Operation Manual

69Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
netwerk. In bepaalde gevallen kan overdracht van
gegevensbestanden of berichten worden uitgesteld tot een
verbinding beschikbaar is. Zorg dat de bovenstaande
afstanden in acht worden gehouden totdat de overdracht
voltooid is. Onderdelen van dit toestel zijn magnetisch.
Metalen objecten kunnen worden aangestrokken tot dit
toestel, en personen met toestellen mogen het toestel niet bij
het oor met het hoorhulpmiddel houden. Plaats creditcards of
andere magnetische opslagmedia nooit bij het toestel, omdat
de gegevens op de kaart dan gewist kunnen worden.
Medische apparatuur
Het gebruik van apparatuur dat radiosignalen uitzendt, zoals
mobiele telefoons, kan storing veroorzaken op onvoldoende
afgeschermde medische apparatuur. Raadpleeg een arts of de
fabrikant van het medisch apparaat om te bepalen of het
apparaat afdoende is afgeschermd tegen externe rf-energie of
als u andere vragen hebt. In zorginstellingen dient u het
toestel uit te schakelen als dat daar gevraagd wordt.
Ziekenhuizen of zorginstellingen kunnen gebruik maken van
apparatuur die gevoelig is voor externe rf-signalen.
Pacemakers. Fabrikanten van pacemakers adviseren een
minimale afstand van 15,3 cm (6") tussen draadloze toestellen
en een pacemaker, om te mogelijke storing op de pacemaker
tegen te gaan. Deze aanbevelingen komen overeen met het
onafhankelijk onderzoek door en aanbevelingen van het
Wireless Technology Research. Personen met pacemakers
moeten de volgende instructies opvolgen:
Houd het toestel altijd ten minste 15,3 cm (6")
verwijderd van de pacemaker.
Draag het toestel nooit in de buurt van uw pacemaker
als het toestel is ingeschakeld. Mocht u storing
vermoeden, schakel het toestel dan uit en verwijder
het.