Operation Manual

24
Bellen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het voeren van telefoongesprekken en over
de diverse beschikbare opties tijdens een gesprek.
Voordat u kunt bellen
Controleer voordat u belt of de telefoonfunctie is ingeschakeld. Je kunt de status van
de telefoon bevestigen via het Meldingsgebied.
Opmerking: Kleuren van status en meldingspictogrammen kunnen afwijken.
Bellen
Opmerking: De telefoonfunctie moet worden ingeschakeld voordat kan worden
gebeld.
1. Tik in het Beginscherm op Telefoon om de
schermtoetsen te openen.
2. Voer het nummer in dat u wilt bellen.
3. Tik op om het nummer te bellen.
4. Tik op om het gesprek te beƫindigen.
Als het gewenste contact wordt weergegeven, tikt u op de
contactnaam om te bellen.
Een nummer bellen vanuit Oproeplogboek
De oproepgeschiedenis kan worden geopend door te tikken
op het tabblad Oproeplogboek boven in het scherm. Het
toont recent ontvangen, gebelde en gemiste oproepen.
Tik op het telefoonpictogram om nogmaals te bellen. Om de
det
ails van het gesprek te bekijken, tikt u op het nummer of op de naam van de
contactpersoon. Terwijl u de details van een gesprek bekijkt, tikt u op de knop Menu
voor andere opties: Verwijderen uit oproeplogboek; Nummer bewerken voor
bellen.
Pictogram Beschrijving
Niet verbonden met het netwerk: U kunt niet bellen.
Verbonden met het netwerk: U kunt bellen.
Vliegtuigmodus: Draadloze verbindingen verbroken (Wi-Fi, Bluetooth,
2G en 3G). Schakel de vliegtuigmodus uit voordat u probeert te
bellen.