Operation Manual

vii
Gebruiksomgeving voor het gebruik van de
draadloze functie (optioneel)
Waarschuwing! Schakel omwille van veiligheidsredenen alle draadloze of
zendapparaten uit wanneer u uw apparaat gebruikt in de volgende
omstandigheden. Deze apparaten kunnen de volgende zijn, maar zijn niet
beperkt tot deze types: draadloos LAN (WLAN), Bluetooth en/of 3G.
Denk eraan alle speciale voorschriften die in uw regio van kracht zijn na te
leven en schakel uw apparaat altijd uit wanneer het gebruik ervan gebruik
verboden is of wanneer het storingen of gevaar kan veroorzaken. Gebruik het
apparaat uitsluitend in de normale gebruikspositie. Het apparaat voldoet aan
de RF-blootstellingsrichtlijnen wanneer het normaal wordt gebruikt en het
apparaat en zijn antenne op minstens 1,5 cm (5/8") van uw lichaam zijn
geplaatst. Het mag geen metaal bevatten en u moet het apparaat op de
hierboven vermelde afstand van uw lichaam houden.
Om gegevensbestanden of berichten met succes te verzenden, moet dit
apparaat een verbinding met een goede kwaliteit met het netwerk hebben. In
sommige gevallen kan het verzenden van gegevensbestanden of berichten
worden uitgesteld tot een dergelijke verbinding beschikbaar is.
Controleer of de bovenstaande instructies met betrekking tot de afstand
worden gevolgd tot de verzending is voltooid.
Onderdelen van het apparaat zijn magnetisch. Metalen materialen kunnen
worden aangetrokken naar het apparaat en personen met hoorapparaten
mogen het apparaat niet bij het oor met het hoorapparaat houden. Leg geen
creditcards of andere magnetische opslagmedia in de buurt van het apparaat,
omdat de informatie op deze media kan worden gewist.
Medische apparaten
Het gebruik van zendapparatuur, inclusief draadloze telefoons, kan de werking
van onvoldoende beschermde medische apparaten verstoren. Raadpleeg een
arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het
voldoende beschermd is tegen externe RF-energie of als u andere vragen hebt.
Schakel uw apparaat uit in de gezondheidszorginstanties wanneer er op deze
locaties voorschriften zijn die u deze instructies geven. Ziekenhuizen of
gezondheidszorginstanties kunnen apparatuur gebruiken die gevoelig kan zijn
voor externe RF-uitzendingen.
Pacemakers. Fabrikanten van pacemakers raden de gebruiker aan een minimale
afstand van 15,3 cm (6") te bewaren tussen draadloze apparaten en een
pacemaker om potentiële storingen in de pacemaker te verhinderen. Deze
aanbevelingen zijn consistent met het onafhankelijke onderzoek door en
aanbevelingen van Wireless Technology Research. Personen met pacemakers
moeten het volgende doen:
houd het apparaat altijd op een afstand van meer dan 15,3 cm (6") van de
pacemaker.
Draag het apparaat niet dicht bij uw pacemaker wanneer het apparaat is
ingeschakeld. Als u storingen vermoedt, moet u het apparaat uitschakelen
en verplaatsen.