Operation Manual

Copyright © Acronis, Inc. 111
hebt ingeschakeld. Deze toetsencombinatie wordt gewoonlijk op het scherm weergegeven vlak
voordat het besturingssysteem wordt geladen. Door op deze toetsencombinatie te drukken, roept u
het menu op van het installatieprogramma dat in het BIOS is ingebouwd.
Hoe het BIOS-menu eruitziet en wat de namen zijn van de verschillende menuopties, is afhankelijk
van de fabrikant van het BIOS. De bekendste BIOS-fabrikanten zijn Award/Phoenix en AMI. Daar
komt bij dat de items in het standaardmenu meestal dezelfde zijn voor de verschillende BIOS-versies,
maar dat de items in het uitgebreide of geavanceerde menu sterk afhankelijk zijn van de computer
en de BIOS-versie waarover u beschikt.
In het BIOS-menu kunt u onder andere de opstartvolgorde aanpassen. Het beheer van de
opstartvolgorde verschilt in de diverse BIOS-versies, bijvoorbeeld voor AMI BIOS, AWARDBIOS en het
BIOS van andere hardwareleveranciers.
Tegenwoordig kunnen besturingssystemen niet alleen vanaf diskette of de harde schijf worden
opgestart, maar ook vanaf cd-rom, dvd-rom en allerlei andere apparaten. Mogelijk dient u de
opstartvolgorde te veranderen, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat het opstartmedium dat u wilt
gebruiken (cd-rom-/dvd-romstation of USB-stick) het eerste apparaat in de lijst is.
Als in uw computer meerdere harde schijven zijn geïnstalleerd en als aan deze schijven bijvoorbeeld
de stationsletters C:, D:, E: en F: zijn toegekend, kunt u de opstartvolgorde zo veranderen dat het
besturingssysteem bijvoorbeeld vanaf schijf E: wordt opgestart. In dat geval dient u bijvoorbeeld E:,
CD-ROM, A:, C:, D: als opstartvolgorde in te stellen.
Dat betekent niet dat de computer vanaf het eerste apparaat in de lijst wordt opgestart. Het betekent alleen
dat het BIOS de computer eerst vanaf dit apparaat probeert op te starten. Het kan zijn dat schijf E: geen
besturingssysteem bevat, of dat deze schijf is uitgeschakeld. In dat geval probeert het BIOS de computer vanaf
het volgende apparaat in de lijst op te starten.
Merk op dat de volgorde waarin de verschillende schijven worden opgesomd in het BIOS
overeenkomt met de volgorde waarin ze op de IDE-controllers zijn aangesloten (primary master,
primary slave, secondary master, secondary slave). Daarna volgen de SCSI-schijven.
Deze volgorde wordt doorbroken als u de opstartvolgorde in het BIOS wijzigt. Als u bijvoorbeeld
instelt dat de computer vanaf schijf E: moet worden opgestart, wordt in de lijst eerst de harde schijf
vermeld die in normale omstandigheden op de derde plaats komt (gewoonlijk de secondary master).
Sommige moederborden beschikken over een zogenaamd opstartmenu dat u opent door op een bepaalde toets
of toetscombinatie te drukken, bijvoorbeeld F12. In het opstartmenu kunt u het opstartapparaat in een lijst met
opstartbare apparaten selecteren zonder de BIOS-instellingen te wijzigen.
4.14 Herstelopties
In de vensters Opties voor schijfherstel, Opties voor bestandsherstel en Opties voor e-mailherstel
kunt u opties configureren voor het herstelproces van een schijf, partitie of bestand of e-mail. Nadat
u de toepassing hebt geïnstalleerd, zijn voor alle opties de oorspronkelijke waarden ingesteld. U kunt
deze voor uw huidige herstelbewerking of voor alle toekomstige herstelbewerkingen wijzigen.
Schakel het selectievakje De instellingen als standaard opslaan in als u de gewijzigde instellingen
standaard op alle toekomstige herstelbewerkingen wilt toepassen.
Schijf-, bestands- en e-mailherstelopties zijn volledig onafhankelijk van elkaar en moeten door u
afzonderlijk worden geconfigureerd.