Operation Manual
Copyright © Acronis, Inc. 113
U kunt het bestandssysteem op fouten controleren nadat u een partitie hebt hersteld vanaf een
image. Hiertoe schakelt u deze optie in.
Gebruiksbeperkingen voor deze optie:
Deze optie is alleen beschikbaar bij het herstellen van partities die met het FAT16/32- of NTFS-
bestandssysteem zijn geformatteerd.
Merk op dat het bestandssysteem niet op fouten wordt gecontroleerd als het systeem opnieuw
moet worden opgestart tijdens het herstelproces. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer u een
image van een systeempartitie naar zijn oorspronkelijke locatie terugzet.
4.14.3 Computer opnieuw starten
Deze optie is standaard Uitgeschakeld.
Als u wilt dat de computer automatisch opnieuw wordt opgestart wanneer dit nodig is voor herstel,
schakelt u het selectievakje De computer opnieuw starten als dit nodig is voor het herstellen in. U
kunt deze optie gebruiken wanneer een door het besturingssysteem vergrendelde partitie moet
worden hersteld. Wanneer u deze optie inschakelt, wordt de computer tijdens het herstel opnieuw
opgestart zonder tussenkomst van de gebruiker.
4.14.4 Opties voor het herstellen van bestanden
U kunt de volgende opties instellen voor het herstellen van bestanden:
Bestanden met hun oorspronkelijke beveiligingsinstellingen terugzetten: als u de
beveiligingsinstellingen van bestanden hebt behouden tijdens het maken van een back-up (zie De
beveiligingsinstellingen van bestanden beheren (p. 73)), kunt u de bestanden met de
oorspronkelijke beveiligingsinstellingen terugzetten of de beveiligingsinstellingen die ook gelden
voor de map waarnaar de bestanden worden teruggezet aan deze bestanden toewijzen. Deze
instelling is echter alleen van toepassing wanneer u gegevens terugzet uit een back-up van
bestanden en mappen.
Huidige datum en tijd instellen voor herstelde bestanden: geef aan of u de bestanden met de
oorspronkelijke datum- en tijdsaanduiding wilt terugzetten of dat u de huidige datum en tijd wilt
gebruiken. Standaard wordt aan de bestanden de datum- en tijdsaanduiding uit de back-up
toegewezen.
4.14.5 Overschrijfopties instellen
Op de pagina Opties voor overschrijven kunt u aangeven wat u wilt doen als tijdens het terugzetten
van de back-up in de geselecteerde doelmap al een bestand met dezelfde naam aanwezig is.
Standaard worden bestaande bestanden en mappen niet overschreven tijdens het herstelproces.
Als u het selectievakje Bestaande bestanden overschrijven inschakelt, worden bestaande bestanden
automatisch overschreven als in de doelmap al een bestand met dezelfde naam aanwezig is, met
uitzondering van systeembestanden en -mappen, verborgen bestanden en mappen, en bestanden en
mappen die recenter zijn dan de bestanden en mappen die worden teruggezet. Als u ook die
bestanden en mappen wilt overschrijven, schakelt u de overeenkomstige selectievakjes uit.
Als u bepaalde bestanden niet wilt overschrijven, doet u het volgende:
Schakel het selectievakje Verborgen bestanden en mappen in of uit om aan te geven dat
verborgen bestanden en mappen al dan niet moeten worden overschreven tijdens het
herstelproces.