Operation Manual

10
De smartphone gebruiken
Voor het eerst inschakelen
U schakelt de smartphone voor het eerst in, door de toets Aan/uit ingedrukt te
houden totdat het scherm wordt ingeschakeld. Vervolgens wordt u gevraagd enkele
instellingen te configureren voordat u de smartphone kunt gebruiken.
Volg de instructies op het scherm om de instellingen te voltooien.
Meld u aan of maak een Google-account
Als er verbinding met internet is, kan de smartphone gegevens synchroniseren met
een Google-account.
Tijdens het opstarten kunt u zich aanmelden met uw account of een account maken.
Dit account wordt gebruikt om de contactlijst, e-mail, agenda en andere gegevens te
synchroniseren. Als u geen internetverbinding hebt, of deze functie niet wilt gebruikt,
tikt u op Overslaan.
Diverse Google-accounts maken
U kunt eenvoudig diverse Google-accounts maken en openen. Open het menu
Toepassingen en tik op Instellingen > Account toevoegen.
De pincode invoeren
Als u de simkaart voor het eerst installeert, moet u een pincode invoeren met het
nummerblok op het scherm.
Belangrijk: Afhankelijk van de instellingen, moet u telkens als u de
telefoonfunctie inschakelt de pincode invoeren.
Een nieuwe simkaart activeren
Als u de simkaart voor het eerst gebruikt, moet de simkaart eventueel worden
geactiveerd. Neem contact op met uw netwerkaanbieder voor details hierover.
De smartphone blokkeren
Als u de smartphone een tijdje niet gebruikt, drukt u op de aan/uit-knop om de
smartphone te blokkeren. Dit spaart energie en zorgt ervoor dat de smartphone niet
onbedoeld gebruik maakt van diensten. De smartphone wordt automatisch
geblokkeerd als hij één minuut niet wordt gebruikt.