaarten, kalenders en andere. Maak uw beelden gereed en verken dit verbazingwekkende programma. NTI Photo Suite installeren: 1. Plaats de met de camera meegeleverde Cd-Rom in uw Cd-Rom station.
CAMERASPECIFICATIES Element Omschrijving Beeldsensor Beeldscherpte 1/2,5” CCD sensor (6,36 megapixels) 2816 x 2112, 2272 x 1704, 1600 x 1200, 640 x 480 640 x 480, 320 x 240 LCD-controlescherm 2,5” alle kleuren LTPS LCD (230K pixels) Opslagmedia Ondersteunt SD-geheugenkaart (maximaal 1 GB) (optioneel) Compressie-indeling JPEG Bestandsformaat DCF, EXIF 2,2, DPOF, AVI Lens 3x optische zoomlens F =2,8(B) – 4,8(T) f =5,8mm – 17,4mm (equivalent aan 35mm – 105mm op een 35mm cam