Operation Manual

72
Veiligheid tijdens rijden
Gebruik van dit toestel terwijl u autorijdt, kan uw aandacht afleiden. Gebruik
het niet wanneer u zich niet op het rijden kunt concentreren. Voer informatie
over uw bestemming en route in voordat u gaat rijden. Voer tijdens het rijden
geen gegevens in en verzend geen sms-berichten. Houd uw ogen op de weg
terwijl u rijdt. Luister naar de audio-aanwijzingen over uw route, wanneer die
beschikbaar zijn. Het gebruik van mobiele apparatuur of accessoires kan in
sommige zones verboden of aan beperkingen onderhevig zijn. Houdt u altijd
aan de wetten en de regelgeving betreffende het gebruik van deze producten.
GPS en AGPS (enkel voor sommige modellen)
• Uw toestel maakt wellicht gebruik van GPS-signalen (Global Positioning
System) voor toepassingen gebaseerd op geografische positie. GPS
maakt gebruik van satellieten die beheerd worden door de regering van
de VS en die onderhevig zijn aan wijzigingen die doorgevoerd worden
in overeenstemming met het beleid van het Ministerie van Defensie en
het Federal Radio Navigation Plan. Deze wijzigingen kunnen van
invloed zijn op de prestaties van de locatietechnologie op uw toestel.
• Het kan ook zijn dat uw toestel gebruikmaakt van AGPS (Assisted Global
Positioning System), dat zijn informatie verkrijgt via een mobiel netwerk
om zijn GPS- prestaties te verbeteren. AGPS gebruikt het draadloze
netwerk van uw serviceprovider en daardoor kan het zijn dat er,
afhankelijk van uw abonnement, belminuten, kosten voor datagebruik
en/of additionele kosten in rekening worden gebracht. Neem contact op
met uw serviceprovider van het draadloze netwerk voor meer
informatie.
• Dit toestel is voorzien van GPS- of AGPS-technologie en verzendt
informatie met betrekking tot de locatie. Deze informatie gebaseerd op
geografische locatie kan worden gedeeld met derde partijen, inclusief
uw serviceprovider van het draadloze netwerk, softwareproviders en
andere serviceproviders.
Alarmnummers
• Wanneer u een alarmnummer belt, kan het zijn dat het mobiele
netwerk de AGPS-technologie van uw mobiele toestel activeert om
degenen die op uw alarmoproep reageren bij benadering uw locatie
door te geven.
• AGPS heeft beperkingen en werkt mogelijk niet in uw zone. Doe om die
reden het volgende:
• Geef degene die reageert op uw alarmoproep altijd zo exact mogelijk uw locatie
door.
• Blijf zo lang aan het toestel als de noodoproepbeantwoorder u instrueert.
• Zorg voor betere verbindingsprestaties door naar buiten te gaan en doe
dat altijd wanneer u zich ondergronds bevindt, in een gesloten auto, in
structuren met metalen of betonnen funderingen, in hoge gebouwen of
onder gebladerte.