Help gebruiken Ingebouwde Help-functies Help voor gebruikers met een visuele of motorische handicap De Help-documentatie openen Procedurepagina's bekijken Acrobat on line gebruiken Het Adobe Solutions Network openen.
Ingebouwde Help-functies Adobe® Acrobat® 7.0 Professional bevat verschillende ingebouwde functies die u kunnen helpen tijdens het werken met het programma, zoals het Help-venster dat u nu gebruikt: ● ● ● ● Help-documentatie. Procedurepagina's. (Zie Procedurepagina's bekijken.) Met Knopinfo krijgt u de namen te zien van de verschillende knoppen, gereedschappen en besturingselementen in het werkgebied. Deze bijschriften worden weergegeven als u de aanwijzer op het item plaatst waarover u meer wilt weten.
Help voor gebruikers met een visuele of motorische handicap Gebruikers met een visuele of motorische handicap kunnen via de instellingsassistent voor toegankelijkheid instellen hoe PDF-documenten worden weergegeven en worden verwerkt door een schermlezer, schermvergrotingsprogramma of andere ondersteunende hulpmiddelen. De eerste keer dat u Adobe Acrobat 7.
De Help-documentatie openen Acrobat 7.0 wordt geleverd met uitvoerige, ingebouwde documentatie. De documentatie kunt u raadplegen via een gebruiksvriendelijk Help-systeem. De Help-documentatie bevat uitgebreide informatie over opties, opdrachten, begrippen, processen en sneltoetsen. U kunt desgewenst afzonderlijke Help-onderwerpen afdrukken. (Zie Help-onderwerpen afdrukken.) Volledige Acrobat 7.
Onderwerpen zoeken met het Help-navigatievenster Het Help-venster wordt geopend met het tabblad Inhoud geselecteerd in het navigatievenster. ● ● Klik op het tabblad Inhoud om de Help-onderwerpen geordend op onderwerp weer te geven. Het tabblad is vergelijkbaar met de inhoudsopgave van een boek. U kunt op de pictogrammen links van de onderwerpen klikken om meer of minder informatie weer te geven. Klik op de naam van een onderwerp om dat onderwerp te bekijken in het onderwerpvenster.
Navigeren in de geschiedenis van uw Help-sessie In het Help-systeem wordt een geschiedenis bijgehouden van uw Help-sessie, zodat u snel heen en weer kunt schakelen tussen de onderwerpen die u opent. Klik op de werkbalk Help op de knop Vorig onderwerp als u wilt terugkeren naar onderwerpen die u eerder in uw Help-sessie hebt geopend. Klik op de knop Volgend als u weer verder wilt gaan. onderwerp Als u de Help sluit, wordt uw Help-sessie beëindigd en wordt de geschiedenis verwijderd.
Help-onderwerpen afdrukken U kunt alle afzonderlijke onderwerpen vanuit de Help-documentatie afdrukken. Vanuit het Help-venster kunnen onderwerpen alleen afzonderlijk worden afgedrukt. Op de installatie-cd van Acrobat 7.0 staat echter de Volledige Acrobat 7.0 Help-documentatie als een Adobe PDF-bestand. Dit bestand kunt u helemaal of gedeeltelijk afdrukken. Een Help-onderwerp afdrukken: 1. Open het Help-onderwerp. 2. Klik op de knop Onderwerp afdrukken op de werkbalk Help.
Andere Help-functies gebruiken Als u kiest voor Help > Acrobat on line, vindt u koppelingen naar softwaredownloads, productinformatie, ondersteuningsdocumentatie en meer. (Zie Acrobat on line gebruiken.) In het menu Help vindt u ook koppelingen naar verschillende on line bronnen en referentiemateriaal.
Procedurepagina's bekijken De Volledige Acrobat 7.0 Help wordt aangevuld door procedurepagina's die overzichten van de meest gangbare onderwerpen bieden. Het Procedurevenster wordt rechts van het documentvenster weergegeven, zodat uw geopende document niet wordt verborgen. U kunt het Procedurevenster links van het documentvenster laten weergeven, als u dat liever hebt. Er zijn veel sneltoetsen waarmee u kunt navigeren door de procedurepagina's. (Zie Beschrijving van sneltoetsen.
Acrobat on line gebruiken Via Acrobat on line vindt u naast productinformatie en koppelingen voor het downloaden van insteekmodules en updates ook informatie over training, ondersteuning, verticale marktoplossingen en met Acrobat verwante onderwerpen. Acrobat on line gebruiken: 1. Kies Help > Acrobat on line in Acrobat om de webpagina van Adobe te openen. Opmerking: u moet beschikken over een internetverbinding en een geïnstalleerde webbrowser.
Het Adobe Solutions Network openen. Het Adobe Solutions Network biedt verschillende productbronnen en technische bronnen voor ontwikkelaars die met Acrobat en Adobe PDF werken. Hier vindt u SDK's (Software Developer Kits), voorbeeldbibliotheken, de database voor ontwikkelaars en technische handleidingen op het gebied van JavaScript, pdfmark en Distiller®. Het Adobe Solutions Network voor Acrobat bevindt zich op http://partners.adobe.com/ links/acrobat (alleen Engelstalig).
On line ondersteuning gebruiken Als u een internetverbinding hebt, kunt u met de opdracht On line ondersteuning toegang krijgen tot aanvullende bronnen voor meer informatie over Acrobat. Deze bronnen worden voortdurend bijgewerkt.
Klantenondersteuning Als u uw product registreert, hebt u recht op productondersteuning. Bezoek de ondersteuningswebpagina van Adobe of raadpleeg de technische-ondersteuningskaart die bij de Acrobat-documentatie is geleverd, voor meer informatie. Adobe Systems biedt verschillende vormen van geautomatiseerde technische ondersteuning. Raadpleeg voor aanvullende informatie het Leesmij-bestand dat met het programma wordt geïnstalleerd.
GRONDBEGINSELEN VAN ACROBAT Wat is Adobe PDF? Waarom Adobe PDF gebruiken? Werken met Adobe Acrobat Acrobat bijwerken
Wat is Adobe PDF? Het Portable Document Format (PDF) is een universele bestandsindeling waarmee de fonts, afbeeldingen en indeling behouden blijven van brondocumenten die zijn gemaakt in een groot aantal verschillende toepassingen en platformen. PDF is de standaard voor het veilig en betrouwbaar verspreiden en uitwisselen van elektronische documenten over de hele wereld.
Waarom Adobe PDF gebruiken? Overheden en ondernemingen over de hele wereld gebruiken PDF om documentenbeheer te stroomlijnen en de afhankelijkheid van papier te beperken. PDF is bijvoorbeeld het standaardformaat voor de elektronische aanvraag van toestemming voor medicijnen aan de Food and Drug Administration (FDA) van de VS en ook voor het ordenen van elektronische dossiers in de federale rechtbanken van de VS.
Werken met Adobe Acrobat Adobe Acrobat 7.0 Professional-software biedt u krachtige hulpmiddelen die het gemakkelijk maken Adobe PDF-bestanden uit te wisselen, elektronische revisies uit te voeren, documenten vooraf te controleren, invulformulieren te maken, gelaagde tekeningen en tekeningen van een groot formaat te converteren naar PDF en uiteindelijke afdrukuitvoer af te leveren. Blader door deze onderwerpen om een overzicht te krijgen van de mogelijkheden van Acrobat.
Als u wilt navigeren door Adobe PDF-documenten U bladert door de pagina's van een PDF-document door te klikken op de navigatieknoppen op de statusbalk, te drukken op de toetsen Page Up en Page Down of door de verticale schuifbalk te verslepen. Als het PDF-document in de modus Volledig scherm als een diapresentatie wordt weergegeven, gebruikt u de pijltoetsen om door het document te bladeren. (kies Bewerken > Voorkeuren of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS), selecteer Volledig scherm en Navigatiebalk weergeven.
Als u tekst, tabellen of afbeeldingen wilt selecteren en kopiëren Gebruik het Selectiegereedschap om een afbeelding of een kleine hoeveelheid tekst te kopiëren. De aanwijzer in het documentvenster verandert wanneer deze boven tekst, afbeeldingen of tabellen wordt geplaatst. Sleep over de tekst of tabel om deze te selecteren. U selecteert een afbeelding door te klikken op de afbeelding. (Zie Tekst, tabellen en afbeeldingen kopiëren en plakken.
Als u de eigenschappen wilt instellen van gereedschappen en objecten U kunt veel instellingen van Acrobat instellen door Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS) te kiezen. Voor het instellen van de eigenschappen van sommige gereedschappen en andere objecten kunt u de Eigenschappenbalk gebruiken. U wilt bijvoorbeeld dat het gereedschap Notitie geselecteerd blijft tijdens het toevoegen van notities aan een PDF-document.
Als u pagina's wilt invoegen, toevoegen of uitnemen U kunt pagina's invoegen, verwijderen of op een andere manier gebruiken met de opdrachten in het menu Document > Pagina. U hebt de keuze uit de volgende taken: ● ● ● ● ● Pagina's invoegen. U kunt pagina's invoegen uit andere PDF-documenten. Kies Document > Pagina's invoegen en geef aan welk PDF-document u wilt invoegen. Dit is een eenvoudige manier om PDF-documenten te combineren. Pagina's vervangen.
Als u kopteksten, voetteksten, watermerken en achtergronden wilt toevoegen Kies Document > Kop- en voetteksten toevoegen om kop- en voetteksten toe te voegen. (Zie Kopteksten en voetteksten toevoegen.) Als uw document in de oorspronkelijke toepassing paginanummering heeft, verschijnt deze nummering in het PDF-document. Als u pagina's verwijdert of meerdere PDFdocumenten combineert, kan de nummering in de verkeerde volgorde staan.
Als u documenten wilt maken die de functies voor gebruikers van Acrobat Reader uitbreiden. Als u een PDF-document wilt maken dat gebruikers van Adobe Reader enkele gereedschappen en functies biedt die gewoonlijk alleen beschikbaar zijn in Acrobat Standard of Acrobat Professional, neemt u extra gebruiksrechten op.
Als u een beveiligd document wilt maken Acrobat heeft meerdere methoden om beveiliging toe te passen: ● ● ● ● ● ● ● Gebruik digitale handtekeningen om uw goedkeuring te geven aan een PDF-document of formulier dat u hebt ingevuld. (Zie Adobe PDF-documenten ondertekenen.) Certificeer documenten om opeenvolgende wijzigingen niet toe te staan. (Zie Documenten certificeren.
Als u een toegankelijk document wilt maken voor gebruikers met een visuele of motorische handicap Acrobat heeft een aantal functies waarmee u toegankelijke documenten maakt van nieuwe of bestaande PDF-bestanden. ● ● ● ● ● ● Controleer de toegankelijkheid van uw PDF-documenten voordat u deze distribueert onder gebruikers. (Zie De toegankelijkheid van Adobe PDF-documenten controleren.) Optimaliseer PDF-documenten voor opnieuw plaatsen door ze te labelen.
Als u PDF-bestanden wilt bewerken Acrobat heeft een groot aantal functies waarmee u PDF-bestanden kunt ordenen en doorzoeken: ● ● ● ● Gebruik Organizer om snel PDF-bestanden te vinden en ordenen. (Zie Het Organizervenster gebruiken.) Voeg PDF- of andere bestanden toe aan uw Adobe PDF-bestand. (Zie Bijlagen toevoegen aan Adobe PDF-documenten.) Combineer verschillende soorten documenten in één Adobe PDF-bestand met de opdracht PDF maken van meerdere bestanden.
Als u een Adobe PDF-bestand op internet wilt bekijken PDF-documenten kunnen zowel in Acrobat als in een webbrowser worden geopend. In Windows moet u uw webbrowser misschien instellen om PDF-documenten te kunnen bekijken. In Acrobat opent u het venster Internet van het dialoogvenster Voorkeuren. Selecteer Browserinstellingen controleren tijdens starten Acrobat. Controleer ook of PDF in browser tonen is geselecteerd. Start Acrobat vervolgens opnieuw.
Als u een document wilt voorbereiden om on line te bekijken ● ● ● ● ● ● Voeg fonts in wanneer u het Adobe PDF-document maakt. (Zie Aangepaste Adobe PDFinstellingen maken.) Voeg navigatie-elementen toe, zoals bladwijzers en koppelingen. (Zie Werken met bladwijzers en Werken met koppelingen.) Maak een gestructureerd of gelabeld Adobe PDF-bestand om zoveel mogelijk flexibiliteit tijdens het bekijken te bieden. (Zie Info over toegankelijkheid en Adobe PDFdocumenten.) Maak het bestand zo compact mogelijk.
Als u anderen een Adobe PDF-bestand wilt laten reviseren Als u wilt dat mensen uw Adobe PDF-bestand reviseren en opmerkingen maken, kunt u een revisie via e-mail of internet starten om het revisieproces te vereenvoudigen. Met de revisiefuncties worden uw documentrevisies gestroomlijnd door een verscheidenheid aan gereedschappen en geautomatiseerde ondersteuning gedurende de gehele revisiecyclus.
Als u met AutoCAD- of Visio-lagen wilt werken in een Adobe-document ● ● ● ● ● Maak het Adobe PDF-document en voeg alleen de gewenste lagen uit uw AutoCAD- of Visio-bestand toe. (Zie Microsoft Visio-bestanden converteren (Windows) en Autodesk AutoCAD-bestanden converteren (Windows).) Voeg koppelingen en bladwijzers toe om eenvoudig tussen lagen te schakelen. (Zie Navigatiemogelijkheden toevoegen aan lagen.) Voeg lagen indien nodig samen of vlak ze af in Acrobat.
Als u de kleuren in uw document wilt beheren ● ● ● ● ● ● Pas de kleurinstellingen aan als u het Adobe PDF-document maakt. (Zie Aangepaste Adobe PDF-instellingen maken.) Geef een kleurbeheerengine aan, definieer werkruimtes en stel kleurbeheeropties in. (Zie Kleurbeheer in Acrobat.) De kleurscheiding van uw document vooraf bekijken. (Zie Kleurscheidingen vooraf bekijken.
Een document maken voor professionele uitvoer: ● ● ● ● ● Maak het Adobe PDF-document door een Postscript®-bestand met Distiller® te converteren voor meer controle over de PDF-componenten. (Zie PostScript-bestanden maken.) U kunt ook de conversie-instellingen veranderen, als u een PDF-document maakt vanuit een ontwerptoepassing of Acrobat. (Zie Aangepaste Adobe PDF-instellingen maken.) Controleer het document op structurele integriteit. (Zie Preflight.) Bekijk scheidingen en transparanties.
Acrobat bijwerken Acrobat-bestanden en -componenten kunnen op verschillende manieren worden bijgewerkt. Sommige updates worden beschikbaar bij het openen van een Adobe PDFdocument dat het updateproces in werking stelt. Als u bijvoorbeeld een formulier opent dat fonts uit een Aziatische taal gebruikt, vraagt Acrobat of u de fonts wilt downloaden. Andere updates zijn alleen vanuit het menu Help beschikbaar, waar u ze handmatig moet installeren. Sommige updates zijn via beide methoden beschikbaar.
Wat is er nieuw in Adobe Acrobat 7.
Nieuwe functies Nieuwe functies en verbeteringen van Adobe Acrobat 7.0 Professional maken het voor bedrijven mogelijk al hun documentprocessen te vereenvoudigen. Acrobat is een essentiële component van het Adobe® Intelligent Document Platform, ontworpen om het makkelijker te maken mensen, papierwerk en toepassingen zowel binnen als buiten uw bedrijf met elkaar in contact te brengen.
Adobe PDF-documenten maken Met Acrobat 7.0 kunt u vanuit meer toepassingen dan ooit gemakkelijk Adobe PDFbestanden maken. Met de verbeterde functie PDF maken van meerdere bestanden maakt u in één stap een Adobe PDF-bestand van verschillende bestandstypen. PDF-bestanden in één klik maken Met Acrobat Professional kunt u in één klik PDF-bestanden maken zonder Autodesk AutoCAD en veel van uw Microsoft-toepassingen, waaronder Office, Project, Access, Internet Explorer, Visio en Publisher, te verlaten.
Extra gebruiksrechten U kunt een PDF-document voorzien van speciale rechten die meer gereedschappen en functies beschikbaar maken voor gebruikers van Adobe Reader. Ook kunnen de gebruikers de informatie die ze typen op laten slaan in PDF-vorm, documenten ondertekenen, deelnemen aan on line documentrevisies en bestanden toevoegen aan een PDF-document.
Werken met technische documenten Acrobat 7.0 Professional biedt verbeterde creatie van PDF-bestanden vanuit populaire technische toepassingen, zoals Autodesk AutoCAD en Microsoft Visio. De opties voor opmerkingen zijn verbeterd voor de technische gebruiker. ● ● ● ● Verbeterde optie voor de creatie van PDF-bestanden. U kunt vele technische en bedrijfsbestanden converteren naar PDF zonder uw toepassing te verlaten en PDFbestanden gemaakt in AutoCAD zijn voortaan veel kleiner.
Bestandsbijlagen U kunt PDF- en andere bestanden toevoegen aan uw Adobe PDF-document. Als u het PDF-document verplaatst, worden de bijgevoegde bestanden automatisch mee verplaatst. U kunt bijlagen doorzoeken en bewerken en de bewerkingen opslaan in het bijgevoegde bestand. Een beschrijving van elk bijgevoegd bestand verschijnt op het tabblad Bijlagen van het navigatievenster.
Formulieren ontwerpen en beheren Acrobat 7.0 ondersteunt statische en interactieve formulieren. Interactieve formulieren die zijn gemaakt in Acrobat of Adobe Designer, dat bij Acrobat Professional 7.0 wordt geleverd, laten u on line informatie invullen, keuzes maken en het document digitaal ondertekenen. Met Adobe Designer kunt u een nieuw formulier ontwerpen, een formuliersjabloon gebruiken of een invulbaar en interactief formulier maken dat is gebaseerd op een nietinvulbaar formulier.
Reviseren Met Acrobat 7.0 hebt u alle noodzakelijke functies om deel te nemen aan revisies via email of via internet. (Op browser gebaseerde revisies worden in Windows ondersteund door Internet Explorer en in Mac OS door Safari.) Het recht om opmerkingen te mogen toevoegen is afhankelijk van het document, gebruikers van Adobe Reader kunnen hun opmerkingen alleen toevoegen in PDF-documenten met extra gebruiksrechten.
Documentbeveiliging Acrobat 7.0 biedt verbeterde beveiligingsopties, waaronder een krachtigere handtekeningverificatie. U kunt Adobe PDF-documenten maken met een beveiligingsbeleid dat documenten kan laten verlopen en intrekken. Ook kunt u verantwoordelijkheid behouden door bij te houden wie beschermde documenten opent. U kunt bijgevoegde bestanden in een veilige elektronische envelop (eEnvelop) bundelen. Deze is ontworpen om documenten tijdens de verzending te beschermen.
Toegankelijkheid U kunt leesvolgordeproblemen gemakkelijk ontdekken en geavanceerde labelgereedschappen gebruiken om deze problemen te verhelpen. De nieuwe gereedschappen maken het labelen van formulieren, figuren en tabellen eenvoudiger en zelfs de complexe tekstvolgorde van tijdschriften en kranten kan worden gelabeld.
Afdrukproductie Acrobat 7.0 Professional biedt u geavanceerde gereedschappen voor afdrukken. Deze maken een volledig werkproces voor afdrukken met hoge resolutie mogelijk. U hebt een taakbalk Afdrukproductie en verbeterde elementen voor het verwerken van afdrukopdrachten met een hoge kwaliteit: u kunt bestanden uit de afdrukwachtrij verwijderen en de afdrukwachtrij opslaan in Distiller. U kunt eigen productbeschrijvingen als JDF-bestanden (Job Definition Format) opslaan.
XML-mogelijkheden XML-formulieren maken interacties met on line services en compatibiliteit met de documentverwerkingsbehoeften binnen infrastructuren van bedrijven mogelijk. U kunt Adobe Designer, dat bij Acrobat Professional wordt geleverd, gebruiken om gemakkelijk XML-formulieren te maken.
Taalondersteuning De uitgebreide taalondersteuning in Acrobat 7.0 laat u PDF-documenten met fonts in Centraal- en Oost-Europese talen maken, bekijken, doorzoeken en afdrukken. Het invullen van formulieren en opmerkingen en digitale handtekeningen zijn ondersteund in deze talen. Als u een document opent waarvoor extra fonts moeten worden geïnstalleerd, wordt u gevraagd om de juiste taalfontpakketten te installeren met de opdracht Nu controleren op updates.
Aanvullende nieuwe functies Acrobat 7.0 bevat een groot aantal andere nieuwe en uitgebreide functies om het u makkelijker te maken. Verbeterde zoekmogelijkheden U kunt eenvoudig in een map van Adobe PDF-bestanden zoeken naar een bepaald woord of bepaalde woordgroep, ongeacht of die map zich op uw computer of in uw netwerk bevindt. Acrobat vereist niet meer dat documenten worden geïndexeerd. U kunt in PDFbestanden op internet zoeken.
Het werkgebied bekijken Werkgebied Gereedschappen selecteren Documenten openen Navigeren in documenten Documenten bekijken Indelingsgereedschappen gebruiken Het werkgebied aanpassen Voorkeuren instellen Insteekmodules beheren Adobe PDF-documenten weergeven in een webbrowser Werken met niet-Engelse talen in Adobe PDF-bestanden Werken met Adobe Version Cue-projecten
Werkgebied Het Acrobat Professional-venster heeft een documentvenster waarin Adobe PDF-documenten worden weergegeven en aan de linkerzijde een navigatievenster waarmee u door het huidige PDF-document kunt bladeren. In de werkbalken boven aan het venster en de statusbalk onder aan het venster bevinden zich nog andere besturingselementen die u kunt gebruiken bij het werken met PDF-documenten. U kunt ook een Procedure venster aan de rechterzijde openen met een overzicht van veelvoorkomende taken.
De navigatietabs gebruiken Met tabs worden items zoals bladwijzers van documenten, miniaturen op een pagina en artikelen weergegeven. Tabs verschijnen in het navigatievenster aan de linkerzijde van het documentvenster of in zwevende vensters. Tabs in het navigatievenster tonen of verbergen: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● ● ● Beweeg de aanwijzer over de verticale balk die het documentvenster van het navigatievenster scheidt.
Contextmenu's gebruiken Acrobat bevat contextafhankelijke menu's waarin opdrachten worden weergegeven voor het specifieke item onder de aanwijzer. U kunt bijvoorbeeld met de rechtermuisknop op het werkbalkgebied klikken (Windows) of Control ingedrukt houden en klikken (Mac OS) om een contextmenu weer te geven dat werkbalkopties bevat en de meest gebruikte werkbalken weergeeft. Een opdracht kiezen in een contextmenu: 1.
Werkbalken Het werkbalkgebied van Acrobat bevat een reeks werkbalken waarvan enkele standaard verschijnen en de rest is verborgen. Werkbalken die standaard worden geopend A. Werkbalk Bestand B. Werkbalk Taken C. Werkbalk Basis D. Werkbalk Zoomen E. Werkbalk Weergave roteren F. Werkbalk Procedure De werking van de knoppen op de werkbalk Taken wijkt enigszins af van de werking van andere werkbalkknoppen. Aan al deze knoppen is een menu met opdrachten verbonden.
Gereedschappen selecteren Als algemene regel moet u met het handje door PDF-documenten bladeren. U kunt echter een aantal andere handige gereedschappen selecteren op de werkbalken. Een gereedschap selecteren: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● ● ● ● ● ● ● Kies in het menu Opties de werkbalknaam en vervolgens het gewenste gereedschap. Als u een zichtbaar gereedschap op een werkbalk wilt selecteren, klikt u op het gereedschap of maakt u de juiste toetsaanslag.
De werkbalk Eigenschappen gebruiken De werkbalk Eigenschappen geeft eenvoudig toegang tot de eigenschappen van veel gereedschappen en objecten, waaronder koppelingen, opmerkingen, formuliervelden, mediaclips en bladwijzers. Het geselecteerde item bepaalt de inhoud van de werkbalk Eigenschappen. Als de werkbalk Eigenschappen wordt weergegeven, wordt deze standaard als een zwevende werkbalk weergegeven. U kunt deze desgewenst naast de andere werkbalken dokken. De werkbalk Eigenschappen tonen of verbergen: 1.
Documenten openen U kunt een Adobe PDF-document openen vanuit uw e-mailtoepassing, uw bestandssysteem, of een netwerk vanuit een browser, door Bestand > Openen te kiezen in Acrobat of door het nieuwe Organizer-venster te gebruiken. De weergave bij het openen van het PDF-document hangt af van de manier waarop de maker de documenteigenschappen heeft ingesteld. Een document kan bijvoorbeeld worden geopend op een bepaalde pagina of bij een bepaalde zoomfactor.
Navigeren in documenten U kunt in Adobe PDF-documenten navigeren door te bladeren of met behulp van navigatiegereedschappen, zoals bladwijzers, paginaminiaturen en koppelingen. U kunt uw stappen ook in omgekeerde volgorde uitvoeren om terug te keren naar het beginpunt.
Door documenten bladeren Met de besturingselementen voor navigatie op de statusbalk onder in het venster kunt u snel in documenten navigeren. Daarnaast kunt u met menuopdrachten, de werkbalk Navigatie en sneltoetsen door een PDF-document bladeren. Besturingselementen voor navigatie A. Knop Eerste pagina B. Knop Vorige pagina C. Huidige pagina D. Knop Volgende pagina E. Knop Laatste pagina F. Knop Vorige weergave G.
Uw weergavepad nalopen Nadat u door documenten hebt genavigeerd, kunt u uw pad terugvolgen tot de locatie waar u bent gestart. Uw weergavepad nalopen: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● ● ● Als u uw pad in een Adobe PDF-document wilt nalopen, kiest u Beeld > Ga naar > Vorige weergave of Volgende weergave. De opdracht Volgende weergave is alleen beschikbaar als u eerder Vorige weergave hebt gekozen.
Navigeren met bladwijzers Bladwijzers bieden een inhoudsopgave en geven meestal de hoofdstukken en secties in een document weer. Bladwijzers staan in het navigatievenster. Zie Bladwijzers maken voor meer informatie over het toevoegen van bladwijzers aan een Adobe PDF-document. Bladwijzers, tabblad A. Tab Bladwijzers B. Uitgevouwen bladwijzer C. Klik om het menu Opties voor bladwijzers weer te geven. Bladeren met een bladwijzer: 1.
Navigeren met paginaminiaturen Paginaminiaturen zijn miniatuurvoorbeelden van documentpagina's. Met miniaturen kunt u op het tabblad Pagina's de weergave van pagina's wijzigen en naar andere pagina's gaan. Het vak met de rode rand in de miniatuur geeft aan welk gebied van de pagina wordt weergegeven. U kunt het formaat van dit vak wijzigen om het zoompercentage aan te passen. (Zie De weergave vergroten en verkleinen.
Navigeren met koppelingen Klikken op een koppeling in een PDF-document is vergelijkbaar met klikken op een koppeling op een webpagina. Via koppelingen gaat u naar een andere locatie in het document, naar andere PDF-documenten of naar webpagina's. De maker van het PDFdocument bepaalt hoe de koppelingen eruit zien in het PDF-document. Zie Koppelingen maken voor informatie over het toevoegen van koppelingen aan een PDF-document.
Lagen weergeven Informatie kan in verschillende lagen van een Adobe PDF-document worden opgeslagen. De lagen die in het PDF-document worden weergegeven, worden gebaseerd op de lagen die in de oorspronkelijke toepassing zijn gemaakt. U kunt de lagen bekijken en de inhoud die met elke laag is verbonden, tonen of verbergen met de tab Lagen in het navigatievenster. Zie Adobe PDF-lagen voor meer informatie over het werken met lagen. Lagen, tabblad A.
Navigeren door bestanden met bestandsbijlagen Met Acrobat kunt u elk bestand bijvoegen aan een Adobe PDF-bestand, zodat elke gebruiker het kan openen om het te bekijken. Als het PDF-document naar een andere locatie wordt verplaatst, gaat de bijlage automatisch mee. Als u een PDF-document met in de statusbalk. U bijgevoegde bestanden opent, verschijnt het pictogram Bijlage kunt deze bestanden openen om het bestand te bekijken, te bewerken en de wijzigen op te slaan in de bijlage.
Artikelthreads lezen Artikelen zijn elektronische threads waarmee u door een document wordt geleid. Een artikel begint meestal op een bepaalde pagina en wordt vervolgd op een andere pagina verderop in het document, net zoals artikelen in kranten en tijdschriften pagina's overslaan. Als u een artikel leest, wordt de paginaweergave in- en uitgezoomd zodat het scherm wordt gevuld door het huidige deel van het artikel.
Documenten bekijken Acrobat biedt gereedschappen die u helpen de weergave van Adobe PDF-documenten aan te passen, waaronder eenvoudige gereedschappen zoals Inzoomen en Uitzoomen, maar ook meer geavanceerde gereedschappen. U kunt de weergave ook aanpassen door pagina's te roteren en door de pagina's een voor een of doorlopend weer te geven.
Paginapositie aanpassen Met het handje kunt u zich op een pagina verplaatsen, zodat u alle gebieden van de pagina te zien krijgt. Dit is vergelijkbaar met het verplaatsen van een vel papier op uw bureau, zoals u met de hand doet. De paginapositie aanpassen: 1. Selecteer het handje. 2. Ga op een van de volgende manieren te werk: ● Sleep de pagina omhoog of omlaag. Laat de muisknop los om met schuiven te stoppen.
De weergave vergroten en verkleinen De werkbalk en de statusbalk bevatten verschillende methoden om de weergave van PDFdocumenten te vergroten: ● ● ● ● Met de gereedschappen Inzoomen en Uitzoomen kunt u de zoomfactor van het document wijzigen. Met Dynamisch in-/uitzoomen kunt u in- of uitzoomen door de muis of het muiswiel omhoog of omlaag te slepen.
De draadframeweergave gebruiken De draadframeweergave past een constante lijnbreedte (één pixel) toe op lijnen, onafhankelijk van de zoomfactor. Als u het document afdrukt zal de lijnbreedte op de ware breedte worden afgedrukt. De Wireframe-weergave staat standaard uit. Als u de draadframeweergave wilt gebruiken, kiest u Beeld > Draadframe. Deze functie is niet beschikbaar in uw browser.
Pagina-indeling en afdrukstand instellen Het is met name handig de pagina-indeling te wijzigen als u wilt uitzoomen om een overzicht te krijgen van de documentindeling. U kunt de volgende pagina-indelingen gebruiken bij het weergeven van Adobe PDFdocumenten: ● ● ● ● Eén pagina. Hiermee wordt één pagina tegelijk in het documentvenster weergegeven. Doorlopend. Hiermee worden de pagina's in een doorlopende verticale kolom gerangschikt. Naast elkaar.
Weergave met een gesplitst venster gebruiken In de weergave met een gesplitst venster wordt het documentvenster in twee vensters (opdracht Splitsen) of vier vensters (opdracht Werkblad splitsen) verdeeld waardoor u verschillende weergaven of pagina's uit hetzelfde PDF-document tegelijk kunt bekijken. Met de opdracht Splitsen kunt u schuiven, de zoomfactor wijzigen of naar een andere pagina gaan in het actieve venster zonder het andere venster te beïnvloeden.
Een document weergeven in meerdere vensters U kunt meerdere vensters voor hetzelfde document gebruiken met de opdracht Venster > Nieuw venster. Nieuwe vensters hebben hetzelfde formaat en dezelfde zoomfactor en indeling als het oorspronkelijke venster, de vensters openen op dezelfde pagina en bovenop het oorspronkelijke venster. Als u een nieuw venster opent, voegt Acrobat het achtervoegsel 1 aan de oorspronkelijke bestandsnaam en 2 aan het nieuwe venster toe.
Documenten lezen in de leesmodus De leesmodus is ontworpen om u een duidelijk werkgebied te bieden als u PDFom de documenten alleen maar leest. Klik op de knop Werkbalken verbergen menubalk en de navigatiebalk te behouden en een kleine selectie gereedschappen naar de werkbalk onder aan het werkgebied te verplaatsen. Nadat u op de knop Werkbalken verbergen hebt gedrukt, verschijnen een gereedschapsmenu en zoomgereedschappen rechts van de knop Werkbalken verbergen.
Documenten lezen in Volledig scherm In de modus Volledig scherm vullen de PDF-pagina's het volledige scherm. De menubalk, opdrachtenbalk, werkbalk, statusbalk en de besturingselementen voor het venster zijn verborgen. De maker van een document kan instellen dat een PDF-document in een volledig scherm wordt geopend of u kunt deze weergave zelf instellen. Deze weergave wordt vaak gebruikt voor presentaties, waarbij soms ook automatisch de volgende pagina en overgangen worden weergegeven.
Indelingsgereedschappen gebruiken Acrobat Professional bevat een reeks gereedschappen waarmee u de indeling van uw Adobe PDF-documenten gemakkelijk naar wens kunt aanpassen. Deze gereedschappen, zoals rasters, linialen, hulplijnen, meetgereedschappen en het venster Info, zijn met name handig wanneer u formulieren ontwerpt, CAD-tekeningen inspecteert en voorbereidingen treft voor professioneel afdrukken.
Rasters weergeven U kunt met rasters tekst en objecten nauwkeurig in een document uitlijnen. Als het raster is ingeschakeld, is dit zichtbaar op het document. Met de optie Magnetisch raster wordt een object met de dichtstbijzijnde rasterlijn uitgelijnd wanneer u het object verplaatst. Het raster weergeven of verbergen: Kies Beeld > Raster. Wanneer het raster wordt weergegeven, verschijnt er een vinkje naast de opdracht. De optie Magnetisch raster in- of uitschakelen: Kies Beeld > Magnetisch raster.
Liniaalhulplijnen maken Met horizontale en verticale linialen kunt u de grootte van objecten in uw documenten controleren. U kunt ook hulplijnen in uw documenten maken, die vooral handig zijn om objecten, zoals formuliervelden op een lijn te zetten. U kunt de meeteenheid en kleur van de liniaal veranderen. Liniaalhulplijnen maken: 1. Kies Beeld > Linialen om linialen weer te geven. 2.
Objecten in een document meten Met de werkbalk Meten kunt u afstanden en gebieden van objecten in PDF-documenten meten. De meetgereedschappen zijn met name handig als u de breedte, de hoogte of objectgebieden in een formulier of CAD-tekening wilt bepalen of als u bepaalde gebieden van een document wilt meten voordat u deze naar een professionele drukker stuurt.
Het venster Info weergeven In het venster Info kunt u de coördinaten van de muisaanwijzer in het documentvenster zien. De nummering begint in de linkerbovenhoek van het document. In dit venster worden ook de breedte en de hoogte van een geselecteerd object getoond wanneer u het objectformaat wijzigt. Het venster Info gebruiken: 1. Kies Beeld > Navigatietabs > Info. 2. Verplaats de muisaanwijzer om de X- en Y-coördinaten weer te geven.
Het werkgebied aanpassen U kunt de weergave van het werkgebied aanpassen, zodat deze beter bij uw werkstijl past. Zo kunt u bijvoorbeeld de weergave en de locatie van werkbalken en het navigatievenster wijzigen en de positie ervan op het bureaublad vergrendelen. Het werkgebied dat u maakt wordt het standaardwerkgebied in uw systeem totdat u er wijzigingen in aanbrengt. De menubalk tonen of verbergen: Als u de menubalk wilt verbergen, kiest u Beeld > Menubalk.
Voorkeuren instellen In het dialoogvenster Voorkeuren van Acrobat Professional kunt u een standaardpaginaindeling definiëren en het programma op allerlei andere manieren aanpassen. Met deze instellingen wordt het programma in zijn geheel aangepast. De instellingen zijn niet gekoppeld aan een bepaald Adobe PDF-document. Opmerking: als u insteekmodules van derden installeert, kunt u de voorkeuren hiervoor met de menuopdracht Voorkeuren van derden instellen. Voorkeuren instellen: 1.
Categorieën voorkeuren U stelt de voorkeursopties per categorie in: Toegang Hier stelt u voorkeuren in die Adobe PDF-documenten beter toegankelijk maken voor gebruikers met visuele of motorische handicaps. (Zie Toegankelijkheidsvoorkeuren instellen.) Batch-verwerking Hier stelt u voorkeuren in voor batch-verwerking en beveiligingsafhandeling wanneer u een verzameling documenten tegelijk wilt verwerken. (Zie Voorkeuren instellen voor batch-verwerking.
Voorkeuren voor opstarten In het venster Opstarten van het dialoogvenster Voorkeuren kunt u aangeven hoe u documenten wilt openen en hoe u het programma wilt starten. Het venster bevat de volgende opties: Maximaal aantal documenten in lijst met meest recente bestanden Met deze optie stelt u het maximum aantal documenten in dat wordt weergegeven in het menu Bestand (Windows) of wanneer u Bestand > Recent bestand openen (Mac OS) kiest. Voor Windows is het standaardaantal vijf, voor Mac OS is dat negen.
Voorkeuren voor paginaweergave In het venster Paginaweergave van het dialoogvenster Voorkeuren kunt u de volgende opties instellen voor de weergave van pagina's: Standaardpagina-indeling Hiermee stelt u de pagina-indeling voor schuiven in wanneer u een document voor het eerst opent. ArtBox, TrimBox en BleedBox tonen Hiermee geeft u alle illustratie-, bijsnij- of afloopvakken weer die voor een document zijn gedefinieerd. Grote afbeeldingen tonen Hiermee geeft u grote afbeeldingen weer.
Algemene voorkeuren U kunt de volgende opties instellen in het venster Algemeen van het dialoogvenster Voorkeuren: Documentwijzigingen automatisch opslaan in tijdelijk bestand elke Hiermee bepaalt u hoe vaak Acrobat wijzigingen in een openstaand document automatisch opslaat. Automatisch URL's herkennen in tekst Hiermee geeft u aan of webkoppelingen die niet met Acrobat zijn gemaakt automatisch worden herkend in het PDF-document en klikbare koppelingen worden.
Voorkeuren voor Volledig scherm In het venster Volledig scherm in het dialoogvenster Voorkeuren worden opties getoond voor het bekijken van Adobe PDF-documenten in de modus Volledig scherm. Doorgaan elke Hiermee geeft u aan of de volgende pagina automatisch moet worden weergegeven na een bepaald aantal seconden. Ook als de pagina's automatisch worden weergegeven, kunt u door een document bladeren met behulp van de muis of het toetsenbord.
Insteekmodules beheren Insteekmodules voegen extra functionaliteit toe, maar verhogen ook de benodigde hoeveelheid geheugen. Teneinde de benodigde hoeveelheid geheugen te minimaliseren, kunt u desgewenst alleen de insteekmodules installeren die u gebruikt. Een insteekmodule wordt alleen geladen als deze is geïnstalleerd in de map met insteekmodules. U kunt insteekmodules tijdelijk uitschakelen bij het opstarten van de software. Insteekmodule uitschakelen: 1.
Adobe PDF-documenten weergeven in een webbrowser Acrobat maakt het eenvoudig om Adobe PDF-documenten op het web weer te geven. U kunt PDF-documenten in uw browser bekijken of u kunt Acrobat instellen als afzonderlijke hulptoepassing. Met de tweede optie worden PDF-documenten die u van internet opent of downloadt in een afzonderlijk Acrobat-venster geopend.
In een browser in Windows weergeven U kunt het PDF-document in de webbrowser weergeven als u Internet Explorer 5.5 of hoger, Netscape Navigator 7.1 of hoger of America Online 9.0 of hoger gebruikt. Het is mogelijk dat enkele sneltoetsen van Acrobat niet beschikbaar zijn, omdat deze zijn toebedeeld aan de webbrowser. Om dezelfde reden is het mogelijk dat u de gereedschappen en opdrachten in de Acrobat-werkbalk moet gebruiken in plaats van de werkbalk of menubalk van de browser.
In een browser in Mac OS weergeven Acrobat 7.0 werkt automatisch met Safari versie 1.2.3 of hoger en Mac OS 10.3 of hoger om het weergeven van Adobe PDF-documenten gemakkelijk te maken. De eerste keer dat u Acrobat 7.0 opent, wordt uw systeem automatisch geconfigureerd om Acrobat te gebruiken voor het openen van PDF-bestanden in uw browser. Acrobat voegt geen gereedschappen of menu's toe aan de werkbalk en menubalk van Safari.
Werken met niet-Engelse talen in Adobe PDF-bestanden Met Adobe kunt u PDF-documenten met Aziatische (traditioneel en vereenvoudigd Chinees, Japans en Koreaans), Centraal- en Oost-Europese en Cyrillische tekst weergeven, doorzoeken en afdrukken. U kunt deze talen ook gebruiken als u formulieren invult, opmerkingen toevoegt en digitale handtekeningen toepast.
Adobe PDF-bestanden in Aziatische talen Dit gedeelte behandelt het maken en beheren van PDF-bestanden in een Aziatische taal op een niet-Aziatisch systeem. Bijna alle functies van Acrobat zijn beschikbaar voor traditioneel en vereenvoudigd Chinese, Japanse en Koreaanse tekst. In Mac OS is de toepassings- en systeemondersteuning voor Aziatische tekst automatisch.
Informatie over Centraal- en Oost-Europese talen in Adobe PDF-bestanden U kunt werken met Adobe PDF-bestanden die Cyrillische tekst (Bulgaars, Russisch of Oekraïens), Centraal-Europese tekst of Oost-Europese tekst (Tsjechisch, Hongaars of Pools) bevatten, als de fonts zijn ingesloten in de PDF-bestanden. Als de fonts zijn ingesloten, kunt u de bestanden op elk systeem weergeven en afdrukken. Als de fonts niet zijn ingesloten, kan de functie Zoeken toch worden gebruikt.
Werken met Adobe Version Cue-projecten Version Cue is een pakket met innovatieve functies die zijn ontworpen om uw productiviteit te verhogen, of u nu alleen werkt of met anderen samenwerkt. Version Cue integreert ontwerpbeheer in uw bestaande werkprocessen binnen en tussen Acrobat 7.0 Professional, Adobe Creative Suite, Adobe® GoLive® CS, Adobe® Illustrator® CS, Adobe® InDesign® CS en Adobe® Photoshop® CS.
Adobe PDF-bestanden zoeken met Organizer Het Organizer-venster gebruiken
Het Organizer-venster gebruiken Met Organizer kunt u PDF-bestanden die u eerder hebt geopend en PDF-bestanden die u hebt geordend in verzamelingen en favorieten zoeken. In Organizer kunt u miniatuurafbeeldingen van de PDF-pagina's bekijken om snel bestanden te zoeken, gerelateerde PDF-bestanden te ordenen en snel in onlangs bekeken PDF-bestanden te bladeren, te zoeken en deze te sorteren. Het Organizer-venster in Windows A.
Het categorieënvenster van het Organizer-venster gebruiken Het categorieënvenster van het Organizer-venster bevat vier categorieën waarmee u PDFbestanden op uw computer, in een netwerk of op internet kunt vinden en ordenen: ● ● ● ● Geschiedenis bevat subcategorieën waarin alle PDF-bestanden worden weergegeven die u in een specifieke tijdsperiode hebt geopend.
Het venster Bestanden van het Organizer-venster gebruiken Het venster Bestanden in het Organizer-venster geeft de PDF-bestanden weer die zich bevinden in de subcategorie of -map die is geselecteerd in het categorieënvenster. Van elk PDF-bestand worden de naam, bewerkingsdatum, bestandsgrootte, locatie en een miniatuurafbeelding van de eerste pagina weergegeven.
Het venster Pagina's van het Organizer-venster gebruiken Het venster Pagina's van het Organizer-venster geeft miniaturen weer voor elke pagina van alle PDF-bestanden die zijn geselecteerd in het venster Bestanden. Met de zoomschuifregelaar onder aan het venster Pagina's kunt u het formaat van de paginaminiaturen aanpassen.
ADOBE PDF MAKEN Info over het maken van Adobe PDF-bestanden Adobe PDF-bestanden maken vanuit andere toepassingen Adobe PDF-printer gebruiken Een aangepast paginaformaat maken
Info over het maken van Adobe PDF-bestanden U kunt verschillende bestandsindelingen converteren naar Adobe PDF (Portable Document Format), een universele bestandsindeling waarmee alle fonts, opmaak, afbeeldingen en kleuren van een bronbestand worden behouden, ongeacht de toepassing en het platform waarmee het bronbestand is gemaakt. Adobe PDF-bestanden zijn compact en iedereen die over gratis Adobe Reader-software beschikt, kan deze bestanden uitwisselen, weergeven, afdrukken en erin navigeren.
Adobe PDF-bestanden maken vanuit andere toepassingen U kunt via drie methoden Adobe PDF-bestanden maken in andere toepassingen dan Acrobat. Gebruik de opdracht Opslaan als of de opdracht Exporteren om een Adobe PDF-bestand van het huidige bestand te maken. Deze methode is beschikbaar in ontwerptoepassingen als Adobe® InDesign®, Adobe® Photoshop®, Adobe® Illustrator®, en Adobe® PageMaker®.
Adobe PDF-printer gebruiken In een ontwerptoepassing zoals Adobe InDesign gebruikt u de opdracht Afdrukken met de Adobe PDF-printer om uw bestand naar Adobe PDF te converteren. Uw brondocument wordt naar PostScript geconverteerd en direct naar Distiller gestuurd voor conversie naar PDF, zonder dat u Distiller handmatig hoeft te starten. De huidige instellingen en Adobe PDF-instellingen worden gebruikt om het bestand te converteren.
Adobe PDF Voorkeursinstellingen instellen (Windows) Voorkeursinstellingen voor afdrukken gelden voor alle toepassingen waarvoor de Adobe PDF-printer wordt gebruikt, tenzij u de instellingen in een ontwerptoepassing wijzigt met behulp van het menu Pagina-instelling, Document-instelling of Afdrukken.
Adobe PDF-printereigenschappen instellen (Windows) In Windows kunt u de Adobe PDF-eigenschappen meestal ongewijzigd laten, tenzij u een printerdeling of beveiliging hebt ingesteld. Adobe PDF-printereigenschappen instellen: 1. Open het menu Printers op het menu Start en klik met de rechtermuisknop op de Adobe PDF-printer. 2. Kies Eigenschappen. 3. Klik op de tabbladen en selecteer indien nodig opties. De printerpoort van Adobe PDF opnieuw toewijzen: 1.
De Adobe PDF-printer instellen (Mac OS) In Mac OS kunt u de Adobe PDF-printer op drie plaatsen configureren: in Distiller, in het menu voor pagina-instelling van uw ontwerptoepassing en in het dialoogvenster Afdrukken van uw ontwerptoepassing. De Adobe PDF-printer configureren: 1. In Distiller specificeert u de Adobe PDF-instellingen, fontlocaties en beveiliging. (Zie Adobe PDF-bestanden maken met Acrobat Distiller en Voorkeuren voor Distiller instellen.) 2.
Een aangepast paginaformaat maken Het is belangrijk onderscheid te maken tussen paginaformaat (als aangegeven in het dialoogvenster Document-instelling van de brontoepassing) en papierformaat (het vel papier, het stuk film of het gedeelte van de drukplaat waarop u gaat afdrukken). Uw paginaformaat kan bijvoorbeeld A4 zijn (21 bij 29,7 cm), maar u moet misschien op een groter vel papier afdrukken om printermarkeringen en het afloopgebied te kunnen gebruiken.
Adobe PDF-bestanden maken met PDFMaker Informatie over Acrobat PDFMaker Webpagina's converteren in Internet Explorer (Windows) Microsoft Office-bestanden converteren (Windows) Microsoft Office-bestanden converteren (Mac OS) E-mailberichten uit Microsoft Outlook (Windows) converteren Microsoft Project-bestanden converteren (Windows) Microsoft Access-bestanden converteren (Windows) Microsoft Publisher-bestanden converteren (Windows) Microsoft Visio-bestanden converteren (Windows) Autodesk AutoCAD-bestanden c
Informatie over Acrobat PDFMaker Bestanden die zijn gemaakt in een groot aantal toepassingen (waaronder Microsoft Access, Excel, Internet Explorer, Outlook, PowerPoint, Project, Publisher, Visio, Word en Autodesk AutoCAD) kunnen direct worden geconverteerd naar Adobe PDF-bestanden, zonder de ontwerptoepassing te verlaten. PDFMaker wordt altijd en voor elke ontwerptoepassing gebruikt om te converteren en de resulterende bestanden zijn Adobe PDF-bestanden.
Webpagina's converteren in Internet Explorer (Windows) In Internet Explorer 5.01 en hoger worden de werkbalk Adobe PDF en de knop De huidige webpagina converteren naar een Adobe PDF-bestand toegevoegd. Hiermee kunt u de weergegeven webpagina converteren naar een Adobe PDF-bestand of in één eenvoudige bewerking converteren en activiteiten uitvoeren. U kunt meerdere webpagina's en zelfs een complete website direct naar een Adobe PDF-bestand converteren in Adobe Acrobat.
Microsoft Office-bestanden converteren (Windows) Een groot aantal bestandstypen gemaakt in Microsoft-toepassingen kan direct worden geconverteerd naar Adobe PDF zonder de Microsoft-toepassing te verlaten. In alle gevallen wordt PDFMaker gebruikt voor de conversie en zijn de resulterende bestanden Adobe PDF-bestanden. Zie Informatie over Acrobat PDFMaker om te kijken welke toepassingen worden ondersteund.
Info over PDF-conversie-instellingen (Microsoft Officebestanden) De opties in het dialoogvenster Adobe PDFMaker bepalen de instellingen die worden gebruikt door de PDFMaker-functie om PDF-bestanden van een Microsoft Officetoepassingsbestand te maken. Voor meer informatie houdt u uw aanwijzer boven een optie om een samenvatting van de optie weer te geven. (Kies Adobe PDF > Conversieinstellingen wijzigen in de Microsoft-toepassing om het dialoogvenster Adobe PDFMaker weer te geven.
Kopteksten en opmaakprofielen uit Microsoft Word converteren naar Adobe PDF-bladwijzers U bepaalt of kopteksten en opmaakprofielen uit Word naar bladwijzers worden geconverteerd met de opties op het tabblad Bladwijzers van de conversie-instellingen van Adobe PDFMaker. Bovendien kunt u de hiërarchie van de bladwijzers bewerken. Opmerking: als een bestand alinea's bevat die zijn opgemaakt met niet-opeenvolgende koptekstniveaus, voegt PDFMaker lege bladwijzers in voor elk ontbrekend niveau.
Functies in Microsoft Word-documenten converteren naar Adobe PDF-functies U kunt de PDF-conversie-instellingen gebruiken om zichtbare Word-opmerkingen te converteren naar PDF-notities, en om kruisverwijzingen, inhoudsopgaven, voetnoten en eindnoten in Word te converteren naar PDF-koppelingen. Opties voor Word-functies wijzigen: 1. Kies in Word Adobe PDF > Instellingen voor conversie wijzigen en klik op het tabblad Word. 2. Selecteer in de sectie Word-functies de opties die u wilt converteren. 3.
Microsoft Office-bestanden converteren (Mac OS) De standaardinstallatie van Acrobat voegt twee knoppen Converteren naar Adobe PDF toe aan de werkbalk, waarmee u snel en eenvoudig Adobe PDF-bestanden kunt maken in Microsoft Word, Excel, en PowerPoint. Als u deze knoppen gebruikt om PDF-bestanden te maken, definieert u de conversie-instellingen in Distiller. Opmerking: u kunt Excel-bestanden met wachtwoordbescherming niet converteren naar een PDF-bestand.
E-mailberichten uit Microsoft Outlook (Windows) converteren De werkbalk PDFMaker wordt door Acrobat toegevoegd aan de toepassing Microsoft Outlook. Hiermee kunt u een of meer e-mailberichten of een map met e-mailberichten aan een Adobe PDF-bestand bijvoegen of een e-mailbericht aan een bestaand e-mailbericht toevoegen. Met de werkbalk Bijvoegen als PDF kunt u een bestand converteren naar een PDF-bestand en het PDF-bestand bijvoegen aan het e-mailbericht.
Microsoft Project-bestanden converteren (Windows) U kunt Microsoft Project-bestanden op dezelfde manier converteren naar Adobe PDFbestanden als Office-bestanden. U kunt in Project echter alleen de geselecteerde weergave converteren. Kies Adobe PDF > Instellingen voor conversie wijzigen in Project om de PDF-conversie-instellingen te wijzigen. (Zie Info over PDF-conversie-instellingen (Microsoft Office-bestanden) voor informatie over conversie-instellingen.
Microsoft Access-bestanden converteren (Windows) U kunt Microsoft Access-bestanden op dezelfde manier converteren naar Adobe PDFbestanden als Office-bestanden. (Zie Microsoft Office-bestanden converteren (Windows).) Kies Adobe PDF > Conversie-instellingen wijzigen om de PDF-conversie-instellingen te wijzigen. (Zie Info over PDF-conversie-instellingen (Microsoft Office-bestanden).
Microsoft Publisher-bestanden converteren (Windows) Adobe PDF-bestanden die zijn geconverteerd vanuit Microsoft Publisher ondersteunen snijtekens, aflooptekens, koppelingen, bladwijzers, steunkleuren, transparantie en CMYKkleurconversie. Een Microsoft Publisher-bestand naar een Adobe PDF-bestand converteren: 1. Open het Publisher-document. 2. Klik op een van de volgende knoppen op de werkbalk: ● De knop Converteren naar Adobe PDF . ● De knop Converteren naar Adobe PDF en e-mailen .
Microsoft Visio-bestanden converteren (Windows) In de standaardinstallatie van Acrobat wordt de werkbalk PDFMaker toegevoegd aan Microsoft Visio. Hiermee kunt u in Visio een of meer pagina's in een Visio-bestand snel en eenvoudig converteren naar een Adobe PDF-bestand. In Adobe-bestanden die vanuit Visio zijn gemaakt blijven het paginaformaat, ondersteuningslagen, doorzoekbare tekst, eigen eigenschappen, koppelingen, bladwijzers en opmerkingen behouden.
Visio-lagen selecteren voor conversie naar Adobe PDF-lagen U kunt een Visio-tekening die lagen bevat converteren naar een PDF-bestand en sommige of alle lagen in het PDF-document behouden, of u kunt de lagen afvlakken. Te converteren Visio-lagen A. Lagen in het Visio-bestand B. Visio-lagen die naar PDF-lagen moeten worden geconverteerd. Visio-lagen selecteren die moeten worden geconverteerd naar PDF-lagen: 1. Start de conversie van een Visio-bestand naar een Adobe PDF-bestand in Visio.
Autodesk AutoCAD-bestanden converteren (Windows) Met de standaardinstallatie van Acrobat worden drie knoppen Converteren naar Adobe PDF aan de werkbalk toegevoegd. Hiermee kunt u snel en gemakkelijk Adobe PDFbestanden vanuit AutoCAD maken. U kunt uw AutoCAD-gegevens naar een PDF-bestand converteren waarin lagen en indeling worden behouden. U kunt PDF-instellingen maken om de lagen en de status van de lagen in het resulterende PDF-bestand te definiëren.
AutoCAD-lagen selecteren voor conversie naar Adobe PDF-lagen Als u een PDF-bestand wilt maken waarin bepaalde AutoCAD-lagen behouden blijven, kunt u opgeven welke lagen in het PDF-bestand worden behouden. De lijst Lagen in tekening toont alle lagen in het AutoCAD-bestand. U brengt lagen die u in het Adobe PDF-bestand wilt weergeven over van de lijst met AutoCAD-lagen naar de lijst Lagen in tekening. Alleen lagen en objecten van lagen in de lijst met PDF-lagen worden in het Adobe PDF-bestand weergegeven.
Laagconversie-instellingen voor AutoCAD U kunt de configuratie van PDF-instellingen pas een naam geven als u ten minste één AutoCAD-laag uit de lijst Lagen in tekening hebt toegevoegd aan de lijst Lagen in PDF. Tot dan wordt de knop PDF-instelling toevoegen grijs weergegeven. Alle instellingen die u eerder hebt gemaakt, zijn beschikbaar in het menu PDFlaaginstellingen. U kunt deze instellingen ongewijzigd opnieuw gebruiken.
Conversie-instellingen van PDFMaker bewerken (Windows) U kunt een van de verschillende sets vooraf gedefinieerde PDF-instellingen gebruiken om toepassingsbestanden te converteren naar Adobe PDF-bestanden of u kunt de instellingen in het dialoogvenster Acrobat PDFMaker aanpassen. Kies Adobe PDF > Conversieinstellingen wijzigen in uw toepassing van derden om de PDF-conversie-instellingen weer te geven.
Adobe PDF-bestanden maken met Acrobat Adobe PDF-bestanden maken met Acrobat Distiller PostScript-bestanden maken Adobe PDF-bestanden maken van verschillende bestandstypen Adobe PDF-bestanden maken door middel van slepen en neerzetten Adobe PDF-bestanden maken van meerdere bestanden Adobe PDF-bestanden maken van papieren documenten Adobe PDF-bestanden maken van gedownloade webpagina's PDF-bestanden maken van schermafbeeldingen De conversieopties voor afbeeldingsbestanden instellen De conversieopties voor ni
Adobe PDF-bestanden maken met Acrobat Distiller Met Acrobat Distiller maakt u eenvoudig en op reproduceerbare wijze Adobe PDFbestanden volgens uw specificaties. Door aangepaste instellingen te definiëren maakt u PDF-bestanden die specifiek aan uw wensen zijn aangepast. In het venster Acrobat Distiller selecteert u de Adobe PDF-instellingen die u wilt gebruiken bij het converteren van documenten naar PDF-bestanden.
Voorkeuren voor Distiller instellen Met de Distiller-voorkeuren worden algemene Distiller-instellingen bepaald. Distiller-voorkeuren instellen: 1. Kies Bestand > Voorkeuren (Windows) of Distiller > Voorkeuren (Mac OS) in Acrobat Distiller. 2. Geef een van de volgende voorkeuren op: ● Schakel Waarschuwen als mappen niet kunnen worden gecontroleerd in als u gewaarschuwd wilt worden wanneer een gecontroleerde map niet beschikbaar is of onvindbaar is.
PostScript-bestanden maken In sommige gevallen wilt u misschien eerst een PostScript-bestand maken en dit bestand dan converteren naar Adobe PDF. Ervaren gebruikers kunnen deze methode bijvoorbeeld gebruiken om het maken van een PDF-document af te stellen door Distiller-parameters of pdfmark-operatoren in te voegen in het PostScript-bestand. Zie de handleiding voor Acrobat Distiller-parameters en de Reference Manual op http://partners.adobe.com/links/ acrobat (alleen Engelstalig) voor meer informatie.
Gecontroleerde mappen gebruiken om PostScriptbestanden automatisch te converteren U kunt Distiller zo configureren dat bepaalde mappen, ook wel gecontroleerde mappen genoemd, op PostScript-bestanden worden gecontroleerd. Distiller kan maximaal 100 gecontroleerde mappen traceren.
Adobe PDF-bestanden maken van verschillende bestandstypen U kunt verschillende bestandstypen converteren naar Adobe PDF door de bestanden te openen met de opdracht PDF maken uit bestand. Ondersteunde bestandstypen worden weergegeven in het dialoogvenster Bestandstype (Windows) of het menu Tonen (Mac OS). U kunt de standaardinstellingen gebruiken voor de conversie naar een Adobe PDF-bestand of u kunt de conversie-instellingen aanpassen.
Adobe PDF-bestanden maken door middel van slepen en neerzetten U kunt verschillende bestandstypen voor afbeeldingen, HTML en normale tekst converteren naar Adobe PDF-bestanden door deze bestanden naar het documentvenster van het Acrobat-venster of het Acrobat-pictogram te slepen. Een Adobe PDF-bestand maken door middel van slepen en neerzetten: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● (Windows) Sleep het bestand naar het geopende Acrobat-venster of het Acrobatpictogram.
Adobe PDF-bestanden maken van meerdere bestanden U kunt verschillende bestandstypen converteren en in één Adobe PDF-bestand combineren met de opdracht PDF maken van meerdere bestanden in Acrobat. Met deze opdracht kunt u ook PDF-bestanden combineren. Bij deze opdracht worden de conversieinstellingen gebruikt die zijn opgegeven in de voorkeuren voor Converteren naar PDF.
Adobe PDF-bestanden maken van papieren documenten U kunt van een papieren document direct een Adobe PDF-document maken met een scanner. Tijdens het scannen kunt u opgeven of u een doorzoekbaar document wilt maken door OCR (Optical Character Recognition) tijdens het scannen toe te passen, of dat u een PDF-bestand met alleen afbeeldingen wilt maken, dat wil zeggen een bitmap-afbeelding van de pagina's die u kunt bekijken maar niet doorzoeken.
Gescande pagina's converteren naar Adobe PDF U kunt uw scanner uitvoeren met de opdracht PDF maken van scanner. Voordat u met scannen begint, moet u controleren of uw scanner is geïnstalleerd en juist werkt. Volg de scannerinstructies en testprocedures om zeker te zijn van een juiste instelling. (Zie Tips voor scannen.
De opties van Instellingen voor afbeelding gebruiken Met de opties voor Instellingen voor afbeeldingen bepaalt u hoe gescande bestanden in het Adobe PDF-document worden gefilterd en gecomprimeerd. De standaardinstellingen zijn geschikt voor een groot aantal verschillende documentpagina's, maar mogelijk wilt u de instellingen wijzigen voor afbeeldingen van een hogere kwaliteit, voor een kleinere bestandsgrootte of vanwege problemen tijdens het scannen.
Tips voor scannen Lees de volgende tips en methoden voordat u papieren documenten scant: ● ● ● Bij Acrobat scannen worden afbeeldingen tussen de 10 en 3000 ppi geaccepteerd. Als u echter Doorzoekbare afbeelding of Opgemaakte tekst en afbeeldingen selecteert bij PDFuitvoerstijl, is een invoerresolutie van ten minste 144 ppi vereist en wordt een invoerresolutie van 600 ppi of hoger gedownsampled naar 600 ppi of lager.
Gescande pagina's met alleen afbeeldingen converteren naar doorzoekbare tekst Als u geen OCR hebt toegepast tijdens het scannen van het papieren document, kunt u OCR naderhand toepassen met de opdracht Tekst herkennen met OCR. Met OCRsoftware kunt u de tekst in een gescand PDF-bestand doorzoeken, corrigeren en kopiëren. U kunt de pagina's naar een van drie bestandsindelingen converteren: Opgemaakte tekst en afbeeldingen, Doorzoekbare afbeelding (exact) en Doorzoekbare afbeelding (compact).
Woorden corrigeren op geconverteerde pagina's Als u Opgemaakte tekst en afbeeldingen kiest voor PDF-uitvoerstijl, worden bitmaps van tekst 'gelezen' en wordt geprobeerd woorden en tekens voor de bitmaps te vervangen. Als er twijfel bestaat over een vervanging, wordt het woord gemarkeerd als twijfelachtig. Twijfelachtige afbeeldingen worden in de PDF als de oorspronkelijke bitmap van het woord getoond, maar de tekst wordt in een onzichtbare laag achter de bitmap van het woord opgenomen.
Adobe PDF-bestanden maken van gedownloade webpagina's Een Adobe PDF-bestand dat bestaat uit HTML-pagina's is vergelijkbaar met andere Adobe PDF-bestanden. U kunt webpagina's downloaden en converteren door een URL op te geven, door webpagina's te openen via een koppeling in een Adobe PDF-bestand en door een webkoppeling of een HTML-bestand te slepen en neer te zetten op een Acrobatvensterpictogram. De webpagina's worden geconverteerd naar PDF en in het documentvenster geopend.
Webpagina's converteren door een URL op te geven U kunt webpagina's van het hoogste niveau van een URL downloaden en converteren, waarbij elke webpagina indien nodig uit meerdere PDF-pagina's bestaat. U bepaalt of pagina's moeten worden gedownload van het hoogste niveau van een site, van een opgegeven aantal niveaus onder het hoogste niveau of van de gehele site. Als u later een ander niveau aan een site toevoegt die al naar een PDF-bestand is geconverteerd, worden alleen de aanvullende niveaus toegevoegd.
Gekoppelde webpagina's downloaden en converteren Als een webpagina die u hebt geconverteerd naar een Adobe PDF-bestand, koppelingen bevat, kunt u al deze gekoppelde webpagina's downloaden en converteren. De nieuwe pagina's kunnen aan het huidige PDF-bestand worden toegevoegd of in een nieuw bestand worden geopend. Nadat pagina's zijn geconverteerd, veranderen koppelingen naar deze pagina's in interne koppelingen.
Conversie-instellingen opgeven voor het digitaliseren van webpagina's U kunt conversie-instellingen voor elk te downloaden bestandstype instellen. Deze opties gelden voor webpagina's die naar PDF moeten worden geconverteerd en niet voor de pagina's die al zijn geconverteerd. Met het dialoogvenster Voorkeuren kunt u de oorspronkelijke opties herstellen. Het dialoogvenster Instellingen voor webpaginaconversie openen: 1.
De weergaveopties voor geconverteerde HTML-pagina's instellen. U kunt de fonteigenschappen en andere weergavekenmerken, zoals tekst en achtergrondkleuren, van HTML-pagina's bepalen die u naar Adobe PDF-pagina's converteert. Weergave-instellingen voor HTML-pagina's opgeven: 1. Ga als volgt te werk om het dialoogvenster Instellingen voor webpaginaconversie te openen: ● Kies Bestand > PDF maken > Van webpagina of kies Van webpagina in het menu PDF maken op de werkbalk.
Voorkeuren voor Web Capture instellen U kunt verschillende voorkeuren instellen om Adobe PDF-documenten te openen die van pagina's zijn gemaakt en de conversie van webpagina's naar Adobe PDF-documenten aan te passen. Voorkeuren voor Web Capture instellen: 1. Selecteer Web Capture aan de linkerkant van het dialoogvenster Voorkeuren. 2. In het menu Opgeslagen afbeeldingen verifiëren geeft u aan hoe vaak er moet worden gecontroleerd of de afbeeldingen op de webpagina zijn veranderd. 3.
PDF-bestanden maken van schermafbeeldingen U kunt schermafbeeldingen snel naar Adobe PDF-bestanden converteren. Schermafbeeldingen converteren naar Adobe PDF-bestanden: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● ● (Windows) Digitaliseer het huidige venster op het Klembord in een ontwerptoepassing als Adobe Photoshop. Kies dan in Acrobat Bestand > PDF maken > Van klembordafbeelding of kies Van klembordafbeelding in het menu PDF maken.
De conversieopties voor afbeeldingsbestanden instellen U kunt opties voor compressie en kleurbeheer instellen voor ondersteunde afbeeldingsbestanden. De compressie-instellingen worden vooraf gedefinieerd (en zijn niet beschikbaar) voor JPEG en JPEG2000. Opmerking: JPEG2000-compressie is niet achterwaarts compatibel met Acrobat 4.0. Volledige objectstroomcompressie is niet achterwaarts compatibel met Acrobat 4.0 of 5.0.
De conversieopties voor niet-afbeeldingsbestanden instellen U kunt Adobe PDF-instellingen en Adobe PDF-beveiligingsinstellingen voor ondersteunde toepassingsbestanden opgeven. Voor Adobe PDF-instellingen kunt u een vooraf gedefinieerde set met opties selecteren of kunt u de instellingen bewerken door op Weergave te klikken. (Zie Standaardinstellingenbestanden voor Adobe PDF gebruiken en Aangepaste Adobe PDF-instellingen maken.
Weergaveopties voor geconverteerde tekstbestanden instellen U kunt de fonteigenschappen en andere weergavekenmerken bepalen van tekstbestanden die u converteert naar Adobe PDF. Weergave-instellingen voor tekstbestanden opgeven: 1. Ga als volgt te werk om het dialoogvenster Instellingen voor webpaginaconversie te openen: ● Kies Bestand > PDF maken > Van webpagina of kies Van webpagina in het menu PDF maken op de werkbalk. ● Klik op de werkbalk op de knop PDF maken van webpagina .
Adobe PDF-instellingen Standaardinstellingenbestanden voor Adobe PDF gebruiken Aangepaste Adobe PDF-instellingen maken Opties voor Adobe PDF-instellingen Aangepaste Adobe PDF-instellingen beschikbaar maken voor andere gebruikers Afbeeldingen comprimeren en downsamplen Fonts toegankelijk maken en insluiten
Standaardinstellingenbestanden voor Adobe PDF gebruiken Met de Adobe PDF-instellingen, die u kunt aanpassen, bepaalt u de eigenschappen van het gemaakte PDF-bestand. U kunt kiezen uit verschillende sets standaardinstellingen voor Adobe PDF. (Afhankelijk van de Adobe-ontwerptoepassing kunnen de opties verschillen.) Evalueer met uw serviceprovider de standaard PDF-instellingen en bepaal of u deze wilt gebruiken of een eigen set instellingen wilt maken op basis van de vereisten voor prepress en naverwerking.
Aangepaste Adobe PDF-instellingen maken U kunt aangepaste conversie-instellingen maken voor bepaalde taken of uitvoerapparaten. De selecties die u maakt bepalen bijvoorbeeld of de fonts en subsets worden ingesloten bij 100%, hoe vectorobjecten en -afbeeldingen worden gecomprimeerd en/of gesampled en of het Adobe PDF-bestand informatie voor professioneel afdrukken bevat, zoals OPI-instellingen. Zie Opties voor Adobe PDF-instellingen voor gedetailleerde informatie over alle instellingen.
Opties voor Adobe PDF-instellingen U kunt de opties in een geselecteerd instellingenbestand bewerken. De instellingenvensters worden in Windows en Mac OS anders weergegeven.
Algemene opties Met opties van Algemeen kunt u de Acrobat-versie opgeven voor bestandscompatibiliteit en andere bestands- of apparaatinstellingen. Dialoogvenster Adobe PDF-instellingen met het venster Algemeen weergegeven Compatibiliteit Hiermee stelt u het compatibiliteitsniveau van het Adobe PDF-bestand in. Als u PDFbestanden maakt, moet u beslissen welke PDF-versie u wilt gebruiken. Over het algemeen kunt u het beste de meest recente versie (in dit geval 1.
Opties voor afbeeldingen Op het tabblad Afbeeldingen vindt u opties voor de compressie en resampling van afbeeldingen. U kunt met deze opties experimenteren om een juiste balans te vinden tussen de bestandsgrootte en de kwaliteit van de afbeelding. (Zie Afbeeldingen comprimeren en downsamplen.
Opties voor fonts In de opties voor Fonts wordt aangegeven welke fonts u wilt insluiten in een Adobe PDFbestand en of u een subset met tekens die in het PDF-bestand worden gebruikt wilt insluiten. Fonts met licentiebeperkingen worden voorafgegaan door een hangslotpictogram . Als u een font met een licentiebeperking selecteert, wordt de aard van de beperking beschreven in het verklaringsgebied van het dialoogvenster met Adobe PDF-opties.
Kleuropties Alle kleurbeheerinformatie voor Distiller wordt ingesteld op het venster Kleuren van het dialoogvenster Adobe PDF-instellingen, of het nu gaat om de kleurbeheerinformatie van het PostScript-bestand, de CSF's (kleurinstellingenbestanden) van Distiller of de door u aangepaste instellingen. Zie Kleurbeheer in Acrobat voor meer informatie over kleurbeheer. Dialoogvenster Adobe PDF-instellingen met het venster Kleuren weergegeven Instellingenbestand Kies de kleurinstelling die u wilt gebruiken.
Geavanceerde opties Met de opties van het tabblad Geavanceerd wordt bepaald welke DSC-opmerkingen (Document Structuring Conventions) in een Adobe PDF-bestand worden behouden en hoe andere opties die van invloed zijn op de PostScript-conversie worden ingesteld.
Opties voor normen Voordat u het Adobe PDF-bestand maakt, kunt u de documentinhoud van het PostScriptbestand controleren om ervoor te zorgen dat deze voldoet aan de standaardcriteria van PDF/ X1-a, PDF/X-3 of PDF/A. Bovendien kunt u het PostScript-bestand aan aanvullende criteria laten voldoen door opties te selecteren in het venster Normen. De beschikbaarheid van opties hangt af van de standaard die u kiest. De PDF/X-standaard is een ISO-standaard voor de uitwisseling van grafische inhoud.
Aangepaste Adobe PDF-instellingen beschikbaar maken voor andere gebruikers U kunt instellingen opnieuw gebruiken en delen met andere gebruikers. Als u het bestand met de aangepaste instellingen opslaat in de map met standaardinstellingen, wordt het voor alle gebruikers beschikbaar en wordt het opgenomen in het menu Standaardinstellingen. Adobe PDF-instellingenbestanden die op een andere locatie zijn opgeslagen kunt u ook toevoegen aan het menu Standaardinstellingen.
Afbeeldingen comprimeren en downsamplen Bij het converteren van PostScript-bestanden naar Adobe PDF kunt u tekst en lijnillustraties (vectorafbeeldingen) comprimeren en kleuren- en grijswaardenafbeeldingen en monochrome afbeeldingen comprimeren en downsamplen. Lijnillustraties worden als wiskundige vergelijkingen beschreven en zijn meestal afkomstig uit een tekenprogramma, zoals Adobe Illustrator.
Compressiemethoden In Distiller wordt ZIP-compressie toegepast op tekst en lijnillustraties, ZIP- of JPEGcompressie op kleuren- en grijswaardenafbeeldingen, en de compressie ZIP, CCITT Groep 3 of 4 en Run-length op monochrome afbeeldingen. Geschikte compressiemethoden voor verschillende bronillustratietypen A. ZIP B. JPEG C. CCITT D.
Verschillende instellingen toepassen op verschillende afbeeldingen Wanneer in Distiller een bestand wordt verwerkt, worden de compressie-instellingen gewoonlijk op afbeeldingen in het hele bestand toegepast. Als u afbeeldingen in een bestand wilt comprimeren en downsamplen met verschillende methoden, kunt u dit op verschillende manieren doen: ● ● ● ● Gebruik Adobe Photoshop om afbeeldingen te resamplen en te comprimeren voordat u deze verwerkt met Distiller.
Fonts toegankelijk maken en insluiten Wanneer u een PostScript-bestand converteert naar Adobe PDF, heeft Distiller toegang nodig tot de fonts van het bestand om de juiste informatie in het PDF-bestand te kunnen invoegen. Distiller kan op verschillende manieren toegang krijgen tot de fonts van een bestand: ● ● ● Type 1-, TrueType- en OpenType-fonts kunnen in het PostScript-bestand worden opgenomen.
Fonts toevoegen en verwijderen Acrobat bevat een standaardfontmap die door Distiller wordt gecontroleerd. U kunt ook uw eigen fontmappen toevoegen. Als een PostScript-bestand dat in Distiller wordt geconverteerd, verwijst naar een font maar het zelf niet bevat, zoekt Distiller in deze mappen naar de fontinformatie.
Fonts insluiten en vervangen Een font wordt alleen ingesloten als de leverancier van het font een instelling heeft opgenomen om aan te geven dat insluiting is toegestaan. Als u fonts insluit, worden deze niet vervangen wanneer lezers het bestand weergeven of afdrukken en kunnen zij de tekst in het oorspronkelijke font zien. U kunt de tekst niet bewerken als fonts op deze manier zijn ingesloten.
Voorbeeld weergeven van Adobe PDF-documenten zonder ingesloten fonts U kunt een voorbeeld weergeven om te zien hoe vervangen fonts er in uw Adobe PDFdocument uitzien, zodat u kunt bepalen welke fonts moeten worden ingesloten. Een voorbeeld weergeven van een Adobe PDF-document zonder ingesloten fonts: Kies Geavanceerd > Lokale fonts gebruiken in Acrobat om te bepalen of de fonts op uw systeem al dan niet moeten worden genegeerd.
PostScript-fontnamen zoeken Als u een fontnaam handmatig moet invoeren in het venster Fonts van het dialoogvenster Adobe PDF-instellingen, kunt u de exacte spelling van de fontnaam opzoeken in een Adobe PDF-bestand. Een PostScript-fontnaam zoeken: 1. 2. 3. 4. Maak met een willekeurige toepassing een document van één pagina met het font. Maak een Adobe PDF-bestand van het document. Open het PDF-bestand met Acrobat en kies Bestand > Documenteigenschappen > Fonts.
Adobe PDF-inhoud opslaan en converteren Adobe PDF-bestanden opslaan Bestandsgrootte van Adobe PDF-bestanden verkleinen Adobe PDF-documenten converteren naar andere indelingen Afbeeldingen converteren naar een afbeeldingsindeling
Adobe PDF-bestanden opslaan Als u een Adobe PDF-document wijzigt in Adobe Acrobat Professional door bijvoorbeeld opmerkingen toe te voegen, kunt u uw wijzigingen opslaan door het PDF-bestand of een kopie daarvan op te slaan. U kunt wijzigingen in uw werk ook stapsgewijs opslaan en deze wijzigingen herstellen als er zich een probleem voordoet. Opmerking: als u een digitaal ondertekend PDF-document opslaat, wordt de handtekening ongeldig.
Wijzigingen in documenten opslaan U kunt wijzigingen in het huidige Adobe PDF-document opslaan als dit door de documenteigenschappen wordt toegelaten. Zo niet, dan kunt u de wijzigingen opslaan in een nieuw PDF-bestand. Wijzigingen in een PDF-document opslaan: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● ● Als u de wijzigingen in het huidige document wilt opslaan, kiest u Bestand > Opslaan. Als u de wijzigingen in een nieuw bestand wilt opslaan, kiest u Bestand > Opslaan als. Kies Adobe PDF-bestanden (*.
Verlies van wijzigingen voorkomen en herstellen Met de functie Automatisch opslaan wordt uw werk in het geval van een stroomuitval beschermd doordat bestandswijzigingen stapsgewijs en regelmatig worden opgeslagen op de opgegeven locatie. Het oorspronkelijke bestand wordt niet veranderd. In plaats daarvan maakt Acrobat een bestand voor automatisch opslaan met daarin de aangebrachte wijzigingen. Dit bestand kunt u herstellen in het geval van stroomuitval of een ander probleem.
Bestandsgrootte van Adobe PDF-bestanden verkleinen Als u de grootte van Adobe PDF-bestanden verkleint, worden de prestaties van deze pagina's verbeterd (vooral bij toegang via internet) terwijl de weergave niet wordt gewijzigd. U kunt de bestandsgrootte van een Adobe PDF-bestand soms gewoon verkleinen met de opdracht Opslaan als. Hierdoor wordt het bestand opnieuw opgeslagen en is er dus geen toegang nodig tot het bronbestand waarmee het Adobe PDF-bestand is gemaakt.
Adobe PDF-documenten converteren naar andere indelingen U kunt tekst en afbeeldingen in Adobe PDF-documenten converteren naar een andere bestandsindeling met de opdracht Opslaan als. Als u bestanden opslaat naar een bestandsindeling voor afbeeldingen, wordt elke pagina als een apart bestand opgeslagen. U kunt ook inhoud uit PDF-documenten nemen met het selectiegereedschap om tekst, tabellen en afbeeldingen te selecteren en vervolgens in andere toepassingen te kopiëren en plakken.
Conversieopties voor PostScript en Encapsulated PostScript (EPS) U kunt een Adobe PDF-document ten behoeve van drukwerk en prepress converteren naar PostScript. Het PostScript-bestand bevat alle DSC-opmerkingen (Document Structuring Conventions) en andere geavanceerde informatie die door Distiller wordt behouden. U kunt ook een EPS-bestand van een Adobe PDF-document maken voor plaatsing in een ander toepassingsbestand.
Conversieopties voor HTML-, XML-, en normale tekstindeling Afbeeldingen worden standaard geconverteerd naar de indeling JPEG. Codering Hiermee wordt verwezen naar de op internationale standaarden gebaseerde binaire waarden die worden gebruikt om de teksttekens te vertegenwoordigen. UTF-8 is een Unicode-weergave van tekens die meer dan 8 bits per teken gebruiken. UTF-16 is een Unicode-weergave van tekens die meer dan 16 bits per teken gebruiken.
Conversieopties voor JPEG- en JPEG2000-indeling Als u een PDF-document opslaat in een afbeeldingsindeling, wordt elke pagina opgeslagen als een apart bestand. Bestanden worden standaard opgeslagen in dezelfde map als het bronbestand.
Conversieopties voor PNG-indeling De PNG-indeling is nuttig voor afbeeldingen die op het web worden gebruikt. Als u een Adobe PDF-document in een afbeeldingsindeling opslaat, wordt elke pagina als een apart bestand opgeslagen. Bestanden worden standaard in dezelfde map als het bronbestand opgeslagen. Interlace Met de optie Geen wordt de afbeelding pas in de browser weergegeven nadat het downloaden is voltooid.
Conversieopties voor TIFF-indeling TIFF is een flexibele bitmapindeling die wordt ondersteund door vrijwel alle teken-, beeldbewerkings- en paginaopmaaktoepassingen. Als u een Adobe PDF-document opslaat in een afbeeldingsindeling, wordt elke pagina opgeslagen als een apart bestand. Bestanden worden standaard opgeslagen in dezelfde directory als het bronbestand. De resolutie wordt automatisch bepaald. Monochroom Kies een compressie-indeling.
Conversieopties voor Rich Text Format of Microsoft Wordindeling Als u een Adobe PDF-versie van een document hebt, maar niet beschikt over het oorspronkelijke toepassingsbestand, kunt u de tekst opslaan in de indeling RTF (Rich Text Format). RTF is een standaard voor de uitwisseling van inhoud tussen tekstverwerkingstoepassingen. Afbeeldingen worden standaard opgeslagen in een JPEGindeling. U kunt Adobe PDF-bestanden ook converteren naar de indeling Microsoft Word (.doc).
Converteren naar toegankelijke tekst U kunt een PDF-document converteren naar toegankelijke of normale tekst. Met Toegankelijke tekst wordt de voorkeur voor leesvolgorde gevolgd die bij de voorkeuren voor Lezen zijn ingesteld en worden opmerkingen en formuliervelden toegevoegd aan de uitvoer. Met deze optie wordt opmaak zoals regeleinden toegevoegd. In de documentlabels wordt alternatieve tekst gebruikt in plaats van afbeeldingen en figuren.
Afbeeldingen converteren naar een afbeeldingsindeling Naast het opslaan van elke pagina (tekst, afbeeldingen en vectorobjecten) in een afbeeldingsindeling met de opdracht Bestand > Opslaan als, kunt u ook elke afbeelding in een Adobe PDF-bestand converteren naar een afbeeldingsindeling. Opmerking: u kunt wel rasterafbeeldingen, maar geen vectorobjecten exporteren. Elke afbeelding in een Adobe PDF-bestand converteren naar een indeling voor afbeeldingsbestanden: 1.
FORMULIEREN Over Adobe PDF-formulieren Voorkeuren voor formulieren instellen
Over Adobe PDF-formulieren Een Adobe PDF-formulier is een elektronisch formulier dat gegevens van een gebruiker kan verzamelen en deze kan verzenden via e-mail of het web. Een PDF-formulier kan statische of interactieve formuliervelden bevatten. Met interactieve formuliervelden kan de gebruiker het formulier invullen op de computer, terwijl statische formuliervelden moeten worden afgedrukt en met de hand moeten worden ingevuld.
Elementen van een Adobe PDF-formulier Een PDF-formulier dat is gemaakt met Acrobat Professional kan de volgende elementen bevatten: Knop U kunt een handeling aan een knop koppelen, bijvoorbeeld het openen van een bestand, het afspelen van een geluid of het verzenden van gegevens naar een webserver. Selectievakjes Hiermee wordt een serie keuzes weergegeven waarbij u meestal een of meer opties kunt selecteren.
Richtlijnen voor het maken van een nieuw formulier in Adobe Acrobat Professional Als u een nieuw formulier wilt maken, voert u de volgende algemene stappen uit: ● ● ● ● ● Bepaal welke formuliergegevens u wilt verzamelen. Deze vereisten bepalen welke typen velden u aan het formulier toevoegt. Ontwerp een handig, goed ogend formulier. Bekijk voorbeelden van soortgelijke formulieren en maak een schets van het formulier op papier. Bepaal het formaat van het formulier.
Voorkeuren voor formulieren instellen U bestuurt de verschillende onderdelen van de interactie met formuliervelden met de Formuliervoorkeuren. Opmerking: deze voorkeuren worden niet in een PDF-formulier opgeslagen. De Formuliervoorkeuren hebben alleen invloed op de wijze waarop formulieren die u opent worden behandeld door Acrobat. Formuliervoorkeuren instellen: 1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS) en selecteer Formulieren. 2.
Adobe PDF-formulieren maken Adobe Designer gebruiken om formulieren te maken (Windows) Een formulier invulbaar maken Nieuwe formulieren maken Formuliervelden maken en bewerken Eigenschappen van Acrobat-formuliervelden instellen Formuliervelden plaatsen Sjablonen gebruiken om met Acrobat dynamisch formulieren te genereren Knoppen maken Adobe PDF-formulieren toegankelijk maken Adobe PDF-formulieren gereed maken voor het web Aangepaste JavaScripts gebruiken in formulieren
Adobe Designer gebruiken om formulieren te maken (Windows) Adobe Designer is een toepassing die bij Adobe Acrobat Professional voor Windows wordt geleverd en die u ook afzonderlijk kunt aanschaffen. Met Designer kunt u nieuwe formulieren maken, formulieren maken aan de hand van formuliersjablonen of invulbare interactieve formulieren maken op basis van niet-invulbare formulieren.
Adobe Designer (Windows) Met Adobe Designer kunt u gemakkelijk formulierontwerpen maken die kunnen worden gebruikt als Adobe PDF-formulieren of HTML-formulieren. Met Designer kunt u afbeeldingen en formulierobjecten zoals keuzelijsten, vervolgkeuzelijsten en knoppen op een leeg formulier slepen.
Adobe Designer starten (Windows) U kunt de toepassing Adobe Designer starten vanuit Adobe Acrobat Professional wanneer u een taak moet uitvoeren die betrekking heeft op formulieren, of u kunt Designer starten als zelfstandige toepassing op uw computer. (Klik voor meer informatie over het gebruik van Adobe Designer op Help > Adobe Designer Help in Adobe Designer.
Een formulier invulbaar maken U kunt interactieve formuliervelden toevoegen aan een PDF-document met behulp van de uitgebreide formuliergereedschappen die beschikbaar zijn in Adobe Designer (Windows) of de basisgereedschappen die beschikbaar zijn in Acrobat Professional. Als u de gereedschappen met de meest uitgebreide functionaliteit wilt gebruiken, geavanceerde formulieren wilt maken of als de formulieren van essentieel belang voor uw bedrijf zijn, gebruikt u Adobe Designer.
PDF-formulieren maken aan de hand van bestaande papieren formulieren Als u een Adobe PDF-formulier maakt van een bestaand formulier, kunt u de huisstijl van uw bedrijf behouden en tegelijkertijd tijd besparen, omdat u geen nieuw formulier hoeft te ontwerpen.
Nieuwe formulieren maken Adobe Designer is een clientgebaseerd grafisch hulpmiddel waarmee u heel gemakkelijk door middel van klikken en aanwijzen formulierontwerpen kunt maken die u als Adobe PDF- of HTML-formulieren kunt gebruiken. Met behulp van Designer kunt u een nieuw leeg formulier maken, of een formulier maken aan de hand van een sjabloon. U hebt ook de mogelijkheid om voorbeeldformulieren te bekijken.
Formuliervelden maken en bewerken Als u met de formuliergereedschappen van Acrobat al een PDF-formulier hebt gemaakt, maar de uitgebreide formuliergereedschappen van Designer wilt gebruiken, kunt u het PDF-formulier naar Designer importeren. U kunt het formulier ook importeren via de opdracht Invulbaar formulier bewerken in Acrobat.
Formuliervelden in Acrobat bewerken of verwijderen U kunt de eigenschappen van een of meer formuliervelden tegelijk wijzigen. Ook kunt u een of meer formuliervelden vergroten, verkleinen of verwijderen. Een of meer formuliervelden vergroten of verkleinen: 1. Selecteer de formuliervelden die u wilt vergroten of verkleinen. (Zie Formuliervelden selecteren.) 2.
Formuliervelden selecteren U kunt meerdere formuliervelden selecteren en vervolgens de weergave, grootte en locatie van alle formuliervelden tegelijkertijd wijzigen. Als u meerdere formuliervelden selecteert, wordt het laatst geselecteerde formulier rood gemarkeerd en als anker gebruikt. De overige formuliervelden worden blauw gemarkeerd. Als u een rechthoek gebruikt om formuliervelden te selecteren, wordt het formulierveld dat het eerst is gemaakt, het anker.
Formuliervelden dupliceren U kunt formuliervelden op dezelfde pagina of van de ene naar de andere pagina dupliceren. Wanneer u een formulierveld dupliceert, kunnen gebruikers één formulierveld invullen, waarna de gegevens in alle formuliervelden met dezelfde naam verschijnen, ongeacht de pagina waarop deze zich bevinden. De gekopieerde formuliervelden kunnen er anders uitzien, maar moeten dezelfde naam en handelingen bezitten.
Meerdere formuliervelden maken met Acrobat U kunt snel meerdere formuliervelden van hetzelfde type of van verschillende typen maken. U stelt de eerste rij of kolom van de formuliervelden in. Dit is de ankerrij of kolom. Vervolgens selecteert u het aantal rijen en kolommen, het formaat van de velden en de algemene positie van alle velden op de pagina. De nieuwe velden krijgen een naam die is afgeleid van de ankernaam plus een getal.
Eigenschappen van Acrobat-formuliervelden instellen U kunt allerlei eigenschappen van een Acrobat-formulierveld instellen, afhankelijk van het veldtype. De formuliervelden keuzelijst met invoervak en tekstvak hebben bijvoorbeeld de eigenschappen indeling, validatie en berekening, maar deze instellingen zijn niet beschikbaar voor een selectievakje. U kunt tijd besparen als u formuliervelden maakt door standaardeigenschappen op te geven voor een specifiek type formulierveld.
De tabvolgorde van formuliervelden definiëren Als een PDF-document niet gelabeld is en er geen tabvolgorde voor het document is opgegeven, wordt de tabvolgorde van de formuliervelden bepaald door de volgorde waarin de velden zijn gemaakt. Als een PDF-document wel gelabeld is, bepaalt de documentstructuur de tabvolgorde van de formuliervelden, tenzij de gebruiker de optie Tabvolgorde in de voorkeuren voor toegankelijkheid heeft uitgeschakeld. (Zie Toegankelijkheidsvoorkeuren instellen.
Eigenschappen van Acrobat-selectievakjes wijzigen Selectievakjes zijn de eenvoudigste formuliervelden. Selectievakjes hebben dezelfde tabbladen Algemeen, Weergave en Handelingen als de andere typen formuliervelden. Het tabblad Opties bevat enkele eenvoudige eigenschappen die u kunt wijzigen om het selectievakje aan te passen. Opmerking: de grootte van het vinkje binnen het selectievakje wordt bepaald door de grootte van het font dat u opgeeft op het tabblad Weergave.
Eigenschappen van keuzelijsten met invoervakken wijzigen Op het tabblad Opties van het dialoogvenster Eigenschappen van keuzelijst met invoervak geeft u een lijst met items en exportwaarden op die een gebruiker kan selecteren en geeft u aan hoe de items worden beheerd. U kunt de gebruiker toestaan een eigen waarde direct in het invoervak te typen. Eigenschappen van keuzelijsten met invoervakken wijzigen: 1. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen van selectievakje op het tabblad Opties. 2.
Eigenschappen van tekstvelden wijzigen Tekstvelden kunnen worden ingesteld voor het accepteren van gebruikersinvoer, voor het weergeven van tekstreeksen en voor het invoeren van meerdere tekstregels. U kunt ook allerlei eigenschappen voor tekstvelden instellen. Zo kunt u het aantal tekens beperken dat een gebruiker in het veld mag invoeren en kunt u lijnen weergeven tussen de tekens in het tekstveld. Tekstvelden met en zonder de eigenschap Combinatie A.
Indelingsopties U kunt de indeling van gegevens die worden ingevoerd in tekstvakken en invoervakken met keuzelijsten, kiezen in het menu Selecteer een opmaakcategorie (bijvoorbeeld getallen, percentages, datums en tijden). In de categorie Speciaal kunt u de indeling selecteren voor postcodes, telefoonnummers en SOFI-nummers. U kunt ook de optie Willekeurig masker gebruiken om te bepalen wat voor tekens de gebruiker op een bepaalde positie kan invoeren en hoe de gegevens in het veld worden weergegeven.
Verificatieopties Gebruik verificatieopties om invoer te beperken tot bepaalde bereiken, waarden of tekens. Zo zorgt u ervoor dat gebruikers de juiste gegevens invoeren in een bepaald formulierveld. U kunt ook eigen JavaScripts gebruiken om andere typen verificatie te definiëren, bijvoorbeeld als u alleen alfabetische invoer in een formulierveld wilt toestaan. Als u toegang wilt tot de Acrobat JavaScript Scripting Reference, gaat u naar http:// partners.adobe.
Berekeningsopties Met de berekeningsopties kunt u wiskundige bewerkingen uitvoeren op bestaande invoer in formuliervelden en het resultaat weergeven. U kunt de gebruikelijke, vooraf gedefinieerde bewerkingen uit het dialoogvenster met berekeningseigenschappen gebruiken of u kunt meer complexe bewerkingen definiëren met een eigen JavaScript. Als u toegang wilt tot de Acrobat JavaScript Scripting Reference, gaat u naar http:// partners.adobe.com/links/acrobat (alleen Engelstalig) op de website van Adobe.
Eigenschappen van keuzelijsten wijzigen De eigenschappen van een keuzelijstveld lijken op die van een keuzelijst met invoervak. Met het tabblad Selectiewijziging kunt u een JavaScript-handeling toewijzen die steeds wordt uitgevoerd als een gebruiker een item in de lijst selecteert of schakelt tussen de items. U kunt bijvoorbeeld een geluid afspelen of een afbeelding weergeven als de gebruiker iets anders selecteert. Eigenschappen van keuzelijsten wijzigen: 1.
Eigenschappen van keuzerondjes wijzigen Als u gerelateerde keuzerondjes wilt maken, moet elk veld voor een keuzerondje dezelfde eigenschap Naam hebben als de gerelateerde keuzerondjes. Ook moet elk veld een unieke exportwaarde hebben. De exportwaarde is de informatie die door een CGI-toepassing op een webserver wordt gebruikt om het keuzerondje te identificeren. (Zie CGIexportwaarden definiëren.) Eigenschappen van keuzerondjes wijzigen: 1.
Eigenschappen van velden voor digitale handtekeningen wijzigen Als u een formulierveld voor digitale handtekening maakt, kunt u een handeling opgeven die wordt uitgevoerd wanneer het formulierveld wordt ondertekend. (Zie Adobe PDFdocumenten ondertekenen.) Eigenschappen van velden voor digitale handtekening wijzigen: 1.
Formuliervelden plaatsen U kunt formuliervelden handmatig in een PDF-bestand plaatsen of u kunt de velden ten opzichte van elkaar uitlijnen, centreren of verdelen. U kunt een raster gebruiken om de velden precies op de gewenste plaats te zetten.
Formuliervelden handmatig verplaatsen U kunt een of meer formuliervelden handmatig in een PDF-bestand plaatsen door de velden te slepen of door de toetsen op het toetsenbord te gebruiken. Ook kunt u de opdrachten Knippen en Plakken gebruiken. Een of meer formuliervelden verplaatsen: 1. Selecteer de formuliervelden. 2.
Formuliervelden uitlijnen, centreren en verspreiden U kunt snel formuliervelden plaatsen door ze ten opzichte van elkaar of de pagina uit te lijnen of door ze ten opzichte van elkaar te verspreiden. Formuliervelden uitlijnen: 1. Selecteer op de werkbalk Formulieren de optie die u hebt gebruikt om het formulierveld te maken. 2. Druk op Shift en selecteer de formuliervelden die u wilt uitlijnen. U moet minimaal twee formuliervelden selecteren. 3.
Formuliervelden plaatsen met behulp van het raster U kunt rasters gebruiken om formuliervelden exact op een pagina te plaatsen. De rasterlijnen worden niet afgedrukt. U kunt de afstand, de kleur en de positie van een raster bepalen. U kunt ook aangeven of de grenzen van een formulierveld zich magnetisch aan rasterlijnen hechten wanneer u het formulierveld bewerkt. (Zie Rasters weergeven.
Sjablonen gebruiken om met Acrobat dynamisch formulieren te genereren U kunt een pagina in uw document als sjabloon instellen. Deze pagina kan dan worden gebruikt om dynamisch een nieuw formulier te genereren of snel PDF-pagina's te dupliceren. Het komt erop neer dat u een formulier kunt maken dat dynamisch een ander formulier genereert. Met sjablonen kan de gebruiker zo veel formulierpagina's invullen als nodig is. Er worden ter plekke aanvullende pagina's (compleet met nieuwe formuliervelden) gemaakt.
Knoppen maken Knoppen worden meestal gekoppeld aan formulieren, maar u kunt knoppen ook toevoegen aan andere documenten. Met knoppen kan een bestand worden geopend, kan een geluids- of filmclip worden afgespeeld, kunnen gegevens naar een webserver worden verzonden en nog veel meer.
Interactieve knoppen maken Knoppen bieden een eenvoudige, intuïtieve manier om gebruikers een handeling te laten uitvoeren in Adobe PDF-documenten. Knoppen kunnen een combinatie van labels en pictogrammen bevatten om gebruikers door een reeks handelingen of gebeurtenissen te leiden door te veranderen als de muis wordt verplaatst. U kunt bijvoorbeeld knoppen maken met de labels Afspelen, Pauzeren en Stoppen en bijbehorende pictogrammen.
Knopweergaven aanpassen Een knop kan een label, een pictogram of beide hebben. U kunt bepalen hoe de knop wordt weergegeven in elke muisstatus (indrukken, loslaten en aanwijzen). U kunt bijvoorbeeld een knop maken die het label Home heeft totdat de muisaanwijzer boven de knop wordt geplaatst. Dan kan het label veranderen in Klik om terug te keren naar homepage. Knopindeling A. Alleen label B. Alleen pictogram C. Pictogram boven, label eronder D. Label boven, pictogram eronder E.
Afbeeldingsknoppen tonen en verbergen In sommige gevallen wilt u mogelijk dat het knopgebied onzichtbaar is totdat de muisaanwijzer erover wordt geplaatst. Door de knop afwisselend te tonen en te verbergen, kunt u interessante visuele effecten in een document maken. Wanneer u bijvoorbeeld een aanwijzer verplaatst over een stad op een kaart, kan een plattegrond van de stad worden weergegeven. De plattegrond kan weer verdwijnen als de aanwijzer bij de stad weggaat. Pictogrammen tonen en verbergen A.
Adobe PDF-formulieren toegankelijk maken U kunt formuliervelden toegankelijk maken voor visueel en motorisch gehandicapten door labels toe te voegen aan het PDF-bestand en door dit op de juiste manier te structureren. (Zie Bestaande Adobe PDF-documenten toegankelijk maken.) Verder kunt u de formulierveldeigenschap Knopinfo gebruiken om de gebruiker informatie over het veld of instructies te geven.
Adobe PDF-formulieren gereed maken voor het web PDF-formulieren kunnen nuttig zijn voor het verzenden en verzamelen van informatie via het web. Dit gebeurt door verscheidene knophandelingen aan te bieden waarmee functies kunnen worden uitgevoerd die lijken op bepaalde HTML-scriptmacro's. Dit proces werkt alleen als u een CGI-toepassing op de webserver hebt voor het verzamelen en routeren van de gegevens naar een database.
Acrobat-verzendknoppen maken Gebruik de handeling Een formulier verzenden om formuliergegevens naar een emailadres of webserver te verzenden door een URL (Uniform Resource Locator) op te geven. U kunt de knop Verzenden ook gebruiken om andere bestanden terug te sturen naar een server of een database. U kunt bijvoorbeeld gescande afbeeldingen of bestanden als bijlage aan een formulier koppelen. De bestanden worden met de rest van de formuliergegevens verzonden als u klikt op de knop Verzenden.
Knoppen om formulier opnieuw in te stellen maken Gebruik de handeling Een formulier opnieuw instellen om een knop te maken waarmee gebruikers al ingevoerde formuliergegevens kunnen wissen. Een knop Formulier opnieuw instellen maken: 1. Selecteer op de werkbalk Formulieren het gereedschap Knop en maak een knop. (Zie Interactieve knoppen maken.) 2. Dubbelklik op de knop om het dialoogvenster Eigenschappen van knop te openen. 3.
Knoppen voor het importeren van gegevens maken U kunt de handeling Formuliergegevens importeren gebruiken om gebruikers de mogelijkheid te bieden veelgebruikte formuliervelden, zoals naam en e-mailadres, in te vullen met gegevens die zijn geïmporteerd uit een ander formulier. Gebruikers kunnen de knop Gegevens importeren ook gebruiken om veelgebruikte formuliervelden te vullen met hun persoonlijke profielinformatie. Alleen formuliervelden die overeenkomen, worden bijgewerkt.
CGI-exportwaarden definiëren Een exportwaarde is de informatie die naar een CGI-toepassing wordt verzonden om een door de gebruiker geselecteerd formulierveld te identificeren. U hoeft alleen een exportwaarde te definiëren als beide volgende voorwaarden gelden: ● ● De gegevens worden elektronisch in een database verzameld via een bedrijfsintranet of het web. De gegevens verschillen van het item dat wordt aangeduid door het formulierveld, of het formulierveld is een keuzerondje.
Aangepaste JavaScripts gebruiken in formulieren Met de JavaScript-taal kunt u interactieve webpagina's maken. Adobe heeft JavaScript uitgebreid, zodat u de interactiviteit gemakkelijk in uw PDF-formulieren kunt integreren. JavaScript wordt in Acrobat Professional het meest gebruikt voor opmaak, berekeningen, gegevensverificatie en het toewijzen van een handeling. U configureert Adobe PDFformulieren ook om direct verbinding met databases te maken met behulp van ODBC (alleen Windows).
Adobe PDF-formulieren invullen Adobe PDF-formulieren invullen Adobe PDF-formulieren voltooien Formuliergegevens importeren Formuliergegevens exporteren Voltooide formulieren per e-mail verzenden
Adobe PDF-formulieren invullen Adobe PDF-formulieren kunnen statisch of interactief zijn. Statische PDF-formulieren kunnen alleen worden ingevuld wanneer ze zijn afgedrukt, terwijl interactieve PDFformulieren formuliervelden bevatten die u op het scherm kunt invullen. Een PDFformulier wordt interactief als de maker ervan het document voorziet van de juiste formuliervelden en eigenschappen. U kunt dit doen via Adobe Designer, Adobe Acrobat Professional, Acrobat Content Server of Adobe® GoLive® CS.
Adobe PDF-formulieren voltooien Als een PDF-formulier interactieve formuliervelden bevat, kunt u het formulier invullen met het handje (werkbalk Basis). Als u het handje op een interactief formulierveld plaatst, verandert het handje in een hand met een wijzende vinger wijzende vinger en een plusteken , een pijlpictogram , een hand met een of een invoegcursor . Als de formuliervelden niet interactief zijn, verandert het handje niet.
Velden automatisch aanvullen Met de voorkeur om formuliervelden automatisch aan te vullen kunt u tijd besparen bij het invullen van formulieren. Als de eerste paar letters die u typt overeenkomen met iets dat u hebt getypt in een eerder formulierveld, wordt een lijst weergegeven van de teksten die het meest overeenkomen of wordt automatisch een tekst ingevuld die zeer waarschijnlijk correct is. Voorkeuren instellen voor automatisch aanvullen: 1.
Formuliervelden die meerdere pagina's omspannen Dynamisch PDF-formulieren kunnen dynamische tekstvelden bevatten waarvan de grootte toeneemt naarmate u meer gegevens invoert. Als dat nodig is, kan het veld meerdere pagina's omspannen. In dynamische tekstvelden verschijnt een schuifbalk wanneer u zoveel tekst hebt ingevoerd dat deze niet meer binnen de huidige grootte van het veld past.
Typen in formulieren met streepjescodes PDF-formulieren kunnen formuliervelden met streepjescodes bevatten die de maker van het PDF-formulier voor identificatiedoeleinden heeft toegevoegd, bijvoorbeeld voor de inventarisatie van producten. Streepjescodevelden kunnen statisch of interactief zijn. Interactieve streepjescodevelden die in Designer worden gemaakt, coderen automatisch de gegevens die in de formuliervelden zijn ingevoerd.
Spelling controleren van tekst in formulieren U kunt de spelling controleren van de tekst die u typt in notitieopmerkingen en formuliervelden. U kunt echter niet de tekst controleren van het onderliggende Adobe PDF-document. (Als u dat wilt doen, gebruikt u de brontoepassing om de spelling van het document te controleren voordat u het PDF-document maakt.) Niet-herkende woorden worden onderstreept weergegeven nadat u deze hebt getypt.
Formuliergegevens importeren U kunt een PDF-formulier niet alleen handmatig invullen, maar u kunt ook bestandsgegevens uit een tekstbestand (TXT), Extensible Markup Language-bestand (XML), Acrobat Form Data Format-bestand (FDF), XML Data Package-bestand (XDP), FormFlow99 Data-bestand (XFD) of Acrobat XFDF-bestand (XFDF) importeren in een PDF-formulier.
Formuliergegevens exporteren U kunt de gegevens die u hebt ingevoerd in een formulier, exporteren naar een afzonderlijk bestand. Door formuliergegevens te exporteren, kunt u bestaande gegevens exporteren naar een bestand dat aanzienlijk kleiner is dan het originele PDF-bestand. Een kleiner bestand heeft de voorkeur als de gegevens worden gearchiveerd of elektronisch worden gedeeld.
Voltooide formulieren per e-mail verzenden PDF-formulieren kunnen een knop Verzenden bevatten waarmee de gegevens die u hebt ingevoerd in het formulier, worden geëxporteerd. U kunt deze gegevens dan met uw eigen e-mailtoepassing verzenden. U hebt de mogelijkheid om de gegevens met een lokale of webgebaseerde e-mailtoepassing te verzenden, of u kunt de formuliergegevens later verzenden.
PDF-formulieren verzenden met een lokale emailtoepassing Wanneer u klikt op een knop Verzenden op basis van e-mail in een PDF-formulier, hebt u de mogelijkheid om de formuliergegevens met de gewenste lokale e-mailtoepassing te verzenden. Een PDF-formulier verzenden met een lokale e-mailtoepassing: 1. Nadat u het PDF-formulier hebt ingevuld, klikt u op de knop Verzenden of Formulier retourneren op het PDF-formulier. 2.
PDF-formulieren verzenden met een e-mailservice op basis van het web Wanneer u klikt op een knop Verzenden op basis van e-mail in een PDF-formulier, hebt u de mogelijkheid om de formuliergegevens met een e-mailservice op basis van het web te verzenden. Een PDF-formulier verzenden met een e-mailservice op basis van het web: 1. Klik op de knop Verzenden of Formulier retourneren op het PDF-formulier.
Een PDF-formulier op een ander moment verzenden Wanneer u in een PDF-formulier op een knop Verzenden op basis van e-mail klikt, kunt u de formuliergegevens desgewenst op de computer opslaan en op een later ogenblik verzenden. Een PDF-formulier op een ander moment verzenden: 1. Klik op de knop Verzenden of Formulier retourneren op het PDF-formulier. Als de formuliervelden leeg zijn, wordt het dialoogvenster Een leeg exemplaar van het formulier verzenden via e-mail weergegeven.
Gegevens van verzonden formulieren verzamelen Formuliergegevens per e-mail verzamelen
Formuliergegevens per e-mail verzamelen Nadat u een PDF-formulier met formuliervelden en een knop Verzenden op basis van email hebt gemaakt, kunt u met de opdracht Werkstroom voor de verzameling van formuliergegevens starten het formulier snel per e-mail naar andere gebruikers distribueren. Als een ontvanger het PDF-formulier heeft ingevuld, wordt de ontvanger stap voor stap geholpen om de formuliergegevens te retourneren naar het e-mailadres dat wordt opgegeven bij de knop Verzenden.
Een werkblad maken van formuliergegevens Als u PDF-formuliergegevens van meerdere gebruikers in FDF- of XML-indeling hebt ontvangen, kunt u de formuliergegevens organiseren in een werkbladbestand met lijstscheidingstekens (CSV). Nadat u de formuliergegevens hebt geëxporteerd naar een CSV-bestand, kunt u de gegevens bewerken in een werkbladtoepassing, zoals Microsoft Excel. Maak een map op uw computer waarin u de formuliergegevens kunt opslaan die u per e-mail ontvangt.
REVISEREN EN MARKEREN Soorten revisiewerkstromen Documenten reviseren met extra gebruiksrechten Basisfuncties van de gereedschappen E-mail gebruiken bij een revisie Revisies beheren met behulp van Tracker
Soorten revisiewerkstromen U kunt revisiewerkstromen voor allerlei verschillende soorten inhoud uitvoeren door een PDF-versie van het brondocument voor revisie aan revisoren te sturen. Met Adobe Acrobat 7.0 kunt u de revisie instellen, deelnemers uitnodigen en de reacties van revisoren bijhouden. Alles wat u nodig hebt om een revisie aan te vragen is een PDF-document dat moet worden gereviseerd, een e-mailtoepassing en verbinding met een e-mailserver.
Documenten reviseren met extra gebruiksrechten Door extra gebruiksrechten toe te voegen aan een PDF-document, kunt u (naast Acrobatgebruikers) ook Adobe Reader 7.0-gebruikers uitnodigen om deel te nemen aan documentrevisies. (Adobe Reader 7.0 is een programma dat gratis kan worden gedownload vanaf de Adobe-website.) Extra gebruiksrechten, zoals opmerkingsrechten, zijn specifiek voor een bepaald document. Acrobat 7.
Basisfuncties van de gereedschappen Adobe Acrobat is voorzien van alle gereedschappen die u nodig hebt om een revisie van een PDF-document uit te voeren. Acrobat is voorzien van wizards waarmee de aanvrager revisies via e-mail en in browser kan opzetten, deelnemers kan uitnodigen en het PDFdocument kan verzenden als bijlage of URL, met instructies om de revisie te voltooien.
E-mail gebruiken bij een revisie Als u een PDF-document voor revisie wilt verzenden, hebt u een e-mailtoepassing nodig en verbinding met een e-mailserver. Acrobat kan samenwerken met de meeste emailtoepassingen. Als er meerdere e-mailtoepassingen op uw systeem zijn geïnstalleerd, kan het gebeuren dat Acrobat probeert een toepassing te starten die u normaal niet gebruikt om PDFdocumenten als bijlage te verzenden.
Revisies beheren met behulp van Tracker Het gebruik van Tracker heeft grote voordelen bij het beheer van revisies via e-mail, revisies in browser en off line revisies. Tracker controleert alle Adobe PDF-documenten die u voor revisie verzendt en ontvangt. PDF-documenten en verwante informatie worden automatisch opgeslagen in drie permanente mappen. U kunt de gegevens zelf verplaatsen naar andere mappen. (Zie Revisieopmerkingen bijhouden.
Gereedschappen voor opmerkingen gebruiken Opmerkingen toevoegen Gereedschappen selecteren om opmerkingen toe te voegen Notitieopmerkingen toevoegen Tekstbewerkingen aangeven Tekst markeren, doorhalen en onderstrepen Stempels toevoegen Documenten markeren met tekengereedschappen Opmerkingen toevoegen in een tekstvak Het gereedschap Bijschrift gebruiken Het gereedschap Potlood gebruiken Het gereedschap Afmetingen gebruiken Bijlagen toevoegen als opmerkingen Spelling controleren van opmerkingen en formulieren
Opmerkingen toevoegen Een opmerking is een notitie, een stempel of een andere markering die u aan een Adobe PDF-document hebt toegevoegd met de gereedschappen voor opmerkingen. Notities zijn het meest gebruikte type opmerking. U kunt overal in het document opmerkingen plaatsen, u kunt opmerkingen groeperen en u kunt ook de stijl en de opmaak van opmerkingen bepalen.
Gereedschappen selecteren om opmerkingen toe te voegen De werkbalken Opmerkingen en Markeringen tekenen worden standaard niet weergegeven, tenzij u ze selecteert of een PDF-document opent in een revisiewerkstroom. In een revisiewerkstroom worden een of meer werkbalken weergegeven boven het documentvenster. Als u gereedschappen voor opmerkingen buiten een revisiewerkstroom wilt gebruiken, moet u de gewenste gereedschappen selecteren en toevoegen aan de standaardwerkbalk.
Notitieopmerkingen toevoegen Notitieopmerkingen zijn de meest gebruikte opmerkingen. U kunt met het gereedschap Notitie aan elke pagina van het document notities toevoegen. U kunt de notities overal op de pagina plaatsen. Wanneer u een notitieopmerking toevoegt, worden een notitiepictogram en een pop-upvenster weergegeven. U kunt de tekst in een pop-upvenster vet of cursief maken of er andere kenmerken aan toevoegen, net zoals u tekst opmaakt in een tekstverwerker.
Tekstbewerkingen aangeven U kunt opmerkingen voor tekstbewerkingen in een Adobe PDF-document gebruiken om aan te geven waar de tekst in het bronbestand moet worden gewijzigd. Door deze opmerkingen wordt de feitelijke tekst in het PDFdocument niet gewijzigd. In plaats daarvan geven deze opmerkingen aan welke tekst moet worden verwijderd, ingevoegd of vervangen in het bronbestand waaruit het Adobe PDF-document is gemaakt. De tekst die uit het document moet worden verwijderd, is doorgehaald.
Tekst markeren, doorhalen en onderstrepen U kunt met de gereedschappen Tekst markeren, Tekst doorhalen en Tekst onderstrepen opmerkingen toevoegen aan een Adobe PDF-document. U kunt deze gereedschappen selecteren op de werkbalk Opmerkingen of de werkbalk Markeren. Deze opmerkingen kunnen zelfstandig worden gebruikt of samen met notities. U kunt bijvoorbeeld een deel van de tekst markeren en dan dubbelklikken op de markering om tekst in een popupvenster toe te voegen.
Stempels toevoegen U kunt met het gereedschap Stempel een stempel op een Adobe PDF-document toepassen, zoals u dat ook met een rubberstempel op een papieren document kunt doen. U kunt een keuze maken uit een lijst met vooraf gedefinieerde stempels of u kunt uw eigen stempels maken. Met dynamische stempels worden gegevens uit uw systeem en uit het venster Identiteit van het dialoogvenster Voorkeuren opgehaald. Zo kunt u de naam, de datum en de tijd aangeven in de stempel.
Aangepaste stempels maken U kunt aangepaste stempels maken van PDF-, JPEG-, bitmap-, Adobe Illustrator (AI)-, Adobe Photoshop (PSD)- en Autodesk AutoCAD-bestanden (DWT, DWG). Wanneer u het bestand selecteert dat u voor de stempel wilt maken, moet u een categorie maken om de stempel in op te slaan. Als u een afbeelding eenmalig aan een PDF-document wilt toevoegen, kunt u de afbeelding ook gewoon in het document plakken.
Aangepaste stempels verwijderen Gebruik het stempelpalet om aangepaste stempels en stempelcategorieën te verwijderen. U kunt de aangepaste stempels die u zelf hebt gemaakt verwijderen, maar niet de vooraf gedefinieerde stempels. Als u een stempel verwijdert, wordt de stempel verwijderd in het menu Stempel. Het stempelbestand wordt echter niet verwijderd. Stempels verwijderen: 1. Kies Stempelpalet weergeven in het menu Stempel op de werkbalk Opmerkingen. 2.
Documenten markeren met tekengereedschappen U kunt de tekengereedschappen gebruiken om een document te markeren met lijnen, cirkels en andere vormen, de zogenaamde markeringen voor tekeningen. U kunt ook een notitie toevoegen aan het pop-upvenster van een markering voor tekeningen. Tekengereedschappen worden weergegeven op de werkbalk Markeringen tekenen en de subset daarvan, de werkbalk Tekening.
AutoCAD-tekeningen markeren (Windows) U kunt opmerkingen en markeringen toevoegen aan een PDF-document dat is gemaakt van een Autodesk AutoCAD-tekening. De aanvrager van de revisie kan deze opmerkingen in de originele tekening importeren om het revisieproces te ondersteunen. (Zie Markeringen exporteren naar een AutoCAD-tekening.) De werkbalk Markeringen tekenen van Acrobat is voorzien van een aantal gereedschappen voor het reviseren van tekeningen en ontwerpen.
Markeringen groeperen U kunt twee of meer markeringen groeperen, zodat ze fungeren als één opmerking. U kunt de markeringen bijvoorbeeld tijdelijk groeperen, zodat u ze gezamenlijk naar een andere locatie kunt verplaatsen. U kunt zo ook de eigenschappen van de gegroepeerde opmerkingen allemaal tegelijk bewerken. Door uw opmerkingen te groeperen kunt u ze ook onderscheiden van de markeringen van andere revisoren in een documentrevisie. Opmerking: markeringen voor tekstbewerkingen kunt u niet groeperen.
Opmerkingen toevoegen in een tekstvak U kunt het gereedschap Tekstvak gebruiken om een vak met tekst in een Adobe PDFdocument te maken. U kunt tekstvakken op elke gewenste positie op de pagina plaatsen en naar wens vergroten of verkleinen. Een opmerking in een tekstvak blijft altijd zichtbaar op de documentpagina en wordt niet gesloten zoals een notitieopmerking. U kunt ook een opmerking in een tekstvak toevoegen door gekopieerde tekst in het PDFdocument te plakken.
Het gereedschap Bijschrift gebruiken Met het gereedschap Bijschrift kunt u tekstvakmarkeringen maken die verwijzen naar een specifiek gedeelte van een PDF-document. Bijschriftmarkeringen zijn vooral nuttig als u de aandacht wilt richten op een bepaald deel van het document zonder dat dit deel wordt bedekt. Bijschriftmarkeringen bestaan uit drie delen: een tekstvak, een knielijn en een eindpuntlijn. U kunt het formaat van elk deel wijzigen door een greep te slepen.
Het gereedschap Potlood gebruiken Met het gereedschap Potlood kunt u uit de vrije hand lijnen tekenen in Adobe PDFdocumenten. U kunt het gereedschap Gummetje gebruiken om delen van de gemaakte tekening te wissen. Schetsen met het gereedschap Potlood: 1. Selecteer het gereedschap Potlood in het menu Pijl op de werkbalk Tekening of kies Opties > Markeringen tekenen > Potlood. 2. Verplaats de aanwijzer naar de plaats waar u wilt beginnen te tekenen. U hoeft geen ononderbroken lijn te gebruiken.
Het gereedschap Afmetingen gebruiken U kunt het gereedschap Afmetingen gebruiken om een lijnmarkering toe te voegen die twee punten omspant. U kunt lijnen met tekstopmerkingen toevoegen aan technische tekeningen of blauwdrukken. Afmetingslijnen kunnen worden getrokken van links naar rechts of van rechts naar links, en dan in elke gewenste richting worden geplaatst. Elk eindpunt van de lijn is voorzien van een ankerpunt en een pijl.
Bijlagen toevoegen als opmerkingen U kunt met Acrobat een bestand of geluidsbijlage als opmerking toevoegen. U gebruikt hiervoor het gereedschap Bestand bijvoegen als opmerking op de werkbalk Opmerkingen. De gebruiker die de bijlage ontvangt, moet een toepassing hebben geïnstalleerd waarmee deze bijlage kan worden geopend. Bijlageopmerkingen worden net als andere opmerkingen in een revisiewerkstroom getraceerd, in tegenstelling tot de bestandsbijlagen die u toevoegt met het gereedschap Bestand bijvoegen.
Het gereedschap Geluidsopmerking opnemen gebruiken U kunt het gereedschap Geluidsopmerking opnemen gebruiken om een vooraf opgenomen WAV- of AIFF-bestand als opmerking toe te voegen of om een gesproken opmerking op te nemen en aan een document toe te voegen. Geluidsbestanden die als bijlage zijn toegevoegd, kunnen op elk platform worden afgespeeld. De juiste hardware en software voor het afspelen van audiobestanden moeten wel zijn geïnstalleerd. Een vooraf opgenomen opmerking toevoegen: 1.
Het gereedschap Bestand bijvoegen als opmerking gebruiken U kunt het gereedschap Bestand bijvoegen als opmerking op de werkbalk Opmerkingen gebruiken om een bestand op een geselecteerde locatie in een Adobe PDF-document in te sluiten, zodat de lezer het bestand kan openen en weergeven. Door bijlagen toe te voegen als opmerking kunt u grotere documenten als referentie gebruiken, die niet gemakkelijk in een pop-upvenster of tekstvak kunnen worden geplakt.
Een afbeelding vanaf het Klembord plakken U kunt het gereedschap Klembordafbeelding plakken als stempel gebruiken om afbeeldingen toe te voegen aan een PDF-document. U kunt de meeste afbeeldingsindelingen kopiëren uit tekentoepassingen en toepassingen voor het bewerken van afbeeldingen, zoals Adobe Photoshop en Adobe Illustrator. Als u de afbeelding vaker aan PDF-documenten wilt toevoegen, kunt u een aangepast stempel van de afbeelding maken. (Zie Aangepaste stempels maken.
Spelling controleren van opmerkingen en formulieren U kunt de spelling controleren van de tekst die u toevoegt aan notitieopmerkingen en formuliervelden. U kunt de tekst van het onderliggende Adobe PDF-document echter niet controleren. (Als u dat wilt doen, controleert u de spelling in de brontoepassing waarin u het document hebt gemaakt voordat u dit converteert tot PDF-document.) Niet-herkende woorden worden onderstreept weergegeven nadat u deze hebt getypt.
Voorkeuren voor spelling instellen U kunt opgeven of de spelling van woorden wordt gecontroleerd terwijl u typt, welke onderstrepingskleur wordt gebruikt voor onderstreepte woorden en welk taalwoordenboek standaard wordt gebruikt. Spellingvoorkeuren instellen: 1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS) en kies Spelling in de lijst links. 2.
Woorden toevoegen aan een woordenboek U kunt woorden toevoegen aan de lijst met herkende woorden (het woordenboek) terwijl u de spelling controleert van notitieopmerkingen en formuliervelden. Als u namen en vakjargon toevoegt, worden minder woorden gemarkeerd tijdens een spellingcontrole. U kunt ook woorden uitsluiten van de controle.
Voorkeuren voor opmerkingen instellen Stel voorkeuren voor opmerkingen in als u de manier wilt wijzigen waarop opmerkingen worden weergegeven in PDF-documenten. U kunt bijvoorbeeld opmerkingen gemakkelijker leesbaar maken door een groter font te selecteren. U kunt het maken van opmerkingen vergemakkelijken door ervoor te zorgen dat het gereedschap Notitie geselecteerd blijft nadat u een notitieopmerking hebt toegevoegd.
De weergave van opmerkingen wijzigen U kunt de kleur en weergave van een opmerking wijzigen via de werkbalk Eigenschappen of het dialoogvenster Eigenschappen. Bij bepaalde soorten opmerkingen bevat de werkbalk Eigenschappen andere opties dan het dialoogvenster Eigenschappen. Als u de opmaak van tekst in pop-upvensters wilt wijzigen, gebruikt u het menu Opties in het pop-upvenster of de werkbalk Eigenschappen.
Documentrevisies starten Een revisie via e-mail instellen Een revisie in browser instellen Revisieopmerkingen bijhouden
Een revisie via e-mail instellen Wanneer een aanvrager een Adobe PDF-document voor revisie via e-mail verzendt, ontvangen de revisoren dit PDF-document als e-mailbijlage. Zij kunnen dan opmerkingen toevoegen aan het PDF-document en dit met de opmerkingen retourneren via de knop Opmerkingen verzenden op de werkbalk Opmerkingen.
Een revisie via e-mail starten Voordat u een revisie via e-mail start, moet u ervoor zorgen dat de e-mailtoepassing is geconfigureerd om met Acrobat te werken. (Zie E-mail gebruiken bij een revisie.) Een revisie via e-mail starten: 1. Start de wizard om een revisie aan te vragen als volgt: ● Kies Verzenden via e-mail voor revisie in het pop-upmenu Verzenden voor revisie. ● Kies Bestand > Verzenden voor revisie > Verzenden via e-mail voor revisie.
Opmerkingen ontvangen Als een revisor bij een revisie via e-mail opmerkingen heeft verzonden, ontvangt de aanvrager deze opmerkingen als e-mailbijlage. Wanneer deze bijlage wordt geopend, kan de aanvrager ervoor kiezen de opmerkingen samen te voegen in het hoofd-PDFdocument. Het is ook mogelijk een afzonderlijke kopie van het PDF-bestand te openen of het verwerken van de opmerkingen uit te stellen.
Extra revisoren uitnodigen Als u een revisie via e-mail of in een browser hebt aangevraagd, kunt u heel gemakkelijk meer revisoren uitnodigen. Als u zelf revisor bent en anderen wilt vragen deel te nemen, kunt u de aanvrager van de revisie vragen deze revisoren uit te nodigen. Op die manier kan de aanvrager automatisch alle deelnemers bijhouden en op de hoogte worden gesteld wanneer hun opmerkingen worden ontvangen. Extra revisoren uitnodigen in Acrobat: 1.
Een revisie in browser instellen Wanneer een aanvrager voor een revisie in browser een Adobe PDF-document verzendt, ontvangen de revisoren een e-mailbericht met een FDF-bijlage waarmee het PDFdocument in een webbrowser wordt geopend. Tegelijk worden de revisie-instellingen van de revisoren zo geconfigureerd dat opmerkingen worden geüpload naar de opmerkingenbibliotheek voor de desbetreffende sessie.
Een revisie in browser starten Acrobat is voorzien van een wizard waarmee u een revisie in browser kunt starten. Deze wizard helpt u met het selecteren van het PDF-document, het kiezen van de serverlocatie voor het geüploade PDF-document, het uitnodigen van revisoren en het verzenden van een e-mailuitnodiging met een FDF-bijlage. Als revisoren deze bijlage openen, wordt het revisiedocument in een webbrowser geopend en worden hun revisie-instellingen automatisch geconfigureerd.
Voorbeeld van het instellen van een revisie in browser U kunt een revisie in browser op allerlei manieren instellen. In de volgende stappen wordt een voorbeeld gegeven van een werkstroom voor het instellen van een WebDAV-server in Windows XP. Een webserverrevisie instellen in Windows XP: 1. Zorg ervoor dat u toegang hebt tot een WebDAV-server. Raadpleeg de systeembeheerder. 2. Klik in Mijn netwerklocaties op Een netwerklocatie toevoegen en volg de aanwijzingen.
Voorkeuren voor revisies in browser instellen Voordat u een revisie in browser kunt instellen, moet u de locatie opgeven waar de revisieopmerkingen moeten worden opgeslagen. Deze locatie wordt de opmerkingenbibliotheek genoemd. U kunt de opmerkingen opslaan in een netwerkmap, database, WebDAV of webdiscussieserver. Als uw organisatie gebruikmaakt van automatische configuratieservices, configureren deze services de opmerkingenbibliotheek automatisch in de revisievoorkeuren en de installatiewizard.
Revisieopmerkingen bijhouden Tracker houdt alle Adobe PDF-documenten bij die u hebt verzonden en ontvangen voor revisies via e-mail en in browser, en voor de off line revisiedocumenten. De PDF-documenten die u voor revisie verzendt, worden als koppeling weergegeven in de map Mijn revisies in Tracker. Wanneer u een koppeling in het venster Tracker verwijdert, wordt het corresponderende PDF-bestand niet verwijderd.
Herinneringen voor revisies verzenden U kunt deelnemers aan een revisie een herinnering betreffende de deadline sturen. Wanneer u een e-mailbericht wilt sturen aan één enkele deelnemer, klikt u op een emailkoppeling in Tracker; als u de gehele groep een herinnering wilt sturen, kunt u de herinneringsfunctie gebruiken. Een herinnering voor een revisie verzenden: 1. Breid Mijn revisies in Tracker uit. 2.
Deelnemen aan documentrevisies Documenten reviseren Deelnemen aan een revisie via e-mail Deelnemen aan een revisie in browser Het procedurevenster weergeven tijdens revisies Opmerkingen bekijken en reviseren Opmerkingen van een andere revisor beantwoorden Antwoordberichten verwijderen
Documenten reviseren Wanneer u een Adobe PDF-document voor revisie ontvangt, is de manier waarop u het document reviseert afhankelijk van hoe het is verzonden: ● ● ● Als de aanvrager u het document heeft gestuurd als onderdeel van een revisie via e-mail, verschijnen er speciale instructies en werkbalkopties wanneer u de e-mailbijlage opent. U kunt opmerkingen aan het document toevoegen en vervolgens de knop Opmerkingen verzenden op de werkbalk Opmerkingen gebruiken.
Deelnemen aan een revisie via e-mail Wanneer u het bijgevoegde PDF-document opent als onderdeel van een revisie via e-mail, wordt een exemplaar van het document geopend waarin de wijzigingen worden bijgehouden. Het document is voorzien van een Documentberichtenbalk, hetgeen aangeeft dat het document deel uitmaakt van een revisie. U moet het exemplaar van het revisiedocument waarin de wijzigingen worden bijgehouden gebruiken.
Deelnemen aan een revisie in browser Als u een e-mailbericht ontvangt waarin u wordt uitgenodigd deel te nemen aan een revisie in browser en u de FDF-bijlage opent, wordt het on line PDF-document in de webbrowser geopend. Het FDF-bestand configureert eveneens uw revisie-instellingen voor de sessie en maakt verbinding met de on line opmerkingenbibliotheek.
Opmerkingen in een revisie in browser verzenden en ontvangen Wanneer u opmerkingen toevoegt aan een PDF-document in een revisie in browser, blijven deze opmerkingen op uw computer staan totdat u ze verzendt door op de knop Verzenden en ontvangen op de werkbalk Opmerkingen te klikken. (Deze knop licht op als er opmerkingen zijn die u niet hebt verzonden.). Zolang u zelf geen opmerkingen verzendt en ontvangt, krijgt u mogelijk de meest recente opmerkingen van de andere revisoren niet te zien.
Off line werken in een revisie in browser Als u liever in Acrobat werkt, kunt u een Adobe PDF-document off line reviseren. U kunt opmerkingen maken in het opgeslagen PDF-document in Acrobat en vervolgens on line gaan en uw opmerkingen naar de server zenden. Opmerking: als u de aanmeldingsnaam voor uw besturingssysteem wijzigt terwijl u bezig bent met de revisie van het PDF-document, worden opmerkingen die u toevoegt nadat u de naam hebt gewijzigd, niet geüpload naar de server.
Het procedurevenster weergeven tijdens revisies Via het venster Reviseren in het dialoogvenster Voorkeuren kunt u ervoor zorgen dat tijdens de revisiecyclus in het procedurevenster de juiste onderwerpen worden weergegeven. Het procedurevenster is gesloten, behalve wanneer bij een revisie via e-mail of in browser een PDF-document wordt geopend waarin de wijzigingen worden bijgehouden. Het procedurevenster weergeven: 1.
Opmerkingen bekijken en reviseren Het meest voorkomende type opmerking is de notitieopmerking, die lijkt op een memosticker die op een document wordt geplakt. Een notitieopmerking wordt in een popupvenster weergegeven en bestaat uit twee delen: het notitiepictogram oftewel de markering, die wordt weergegeven op de pagina, en een tekstbericht of opmerking, die wordt weergegeven in een pop-upvenster wanneer u de aanwijzer op het notitiepictogram plaatst of dit selecteert.
Opmerkingen van een andere revisor beantwoorden Gebruik de opdracht Beantwoorden in het menu Opties in het pop-upvenster of in de opmerkingenlijst om opmerkingen van andere revisoren te beantwoorden. Het beantwoorden van andere opmerkingen is vooral nuttig in een revisie in browser, of als de aanvrager van de revisie deelnemers wil laten weten hoe hun suggesties zijn verwerkt. Als een of meer revisoren een ander bericht beantwoorden, wordt de set met berichten een thread genoemd.
Antwoordberichten verwijderen Als u een opmerking verwijdert waarop is geantwoord, wordt alleen de 'hoofdopmerking' verwijderd. Eventuele antwoorden op de verwijderde opmerking blijven wel in het document aanwezig, maar maken geen deel meer uit van een thread. Deze opmerkingen worden mogelijk moeilijk leesbaar, omdat ze worden gestapeld. In dat geval kunt u de opmerkingen bekijken in de opmerkingenlijst.
Opmerkingen beheren Opmerkingen selecteren, verplaatsen en verwijderen De opmerkingenlijst gebruiken Opmerkingen exporteren en importeren Een overzicht van opmerkingen afdrukken Twee Adobe PDF-documenten vergelijken Opmerkingen exporteren naar een Word-document (Windows) Markeringen exporteren naar een AutoCAD-tekening
Opmerkingen selecteren, verplaatsen en verwijderen Als u wilt zoeken naar bepaalde opmerkingen, opmerkingen wilt filteren, opmerkingen wilt importeren of exporteren, de status van opmerkingen wilt wijzigen en overzichten van opmerkingen wilt afdrukken, kunt u de opmerkingenlijst gebruiken. In deze lijst worden de opmerkingen in het Adobe PDF-document weergegeven met een werkbalk met de meest gebruikte opties.
De opmerkingenlijst gebruiken In de opmerkingenlijst worden de opmerkingen in een Adobe PDF-document weergegeven. U kunt de opmerkingenlijst gebruiken om opmerkingen te verwijderen, de status van opmerkingen te wijzigen of opmerkingen te beantwoorden. U kunt opmerkingen op allerlei manieren sorteren, bijvoorbeeld op datum, auteur of paginanummer. Bij elke opmerking wordt tekst weergegeven naast het opmerkingpictogram.
De revisiestatus van opmerkingen wijzigen U kunt de revisiestatus van opmerkingen wijzigen in Geaccepteerd, Geweigerd, Geannuleerd of Voltooid. Het is nuttig om de status te wijzigen als u alleen een bepaalde set opmerkingen wilt tonen of verbergen en als u deelnemers aan de revisie wilt laten weten wat u met de opmerkingen gaat doen.
Opmerkingen markeren met vinkjes Vinkjes kunnen worden gebruikt om iets aan te geven. U kunt bijvoorbeeld vinkjes gebruiken om bij te houden welke opmerkingen u hebt gelezen of welke u wilt onthouden. Vinkjes zijn voor persoonlijk gebruik en worden niet weergegeven wanneer anderen het PDF-document bekijken, tenzij u de status van opmerkingen wijzigt. (Zie De revisiestatus van opmerkingen wijzigen.
Opmerkingen sorteren U kunt opmerkingen in de opmerkingenlijst sorteren op auteur, op pagina, op type, op datum, op kleur, op status van het vinkje of op status per persoon. In een thread met antwoorden wordt alleen het eerste bericht gesorteerd. Vervolgens worden de antwoordberichten gesorteerd op dezelfde categorie als het eerste bericht in de thread. Opmerkingen in de opmerkingenlijst sorteren: 1. Klik op het tabblad Opmerkingen. 2. Kies een optie in het menu Sorteren in de opmerkingenlijst.
Opmerkingen tonen en verbergen U kunt opmerkingen verbergen of tonen op basis van type, revisor (auteur), status of status van het vinkje. Het verbergen van opmerkingen wordt ook filteren genoemd. Filteren is van invloed op de weergave van opmerkingen in zowel het documentvenster als de opmerkingenlijst. Als u opmerkingen afdrukt of er een overzicht van maakt, kunt u opgeven of verborgen opmerkingen worden opgenomen.
Opmerkingen zoeken U kunt een speciale zoekfunctie voor opmerkingen gebruiken om specifieke opmerkingen te zoeken op basis van de tekst in de opmerkingen. Een opmerking zoeken: 1. Klik op het tabblad Opmerkingen om de opmerkingenlijst weer te geven. 2. Klik op de knop Opmerkingen doorzoeken op de werkbalk van de opmerkingenlijst. 3. Geef in het venster PDF zoeken het woord of de woordgroep op waarnaar u wilt zoeken. Klik vervolgens op Opmerkingen doorzoeken.
Opmerkingen exporteren en importeren Wanneer u deelneemt aan een revisie via e-mail of in browser, hoeft u de opdrachten Importeren en Exporteren niet te gebruiken om opmerkingen te verzenden en te ontvangen. Het exporteren en importeren van opmerkingen maakt deel uit van het revisieproces. Als u niet deelneemt aan een revisie, moet u mogelijk de opmerkingen exporteren en naar iemand anders sturen, of opmerkingen importeren die u hebt ontvangen.
Een overzicht van opmerkingen afdrukken Als u een overzicht maakt, krijgt u een goed beeld van de opmerkingen die aan een Adobe PDF-document zijn gekoppeld. U kunt het overzicht verwerken in een nieuw PDF-document met opmerkingen, dat u kunt afdrukken, of kunt u het overzicht rechtstreeks afdrukken. Het overzicht is niet verbonden met of gekoppeld aan het PDF-document waaruit de opmerkingen afkomstig zijn. Overzichten van opmerkingen A. Document en opmerkingen met verbindingslijnen op één pagina B.
Twee Adobe PDF-documenten vergelijken Wanneer u een Adobe PDF-document reviseert en opslaat met een andere naam of op een andere locatie, kunt u er zeker van zijn dat u de meest recente versie hebt door deze te vergelijken met een oudere versie. Als u een document reviseert met behulp van de opmerkingen die u tijdens een revisie hebt ontvangen, moet u mogelijk een eerdere versie bekijken om te controleren of u alle revisies hebt verwerkt.
Opmerkingen exporteren naar een Word-document (Windows) In bepaalde gevallen maken revisoren opmerkingen in een Adobe PDF-document dat is gemaakt uit een Microsoft Word-document. Als u op basis van deze opmerkingen wijzigingen moet aanbrengen in het oorspronkelijke Word-document, kan het eenvoudiger zijn de opmerkingen rechtstreeks in het Word-document te importeren, in plaats van te schakelen tussen Word en Acrobat.
Tekstbewerkingen overbrengen naar een Word-document (Windows) Geïmporteerde opmerkingen worden in het Word-document weergegeven als opmerkingsballonnen naast het document. Tekst die is ingevoegd, doorgehaald of vervangen met behulp van de tekstbewerkingsfuncties in het PDF-document, kan direct worden verwijderd uit of toegevoegd aan het Word-brondocument.
Tips voor het exporteren van opmerkingen naar een Worddocument Als u PDF-opmerkingen exporteert naar een Word-document, moet u rekening houden met het volgende: ● ● ● ● ● Het is aan te raden slechts éénmaal opmerkingen in een bepaald exemplaar van een Worddocument te importeren. Als u vaker opmerkingen wilt importeren, kunt u een kopie van het Word-document maken voordat u de opmerkingen importeert.
Opmerkingen die nog niet zijn opgelost, migreren naar een gereviseerd PDF-document Als u opmerkingen wilt importeren in een PDF-document nadat het document al is gereviseerd, gebruikt u de functie Opmerkingen migreren. Deze functie doorzoekt het gereviseerde document op bepaalde woordgroepen en structuurelementen, zodat de opmerkingen op de juiste plaats terechtkomen.
Markeringen exporteren naar een AutoCAD-tekening Mogelijk voegen de revisoren opmerkingen toe aan een Adobe PDF-document dat is gemaakt in een Autodesk AutoCAD-tekening in Windows XP of Windows 2000. Als u op basis van deze opmerkingen de AutoCAD-tekening moet wijzigen, kunt u de opmerkingen rechtstreeks importeren in de AutoCAD-tekening. U hoeft zo niet te schakelen tussen AutoCAD en Acrobat. U moet dan AutoCAD PDFMaker gebruiken om een PDF-document met opmaakgegevens te maken.
Markeringen overbrengen naar een AutoCAD-tekening Wanneer u opmerkingen vanuit een PDF-document in Acrobat exporteert, wordt AutoCAD gestart en wordt het AutoCAD-bronbestand geopend. (Als u daarentegen opmerkingen importeert vanuit AutoCAD, wordt Acrobat gestart.). U kunt opties selecteren om alle opmerkingen in een PDF-bestand te importeren of u kunt filteren op revisor, type, status of status van het vinkje.
Opmerkingen in een AutoCAD-tekening reviseren U kunt de weergave van opmerkingen en pop-upvensters voor notities wijzigen nadat u ze hebt geïmporteerd. Opmerkingen weergeven en wijzigen: 1. Als u de opmerkingen wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de opmerking en kiest u Acrobat-opmerking. Kies vervolgens de gewenste optie: ● Met Status instellen kunt u een status toewijzen aan de opmerking. ● Met Vinkje instellen kunt u een vinkje toevoegen aan de opmerking.
Tips voor het exporteren van markeringen naar een AutoCAD-tekening U moet bij het exporteren van opmerkingen van een PDF-document rekening houden met het volgende: ● ● ● Zorg dat het PDF-document is gemaakt met Acrobat PDFMaker voor AutoCAD en dat het opmaakgegevens bevat. Bij het maken van het PDF-bestand moet bijvoorbeeld de optie Opmaakinfo opnemen in het dialoogvenster Conversie-instellingen worden ingeschakeld. Maak een reservekopie van het AutoCAD-bestand waarin u de opmerkingen wilt importeren.
BEVEILIGING Beveiliging De beveiligingsinstellingen van een open Adobe PDF-document weergeven
Beveiliging De beveiliging van Acrobat is vergelijkbaar met de beveiliging bij u thuis. Net zoals u de deuren op slot doet om te voorkomen dat er mensen binnendringen, kunt u de beveiligingsfuncties van Acrobat gebruiken om een PDF-document te vergrendelen. U kunt bijvoorbeeld wachtwoorden gebruiken om het openen, afdrukken en bewerken van PDF-documenten door gebruikers te beperken.
De beveiligingsinstellingen van een open Adobe PDFdocument weergeven Wanneer iemand u een beperkt PDF-document toestuurt, is het mogelijk dat u een wachtwoord nodig hebt om dit document te openen. Als een document is gecodeerd, kunt u dit niet openen zonder toestemming van de auteur van het document. Daarnaast kan het zijn dat u bij beperkte of gecertificeerde documenten de bestanden niet kunt afdrukken en geen informatie naar een andere toepassing kunt kopiëren.
Adobe PDF-documenten digitaal ondertekenen Digitale handtekeningen Adobe PDF-documenten ondertekenen Documenten certificeren Werken met het tabblad Handtekeningen Handtekeningen verifiëren Voorkeuren instellen voor digitale handtekeningen
Digitale handtekeningen Een digitale handtekening identificeert net als een conventionele geschreven handtekening de persoon die een document ondertekent. In tegenstelling tot een traditionele handtekening op papier, wordt in elke digitale handtekening informatie opgeslagen over de persoon die het document ondertekent. Door gebruik te maken van handtekeningen kunt u voorkomen dat ongewenste wijzigingen worden aangebracht in een PDF-document.
Adobe PDF-documenten ondertekenen De auteur van een PDF-document kan gewoon een handtekening toevoegen om aan te geven dat het document wordt goedgekeurd. Een PDF-document kan ook meer dan eens en door meerdere personen worden ondertekend. De auteur kan bijvoorbeeld een PDF-document met formuliervelden opslaan als een gecertificeerd document, waarbij alleen de formuliervelden mogen worden ingevuld.
Adobe PDF-documenten in Acrobat ondertekenen Een digitale handtekening kan zichtbaar of onzichtbaar zijn. Een zichtbare handtekening wordt zowel op het document als op het tabblad Handtekeningen weergegeven. Een onzichtbare handtekening wordt alleen op het tabblad Handtekeningen weergegeven. Het toevoegen van een handtekening is niet van invloed op de geldigheid van de bestaande handtekeningen in het document.
Adobe PDF-documenten ondertekenen in een webbrowser U kunt een PDF-document alleen op het web ondertekenen als het document een leeg handtekeningsveld bevat. Wanneer u op een handtekeningsveld klikt, verschijnt de knop Ondertekenen en niet de knoppen Ondertekenen en opslaan of Ondertekenen en opslaan als, die verschijnen wanneer u een document rechtstreeks in Adobe Acrobat ondertekent.
De weergave van een handtekening wijzigen U kunt aangeven hoe de handtekening in het handtekeningsveld moet worden weergegeven. U kunt bijvoorbeeld een afbeelding van uw bedrijfslogo opnemen. Wanneer u een SVG-afbeelding gebruikt in een handtekening, wordt alleen de afbeelding gebruikt, niet de witruimte eromheen. De afbeelding wordt bijgesneden en geschaald, zodat deze in het veld past.
Weergavebestanden van Palm OS installeren Wanneer u een Palm OS-weergavebestand wilt gebruiken voor een digitale handtekening, moet u het toepassingsbestand van Palm OS toevoegen aan de toepassing Palm Desktop. In Windows bevindt het bestand AcroSign.prc zich in de map Program Files/Adobe/ Acrobat 7.0/Acrobat/PalmPilot. In Mac OS bevindt het bestand AcroSign.prc zich in het Acrobat-programma. Houd Control ingedrukt, klik op het pictogram van Acrobat 7.0 en kies Toon pakketinhoud.
Digitale handtekeningen wissen of verwijderen Wanneer u alle handtekeningsvelden wist, worden de handtekeningen verwijderd maar blijven de lege handtekeningsvelden staan. U kunt de handtekeningsvelden ook verwijderen, mits de auteur het bewerken van het PDF-document heeft toegestaan. Alle handtekeningsvelden in een document wissen: Kies Alle handtekeningsvelden wissen in het menu Opties op het tabblad Handtekeningen. Een handtekeningsveld verwijderen: 1. Wis het handtekeningsveld. 2.
Documenten certificeren Wanneer u een Adobe PDF-document opslaat als gecertificeerd, bevestigt u de inhoud van het document en geeft u op welke wijzigingen in het document mogen worden aangebracht zonder de certificering te verliezen. Stel dat een overheidsinstelling een formulier met handtekeningsvelden maakt. Wanneer het formulier is voltooid, certificeert de instelling het document en is het gebruikers uitsluitend toegestaan formuliervelden te wijzigen en het document te ondertekenen.
Werken met het tabblad Handtekeningen Op het tabblad Handtekeningen vindt u een overzicht van alle handtekeningsvelden in het huidige document. Een pictogram geeft voor elke handtekening in het palet de actuele verificatiestatus aan. Een pictogram met een blauw lint geeft aan dat de certificering geldig is. Het digitale-handtekeningspictogram naast de naam van het veld op het tabblad Handtekeningen geeft de aanwezigheid van een leeg handtekeningsveld aan. Een geeft aan dat de handtekening geldig is.
Handtekeningen verifiëren Wanneer u een handtekening valideert, voert u een controle uit op de identiteit van de ondertekenaar en de wijzigingen die zijn aangebracht nadat het document werd ondertekend. Een identiteit is geldig als het certificaat van de ondertekenaar, of een van de bovenliggende certificaten die zijn gebruikt om het certificaat van de ondertekenaar uit te geven, voorkomt in uw lijst met vertrouwde identiteiten. Dit certificaat mag ook niet zijn verlopen of ingetrokken.
Eerdere versies van een ondertekend document weergeven Als een document meer dan eenmaal is ondertekend, worden alle ondertekende versies in één Adobe PDF-bestand bewaard. Elke opgeslagen versie wordt toegevoegd, zodat deze niet kan worden gewijzigd. Alle handtekeningen en de bijbehorende versies worden weergegeven op het tabblad Handtekeningen. Een eerder ondertekende versie weergeven: Selecteer de handtekening op het tabblad Handtekeningen en kies Ondertekende versie tonen in het menu Opties.
Versies van een ondertekend document vergelijken Nadat een document is ondertekend, kunt u een lijst met wijzigingen weergeven die na de laatste versie in het document zijn aangebracht. Twee versies van een ondertekend document vergelijken: Selecteer de handtekening op het tabblad Handtekeningen en kies Ondertekende versie vergelijken met huidige versie in het menu Opties.
Voorkeuren instellen voor digitale handtekeningen In het venster Beveiliging van het dialoogvenster Voorkeuren kunt u de weergave van uw handtekening wijzigen, een standaardbeveiligingsmethode opgeven, validatie-instellingen wijzigen en andere geavanceerde voorkeuren opgeven. (Zie ook De weergave van een handtekening wijzigen.) Geavanceerde voorkeuren voor digitale handtekeningen instellen: 1. Selecteer Beveiliging aan de linkerkant in het dialoogvenster Voorkeuren en klik op Geavanceerde voorkeuren. 2.
Adobe PDF-documenten beveiligen Documentbeveiliging Wachtwoorden toevoegen en beveiligingsopties instellen Adobe PDF-bestanden coderen met certificaten Adobe PDF-bestanden coderen met beveiligingsbeleid eEnvelopes gebruiken om beveiligde bestanden te verzenden
Documentbeveiliging Auteurs van Adobe PDF-documenten kunnen de volgende methoden gebruiken om deze documenten te beveiligen: ● ● ● ● Wachtwoordbeveiliging. U kunt wachtwoorden toevoegen en beveiligingsopties instellen om het openen, bewerken en afdrukken van PDF-documenten te beperken. (Zie Wachtwoorden toevoegen en beveiligingsopties instellen.) Certificeringsbeveiliging. U kunt een document coderen zodat alleen bepaalde gebruikers toegang tot het document hebben.
Adobe PDF-documenten met beveiligingsbeperkingen openen Wanneer u een PDF-document ontvangt dat wordt beveiligd via beveiligingsbeperkingen, moet u mogelijk uw identiteit verifiëren of een wachtwoord typen voordat u het document kunt openen. Verder kunt u in bepaalde gevallen beveiligde documenten niet afdrukken of bewerken. Ook is het mogelijk dat u de inhoud ervan niet kunt kopiëren.
Wachtwoorden toevoegen en beveiligingsopties instellen U kunt de toegang tot een Adobe PDF-document beperken door wachtwoorden in te stellen en door bepaalde functies te beperken, zoals afdrukken en bewerken. U kunt ook andere methoden aanwenden om documenten te beveiligen, zoals codering of certificering van een document. (Zie Documentbeveiliging.) Een PDF-document kan twee soorten wachtwoorden bevatten: een wachtwoord om het document te openen en een wachtwoord voor machtigingen.
Wachtwoordbeveiligingsopties De volgende beveiligingsopties zijn beschikbaar in het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging. Deze opties worden ook weergegeven wanneer u de beveiligingsopties wijzigt terwijl u Acrobat Distiller gebruikt om een PDF-document te maken. Veel van deze opties zijn beschikbaar wanneer u beveiligingsbeleid maakt. Compatibiliteit Stel het type codering in voor het openen van een document dat met een wachtwoord is beveiligd. De optie Acrobat 3.
Adobe PDF-bestanden coderen met certificaten Wanneer u een PDF-document codeert, geeft u een lijst met ontvangers op en definieert u voor de ontvangers het toegangsniveau voor het bestand. Dat wil zeggen dat u aangeeft of de ontvangers het bestand bijvoorbeeld mogen kopiëren, bewerken of afdrukken. U kunt een document ook coderen met behulp van een beveiligingsbeleid. (Zie Adobe PDFbestanden coderen met beveiligingsbeleid.
Adobe PDF-bestanden coderen met beveiligingsbeleid Past u regelmatig dezelfde beveiligingsinstellingen toe op meerdere PDF-documenten? Dit is bijvoorbeeld het geval als u documenten met een bepaald wachtwoord en een set machtigingen codeert, of als u documenten voor uw accountant codeert met behulp van een openbare-sleutelcertificaat. U kunt in Adobe Acrobat 7.0 beveiligingsinstellingen opslaan in de vorm van beleid, dat u opnieuw kunt gebruiken.
Verificatie van het beveiligingsbeleid op een server Het opslaan van het beveiligingsbeleid op de Adobe-beleidsserver heeft als voordeel dat dezelfde beveiligingsinstellingen herhaald kunnen worden gebruikt. Ook kunt u zo gemakkelijk documenten laten verlopen en intrekken, hoeveel exemplaren van het document er ook zijn gemaakt of gedistribueerd. U kunt precies verantwoorden wie beveiligde documenten mag openen en bijhouden wie ze opent, terwijl het gebruik heel flexibel is. Beveiligingsbeleid A.
De Adobe-beleidsserver gebruiken De Adobe-beleidsserver is een beveiligingssysteem dat wordt uitgevoerd op een webserver en waarmee PDF-documenten dynamisch kunnen worden beheerd. De Adobebeleidsserver kan worden geconfigureerd, zodat deze kan samenwerken met LDAP, ADS en andere bedrijfssystemen. De beleidsitems die door de Adobe-beleidsserver worden verzorgd, worden opgeslagen op de server en kunnen worden vernieuwd vanaf de server.
Beveiligingsbeleid beheren U kunt beveiligingsbeleid maken, kopiëren, bewerken en verwijderen via het dialoogvenster Beveiligingsbeleid beheren. U kunt ook aangeven welke beleidsitems favoriet zijn en in het menu Beveiligen moeten worden weergegeven. Beveiligingsbeleid beheren: 1. Kies Beveiligingsbeleid beheren in het menu Beveiligen op de werkbalk Taken. 2.
Gebruikersbeveiligingsbeleid maken U kunt drie soorten beveiligingsbeleid maken: wachtwoordbeveiliging (voor documenten die met een wachtwoord zijn beveiligd), beveiliging met openbare sleutels (om documenten te coderen voor een lijst met ontvangers) en beleid van de Adobebeleidsserver.
Beveiligingsbeleid toepassen op een document U kunt bestaand organisatiebeleid of gebruikersbeleid op een PDF-document toepassen. U moet on line zijn en verbinding hebben met de host van de Adobe-beleidsserver om het beleid van de Adobe-beleidsserver op een document te kunnen toepassen. Het beleid moet zijn opgeslagen op een Adobe-beleidsserver, maar dat geldt niet voor de PDF-documenten waarop het beleid wordt toegepast.
Gebruikersbeveiligingsbeleid verwijderen dat wordt toegepast op een document Gebruik de opdracht Beveiligingsinstellingen voor dit document verwijderen in het menu Beveiligen op de werkbalk Taken als u een gebruikersbeveiligingsbeleid wilt verwijderen voor een open PDF-document. Als u een PDF-document ter beschikking van een groep gebruikers hebt gesteld en u de machtigingen om dit document te openen wilt intrekken, kunt u het beleid wijzigen.
eEnvelopes gebruiken om beveiligde bestanden te verzenden Wanneer u beveiliging toevoegt aan een document, kunt u ervoor kiezen alleen de bijlagen te coderen. Het PDF-document waarin de documenten zijn ingesloten, wordt een eEnvelope genoemd. Het is vooral nuttig om de documentbijlagen te coderen als u beveiligde bestandsbijlagen wilt verzenden zonder dat u de bestandsbijlagen zelf wilt wijzigen. De eEnvelope zelf is niet gecodeerd en de toegang ertoe wordt niet beperkt via machtigingen.
eEnvelopes maken waarmee bestandsbijlagen veilig kunnen worden verzonden U kunt een eEnvelope automatisch maken. Als u de opdracht PDF-aflevering beveiligen kiest, wordt er een wizard weergegeven waarin u alle stappen doorloopt om een vooraf gedefinieerde eEnvelope-sjabloon te selecteren, bestanden bij te voegen, beveiligingsinstellingen toe te passen en het document te verzenden. Een beveiligde eEnvelope maken via de wizard: 1. Kies PDF-aflevering beveiligen in het menu Beveiligen op de werkbalk Taken. 2.
Digitale id's en certificeringsmethoden Digitale id's en certificeringsmethoden gebruiken Digitale id-certificaten beheren Voorkeuren instellen voor Betrouwbaarheidsbeheer
Digitale id's en certificeringsmethoden gebruiken Met een digitale id kunt u een digitale handtekening maken of een PDF-document dat is gecodeerd, decoderen. Een digitale id wordt ook wel een persoonlijke sleutel, een referentie of een profiel genoemd. Wanneer u een document ondertekent of decodeert, geeft u aan welke digitale id moet worden gebruikt.
Digitale id's aanvragen bij derden Digitale id's worden in het algemeen voor officieel gebruik uitgegeven door externe leveranciers (derden). Deze leveranciers, zoals Entrust, bieden geavanceerde beveiligingsfuncties en worden ook wel certificeringsinstanties of handtekeningsafhandelingen genoemd. Deze leveranciers verifiëren uw identiteit, geven de persoonlijke sleutel uit, beveiligen de openbare sleutel en onderhouden de systeemintegriteit.
Een digitale id maken Als u geen digitale id van derden gebruikt, kunt u een zelfondertekende digitale id maken. Wanneer u een zelfondertekende digitale id maakt, wordt er een bestand gemaakt waarin een gecodeerde persoonlijke sleutel wordt opgeslagen waarmee documenten kunnen worden ondertekend of gedecodeerd. Verder wordt er een openbare sleutel gemaakt die is opgeslagen in een certificaat dat wordt gebruikt voor het valideren van handtekeningen en het coderen van documenten.
Bestaande digitale id's zoeken en toevoegen Als u een digitale id hebt gemaakt die niet wordt weergegeven in de lijst met digitale id's, kunt u de desbetreffende digitale id opzoeken en toevoegen aan de lijst. Een van de veelgebruikte coderingsmethoden in Acrobat, PKCS#12, maakt gebruik van bestanden die in Windows de extensie PFX hebben en in Mac OS de extensie P12. Digitale id-bestanden van bepaalde eerdere Acrobat-versies maken gebruik van de extensie APF.
Digitale id's selecteren Voordat u een PDF-document kunt certificeren, ondertekenen of coderen, wordt u mogelijk gevraagd een digitale id-bestand te selecteren. Om te voorkomen dat u hier steeds om wordt gevraagd, kunt u een digitale id-bestand selecteren dat altijd moet worden gebruikt, of totdat u Acrobat afsluit. U kunt zelf bepalen of deze digitale idbestanden moeten worden gebruikt voor het ondertekenen of coderen van PDFdocumenten, of voor beide.
Werken met digitale id's van derden Wanneer u een document certificeert, ondertekent of codeert, kunt u beveiligingsmethoden van derden gebruiken. Wanneer u een handtekeningsleverancier installeert, worden er mogelijk nieuwe menuopdrachten weergegeven. U kunt deze opdrachten gebruiken naast of in plaats van de opdrachten van Digitale id's beheren. Daarnaast kan er een nieuw submenu met de voorkeuren voor deze leverancier worden weergegeven in het menu Bewerken (Windows) of het menu Acrobat (Mac OS).
Digitale id-certificaten beheren Een digitale id-certificaat bevat een openbare sleutel die wordt gebruikt om digitale handtekeningen te valideren en om documenten te coderen. ● ● Handtekeningen valideren. Gebruikers kunnen uw handtekening alleen valideren voor documenten die ze ontvangen als ze toegang hebben tot uw certificaat. U kunt dit certificaat met anderen delen.
Uw digitale id-certificaat delen U kunt uw zelfondertekende digitale id-certificaat met anderen delen door het certificaat te exporteren als FDF-bestand of door het certificaat rechtstreeks via e-mail te verzenden. Wanneer u een beveiligingsmethode van derden gebruikt, hoeft u het certificaat meestal niet met anderen te delen. Raadpleeg hiervoor de documentatie van de leverancier. Uw digitale id-certificaat delen: 1. Kies Geavanceerd > Beveiligingsinstellingen. 2. Selecteer Digitale id's aan de linkerkant.
Digitale id-gegevens van andere gebruikers verkrijgen U kunt kopieën van de digitale id-certificaten van andere gebruikers opslaan in een lijst met vertrouwde identiteiten. Dit is een soort adresboek waarin u de identiteiten opslaat van personen die u vertrouwt. Met deze lijst kunt u voor alle documenten die u ontvangt, de handtekeningen van de desbetreffende gebruiker valideren. U kunt de lijst met vertrouwde identiteiten ook gebruiken om bestanden te coderen.
Informatie over certificaten controleren In het dialoogvenster Certificaat weergeven vindt u gebruikerskenmerken en andere informatie over een certificaat. Wanneer andere gebruikers uw certificaat importeren, kunnen zij vragen of u de vingerafdrukinformatie wilt vergelijken met de informatie die zij met het certificaat hebben ontvangen. U kunt certificaatgegevens controleren voor uw eigen digitale id-bestanden of voor id-bestanden die u importeert.
Het vertrouwensniveau van een certificaat bepalen U kunt de vertrouwensinstellingen van een certificaat wijzigen. Als u bijvoorbeeld een certificaat vertrouwt dat u van iemand anders hebt ontvangen, kunt u de instellingen zodanig wijzigen dat digitale handtekeningen en gecertificeerde documenten die met dit certificaat zijn gemaakt, expliciet worden vertrouwd. U kunt zelfs de dynamische inhoud en ingesloten JavaScript in een gecertificeerd document vertrouwen.
Zoekdirectory's voor identiteiten configureren Met zoekdirectory's voor identiteiten kunt u specifieke digitale id-certificaten zoeken op netwerkservers, inclusief LDAP-servers (Lightweight Directory Access Protocol). Door een opslaggebied voor vertrouwde digitale id-certificaten te ontwikkelen, kunt u het gebruik van codering voor uw werkgroep vereenvoudigen.
Voorkeuren instellen voor Betrouwbaarheidsbeheer In het venster Betrouwbaarheidsbeheer van het dialoogvenster Voorkeuren kunt u de multimediabeveiligingsinstellingen wijzigen voor vertrouwde en niet-vertrouwde documenten. U kunt bijvoorbeeld toestaan dat multimediabestanden wel worden afgespeeld in vertrouwde documenten, maar niet in niet-vertrouwde documenten. Een document is vertrouwd als dit is toegevoegd aan de lijst met vertrouwde documenten en auteurs.
TOEGANKELIJKHEID EN OPNIEUW PLAATSEN Info over toegankelijkheid en Adobe PDF-documenten Opnieuw plaatsen De inhoud van gelabelde Adobe PDF-documenten opnieuw plaatsen De toegankelijkheid van Adobe PDF-documenten controleren
Info over toegankelijkheid en Adobe PDF-documenten Adobe Acrobat 7.0 bevat twee afzonderlijke series toegankelijkheidsfuncties. Dit zijn functies die hulp bieden aan blinde en slechtziende gebruikers en gebruikers met een motorische handicap. Met de eerste serie functies kunnen auteurs toegankelijke documenten maken op basis van nieuwe of bestaande PDF-documenten.
Elementen van toegankelijke Adobe PDF-documenten Wanneer u Adobe PDF-documenten maakt of bestaande documenten aanpast met het oog op de toegankelijkheid, moet u de volgende factoren in overweging nemen: Leesvolgorde Schermlezers en programma's die tekst omzetten in spraak vereisen goed gestructureerde inhoud.
Het effect van labels op de toegankelijkheid Als u ervoor wilt zorgen dat uw Adobe PDF-documenten goed toegankelijk zijn, moet u er labels aan toevoegen. Hierdoor voegt u een onderliggende structuur, of logische boomstructuur, toe aan het document. De logische boomstructuur heeft betrekking op de indeling van de documentinhoud, zoals titelpagina, secties en subsecties.
Opnieuw plaatsen U kunt de inhoud van een PDF-document opnieuw plaatsen zodat u deze kunt lezen op draagbare apparaten en kleinere beeldschermen of sterk vergroot kunt weergeven op standaardmonitoren, zonder dat u horizontaal hoeft te schuiven om elke regel te kunnen lezen. Met de opdracht Opnieuw plaatsen kunt u het lezen van documenten eenvoudiger maken, maar opnieuw geplaatste documenten kunnen niet worden afgedrukt of opgeslagen.
De inhoud van gelabelde Adobe PDF-documenten opnieuw plaatsen Gelabelde Adobe PDF-documenten worden per pagina opnieuw geplaatst in het documentvenster. U kunt opnieuw geplaatste documenten niet opslaan of afdrukken. Opmerking: een PDF-bestand kan alleen naar een draagbaar apparaat worden gedownload met behulp van Adobe Reader for Palm OS.
De toegankelijkheid van Adobe PDF-documenten controleren Het is verstandig uw Adobe PDF-documenten te controleren op toegankelijkheid voordat u deze beschikbaar stelt aan gebruikers. Met de functie Snelle controle wordt uw Adobe PDF-documenten snel op structuur en labels gecontroleerd om te zien of het document de juiste informatie bevat zodat het toegankelijk is.
Toegankelijke Adobe PDF-documenten maken Bestaande Adobe PDF-documenten toegankelijk maken Gelabelde Adobe PDF-documenten maken van webpagina's Gelabelde Adobe PDF-documenten maken in ontwerptoepassingen
Bestaande Adobe PDF-documenten toegankelijk maken U kunt de toegankelijkheid van Adobe PDF-documenten verbeteren door er labels aan toe te voegen in Adobe Acrobat. Als uw PDF-documenten geen labels bevatten, is het mogelijk dat Adobe Reader of Acrobat probeert automatisch labels toe te voegen wanneer het document wordt gelezen of opnieuw wordt geplaatst, maar dit werkt niet altijd even goed.
Labels toevoegen aan Adobe PDF-documenten voor toegankelijkheid Als u PDF-documenten toegankelijk wilt maken voor schermlezers en om opnieuw te worden geplaatst op draagbare apparaten, kunt u het beste met een ontwerptoepassing een gelabeld document maken. Als uw PDF-document zonder labels is gemaakt, kunnen deze worden toegevoegd door Adobe Acrobat.
De resultaten van het toevoegen van labels bekijken Als u een PDF-bestand van labels voorziet, wordt er in het Procedurevenster een rapport van betrouwbaarheidslog weergegeven. In dit rapport wordt aangegeven op welke pagina's potentiële problemen voorkomen en geeft suggesties om deze op te lossen.
Gelabelde Adobe PDF-documenten maken van webpagina's Wanneer u webpagina's converteert naar Adobe PDF, kunt u in Acrobat gelabelde Adobe PDF-bestanden maken. (Zie Webpagina's converteren in Internet Explorer (Windows).) Een gelabeld Adobe PDF-document maken van een webpagina: 1. 2. 3. 4. 5. Kies in Acrobat de opdracht Bestand > PDF maken > Van webpagina. Geef als URL het adres op van de webpagina of ga naar de webpagina. Klik op Instellingen.
Gelabelde Adobe PDF-documenten maken in ontwerptoepassingen In de meeste gevallen maakt u gelabelde Adobe PDF-documenten in een daartoe geschikte ontwerptoepassing, zoals Adobe® FrameMaker®, Adobe InDesign of Microsoft Word. Dit geeft meestal betere resultaten dan wanneer u labels toevoegt in Adobe Acrobat. PDFMaker biedt conversie-instellingen waarmee u gelabelde PDF-documenten kunt maken in Microsoft Excel, PowerPoint en Word. (Zie Info over PDF-conversieinstellingen (Microsoft Office-bestanden).
De structuur van gelabelde Adobe PDF-documenten bewerken De leesvolgorde van een document controleren Labels corrigeren Alternatieve tekst controleren en toevoegen aan afbeeldingen Nieuwe gemarkeerde gebieden voor pagina-inhoud maken Werken met tabellen
De leesvolgorde van een document controleren Wanneer u de opdracht Labels toevoegen aan document uitvoert op een PDF-document, wordt de paginastructuur geanalyseerd om de rol en volgorde van de pagina-inhoud te bepalen. Wanneer de pagina is geanalyseerd, wordt er een logische boomstructuur toegevoegd waarin is aangegeven in welke volgorde de pagina-inhoud opnieuw moet worden geplaatst en gelezen door een schermlezer of de functie Hardop lezen.
Werken met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde U kunt de leesvolgorde van een gelabeld PDF-document bekijken en aanpassen met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde. Wanneer u dit gereedschap selecteert, wordt er een dialoogvenster geopend waarin de volgorde van de pagina-inhoud wordt weergegeven. De gemarkeerde gebieden zijn genummerd en gemarkeerd met grijze of gekleurde blokken. Het nummer geeft aan op welke plaats het gebied staat in de leesvolgorde.
Opties voor TouchUp-leesvolgorde U kunt opties voor TouchUp-leesvolgorde selecteren in het dialoogvenster, in het popupmenu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop klikt (Windows) of Control ingedrukt houdt en klikt (Mac OS) op een gemarkeerd gebied, of in het menu Opties van het tabblad Volgorde. U kunt de volgende opties kiezen: Tekst De huidige selectie als tekst labelen. Afbeelding De huidige selectie als een afbeelding labelen.
Problemen met de leesvolgorde opsporen en oplossen Als er problemen zijn met de leesvolgorde, wordt dat meteen duidelijk wanneer u het gereedschap TouchUp-leesvolgorde gebruikt. De secties van doorlopende pagina-inhoud worden weergegeven als afzonderlijke gemarkeerde gebieden en zijn genummerd aan de hand van hun plaats in de leesvolgorde. Binnen de gebieden wordt de tekst van links naar rechts en van boven naar beneden weergegeven. (U kunt deze volgorde wijzigen in de voorkeuren voor TouchUp.
Labels corrigeren Met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde kunt u labelproblemen oplossen en zo voorkomen dat ondersteunende technologieën problemen ondervinden bij het lezen van de inhoud. U kunt onjuist gelabelde inhoud identificeren en deze opnieuw definiëren met het juiste label, bijvoorbeeld een regel tekst waaraan het label van een aangrenzende afbeelding is toegekend.
Het label van een gemarkeerd gebied wijzigen Als een pagina-element onjuist is gelabeld door Acrobat, kunt u het labeltype van het gemarkeerde gebied wijzigen. Opmerking: sla uw werk regelmatig op, omdat bewerkingen van het gereedschap TouchUp-leesvolgorde niet ongedaan kunnen worden gemaakt. Als u de laatst opgeslagen versie van het PDF-document wilt herstellen, kiest u Bestand > Herstellen. Het labeltype van een gemarkeerd gebied wijzigen: 1.
Inhoud toevoegen aan of verwijderen uit een gemarkeerd gebied Met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde worden altijd zo weinig mogelijk gemarkeerde gebieden weergegeven. Als inhoud in een gemarkeerd gebied niet in de juiste volgorde staat, moet u het gebied mogelijk splitsen om de volgorde te wijzigen. Gemarkeerde gebieden kunnen ook aangrenzende pagina-inhoud bevatten die niet gerelateerd is of waarvoor een ander labeltype nodig is.
Gemarkeerde gebieden met afbeeldingen of tabellen controleren Met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde kunt u de labels van afbeeldingen en tabellen controleren en corrigeren. U kunt bepalen of er voor afbeeldingen alternatieve tekst is opgenomen, zodat deze afbeeldingen goed gelezen kunnen worden door ondersteunende technologieën. Het is de bedoeling dat u met afbeeldingslabels een beschrijving geeft van afbeeldingen die relevant zijn voor het gehele document, zoals grafieken en illustratieve foto's.
Pagina-artefacten en -elementen verwijderen Wanneer u een PDF-document van labels voorziet, kan Acrobat niet altijd onderscheid maken tussen relevante afbeeldingen en decoratieve pagina-elementen. Items die de pagina-indeling visueel ondersteunen, zoals decoratieve kaders, lijnen of achtergrondelementen, kunnen de structuurindeling vervuilen en moeten worden verwijderd. Het is dus mogelijk dat Acrobat artefacten of pagina-elementen ten onrechte als afbeeldingen labelt.
Alternatieve tekst controleren en toevoegen aan afbeeldingen Als u wilt dat schermlezers een beschrijving geven van grafische elementen waarmee belangrijke concepten in het document worden geïllustreerd, moet u de beschrijving zelf toevoegen. Afbeeldingen en multimedia worden alleen herkend of gelezen door een schermlezer als u alternatieve tekst toevoegt aan de labeleigenschappen. Als u alternatieve tekst toepast op tekstelementen, wordt alleen de beschrijving gelezen, dus niet de tekst zelf.
Nieuwe gemarkeerde gebieden voor pagina-inhoud maken Met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde kunt u labels maken in niet-gelabelde PDFdocumenten of nieuwe labels toevoegen aan een bestaande structuur. Wanneer u een document handmatig van labels voorziet, wordt de labelstructuur echter niet zo gedetailleerd als wanneer u de opdracht Labels toevoegen aan document gebruikt. Controleer daarom of handmatig labelen de enige oplossing is voordat u de bestaande structuur wist.
Kopteksten maken U kunt lezers helpen op de juiste manier door het document te navigeren en de gewenste informatie te vinden door ervoor te zorgen dat u aan kopteksten de juiste labels toewijst, zodat deze op het juiste hiërarchische niveau in de inhoud worden geplaatst. Vervolgens converteert u koptekstlabels naar bladwijzers. (Zie Bladwijzers maken.) Een koptekstlabel maken: 1. Selecteer het gereedschap TouchUp-leesvolgorde en selecteer vervolgens de koptekst in het PDF-document. 2.
Afbeeldingen maken Met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde kunt u een element selecteren en dit als afbeelding definiëren. Wanneer u het element als afbeelding hebt gedefinieerd, kunt u alternatieve tekst toevoegen om de afbeelding te beschrijven. Als een gelabelde afbeelding in het document geen nuttige of illustratieve informatie voor de gebruiker bevat, kunt u het element uit de labelstructuur verwijderen, zodat het niet hardop wordt gelezen of opnieuw wordt geplaatst.
Opnieuw beginnen op een pagina Als u met Adobe Acrobat een PDF-document hebt voorzien van labels, maar de labelstructuur onnodig ingewikkeld is of het te problematisch is om de structuur te herstellen, kunt u met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde de huidige structuur verwijderen of vervangen. Als het document voornamelijk uit tekst bestaat, kunt u een pagina selecteren en vervolgens kopteksten, tabellen en andere elementen verwijderen om de labelstructuur overzichtelijker en eenvoudiger te maken.
Werken met tabellen Tabellen presenteren tekstuele of numerieke gegevens op een visueel overzichtelijke wijze en kunnen daarom een struikelblok vormen voor schermlezers. Inhoud in tabelcellen kan complex zijn en bestaan uit lijsten, alinea's met tekst, formuliervelden of een andere tabel. Om de beste resultaten te bereiken bij het labelen van tabellen, gebruikt u de toepassing waarin u het document hebt gemaakt om labels toe te voegen wanneer u het PDFdocument maakt.
Geavanceerde gereedschappen voor het corrigeren van labelfouten Werken met het tabblad Labels Labels bewerken, verplaatsen en opnieuw definiëren Werken met het tabblad Inhoud
Werken met het tabblad Labels Op het tabblad Labels kunt u labels in de logische boomstructuur, of labelstructuur, van een PDF-document bekijken en bewerken. Op het tabblad Labels worden de labels weergegeven in hiërarchische volgorde waarmee de leesvolgorde van het document wordt aangegeven. Het eerste item in deze structuur is het basislabel. Alle andere items zijn labels en zijn onderliggend ten opzichte van het basislabel.
Labels bewerken, verplaatsen en opnieuw definiëren U kunt de titel, de locatie en het type van een label van een element wijzigen. Alle paginainhoud moet zijn gelabeld, zijn gemarkeerd als artefact of worden verwijderd uit de logische boomstructuur. (Zie Opties op het tabblad Labels.) Logische boomstructuur op het tabblad Labels A. Figuurlabel B. Afbeeldingsinhoud C. Alinealabel De titel van een label bewerken: 1. Vouw op het tabblad Labels de sectie van de logische structuur uit die u wilt bewerken. 2.
Opties op het tabblad Labels U gebruikt het menu Opties of het contextmenu dat verschijnt wanneer u klikt met de rechtermuisknop (Windows) of Control ingedrukt houdt en klikt (Mac OS) op een label in de logische boomstructuur om te kiezen uit de volgende opties: Nieuw label Een nieuw label maken in de logische boomstructuur achter het geselecteerde item. Geef het type en de titel van het nieuwe label op.
Extra informatie toevoegen aan labels Sommige gelabelde Adobe PDF-documenten bevatten mogelijk niet alle informatie die noodzakelijk is om de documentinhoud volledig flexibel te maken. Als u bijvoorbeeld het document beschikbaar wilt maken voor een schermlezer, moet het PDF-document alternatieve tekst voor afbeeldingen, eigenschappen voor tekstgedeelten die in een andere taal zijn gesteld dan de standaardtaal van het document en expansietekst voor afkortingen bevatten.
Opmerkingen labelen Wanneer u een PDF-document met opmerkingen van labels voorziet, worden de opmerkingen ook gelabeld. (Zie Labels toevoegen aan Adobe PDF-documenten voor toegankelijkheid.) Als u echter opmerkingen toevoegt aan een PDF-document dat al is gelabeld, worden de opmerkingen niet gelabeld tenzij u eerst instelt dat opmerkingen worden gelabeld. (Zie Opmerkingen toevoegen.
Tabellen en tabelelementen corrigeren Met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde zorgt u ervoor dat tabellen van de juiste labels worden voorzien. Als u afbeeldingen en tekst in de cellen van de tabel moet structureren, kan het handig zijn om de tabel opnieuw te maken in de ontwerptoepassing voordat u het document converteert naar een toegankelijk PDF-document. Het toevoegen van labels op celniveau is een arbeidsintensieve procedure.
Werken met het tabblad Inhoud Gebruik het tabblad Inhoud om problemen te corrigeren die ontstaan bij het opnieuw plaatsen van een PDF-document en die u niet kunt corrigeren met het gereedschap TouchUp-leesvolgorde. U kunt een PDF-document beschadigen als u inhoudsobjecten bewerkt. Zorg er daarom voor dat u bekend bent met de PDF-structuur voordat u wijzigingen aanbrengt. Download de PDF Reference, Fifth Edition van de partnerwebsite van Adobe op http://partners.adobe.
Opties op het tabblad Inhoud Het tabblad Inhoud bevat verschillende opties die u kunt kiezen in het menu Opties of door te klikken met de rechtermuisknop (Windows) of Control ingedrukt te houden en te klikken (Mac OS) op een object op het tabblad. U kunt kiezen uit de volgende opties: Nieuwe container Een nieuw containerobject toevoegen aan het eind van de geselecteerde pagina of container. Containerwoordenboek bewerken Het woordenboek opgeven voor de container.
Adobe Acrobat aanpassen voor toegankelijkheid Informatie over toegankelijkheidsvoorkeuren Toegankelijkheidsvoorkeuren instellen Sneltoetsen gebruiken voor menuopdrachten en navigatie Automatisch schuiven Werken met een schermlezer Werken met de functie Hardop lezen
Informatie over toegankelijkheidsvoorkeuren Adobe Acrobat kent verschillende instellingen waarmee PDF-bestanden toegankelijker kunnen worden gemaakt voor gebruikers met een visuele of motorische handicap. Met deze instellingen kunt u instellen hoe PDF-documenten op het scherm worden weergegeven en worden gelezen door schermlezers. Daarnaast maken deze instellingen het mogelijk om met uitsluitend sneltoetsen door documenten te navigeren.
Toegankelijkheidsvoorkeuren instellen Als u Adobe Acrobat voor het eerst start in Windows terwijl er een schermlezer of schermvergroter actief is, wordt de Instellingsassistent voor toegankelijkheid (een wizard) gestart om u te helpen bij het instellen van voorkeuren in Acrobat voor het verbeteren van de toegankelijkheid. Als u Mac OS gebruikt of als u uw voorkeuren later wilt wijzigen, start u de Instellingsassistent voor toegankelijkheid vanuit het menu Geavanceerd.
Toegankelijkheidsopties De Instellingsassistent voor toegankelijkheid helpt u bij het selecteren van verschillende opties waarmee de toegankelijkheid van Acrobat wordt verbeterd, met name als u ondersteunende technologieën gebruikt. In de verschillende vensters van het dialoogvenster Voorkeuren kunt u handmatig aanvullende opties selecteren.
Werken met kleuren met hoog contrast Acrobat bevat verschillende opties waarmee tekst in Adobe PDF-documenten gemakkelijker te zien en te lezen is op het scherm. U kunt kleine fonts vergroten en de kleuren en het contrast van tekst en achtergrond aanpassen. Met de weergavewerkbalk, de zoomopties op de statusbalk of de opdrachten in het menu Beeld kunt u het weergegeven document vergroten. (Zie De weergave vergroten en verkleinen.
Leesvoorkeuren instellen Met de leesvoorkeuren kunt u instellen hoe documenten door schermlezers of door de functie Hardop lezen worden gelezen, en in welke volgorde. U kunt het volume en de snelheid instellen en kiezen tussen stemmen die bij het systeem zijn geleverd of die bij spraakprogramma's (bijvoorbeeld SAPI 4 en SAPI 5 op Windows) zijn geïnstalleerd. Opmerking: zie Toegankelijkheidsopties voor informatie over andere voorkeuren die van invloed zijn op de toegankelijkheid.
Een leesvolgorde selecteren Op pagina's met verschillende kolommen of verhalen kan de natuurlijke visuele voortgang door verschillende tekstblokken gecompliceerd zijn, vooral als de pagina een ingewikkeld ontwerp heeft of als het document slecht gestructureerd is. Als u een leesvolgorde kiest, kunnen Adobe PDF-documenten zonder labels beter worden gelezen door zowel schermlezers als de functie Hardop lezen.
Sneltoetsen van één toets inschakelen U kunt de functionaliteit van het toetsenbord gebruiken met behulp van sneltoetsen van één toets. Voor de meeste sneltoetsen in Acrobat is deze optie niet noodzakelijk. (Zie Toetsen voor het selecteren van gereedschappen.) Sneltoetsen van één toets inschakelen: 1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS). 2. Selecteer Algemeen en selecteer vervolgens Sneltoetsen van één toets gebruiken om opties te openen.
Sneltoetsen gebruiken voor menuopdrachten en navigatie U kunt altijd navigeren met het toetsenbord in plaats van de muis. Zie Beschrijving van sneltoetsen. In Mac OS beschikt u over verschillende functies voor toetsenbordtoegang. In Windows zijn sommige sneltoetsen voor het navigeren in Acrobat anders dan voor andere Windows-toepassingen.
Volledige toetsenbordtoegang instellen (alleen Mac OS) In Mac OS kunt u navigeren in het werkgebied van Acrobat en Adobe PDF-documenten en daarin werken door de juiste voorkeuren op systeemniveau in te stellen. Volledige toetsenbordtoegang instellen: 1. Kies in het menu Apple de optie Systeemvoorkeuren en selecteer Toetsenbord en muis (Mac OS 10.3) of Toetsenbord (Mac OS 10.2). 2. Klik op het tabblad Toetsenbordfuncties (Mac OS 10.3) of het tabblad Uitgebreide toetsenbordfuncties (Mac OS 10.2). 3.
Werken met sneltoetsen in webbrowsers (alleen Windows) U kunt Acrobat in Internet Explorer Windows besturen met het toetsenbord. Aanvankelijk zijn het PDF-document en de Acrobat-toepassing geactiveerd, dus navigatie en toetsenbordopdrachten werken zoals u gewend bent. Wanneer u op Ctrl+Tab drukt, wordt de webbrowser geactiveerd. Als u op Tab drukt, wordt het document weer geactiveerd.
Automatisch schuiven Met de functie voor automatisch schuiven is het gemakkelijker om lange PDFdocumenten door te nemen. Dat geldt vooral voor opnieuw geplaatste documenten. Zo kunt u pagina's lezen zonder toetsenbord- of muishandelingen uit te voeren. Automatisch door een document schuiven: 1. Kies Beeld > Automatisch schuiven. 2.
Toegankelijke tekst uitvoeren voor een brailleprinter U kunt tekst in een PDF-document opslaan, zodat deze wordt afgedrukt op een brailleprinter. Met een braillevertaaltoepassing kan toegankelijke tekst worden geïmporteerd en afgedrukt als een opgemaakt brailledocument (graad 1 en graad 2). Zie voor meer informatie de documentatie van de braillevertaaltoepassing. Een PDF-document opslaan als toegankelijke tekst: 1. Kies Bestand > Opslaan als. 2.
Werken met een schermlezer Adobe Acrobat biedt ondersteuning voor ondersteunende technologieën die visueel gehandicapte gebruikers in staat stellen te werken met computertoepassingen, zoals schermlezers en schermvergroters. Wanneer u ondersteunende technologieën gebruikt, is het mogelijk dat Acrobat tijdelijke labels toevoegt aan geopende PDF-documenten om de leesbaarheid te verbeteren.
Werken met de functie Hardop lezen U kunt met de functie Hardop lezen een willekeurig aantal pagina's van een Adobe PDFdocument hardop laten voorlezen. Ook de tekst in opmerkingen en alternatieve tekstbeschrijvingen voor afbeeldingen en formuliervelden wordt gelezen door de functie Hardop lezen. In gelabelde PDF-documenten wordt de inhoud gelezen in de volgorde van de logische structuur. In documenten zonder labels wordt de leesvolgorde afgeleid, tenzij er een leesvolgorde is opgegeven.
BEWERKEN Adobe PDF-documenten bewerken Elektronische publicatie van Adobe PDF-documenten Elektronische uitvoer verbeteren
Adobe PDF-documenten bewerken Een groot misverstand over Adobe PDF-documenten is dat deze net als alle andere documenten met tekst en afbeeldingen de mogelijkheid bieden om items te kopiëren, plakken en op de pagina te verplaatsen. Een Adobe PDF-bestand moet u beschouwen als een opname van het oorspronkelijke document, of dat nu een Adobe InDesign-bestand of een Microsoft Office-bestand is.
Elektronische publicatie van Adobe PDF-documenten Wanneer u Adobe PDF-documenten elektronisch publiceert met Acrobat Professional, wilt u natuurlijk dat de lezers de documenten makkelijk kunnen openen en lezen, zodat ze de gewenste informatie snel kunnen vinden. Als u PDF-bestanden verspreidt onder een groot en gevarieerd publiek, is het in uw eigen voordeel om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de diverse behoeften van dat publiek.
Elektronische uitvoer verbeteren Wanneer u Adobe PDF-bestanden elektronisch verspreidt, kunt u een aantal stappen nemen om ervoor te zorgen dat de gebruikers het document zo plezierig mogelijk kunnen lezen, zoals stroomlijning van het downloadproces, het gebruik van aanbevolen naamconventies voor bestanden en de instelling van trefwoorden voor zoekacties. Zorg er ook voor dat de bestanden volledig toegankelijk zijn voor gebruikers die afhankelijk zijn van schermlezers en andere apparatuur.
Snelle webweergave inschakelen in Adobe PDF-bestanden Met Snelle webweergave wordt een Adobe PDF-document geherstructureerd met het oog op downloaden per pagina vanuit webservers. Bij downloaden per pagina stuurt de webserver alleen de gevraagde pagina naar de gebruiker, in plaats van het gehele PDFdocument. Dit is vooral belangrijk bij grote documenten, waarbij het downloaden vanaf servers heel lang kan duren.
Een welkomstpagina toevoegen Wanneer een gebruiker een website voor het eerst bezoekt of een cd voor het eerst opent, kan het lastig zijn om het uitgangspunt te vinden of te bepalen wat er te vinden is in de verzameling documenten. U kunt de gebruikers de juiste richting aangeven door een welkomstpagina op te nemen. Een dergelijke pagina bevat in het algemeen een overzicht van de beschikbare documenten en koppelingen naar bepaalde plaatsen in deze documenten.
Een naam opgeven voor een Adobe PDF-document Bij het opgeven van een naam voor een Adobe PDF-document dat elektronisch zal worden verspreid, is het aan te raden de standaardconventies voor naamgeving te volgen. ● ● Gebruik ISO 9660-bestandsnamen, omdat bepaalde netwerk- en e-mailprogramma's lange bestandsnamen afkorten. Een ISO 9660-bestandsnaam kan één tot acht tekens bevatten (zonder spaties), desgewenst gevolgd door een extensie (een punt en één tot drie tekens).
Informatie toevoegen waarop kan worden gezocht en de boekbinding instellen U kunt een naam, een onderwerp, een auteur en een of meer trefwoorden opgeven voor een Adobe PDF-document in Acrobat of een browser. Deze gegevens worden ook weerspiegeld in de metagegevens van het document. (Zie Doorzoekbare informatie toevoegen aan documenteigenschappen.
Navigatiemogelijkheden toevoegen aan Adobe PDFdocumenten Werken met paginaminiaturen De tabvolgorde instellen Werken met bladwijzers Werken met koppelingen Werken met handelingen voor speciale effecten Navigeren door Adobe PDF-documenten die zijn geconverteerd van webpagina's Werken met artikelen
Werken met paginaminiaturen Paginaminiaturen zijn kleine voorbeelden van de pagina's in een document. U kunt paginaminiaturen in Adobe Acrobat Professional gebruiken om snel naar een geselecteerde pagina te gaan of om de weergave van de pagina aan te passen. Wanneer u een paginaminiatuur verplaatst, kopieert of verwijdert, verplaatst, kopieert of verwijdert u eigenlijk de corresponderende pagina. Dat maakt paginaminiaturen vooral nuttig tijdens de ontwikkelingsfase van een Adobe PDF-document.
Paginaminiaturen maken Aangezien een bestand groter wordt van paginaminiaturen, worden miniaturen alleen automatisch bij het document gemaakt als dit is opgegeven. U kunt ook dynamisch paginaminiaturen maken door op het tabblad Pagina's in het navigatievenster te klikken. Het duurt een paar seconden om paginaminiaturen te tekenen, vooral bij grote documenten. Als u wilt voorkomen dat telkens als u op het tabblad Pagina's klikt de paginaminiaturen opnieuw worden getekend, sluit u de paginaminiaturen in.
Paginahandelingen toevoegen met paginaminiaturen U kunt de interactieve kwaliteit van een document verhogen door handelingen op te geven, bijvoorbeeld het verhogen van de zoomwaarde, die worden uitgevoerd wanneer een pagina wordt geopend of gesloten. Handeling koppelen aan het openen of sluiten van een pagina: 1. Klik op het tabblad Pagina's in het navigatievenster. 2. Selecteer de paginaminiatuur die correspondeert met de pagina en kies Paginaeigenschappen in het menu Opties. 3.
De tabvolgorde instellen Op het tabblad Pagina's kunt u de volgorde instellen waarin een gebruiker de formuliervelden, koppelingen en opmerkingen op elke pagina met de Tab-toets doorloopt. De tabvolgorde instellen voor formuliervelden, koppelingen en opmerkingen: 1. Klik op het tabblad Pagina's in het navigatievenster. 2. Selecteer een paginaminiatuur en kies Pagina-eigenschappen in het menu Opties. 3.
Werken met bladwijzers Een bladwijzer is een soort koppeling met verklarende tekst op het tabblad Bladwijzers in het navigatievenster. Elke bladwijzer verwijst naar een andere weergave of pagina in het document. U kunt elektronische bladwijzers op dezelfde manier als papieren bladwijzers gebruiken om een bepaalde plek in een document aan te geven waarnaar u wilt kunnen teruggaan. Bladwijzers kunnen ook worden gebruikt om de aandacht van de lezer ergens op te vestigen.
Bladwijzers maken Bladwijzers die worden gegenereerd op basis van een inhoudsopgave, zijn gewoonlijk goed genoeg voor navigatie door een document. U kunt echter ook bladwijzers toevoegen die naar specifieke delen van de tekst verwijzen om de aandacht van de lezer daarop te vestigen. U kunt ook de weergave van bladwijzers instellen en er handelingen aan toewijzen. Een nieuwe bladwijzer maken: 1. Open de pagina waarnaar de bladwijzer moet verwijzen en pas de weergave-instellingen aan.
Bladwijzers beheren In eerste instantie wordt met een bladwijzer naar de pagina gegaan die werd weergegeven op het moment dat de bladwijzer werd gemaakt. Dit is het doel van de bladwijzer. Hoewel u bladwijzerdoelen kunt instellen tijdens het maken van een bladwijzer, is het soms gemakkelijker een groep bladwijzers te maken en de doelen later in te stellen. Zodra u een bladwijzer hebt gemaakt, kunt u op elk gewenst moment de tekst, het doel of het type handeling wijzigen.
Bladwijzerhiërarchie maken U kunt een lijst met bladwijzers nesten om de relatie tussen onderwerpen aan te geven. Door te nesten, maakt u een structuur met boven- en onderliggende bladwijzers. De hiërarchische lijst kunt u desgewenst uitvouwen of samenvouwen. Bladwijzer uitvouwen en samenvouwen: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● ● Klik op het plusteken of de horizontale driehoek naast het bladwijzerpictogram om de onderliggende bladwijzers te tonen.
Gelabelde bladwijzers toevoegen Met gelabelde bladwijzers hebt u meer controle over de inhoud van pagina's dan met normale bladwijzers. Aangezien gelabelde bladwijzers gebruikmaken van de achterliggende informatie over de structuur van de documentelementen (bijvoorbeeld kopniveaus, alinea's, tabeltitels, enzovoort) voor het maken van de bladwijzers, kunnen deze worden gebruikt voor het bewerken van het document, bijvoorbeeld om pagina's te verwijderen.
Werken met koppelingen Met koppelingen, of hyperlinks, kunt u naar andere locaties in hetzelfde document, naar andere elektronische documenten (inclusief bijlagen) of naar websites springen. U kunt koppelingen gebruiken wanneer u zeker wilt weten dat uw lezers rechtstreeks toegang krijgen tot verwante informatie. Koppelingen kunnen ook worden gebruikt om handelingen uit te voeren. U kunt ook handelingen toevoegen voor het afspelen van een geluids- of filmbestand. (Zie Mediaclips integreren met documenten.
Koppelingen maken Koppelingen maakt u met het gereedschap Koppeling. U kunt zichtbare en onzichtbare koppelingen maken. U kunt van tekst en afbeeldingen direct koppelingen maken met het Selectiegereedschap en het gereedschap Momentopname. Een koppeling maken met het gereedschap Koppeling: 1. Ga naar de plaats waar u een koppeling in het document wilt maken. 2. Kies Opties > Geavanceerd bewerken > Koppeling of selecteer het gereedschap op de werkbalk Geavanceerd bewerken.
De weergave van koppelingen wijzigen U kunt de weergave van een koppeling op elk gewenst moment wijzigen met de werkbalk Eigenschappen of het dialoogvenster Koppelingseigenschappen. Het dialoogvenster Koppelingseigenschappen wordt automatisch geopend als u een eigen koppeling maakt en bevat meer opties dan de werkbalk Eigenschappen. Voor andere typen koppelingen moet u het dialoogvenster handmatig openen. U kunt met de eigenschappen instellen of de koppeling zichtbaar of onzichtbaar is.
Handelingen toevoegen aan een koppeling U kunt de interactieve kwaliteit van een document verhogen door handelingen op te geven, bijvoorbeeld het verhogen van de zoomwaarde, die moeten worden uitgevoerd wanneer er op een koppeling wordt geklikt. (Zie Werken met handelingen voor speciale effecten.
Koppelingen bewerken U kunt een koppeling op elk gewenst moment bewerken. U kunt het actieve gebied of de gekoppelde handeling wijzigen, de koppelingsrechthoek verwijderen of de grootte ervan wijzigen, of het doel van de koppeling wijzigen. Als u de eigenschappen van een bestaande koppeling wijzigt, heeft dit alleen gevolgen voor de koppeling die op dat moment is geselecteerd.
Koppelingen maken van URL's U kunt automatisch koppelingen maken van alle URL's in een document of van URL's op geselecteerde pagina's. Koppelingen maken van URL's in een Adobe PDF-document: 1. Kies Geavanceerd > Koppelingen > Maken van URL's in document. 2. Selecteer in het dialoogvenster Webkoppelingen creëren de optie Alle om koppelingen te maken van alle URL's in het document of selecteer Van en voer een paginabereik in om koppelingen te maken op geselecteerde pagina's.
Alle webkoppelingen verwijderen U kunt alle webkoppelingen uit een Adobe PDF-document verwijderen. Alle webkoppelingen uit een Adobe PDF-document verwijderen: 1. Kies Geavanceerd > Koppelingen > Alle koppelingen verwijderen uit document.
Koppelingen naar bestandsbijlagen maken In Acrobat 7.0 kunt u bestandsbijlagen toevoegen aan PDF-documenten. Deze bijlagen worden weergegeven op het tabblad Bijlagen. Als u een bijlage wilt openen, kunt u het tabblad Bijlagen gebruiken. Nog beter is het om een koppeling te maken in het document waarmee gebruikers de bijlage in het documentvenster kunnen openen.
Werken met doelen Een doel is het eindpunt van een koppeling dat wordt vertegenwoordigd door tekst op het tabblad Doelen. Met doelen worden navigatiepaden ingesteld in een verzameling Adobe PDF-documenten. Het koppelen met een doel wordt aangeraden wanneer u van en naar verschillende documenten koppelt, omdat een koppeling naar een doel, in tegenstelling tot een koppeling naar een pagina, niet wordt beïnvloed door het toevoegen of verwijderen van pagina's binnen het doeldocument.
Werken met handelingen voor speciale effecten U kunt een handeling laten uitvoeren wanneer op een bladwijzer of een koppeling wordt geklikt of wanneer een pagina wordt weergegeven. U kunt bijvoorbeeld koppelingen en bladwijzers gebruiken om naar andere locaties in een document te springen, opdrachten vanuit een menu uitvoeren en andere handelingen uitvoeren. Handelingen worden ingesteld in het dialoogvenster Eigenschappen.
Handelingen toevoegen Voor bladwijzers of koppelingen geeft u een handeling op die wordt uitgevoerd wanneer een gebruiker op de bladwijzer of koppeling klikt. Bij andere items, zoals pagina's, mediaclips en formuliervelden, definieert u eerst een trigger waarmee een handeling wordt uitgevoerd en daarna definieert u de handeling zelf. U kunt meerdere handelingen aan één trigger toevoegen. Zie Soorten triggers. Handelingsopties opgeven: 1.
Typen handelingen U kunt de volgende handelingen toewijzen aan koppelingen, bladwijzers, pagina's, mediaclips en formuliervelden: Een menuopdracht uitvoeren Hiermee wordt een opgegeven menuopdracht uitgevoerd als de handeling. Naar een paginaweergave gaan Hiermee wordt naar het opgegeven doel in het huidige document of een ander document gesprongen. Formuliergegevens importeren Hiermee importeert u formuliergegevens uit een ander bestand en plaatst u deze in het actieve formulier.
Soorten triggers Triggers bepalen hoe handelingen worden geactiveerd in mediaclips, pagina's en formuliervelden. U kunt bijvoorbeeld een film- of geluidsclip opgeven die moet worden afgespeeld wanneer een pagina wordt geopend of gesloten, of wanneer de muisaanwijzer naar een bepaald veld gaat. De meest gebruikte trigger is Muisknop loslaten.
Navigeren door Adobe PDF-documenten die zijn geconverteerd van webpagina's Met een Adobe PDF-document dat is gemaakt van webpagina's kunt u net zo werken als met elk ander PDF-document. Wanneer u klikt op een koppeling op een geconverteerde webpagina, worden de pagina's van die koppeling, afhankelijk van hoe u Acrobat hebt geconfigureerd, aan het eind van het PDF-document toegevoegd als de pagina's nog niet waren opgenomen.
Gelabelde bladwijzers gebruiken om geconverteerde webpagina's in te delen Als u een Adobe PDF-document maakt van webpagina's, worden gelabelde bladwijzers voor het document gegenereerd wanneer in het dialoogvenster Instellingen voor webpaginaconversie de optie Bladwijzers maken is ingeschakeld. Boven aan het tabblad Bladwijzers verschijnt een standaardbladwijzer (niet-gelabeld) die de webserver aanduidt. Onder die bladwijzer ziet u een gelabelde bladwijzer voor elke gedownloade webpagina.
Gelabelde bladwijzers toevoegen aan geconverteerde webpagina's Als PDF-labels maken in het dialoogvenster Instellingen voor webpaginaconversie is ingeschakeld wanneer u webpagina's downloadt, wordt structuurinformatie die correspondeert met de HTML-structuur van de oorspronkelijke pagina's opgeslagen in het PDF-document. U kunt deze informatie gebruiken om gelabelde bladwijzers aan het bestand toe te voegen voor alinea's en andere items met HTML-elementen.
Informatie over geconverteerde webpagina's opvragen U kunt een dialoogvenster weergeven met de URL van de huidige pagina, de paginatitel (afkomstig van de HTML-code
of de URL van de pagina), de datum en het tijdstip waarop de pagina is gedownload, het type inhoud (bijvoorbeeld HTML-tekst of JPEG-afbeelding) en de zoomfactor (afhankelijk van de vergroting of verkleining en het formaat van de afbeelding).Geconverteerde webpagina's vernieuwen U kunt webpagina's in een Adobe PDF-document vernieuwen om de meest recente versie van de pagina's op te halen van de bijbehorende website. Bij het vernieuwen wordt de volledige website of koppeling opnieuw gedownload en wordt er een nieuw PDFdocument gemaakt. In het nieuwe PDF-document wordt aangegeven op welke pagina's onderdelen zijn gewijzigd (zoals tekst, webkoppelingen, ingesloten bestandsnamen of opmaak).
Geconverteerde pagina's vergelijken met pagina's op het web U kunt een webbrowser starten en een webpagina weergeven die correspondeert met de pagina die u al hebt geconverteerd naar een Adobe PDF-pagina. Dit kan nuttig zijn als u verschillen wilt vergelijken tussen de gedownloade Adobe PDF-versie en de huidige webpagina op de site.
Werken met artikelen Bij veel traditioneel drukwerk, zoals tijdschriften en kranten, is de tekst opgemaakt in meerdere kolommen. Een verhaal loopt van kolom naar kolom en soms over verscheidene pagina's. Hoewel deze opmaak geschikt is voor gedrukt materiaal, kan een dergelijke structuur lastig te volgen zijn op het scherm vanwege de noodzaak om te bladeren en in te zoomen.
Artikelen definiëren U maakt een artikel door een reeks vakken te definiëren rond de inhoud, in de volgorde waarin u wilt dat de inhoud wordt gelezen. Het navigatiepad dat u definieert voor een artikel, wordt de artikelthread genoemd. Met het gereedschap Artikel maakt u een thread die de verschillende vakken waarin de inhoud van het artikel zich bevindt, met elkaar verbindt en samenbrengt tot een ononderbroken tekststroom. Elk artikelvak dat u maakt, heeft een label.
Artikelen bewerken en verwijderen U kunt een bestaande artikelthread bewerken met het gereedschap Artikel. U kunt een artikelvak verwijderen, invoegen, combineren, verplaatsen, vergroten en verkleinen, en u kunt de artikeleigenschappen bewerken. Een artikel of artikelvak verwijderen: 1. Selecteer het gereedschap Artikel om de artikelen in het document weer te geven. 2.
Adobe PDF-documenten bewerken Tekst, tabellen en afbeeldingen kopiëren en plakken Tekst bewerken Afbeeldingen en objecten bewerken Koppelingen, velden en andere objecten selecteren en bewerken Pagina's snijden Pagina's roteren Pagina's uitnemen, verplaatsen en kopiëren Pagina's verwijderen en vervangen Een presentatie instellen Adobe PDF-documenten combineren Pagina's nummeren Kopteksten en voetteksten toevoegen Watermerken en achtergronden toevoegen Adobe PDF-documenten opnemen in documenten met OLE-onder
Tekst, tabellen en afbeeldingen kopiëren en plakken In Acrobat Professional kunt u tekst, een tabel of een afbeelding in een Adobe PDFdocument selecteren en kopiëren naar het Klembord of plakken in een document in een andere toepassing. Met het Selectiegereedschap kunt u elk willekeurig pagina-item selecteren. (Acrobat 6.0 heeft drie verschillende gereedschappen, Selecteren, Afbeelding selecteren en Tabel selecteren, om verschillende pagina-items te selecteren.
Tekst kopiëren Met het Selectiegereedschap kunt u tekst of tekstkolommen in een Adobe PDF-document selecteren. Met de opdrachten Kopiëren en Plakken kopieert u de geselecteerde tekst naar een andere toepassing. U kunt ook het contextmenu gebruiken om opmerkingen toe te voegen en koppelingen te maken vanuit de tekst.
Tabellen kopiëren U kunt een tabel selecteren en kopiëren naar het Klembord. U kunt de tabel ook opslaan in een bestand dat vervolgens kan worden geladen of geïmporteerd in een andere toepassing. Als u een CSV-compatibele toepassing op uw systeem hebt, zoals Microsoft Excel, kunt u de geselecteerde tabel direct in de toepassing openen. Als het document van labels is voorzien, kunt u een tabel in een PDF-document selecteren door erop te klikken. Een tabel kopiëren met het Selectiegereedschap: 1.
Afbeeldingen kopiëren Met het gereedschap Selectie kunt u afzonderlijke afbeeldingen in een Adobe PDFdocument kopiëren en plakken naar het Klembord, naar een andere toepassing of naar een bestand. Zie Adobe PDF-documenten converteren naar andere indelingen als u alle afbeeldingen uit een PDF-document wilt kopiëren. U kunt koppelingen van tekst en afbeeldingen maken met het Selectiegereedschap en het gereedschap Momentopname. (Zie Koppelingen maken.
Een combinatie van tekst en afbeeldingen als een afbeelding kopiëren U kunt het gereedschap Momentopname gebruiken om de inhoud van de selectierechthoek (tekst, een afbeelding of een combinatie van beide) naar het Klembord of naar een andere toepassing te kopiëren. Zowel tekst als afbeeldingen worden als een afbeelding gekopieerd.
Tekst bewerken U kunt kleine correcties in een Adobe PDF-document aanbrengen met behulp van het gereedschap TouchUp-tekst. U kunt allerlei eigenschappen wijzigen, zoals het font, de fontgrootte, de horizontale schaal, woord- en tekenspatiëring, de verschuiving ten opzichte van de basislijn, lijn- en opvulkenmerken, fontinsluiting en -subsets. U kunt alleen tekst bewerken als er een font van het document op uw systeem is geïnstalleerd.
Tekst bewerken met het gereedschap TouchUp-tekst In het algemeen gebruikt u het gereedschap TouchUp-tekst voor kleine tekstwijzigingen in een Adobe PDF-document. Uitgebreide bewerkingen kunt u beter uitvoeren in de oorspronkelijke toepassing. Vervolgens genereert u het PDF-bestand opnieuw. U kunt ook alleen gecorrigeerde pagina's opnieuw genereren en deze invoegen in het PDF-document. (Zie Pagina's verwijderen en vervangen.) Tekst bewerken met het gereedschap TouchUp-tekst: 1.
Tekstkenmerken bewerken Gebruik het gereedschap TouchUp voor het bewerken van tekstkenmerken, zoals font, fontgrootte en letterspatiëring. De tekstkenmerken bewerken: 1. Kies Opties > Geavanceerd bewerken > TouchUp-tekst of selecteer het gereedschap TouchUp-tekst op de werkbalk Geavanceerd bewerken. 2. Klik in de tekst waarvan u de kenmerken wilt bewerken. Een alinea met tekst wordt omsloten door een kader. U kunt tekst binnen de alinea selecteren door te slepen. 3.
Nieuwe tekst toevoegen aan een document Gebruik het gereedschap TouchUp-tekst om tekst aan een document toe te voegen. Nieuwe tekst toevoegen aan een document: 1. Kies Opties > Geavanceerd bewerken > TouchUp-tekst of selecteer het gereedschap TouchUp-tekst op de werkbalk Geavanceerd bewerken. 2. Houd Ctrl (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op de plaats waar u tekst wilt toevoegen. 3. Selecteer in het dialoogvenster Nieuw tekstfont het font en de schrijfmodus en klik op OK. 4.
Speciale tekens invoegen U kunt bepaalde speciale tekens (regeleinden, zachte koppeltekens, vaste spaties en emstreepjes) in een gelabeld document invoegen om de tekst beter te plaatsen. (Zie De inhoud van gelabelde Adobe PDF-documenten opnieuw plaatsen.) U kunt deze speciale tekens ook in een Adobe PDF-document invoegen om het document op het scherm leesbaarder te maken of om de algemene leesbaarheid te verbeteren. U hoeft het font niet geïnstalleerd te hebben om speciale tekens in te voegen.
Fonts insluiten of verwijderen met het gereedschap TouchUp-tekst U kunt de tekstkenmerken alleen bewerken als een font op uw systeem is geïnstalleerd. Als een ingesloten font of een fontsubset niet op uw systeem is geïnstalleerd, kunt u alleen wijzigingen aanbrengen in de kleur, de woordspatiëring, de tekenspatiëring, de verschuiving ten opzichte van de basislijn en de marges. Fonts insluiten of verwijderen met het gereedschap TouchUp-tekst: 1.
Afbeeldingen en objecten bewerken Met het gereedschap TouchUp-object kunt u een afbeelding of object in een PDFdocument selecteren en naar een nieuwe locatie verplaatsen, bewerken met de functies van het gereedschap TouchUp-object of direct vanuit het PDF-document in Adobe Photoshop, Adobe Illustrator of een andere toepassing halen en bewerken.
Afbeeldingen bewerken met het gereedschap TouchUpobject U gebruikt het gereedschap TouchUp-object om op het laatste moment correcties aan te brengen in afbeeldingen en objecten in een Adobe PDF-document. Voor meer omvangrijke wijzigingen gebruikt u de oorspronkelijke ontwerptoepassing. Vervolgens genereert u het PDF-document opnieuw. Met het contextmenu van het gereedschap TouchUp-object kunt u een aantal bewerkingen uitvoeren op afbeeldingen zonder een externe toepassing te starten.
Afbeeldingen bewerken met een externe toepassing Met het gereedschap TouchUp-object kunt u niet alleen kleine correcties aanbrengen in afbeeldingen en afbeeldingen verplaatsen, u kunt ook een afbeelding in een PDFdocument selecteren en direct naar Adobe Photoshop, Adobe Illustrator of een andere toepassing overbrengen en bewerken. Als u klaar bent met de bewerking, kunt u de afbeelding of het object direct terugplaatsen in het PDF-document.
Voorkeuren voor TouchUp instellen Met behulp van de voorkeuren voor TouchUp definieert u de standaardtoepassingen die moeten worden gebruikt wanneer illustraties en afbeeldingen worden geselecteerd met het gereedschap TouchUp-object. TouchUp-voorkeuren instellen: 1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS). (U kunt ook Voorkeuren kiezen in het menu van het documentvenster.) 2. Selecteer TouchUp, links in het dialoogvenster Voorkeuren. 3.
Koppelingen, velden en andere objecten selecteren en bewerken Met een groot aantal gereedschappen kunt u objecten, zoals koppelingen, velden en multimediaobjecten, in een Adobe PDF-document selecteren en bewerken. Rondom een geselecteerd object wordt meestal een kader weergegeven. Er worden selectiegrepen weergegeven als de aanwijzer zich boven het object bevindt. Wanneer de aanwijzer zich boven een vergrendeld object bevindt, worden er geen selectiegrepen weergegeven.
Pagina's snijden Met het dialoogvenster Pagina's snijden kunt u het zichtbare paginagebied voor opgegeven pagina's van het document snijden. U kunt de paginamarges aanpassen door bepaalde parameters in te stellen. In het gesneden gebied ziet u de inhoud die wordt weergegeven als de pagina op het scherm wordt weergegeven of wordt afgedrukt. Als u het snijden ongedaan wilt maken, stelt u de marges in het dialoogvenster Pagina's snijden opnieuw in.
Voorkeuren instellen voor illustratie-, bijsnij- en afloopvakken U kunt voorkeuren voor de paginaweergave instellen om de in het Adobe PDF-document gedefinieerde illustratie-, bijsnij- en afloopvakken te tonen. Voorkeuren instellen voor illustratie-, bijsnij- en afloopvakken: 1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS) en kies Paginaweergave, links in het dialoogvenster Voorkeuren. (U kunt ook Voorkeuren kiezen in het menu van het documentvenster.) 2.
Pagina's roteren U kunt ook alle pagina's in een document of alleen geselecteerde pagina's roteren. Rotatie werkt in stappen van 90°. Een pagina, een paginabereik of alle pagina's roteren: 1. Ga op een van de volgende manier te werk: ● Kies Document > Pagina's roteren. ● Kies Pagina's roteren in het menu Opties op het tabblad Pagina's. 2.
Pagina's uitnemen, verplaatsen en kopiëren U kunt pagina's uit een Adobe PDF-bestand uitnemen met de opdracht Uitnemen. U kunt de uitgenomen pagina's verwijderen of naar een apart bestand kopiëren. Wanneer u een pagina uit een PDF-document uitneemt, worden alle opmerkingen en koppelingen die aan de pagina-inhoud zijn gekoppeld, ook uitgenomen. Formuliervelden worden ook uitgenomen. Bladwijzers en artikelen die aan de pagina's zijn gekoppeld, worden echter niet uitgenomen.
Pagina's verwijderen en vervangen U kunt pagina's uit een Adobe PDF-document verwijderen met de opdracht Verwijderen of door de paginaminiatuur of de gelabelde bladwijzers van de pagina te verwijderen. U kunt het document kleiner maken door de opdracht Bestand verkleinen te gebruiken om het opnieuw gestructureerde document onder een nieuwe naam op te slaan. Belangrijk: u kunt de opdracht Verwijderen niet ongedaan maken. U kunt een hele PDF-pagina vervangen door een andere PDF-pagina.
Een presentatie instellen Voor presentaties wordt vaak de modus Volledig scherm gebruikt. In deze modus vullen Adobe PDFpagina's het hele scherm en zijn de menubalk, de werkbalk en de besturingselementen voor het venster verborgen. U kunt ook andere openingsweergaven selecteren, zodat uw documenten of verzamelingen documenten met een consistente weergave worden geopend. In beide gevallen kunt u paginaovergangen toevoegen om het visuele effect te verbeteren als een gebruiker door het document bladert.
De modus Volledig scherm instellen als openingsweergave Als u de modus Volledig scherm wilt gebruiken, moet u definiëren hoe het document wordt geopend. Deze instellingen worden gekozen in het dialoogvenster Documenteigenschappen en zijn specifiek voor het document. De instellingen die bepalen hoe de gebruiker door het document navigeert en of de weergave automatisch van pagina naar pagina gaat, worden ingesteld in de voorkeuren voor Volledig scherm. Deze voorkeuren zijn specifiek voor een systeem.
Een openingsweergave definiëren U kunt een openingsweergave instellen, inclusief een vergrotingsniveau en paginaindeling. Deze weergave verschijnt als een gebruiker uw document of verzameling documenten opent. Een veelgebruikte openingsweergave is de modus Volledig scherm. Zie De modus Volledig scherm instellen als openingsweergave. U kunt een openingsweergave voor een verzameling documenten selecteren, zoals wordt beschreven in De modus Volledig scherm instellen als openingsweergave.
Opties voor de openingsweergave voor documenteigenschappen De opties voor de openingsweergave in de Documenteigenschappen zijn onderverdeeld in drie gebieden: Documentopties, Vensteropties en Interface-opties. Documentopties Deze opties bepalen de weergave van het document in het documentvenster, wat de pagina-indeling en de zoomfactor zijn, welke vensters worden geopend en bij welk paginanummer het document wordt geopend.
Paginaovergangen toevoegen Met paginaovergangen brengt u een interessant effect aan dat bij de overgang naar een nieuwe pagina optreedt. Gebruik de functie Paginaovergangen instellen om paginaovergangen voor een of meer pagina's in een document in te stellen. U kunt ook paginaovergangen voor een groep documenten instellen met de opdracht Batchverwerking. (Zie Batch-reeksen.) Paginaovergangen definiëren: 1. Ga op een van de volgende manieren te werk: ● Kies Document > Paginaovergangen instellen.
Adobe PDF-documenten combineren U kunt de opdracht Invoegen gebruiken om een Adobe PDF-document toe te voegen aan of in te voegen in een ander PDF-document. U kunt ook een of meer documenten in een PDF-document invoegen met behulp van slepen en neerzetten. Zie Adobe PDF-bestanden maken van meerdere bestanden als u bestanden wilt combineren met de opdracht PDF maken van meerdere bestanden. Twee Adobe PDF-documenten combineren met behulp van de opdracht Pagina's invoegen: 1.
Pagina's nummeren De paginanummers op de documentpagina's komen niet altijd overeen met de paginanummers die onder de miniaturen en op de statusbalk verschijnen. Pagina's worden genummerd met hele getallen, te beginnen met pagina 1 voor de eerste pagina van het document. Aangezien sommige Adobe PDF-documenten voorbladen bevatten, zoals een copyrightpagina en een inhoudsopgave, volgen de pagina's van de hoofdtekst mogelijk niet de nummering die op de statusbalk wordt getoond.
Kopteksten en voetteksten toevoegen Kopteksten en voetteksten worden gebruikt om informatie, zoals de datum, de tijd, paginanummers of de titel van het document, weer te geven in de boven- of ondermarge van een document. U kunt bestaande kopteksten en voetteksten in het document vervangen en u kunt de marges aanpassen om ervoor te zorgen dat de kopteksten en voetteksten niet over bestaande pagina-items worden weergegeven.
Watermerken en achtergronden toevoegen Een watermerk is tekst of een afbeelding die bovenop bestaande documentinhoud wordt getoond als een document wordt weergegeven en afgedrukt. In een lijst met uit te voeren taken kunt u bijvoorbeeld een watermerk gebruiken om 'Klaar' over de takenlijst te plaatsen als de taken zijn uitgevoerd. Een achtergrond is een afbeelding die achter tekst of afbeeldingen op de pagina wordt geplaatst.
Adobe PDF-documenten opnemen in documenten met OLE-ondersteuning U kunt Adobe PDF-documenten opnemen in elk ander document met ondersteuning voor OLE (Object Linking and Embedding) en de PDF-documenten later in Acrobat bewerken. PDF-documenten opnemen in een toepassing met OLE-ondersteuning: Ga op een van de volgende manier te werk: ● ● Kies de opdracht Object invoegen van de OLE-containertoepassing om het document rechtstreeks in de containertoepassing op te nemen.
Werken met Adobe PDF-lagen Adobe PDF-lagen Navigeren met lagen De eigenschappen van Adobe PDF-lagen bewerken Navigatiemogelijkheden toevoegen aan lagen Lagen samenvoegen Adobe PDF-lagen afvlakken Gelaagde inhoud bewerken
Adobe PDF-lagen Acrobat ondersteunt het weergeven, navigeren en afdrukken van gelaagde Adobe PDFinhoud in toepassingen als Adobe InDesign, AutoCAD en Visio. U kunt lagen hernoemen en samenvoegen, de eigenschappen van lagen wijzigen en handelingen toevoegen aan lagen. Ook kunt u lagen vergrendelen, zodat deze niet verborgen kunnen worden. U bepaalt de weergave van lagen met behulp van de standaardinstellingen en de instellingen voor de status bij openen.
Navigeren met lagen Informatie kan op verschillende lagen van een PDF-document worden opgeslagen. De lagen die in het PDF-document worden weergegeven, zijn gebaseerd op de lagen die in de oorspronkelijke toepassing zijn gemaakt. U kunt geen lagen maken in Acrobat; maar u kunt met behulp van het tabblad Lagen in het navigatievenster lagen onderzoeken en de inhoud ervan tonen of verbergen. Items op vergrendelde lagen kunnen niet worden verborgen.
De eigenschappen van Adobe PDF-lagen bewerken U kunt Adobe PDF-lagen hernoemen of vergrendelen, de standaardstatus instellen en de zichtbaarheid bij openen, afdrukken en exporteren instellen in het dialoogvenster Laageigenschappen. U kunt de instelling van de standaardstatus, de instelling van de zichtbaarheid en de afdrukinstellingen combineren om te bepalen wanneer een laag zichtbaar is en wanneer deze wordt afgedrukt.
Navigatiemogelijkheden toevoegen aan lagen U kunt koppelingen en doelen toevoegen aan lagen, zodat u de weergave van een document kunt wijzigen als de gebruiker klikt op een bladwijzer of een koppeling. Opmerking: in het algemeen worden wijzigingen in de laagzichtbaarheid die met het oogpictogram worden aangebracht op het tabblad Lagen, niet vastgelegd op de werkbalk Navigatie. Laagzichtbaarheid koppelen aan bladwijzers: 1.
Lagen samenvoegen U kunt een of meer lagen samenvoegen in een Adobe PDF-document. Samengevoegde lagen krijgen de eigenschappen van de laag waarmee deze worden samengevoegd (de doellaag). De samenvoeging van lagen kan niet ongedaan worden gemaakt. Lagen samenvoegen in een PDF-document: 1. Klik op het tabblad Lagen en selecteer Lagen samenvoegen in het menu Opties. 2. Selecteer in het linkervenster (Samen te voegen lagen) een of meer lagen die moeten worden samengevoegd.
Adobe PDF-lagen afvlakken Als Adobe PDF-lagen worden afgevlakt, wordt alle inhoud verborgen die niet zichtbaar is als de afvlakking wordt uitgevoerd. De lagen worden gecombineerd en de afvlakking kan niet ongedaan worden gemaakt. Lagen afvlakken: Klik op het tabblad Lagen en selecteer Lagen afvlakken in het menu Opties.
Gelaagde inhoud bewerken U kunt inhoud in een gelaagd Adobe PDF-document selecteren of kopiëren met het Selectiegereedschap of het gereedschap Momentopname. U kunt inhoud bewerken met een TouchUp-gereedschap. Deze gereedschappen herkennen en selecteren alle zichtbare inhoud, ongeacht of de inhoud zich op een zichtbare laag bevindt. (Zie Tekst bewerken met het gereedschap TouchUp-tekst.) U kunt het gereedschap TouchUp-object ook gebruiken om afbeeldingen te bewerken.
Werken met bestandsbijlagen Bestandsbijlagen Bijlagen openen en opslaan Bijlagen toevoegen aan Adobe PDF-documenten Zoeken in bijlagen Bijlagen verwijderen
Bestandsbijlagen In Acrobat kunt u PDF- en andere bestanden als bijlagen toevoegen aan een Adobe PDFdocument, zodat de lezer deze bestanden kan openen en bekijken. Als u het PDFdocument naar een andere locatie verplaatst, worden de bijlagen automatisch mee verplaatst. U kunt via de werkbalk Bestand twee soorten bestandsbijlagen aan PDFdocumenten toevoegen: bijlagen op documentniveau en bijlagen op paginaniveau.
Bijlagen openen en opslaan In Acrobat kunt u heel eenvoudig bijlagen openen en opslaan. U moet echter wel een toepassing hebben geïnstalleerd die geschikt is voor de bestandsindeling van de bijlage. U kunt een PDF-bijlage in Acrobat openen en wijzigen (als u over de juiste rechten beschikt), waarna de wijzigingen worden aangebracht in de PDF-bijlage. Als u een ander type bijlage opent, kunt u kiezen of u het bestand wilt openen of opslaan.
Gewijzigde bestanden opslaan in het oorspronkelijke PDFdocument Als u wijzigingen aanbrengt in een bijlage met een andere indeling dan PDF, moet u de bestaande bestandsbijlage verwijderen in het oorspronkelijke PDF-document en vervolgens het gewijzigde document als nieuwe bijlage toevoegen.
Werken met bijlagen die zijn gemaakt in Acrobat 6.0 of ouder In Acrobat 7.0 kunt u bijlagen in PDF-documenten die zijn gemaakt in Acrobat 5.0 of 6.0 weergeven en opslaan. Als u wilt dat bijlagen die u in Acrobat 7.0 hebt gemaakt ook geopend kunnen worden in oudere versies van Acrobat, slaat u het PDF-bestand op met de optie voor het weergeven van bijlagen bij het openen van het bestand. Bijlagen maken die kunnen worden weergegeven in Acrobat 5.0 of 6.0: 1. Voeg een PDF-bijlage toe aan het document.
Bijlagen toevoegen aan Adobe PDF-documenten Het kan zijn dat u een afzonderlijk bestand met relevante informatie als bijlage wilt toevoegen aan uw PDF-document. In Acrobat 7.0 kunt u PDF-bestanden of bestanden van andere toepassingen toevoegen aan uw PDF-document. Zie Bijlagen toevoegen als opmerkingen voor informatie over het toevoegen van een bestand als opmerking. Een bestand als bijlage toevoegen aan een PDF-document: 1. Ga op een van de volgende manieren te werk: ● Kies Document > Bestand bijvoegen.
Een beschrijving toevoegen aan bijlagen Als u een beschrijving toevoegt aan een bijlage, kan er beter onderscheid gemaakt worden tussen vergelijkbare bijlagen op het tabblad Bijlagen. Een beschrijving toevoegen aan een bijlage: 1. Selecteer het bestand dat als bijlage is toegevoegd en kies Opties > Beschrijving bewerken. 2. Bewerk de tekst van de beschrijving. 3. Sla het bestand op.
Koppelingen maken tussen bestanden In Acrobat 7.0 kunt u een koppeling maken van een PDF-document naar een bestandsbijlage en andersom. U kunt ook koppelingen tussen bestandsbijlagen onderling maken. Zie Koppelingen maken en Koppelingen naar bestandsbijlagen maken.
Zoeken in bijlagen Wanneer u zoekt naar bepaalde woorden of woordgroepen, kunt u ook PDF-bijlagen doorzoeken. Gebruik hiervoor de knop Zoeken in documenten en bijlagen op het tabblad Bijlagen of de opties voor geavanceerd zoeken in het venster Zoeken in PDF. Zoekresultaten uit bijlagen worden in de resultatenlijst weergegeven onder de bestandsnaam van de bijlage. Bij de bestandsnaam wordt het bijlagepictogram weergegeven. Bijlagen met een andere indeling dan PDF worden tijdens het zoeken genegeerd.
Bijlagen verwijderen Gebruik het tabblad Bijlagen om bijlagen te verwijderen. Eén of meer bijlagen verwijderen: 1. Klik op het tabblad Bijlagen en selecteer een of meer bijlagen. 2. Klik op de knop Delete of kies Bijlage verwijderen in het menu Opties.
Adobe PDF-documenten optimaliseren PDF optimaliseren gebruiken
PDF optimaliseren gebruiken PDF optimaliseren biedt veel mogelijkheden om de grootte van Adobe PDF-bestanden te reduceren. Of u deze instellingen allemaal gebruikt of slechts enkele, is afhankelijk van de manier waarop u het bestand wilt gaan gebruiken en van de noodzakelijke eigenschappen die een bestand moet hebben.
Werken met instellingen voor Afbeeldingen In het venster Afbeeldingen van PDF optimaliseren kunt u compressieopties voor afbeeldingen in kleur, grijswaarden en monochroom instellen. Afbeeldingen, venster van PDF optimaliseren In dit dialoogvenster kunt u de PDF-compatibiliteit wijzigen.
Werken met instellingen voor Gescande pagina's In het venster Gescande pagina's van PDF optimaliseren kunt u de compressie van paginagedeelten op basis van kleurinhoud optimaliseren, de balans tussen bestandsgrootte en afbeeldingskwaliteit instellen en filters toepassen. Als de optie Compressie van paginaregio's optimaliseren op basis van kleurinhoud is geselecteerd, zijn de opties in het venster Afbeeldingen niet beschikbaar, maar kunt u wel diverse filters toepassen.
Werken met instellingen voor Fonts Een van de grootste voordelen van een Adobe PDF-bestand is dat de pagina precies zo wordt weergegeven als in de ontwerptoepassing op de computer van de maker, waarbij het niet uitmaakt of de persoon die het bestand weergeeft dezelfde toepassing en fonts heeft als de auteur. Als u zeker wilt zijn van een exacte overeenkomst met het origineel, moet u alle fonts die u in het document gebruikt insluiten.
Werken met instellingen voor Transparantie Als het Adobe PDF-document een illustratie met transparantie bevat, kunt u met de instellingen in het venster Transparantie van PDF optimaliseren de transparantie afvlakken en de bestandsgrootte verkleinen. (Wanneer u afvlakking toepast, wordt de transparantie van illustraties in Acrobat 5.0 en hoger opgenomen in de afbeelding door deze onder te verdelen in vectorgebieden en rastergebieden.
Werken met instellingen voor Objecten negeren In het venster Objecten negeren van PDF optimaliseren kunt u opgeven welke objecten kunnen worden verwijderd uit het PDF-document en kunt u vloeiende lijnen converteren naar krommen. Het compatibiliteitsniveau dat u kiest in het menu Compatibel maken met bepaalt welke objecten worden genegeerd. Zowel objecten die in Acrobat zijn gemaakt als objecten die in andere toepassingen zijn gemaakt kunnen worden genegeerd.
Werken met instellingen voor Overbodig verwijderen Met de instellingen in het venster Overbodig verwijderen van PDF optimaliseren verwijdert u overbodige items uit het document. Dit zijn elementen die niet langer worden gebruikt of niet nodig zijn voor de wijze waarop u het document wilt gebruiken. Let erop dat het verwijderen van bepaalde elementen ernstige gevolgen kan hebben voor de functionaliteit van het PDF-document.
Adobe PDF-documenten in batches verwerken Batch-reeksen Batch-reeksen uitvoeren Werken met vooraf gedefinieerde batch-reeksen De opdrachten in een batch-reeks opnieuw ordenen Een batch-reeks interactief maken De opties in een opdracht bewerken Bronbestanden en uitvoeropties selecteren voor batch-verwerking Batch-reeksen maken Voorkeuren instellen voor batch-verwerking
Batch-reeksen Wanneer u een of meer reeksen routineopdrachten op bestanden toepast, kunt u tijd en toetsaanslagen besparen door gebruik te maken van een geautomatiseerde batch-reeks: een gedefinieerde reeks opdrachten met specifieke instellingen en in een specifieke volgorde die u in één stap toepast. U kunt een dergelijke reeks toepassen op één document, op verschillende documenten en op een volledige verzameling documenten. U kunt de batch-reeksen in Acrobat gebruiken of zelf reeksen definiëren.
Batch-reeksen uitvoeren Acrobat beschikt over een aantal eenvoudige, vooraf gedefinieerde batch-reeksen die u kunt gebruiken om uw werk te stroomlijnen. U hoeft geen Adobe PDF-bestanden te openen voordat u deze batch-verwerkingsreeksen uitvoert. Batch-verwerking toepassen op PDF-documenten: 1. Kies Geavanceerd > Batch-verwerking. 2. Selecteer in het dialoogvenster Batch-reeksen de gewenste batch-reeks in de lijst en klik op de knop Reeks uitvoeren.
Werken met vooraf gedefinieerde batch-reeksen De vooraf gedefinieerde batch-reeksen omvatten algemene taken die u routinematig moet uitvoeren om bestanden voor te bereiden op distributie. Paginaminiaturen maken Hiermee worden miniatuurafbeeldingen van elke pagina ingesloten voor weergave op het tabblad Pagina's. (Zie Paginaminiaturen maken.) Snelle webweergave Hiermee kunnen gebruikers lange documenten stapsgewijs downloaden. (Zie Snelle webweergave inschakelen in Adobe PDF-bestanden.
De opdrachten in een batch-reeks opnieuw ordenen U kunt zowel vooraf gedefinieerde als zelfgemaakte batch-reeksen wijzigen. U kunt in de definities van de batch-reeksen opdrachten toevoegen, anders schikken en verwijderen als uw werkzaamheden dit vereisen. De opdrachten in een batch-reeks wijzigen: 1. Kies Geavanceerd > Batch-verwerking. 2. Selecteer in het dialoogvenster Batch-reeksen de batch-reeks die u wilt wijzigen en klik vervolgens op Reeks bewerken. 3.
Een batch-reeks interactief maken Als het nodig is dat u bij verschillende documenten dezelfde opdrachten enigszins anders moet instellen, kunt u toch batch-verwerking gebruiken om de werkzaamheden te automatiseren. Opmerking: u kunt geen interactiviteit toevoegen aan opdrachten waarvoor er geen interactieve opties beschikbaar zijn. Interactieve pauzes toevoegen aan een batch-reeks: 1.
De opties in een opdracht bewerken U kunt een batch-reeks bewerken door de opdrachten in de reeks opnieuw te schikken (zie De opdrachten in een batch-reeks opnieuw ordenen), maar u kunt ook de opties van afzonderlijke opdrachten bewerken. De opties voor batch-verwerking bewerken: 1. Kies Geavanceerd > Batch-verwerking, selecteer de batch-reeks en klik op Reeks bewerken. 2. Klik in het dialoogvenster Batch-reeks bewerken op Opdrachten selecteren. 3.
Bronbestanden en uitvoeropties selecteren voor batchverwerking U kunt bepalen op welke bestanden de batch-verwerking wordt toegepast, waar de resulterende gegevens naartoe gaan en hoe de bestanden worden genoemd en opgeslagen. De bronbestanden, uitvoerbestanden en de bijbehorende locaties opgeven: 1. Kies Geavanceerd > Batch-verwerking, selecteer de batch-reeks die u wilt bewerken en klik op Reeks bewerken. 2. Kies in het menu Voer opdrachten uit op de bestanden die u met de batch-reeks wilt verwerken. 3.
Batch-reeksen maken U kunt zelf batch-reeksen maken die geschikt zijn voor de werkzaamheden die u wilt verrichten. Een nieuwe batch-reeks maken: 1. Kies Geavanceerd > Batch-verwerking. 2. Klik op Nieuwe reeks. 3. Geef in het dialoogvenster Reeksnaam een beschrijvende naam op voor de reeks en klik op OK. 4. Klik in het dialoogvenster Batch-reeks bewerken op Opdrachten selecteren. 5. Selecteer een opdracht aan de linkerkant van het dialoogvenster Reeks bewerken en klik op Toevoegen.
Voorkeuren instellen voor batch-verwerking Er zijn verschillende voorkeuren algemeen van toepassing op batch-verwerking. U kunt deze voorkeuren te allen tijde instellen, ongeacht of er een bestand is geopend of niet. Voorkeuren instellen voor batch-verwerking: 1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS). 2. Selecteer Batch-verwerking links in het dialoogvenster. 3.
Werken met digitale media in Adobe PDF-documenten Mediaclips integreren met documenten Voorkeuren voor multimedia instellen Acrobat 5.0-compatibele media-eigenschappen opgeven Acrobat 6.
Mediaclips integreren met documenten Als u mediaclips aan een Adobe PDF-document toevoegt, moet u rekening houden met het volgende: ● ● ● ● Als u een film- of een geluidsclip aan een PDF-document toevoegt, geeft u aan of de clip alleen beschikbaar is in Acrobat 6.0 of hoger of in Acrobat 5.0 en hoger. Als u Acrobat 6compatibele media selecteert, kunnen uw lezers gebruikmaken van nieuwe functies, zoals het insluiten van filmclips in het document. Gebruikers moeten dan echter versie 6.
Filmclips toevoegen Als de optie Acrobat 6-compatibele media is ingeschakeld, kunt u mediabestanden in een PDF-document insluiten of kunt u een koppeling naar deze bestanden maken. U kunt ook verschillende vertoningen van een film laten afspelen, afhankelijk van de instellingen van de gebruiker.
Geluidsclips toevoegen U kunt geluidsclips toevoegen met het gereedschap Geluid. U kunt ook paginahandelingen gebruiken om geluidsclips af te spelen vanuit koppelingen, bladwijzers en formuliervelden. (Zie Werken met handelingen voor speciale effecten.) De stappen voor het toevoegen van een geluidsclip zijn vrijwel identiek aan de stappen voor het toevoegen van een filmclip. Een geluidsclip toevoegen: 1.
Vertoningen toevoegen en bewerken Standaard is de mediaclip die u opgeeft in het dialoogvenster Film toevoegen of Geluid toevoegen, de eerste en enige vertoning in het dialoogvenster Eigenschappen van multimedia. Deze vertoning wordt toegewezen aan de handeling Muisknop loslaten. Dat betekent dat de vertoning wordt afgespeeld als de muisknop wordt ingedrukt en weer wordt losgelaten.
Instellingen van vertoning Het dialoogvenster Instellingen van vertoning verschijnt als u klikt op Vertoning bewerken op het tabblad Instellingen van het dialoogvenster Eigenschappen van multimedia. Deze opties zijn alleen beschikbaar voor mediaclips die compatibel zijn met Acrobat 6. Instellingen van vertoning, dialoogvenster Opmerking: mediaspelers hebben verschillende mogelijkheden. Bepaalde vertoningsinstellingen, zoals de besturingselementen voor de speler, zijn niet voor alle spelers beschikbaar.
Voorkeuren voor multimedia instellen U kunt de gewenste mediaspeler voor het afspelen van geluids- en filmclips selecteren en aangeven of u het dialoogvenster Zoekfunctie voor multimediaspeler wilt weergeven. U kunt daarnaast opties instellen voor de toegankelijkheid van multimedia voor visueel gehandicapte gebruikers. Bepaalde filmclips bevatten bijvoorbeeld ondertiteling, nagesynchroniseerde audio of aanvullende tekstonderschriften.
Acrobat 5.0-compatibele media-eigenschappen opgeven Als u wilt dat de mediaclip Acrobat 5.0-compatibel is, kunt u opties die alleen beschikbaar zijn in Acrobat 6.0 en hoger, niet inschakelen. Mediaclips die compatibel zijn met Acrobat 5.0 kunnen worden afgespeeld in Acrobat 5.0 en eerdere versies. Acrobat 5.0-compatibele media-eigenschappen opgeven: 1. Selecteer het gereedschap Geluid of het gereedschap Film , en dubbelklik op het afspeelgebied. 2.
Acrobat 6.0-compatibele media-eigenschappen opgeven U kunt de weergave van het afspeelgebied wijzigen, opgeven of de mediaclip eenmaal of doorlopend wordt afgespeeld en enkele andere eigenschappen instellen. Eén voordeel van het gebruik van Acrobat 6.0-compatibele mediaclips is dat u een lijst met alternatieve vertoningen kunt instellen.
Interactie met 3D-inhoud Adobe Acrobat biedt mogelijkheden voor weergave van en interactie met 3D-inhoud van hoge kwaliteit die is gemaakt in professionele 3D CAD- (Computer Aided Design) of 3Dmodelleerprogramma's. 3D-inhoud wordt mogelijk eerst weergegeven als een tweedimensionale miniatuurafbeelding. Als u wilt gebruikmaken van interactie met de 3D-inhoud, gebruikt u gereedschappen op de 3D-werkbalk die boven de ingeschakelde 3D-inhoud wordt weergegeven.
3D-inhoud toevoegen In Adobe Acrobat 7.0 Professional kunt u met het gereedschap 3D een 3D-bestand (U3D) insluiten in een PDF-document. Wanneer u een 3D-bestand insluit, kunt u een JavaScriptbestand toevoegen voor extra functionaliteit, zoals aangepaste menu's, gereedschappen en animaties. Ook kunt u een miniatuurframe opgeven waarmee de afbeelding wordt weergegeven voordat de 3D-inhoud wordt ingeschakeld. Als uw 3D-bestand geen belichting bevat, kan Acrobat automatisch belichting inschakelen.
Werken met de functies van Afbeeldingstaken De insteekmodule Afbeeldingstaken is speciaal bedoeld voor het uitnemen van JPEGafbeeldingen uit een Adobe PDF-bestand dat is gemaakt met Adobe Photoshop Album, Adobe Photoshop® Elements 2.0 of Adobe Acrobat op basis van JPEG-bronbestanden. Met deze insteekmodule kunt u de afbeeldingen exporteren naar en opslaan op een lokale computer en vervolgens bewerken met Photoshop of Photoshop Elements.
De pagina Afbeeldingstaken openen De gereedschappen van Afbeeldingstaken worden geactiveerd op de werkbalk wanneer u een voor Afbeeldingstaken geschikt Adobe PDF-bestand opent. Open de pagina Afbeeldingstaken in het procedurevenster voor koppelingen naar de belangrijkste functies. De pagina Afbeeldingstaken in het procedurevenster openen: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● Kies Help > Procedure > Afbeeldingstaken. ● Klik op de knop Afbeeldingstaken ● op de werkbalk.
Afbeeldingen exporteren Gebruik de exportfunctie van de insteekmodule Afbeeldingstaken om afbeeldingen uit een Adobe PDF-bestand op te slaan op een lokale computer. U kunt afbeeldingen ook exporteren naar een diavoorstelling. Afbeeldingen exporteren: 1. Kies Afbeeldingen exporteren in het pop-upmenu Afbeeldingstaken op de werkbalk. 2. Selecteer in het dialoogvenster Afbeeldingen exporteren de afbeeldingen die u wilt exporteren of klik op Alles selecteren om alle afbeeldingen te selecteren. 3.
Afbeeldingen bewerken U kunt geëxporteerde afbeeldingen bewerken op een lokale computer met Adobe Photoshop, Photoshop Elements of een andere toepassing voor het bewerken van afbeeldingen. Als u de opdracht Afbeeldingen exporteren en bewerken gebruikt, worden de afbeeldingen geëxporteerd en opgeslagen, en vervolgens automatisch geopend in een toepassing voor het bewerken van afbeeldingen.
Afdrukken on line delen of bestellen (alleen Windows) Met de gereedschappen voor on line services kunt u uw afbeeldingen naar een on line afdrukserviceprovider verzenden om afdrukken te bestellen en per post te laten opsturen, of u kunt de afbeeldingen on line delen met anderen. Adobe PDF-bestanden of Adobe PDF-projectbestanden zijn geschikt om te delen of te laten afdrukken. (Een Adobe PDFprojectbestand is een Adobe PDF-bestand dat is gemaakt met een bepaalde sjabloon in Photoshop Elements 2.
Afbeeldingen en projecten afdrukken op een lokale printer In slechts een paar stappen kunt u afbeeldingen van een Adobe PDF-bestand afdrukken op een lokale printer. U kunt een willekeurig aantal afbeeldingen afdrukken door standaardformaten te kiezen in het dialoogvenster Afdrukken. Afbeeldingen afdrukken, dialoogvenster Afbeeldingen afdrukken: 1. Kies Afbeeldingen afdrukken in het pop-upmenu Afbeeldingstaken op de werkbalk. 2.
Werken met Photoshop Album Starter Edition om diavoorstellingen te maken Met Adobe Photoshop Album 2.0 Starter Edition kunt u uitgebreid kennismaken met de basisfuncties van Photoshop Album 2.0. Met Photoshop Album 2.0 Starter Edition kunt u uw digitale foto's eenvoudig vinden, corrigeren en delen.
ZOEKEN EN INDEX Zoeken in Adobe PDF-documenten
Zoeken in Adobe PDF-documenten Acrobat bevat verschillende zoekmethoden: ● ● ● U kunt zoeken in PDF-documenten of een PDF-index om woorden of PDF-bestanden te vinden die aan bepaalde criteria voldoen. U kunt in PDF-documenten zoeken naar woorden die voorkomen in tekst, lagen, formuliervelden, digitale handtekeningen, opmerkingen, bladwijzers, bijlagen, documenteigenschappen, aangepaste documenteigenschappen, metagegevens, objectgegevens en geïndexeerde structuurlabels.
Zoeken naar tekst in Adobe PDF-documenten Tekst zoeken Zoeken naar woorden in een Adobe PDF-document Zoeken in meerdere Adobe PDF-documenten Zoekvoorkeuren instellen
Tekst zoeken U kunt zoeken naar bepaalde woorden in de tekst van een geopend Adobe PDF-document, een aantal PDF-documenten op een bepaalde locatie, PDF-bestanden op internet of een catalogus van geïndexeerde PDF-documenten.
Zoeken naar woorden in een Adobe PDF-document U kunt de werkbalk Zoeken of het venster Zoeken in PDF gebruiken om een woord, een serie woorden of een gedeelte van een woord te zoeken in het actieve Adobe PDFdocument. De werkbalk Zoeken biedt een aantal basisopties om te zoeken in tekst in alleen het huidige PDF-document.
Zoekopties Het menu Zoekopties op de werkbalk Zoeken biedt de onderstaande zoekopties. In het venster Zoeken in PDF beschikt u over deze opties in zowel de basiszoekmodus als de geavanceerde zoekmodus: ● ● ● ● Met Alleen hele woorden wordt alleen gezocht naar het volledige woord dat u in het tekstvak opgeeft. Als u bijvoorbeeld naar het woord stik zoekt, worden de woorden tik en stikken niet gevonden.
Geavanceerde zoekopties Met de geavanceerde zoekopties van het venster Zoeken in PDF kunt u de zoekresultaten uitbreiden of beperken. U geeft de geavanceerde zoekopties weer door op Geavanceerde zoekopties gebruiken onder in het venster Zoeken in PDF te klikken terwijl de basiszoekopties worden weergegeven. Opmerking: de opties Alleen hele woorden, Hoofdletters/kleine letters, Bladwijzers opnemen en Opmerkingen opnemen zijn ook beschikbaar in de basiszoekmodus.
Het venster Zoeken in PDF sluiten U kunt het venster Zoeken in PDF op verschillende manieren sluiten: ● ● ● (Alleen Windows) Klik op Verbergen boven in het venster Zoeken in PDF. Het documentweergavegebied wordt weer groot weergegeven. Als u het venster Zoeken in PDF per ongeluk sluit, opent u het gewoon opnieuw om de meest recente zoekresultaten nogmaals weer te geven. Klik op Gereed onder aan het venster Zoeken in PDF. Het procedurevenster wordt op het vorige formaat weergegeven.
Zoeken in meerdere Adobe PDF-documenten U kunt het venster Zoeken in PDF gebruiken om woorden te zoeken in Adobe PDFbestanden die zijn opgeslagen op een specifieke locatie op de harde schijf of in een netwerk, in voorbereide Adobe PDF-indexbestanden en in Adobe PDF-bestanden op internet.
Alle PDF-bestanden op een specifieke locatie doorzoeken U kunt meerdere Adobe PDF-bestanden doorzoeken die zich op een specifieke locatie bevinden, zoals een map op de harde schijf of in een lokaal netwerk. U hoeft de bestanden niet te openen. Opmerking: als documenten zijn gecodeerd (beveiligd), kunt u deze niet doorzoeken als onderdeel van een zoekopdracht in meerdere documenten. U moet deze documenten eerst openen en ze een voor een doorzoeken.
Geavanceerde zoekopties gebruiken voor zoekopdrachten in meerdere documenten Wanneer u in meerdere PDF-documenten zoekt, beschikt u onder Deze aanvullende criteria gebruiken over drie series aanvullende zoekcriteria. Met deze opties kunt u zoeken op resultaten die voldoen aan bepaalde datumcriteria of die aanvullende woorden bevatten in een bepaalde documenteigenschap.
Resultaten van zoekopdrachten in meerdere documenten verfijnen Nadat u in meerdere documenten hebt gezocht, kunt u het venster Zoekresultaten beperken gebruiken om het aantal zoekresultaten te verkleinen door aanvullende criteria toe te voegen. Zo bespaart u tijd, omdat alleen de bestaande resultaten worden doorzocht. U kunt bijvoorbeeld eerst zoeken naar alle documenten van een bepaalde auteur en vervolgens een zoekopdracht opgeven voor die reeks documenten.
Zoeken in Adobe PDF-indexbestanden Een Adobe PDF-index is een speciaal voorbereid bestand dat meerdere Adobe PDFbestanden omvat en dat beschikbaar is via de zoekfunctie. Als er een volledige tekstindex beschikbaar is voor een reeks Adobe PDF-documenten, kunt u in de index naar een woord zoeken, in plaats van in de afzonderlijke documenten. Een volledige tekstindex is een alfabetische lijst met alle woorden die in een document, of meestal in een verzameling documenten, worden gebruikt.
Booleaanse zoekopdrachten uitvoeren in meerdere documenten Een Booleaanse zoekopdracht biedt meer opties voor het zoeken naar exacte bewoordingen, het zoeken naar alternatieve woorden en het uitsluiten van woorden. Een Booleaanse zoekopdracht uitvoeren in meerdere documenten: 1. Kies Bewerken > Zoeken of klik op de knop Zoeken en klik op Geavanceerde zoekopties gebruiken. 2. Selecteer bij Zoeken in de locatie waar u wilt zoeken. 3.
Adobe PDF-documenten op internet doorzoeken Als u een actieve internetverbinding hebt, kunt u zoeken naar Adobe PDF-bestanden die voldoen aan uw zoekcriteria. Adobe PDF-documenten zoeken op internet: 1. 2. 3. 4. 5. Kies Bewerken > Zoeken of klik op de knop Zoeken . Klik onder in het venster Zoeken in PDF op Zoeken in PDF-bestanden op internet. Typ het woord of de woorden die u wilt zoeken. Als u de zoekresultaten wilt beperken, selecteert u optie voor zoekcriteria. Klik op Zoeken op internet.
Zoekvoorkeuren instellen Met de werkbalk Zoeken of het venster Zoeken in PDF kunt u de zoekvoorkeuren instellen. Deze voorkeuren zijn van toepassing op alle zoekopdrachten. Als de zoekvoorkeur alleen van toepassing is op zoekopdrachten die worden uitgevoerd met het venster Zoeken in PDF en niet met de werkbalk Zoeken, wordt dit aangegeven in de beschrijving van de optie. Zoekvoorkeuren instellen: 1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS). 2. Klik op Zoeken. 3.
Meerdere Adobe PDF-documenten indexeren Catalog gebruiken om Adobe PDF-documenten te indexeren Documenten voorbereiden voor indexering Richtlijnen voor indexcompatibiliteit op meerdere platforms Doorzoekbare informatie toevoegen aan documenteigenschappen Richtlijnen voor gegevens in documenteigenschappen Richtlijnen voor leesmij-catalogusbestanden Een zoekindex maken Bestaande indexen bijwerken, opnieuw genereren en wissen Indexbijwerkingen plannen Documentverzamelingen en indexen verplaatsen Voorkeuren vo
Catalog gebruiken om Adobe PDF-documenten te indexeren Met de catalogusfunctie maakt u indexen waarmee u een specifieke verzameling Adobe PDF-bestanden kunt doorzoeken. U kunt de index samen met de reeks Adobe PDFbestanden verspreiden of publiceren, zodat gebruikers de benodigde gegevens gemakkelijker kunnen vinden.
Documenten voorbereiden voor indexering Maak eerst een map voor de Adobe PDF-bestanden die u wilt indexeren. Wanneer u de catalogusfunctie gebruikt, wordt het indexdefinitiebestand gegenereerd (met de extensie PDX) plus een ondersteunende map die wordt geplaatst in de map met de documenten. De ondersteunende map bevat bestanden die automatisch zijn gegenereerd tijdens de indexering. De ondersteunende map heeft dezelfde naam als het PDX-bestand.
Richtlijnen voor indexcompatibiliteit op meerdere platforms Als u bestanden maakt die door een server op een ander platform kunnen worden gebruikt of verspreid, is het mogelijk dat lange bestandsnamen daarbij worden afgekapt. Hierdoor kan het voor gebruikers moeilijk worden om informatie of de juiste bestanden te vinden.
Doorzoekbare informatie toevoegen aan documenteigenschappen Als u het zoeken naar bestanden gemakkelijker wilt maken, kunt u informatie (zogenaamde metagegevens) aan de documenteigenschappen toevoegen. Raadpleeg de richtlijnen voordat u metagegevens toevoegt aan een Adobe PDF-bestand, maar vooral aan bestanden die u met de catalogusfunctie gaat indexeren. (Zie Richtlijnen voor gegevens in documenteigenschappen.) Gegevens toevoegen aan documenteigenschappen: 1. Open een Adobe PDF-bestand. 2.
Richtlijnen voor gegevens in documenteigenschappen Als u gegevens aan documenteigenschappen toevoegt, moet u rekening houden met de volgende aanbevelingen: Titel Gebruik een beschrijvende titel in het veld Titel. De bestandsnaam van het document verschijnt in het dialoogvenster Zoekresultaten. Plaatsing van informatie Gebruik altijd dezelfde optie (hetzelfde veld) voor soortgelijke informatie.
Richtlijnen voor leesmij-catalogusbestanden Het wordt ook aanbevolen een apart leesmij-bestand in de map met de index te plaatsen. Gebruik dit leesmij-bestand om de index te beschrijven. Neem bijvoorbeeld de volgende informatie op: ● ● ● ● ● ● Het soort documenten dat wordt geïndexeerd. De zoekopties die worden ondersteund. De persoon met wie contact kan worden opgenomen of een telefoonnummer dat kan worden gebeld bij vragen. Een lijst met nummers of woorden die zijn uitgesloten in de index.
Een zoekindex maken Als u gereed bent om een index te maken voor Adobe PDF-bestanden, zorgt u ervoor dat u de bestanden en de verzamelingen goed hebt voorbereid. Met de catalogusfunctie worden alle PDF-documenten geïndexeerd in de mappen die u kiest. (Zie Documenten voorbereiden voor indexering.) Een nieuwe index definiëren en genereren: 1. Kies Geavanceerd > Catalog en klik op Nieuwe index. 2. Typ bij Indextitel een bestandsnaam. (Zie Richtlijnen voor indexcompatibiliteit op meerdere platforms.) 3.
Geavanceerde opties voor indexomschrijvingen U kunt bij het maken van een nieuwe index de volgende gegevens invoeren in het dialoogvenster Opties. Indexdefinities (links), indexopties (rechts) Geen nummers opnemen Schakel deze optie in als u wilt dat alle getallen in de documenttekst uit de index worden uitgesloten. Als u getallen uitsluit, kan de index aanzienlijk kleiner worden, wat het zoeken versnelt. Id's toevoegen aan Adobe PDF v1.
Eigen eigenschappen toevoegen Gebruik de optie Eigen eigenschappen om gebruikers van de index toe te staan te zoeken binnen de eigen eigenschappen van PDF-documenten. Als u een index maakt, kunt u bijvoorbeeld de eigen eigenschap Documentnaam toevoegen en het eigenschaptype tekenreeks toewijzen. Een gebruiker die de index doorzoekt, kan dan de index selecteren en binnen de eigen eigenschap zoeken door Documentnaam te selecteren in het menu Deze aanvullende criteria gebruiken.
Specifieke woorden uitsluiten van de index U kunt maximaal 500 specifieke woorden van een index uitsluiten ofwel stoppen. U kunt bijvoorbeeld woorden zoals de, een, maar, of, voor en door uitsluiten. Als u woorden van een index uitsluit, kan deze 10% tot 15% kleiner worden. Afzonderlijke gestopte woorden kunnen maximaal 128 tekens bevatten en er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Bestaande indexen bijwerken, opnieuw genereren en wissen Als u een nieuwe index maakt, worden er een nieuw PDX-bestand gemaakt en een nieuwe map die een of meer IDX-bestanden bevat. Het PDX-bestand, dat klein is, stelt de gegevens in de IDX-bestanden beschikbaar aan de zoekfunctie. De IDX-bestanden bevatten de indexitems die een gebruiker in de index vindt. Deze bestanden kunnen dus, afzonderlijk of gezamenlijk, groot zijn.
Indexbijwerkingen plannen U kunt plannen wanneer en hoe dikwijls u een index automatisch wilt genereren, opnieuw genereren, bijwerken en wissen. Daartoe gebruikt u de catalogusfunctie en een BPDXbestand (Catalog batch PDX). Een BPDX-bestand is een tekstbestand dat een lijst bevat met paden en vlaggen van platformafhankelijke catalogusindexbestanden.
Documentverzamelingen en indexen verplaatsen U kunt een geïndexeerde documentverzameling op een lokale harde schijf ontwikkelen en testen, en de voltooide documentverzameling vervolgens verplaatsen naar een netwerkserver of -schijf. Een indexdefinitie bevat relatieve paden tussen het indexdefinitiebestand (PDX) en de mappen met de geïndexeerde documenten. Als deze relatieve paden ongewijzigd zijn, hoeft u de index niet opnieuw op te bouwen nadat u de documentverzameling hebt verplaatst.
Voorkeuren voor catalogi instellen U kunt voorkeuren voor indexering instellen die algemeen worden toegepast op alle volgende indexen die u genereert. Voor een afzonderlijke index kunt u van deze voorkeuren afwijken door andere instellingen te selecteren tijdens het definiëren van de index. Catalogusvoorkeuren instellen: 1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS) en kies Catalog. 2. Selecteer de voorkeuren die u wilt wijzigen.
AFDRUKPRODUCTIE Afdrukproductie in Acrobat
Afdrukproductie in Acrobat Of uw projecten nu zijn bestemd om te worden afgedrukt of digitaal te worden gedrukt, in Acrobat vindt u tal van geavanceerde mogelijkheden om afgedrukte producten voor te bereiden en te produceren.
Afdrukproductiegereedschappen gebruiken Afdrukproductiegereedschappen Overvullen Opties opgeven voor Adobe In-RIP-overvulling Voorbeeld van uitvoer bekijken Kleuren converteren Inktbeheer gebruiken Drukkermarkeringen insluiten Paginamarges en paginagrootte wijzigen Haarlijnen herstellen Transparantieafvlakking bekijken en toepassen
Afdrukproductiegereedschappen Adobe Acrobat Professional 7.0 is uitgebreid met gesofisticeerde afdrukproductiegereedschappen die een compleet PDF-productieproces mogelijk maken voor kleuruitvoer met hoge resolutie. U vindt de afdrukproductiegereedschappen in het menu Opties, het menu Document en op de werkbalk Afdrukproductie. Inktbeheer en Transparantieafvlakking vindt u ook in het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen. Werkbalk Afdrukproductie A. Gereedschap Voorinstellingen overvulling B.
Overvullen Wanneer een commercieel afgedrukt document meer dan één inkt op hetzelfde papier gebruikt, moet elke inkt in register (perfect uitgelijnd) worden afgedrukt met alle andere inkten waaraan deze grenst, zodat er geen leegte ontstaat waar de inkten elkaar raken. Het is echter onmogelijk een exacte registratie te garanderen voor elk object op elk blad papier dat door een drukpers rolt. Foutieve registraties van inkten kunnen dus optreden.
Opties opgeven voor Adobe In-RIP-overvulling Overvulling is een complex proces dat afhankelijk is van de interactie van verschillende kleur-, inkt- en afdrukfactoren. De juiste instellingen verschillen dan ook in specifieke afdrukomstandigheden.
Voorinstellingen van overvulling gebruiken om overvulinstellingen op te geven Een voorinstelling voor overvulling is een verzameling instellingen voor overvulling die u kunt toepassen op een pagina of reeks pagina's in een Adobe PDF-document. Het dialoogvenster Voorinstellingen overvulling vormt een eenvoudige interface waarmee u overvulinstellingen kunt invoeren en een verzameling instellingen kunt opslaan als een voorinstelling voor een overvulling.
Een voorinstelling voor overvulling toekennen aan pagina's U kunt een voorinstelling voor overvulling toekennen aan een document of aan een reeks pagina's in een document. Pagina's zonder aangrenzende kleuren worden sneller afgedrukt als u voor die pagina's overvulling uitschakelt. Overvulling vindt pas daadwerkelijk plaats op het moment dat het document wordt afgedrukt. Toegewezen overvullingen vermelden de voorinstellingen die u op de verschillende pagina's hebt toegepast.
Breedte van overvulling instellen Verschillen in papierkenmerken, lijnschermregelafstand en drukpersmethoden vereisen verschillende grootten voor overvulling. Elk besturingselement Breedte overvulling heeft een maximale waarde van 8 punten. Neem contact op met uw prepress-serviceprovider om de juiste grootte voor overvulling te bepalen voor elke taak.
Weergave voor overvulling instellen Een samenvoeging treedt op wanneer twee randen van een overvulling elkaar raken op een gemeenschappelijk eindpunt. U kunt de vorm van de buitenste samenvoeging van twee overvulsegmenten en de kruising van drie overvullingen instellen. De sectie Weergave overvulling in het dialoogvenster Nieuwe voorinstelling overvulling bevat twee opties: ● Stijl samenvoeging bepaalt de vorm van de buitenste samenvoeging van twee overvulsegmenten.
Drempelwaarden voor overvulling instellen U kunt drempelwaarden voor overvulling op uw afdrukmethoden afstemmen wanneer dat wordt aanbevolen door uw prepress-serviceprovider. Drempelwaarden voor overvulling zijn beschikbaar voor de volgende kleurvoorwaarden: ● ● ● ● ● Stap is de mate waarin componenten (zoals CMYK-waarden) van aangrenzende kleuren moeten variëren voordat Acrobat een overvulling aanbrengt. Voer een waarde in tussen 1% en 100% of gebruik de standaardinstelling 10%.
Overvultolerantie bijstellen In sommige taken hebben alleen de meest extreme kleurwijzigingen overvulling nodig, terwijl andere taken overvulling nodig hebben voor subtielere kleurwijzigingen. De waarde van Stap bepaalt de drempelwaarde waarop de overvulfunctie bepaalt dat een overvulling moet worden gemaakt.
Verschuivende overvullingen gebruiken Met een verschuivende overvulling kunt u abrupte verschuivingen in de plaatsing van overvullingen langs een verlooprand voorkomen. Tijdens het overvullen wijzigt (schuift) de overvul-engine de overvulpositie: van het spreiden van de lichtere kleur in de donkerdere tot het trekken van een middenlijn tussen deze kleuren.
Overvulling van geïmporteerde afbeeldingen U kunt een voorinstelling voor overvulling maken om overvulling te sturen binnen afbeeldingen en tussen bitmapafbeeldingen (zoals foto's en afbeeldingen die in PDFrasterbestanden zijn opgeslagen) en vectorobjecten (zoals objecten uit een tekenprogramma en PDF-vectorbestanden).
Overvulling met zwart en rijk zwart De waarde die u in het dialoogvenster Nieuwe voorinstelling overvulling invoert voor Kleur zwart bepaalt wat Acrobat beschouwt als effen zwart en rijk zwart. Rijk zwart is een willekeurige zwarte kleur die een ondersteuningsraster heeft: het toevoegen van percentages van een of meer proceskleuren om het zwart te versterken.
Waarden voor de neutrale dichtheid van inkt bijstellen U kunt de ND-waarden van inkt (neutrale dichtheid) bijstellen waarmee de geselecteerde overvul-engine de exacte plaatsing van overvullingen bepaalt. De standaard ND-waarden voor procesinkten zijn gebaseerd op de neutrale dichtheid van procesinktstalen die conformeren aan industriële standaards in verschillende delen van de wereld. De taalversie van Acrobat bepaalt aan welke standaard wordt geconformeerd.
Werken met speciale inkten of vernis Het gebruik van bepaalde inkten heeft speciale gevolgen voor de overvulling. Als u bijvoorbeeld een vernis in een document gebruikt, wilt u niet dat het vernis de overvulling beïnvloedt. Als u echter bepaalde gebieden met een compleet ondoorzichtige inkt overdrukt, is het niet nodig om overvullingen te maken voor de onderliggende elementen. Voor dergelijke situaties zijn inktopties beschikbaar.
Overvullingsvolgorde opgeven U kunt de overvullingsvolgorde (ook wel de overvulopeenvolging genoemd) wijzigen. De overvullingsvolgorde komt overeen met de volgorde waarin inkten op de drukpers worden afgedrukt maar komt niet overeen met de volgorde waarin scheidingen op het uitvoerapparaat worden geproduceerd. De volgorde voor overvulling is met name belangrijk wanneer u met meerdere ondoorzichtige kleuren afdrukt, zoals metallic inkten.
Voorbeeld van uitvoer bekijken Vanuit het dialoogvenster Uitvoervoorbeeld kunt u op een handige manier het Adobe PDFdocument openen en een voorbeeld bekijken van scheidingen, kleuren controleren, kleuren niet alleen per inktplaat, maar ook per bron weergeven en waarschuwingsgebieden markeren voor gebieden buiten de gamut, inktdekkingslimieten en overdruk. Het bovenste gedeelte van het dialoogvenster bevat een aantal besturingen.
Kleurscheidingen vooraf bekijken U kunt scheidingsplaten en inktdekking bekijken om te controleren of de afdruk aan uw eisen voldoet. Totale dekking gebied is het totale percentage van alle gebruikte inkten. 280 betekent bijvoorbeeld een inktdekking van 280%, wat kan worden bereikt met 60C, 60M, 60Y en 100K. Teveel inkt kan het papier verzadigen en droogproblemen opleveren of de verwachte kleureigenschappen van het document veranderen.
Kleurwaarschuwingen weergeven Er kunnen uitvoerproblemen optreden wanneer de kleuren van een document niet reproduceerbaar zijn op een bepaalde drukpers, of onbedoeld rijk zwart wordt gebruikt bij het zetten. Als u dergelijke kleurproblemen wilt diagnosticeren voordat u een Adobe PDFdocument overhandigt voor de uiteindelijke uitvoer, kunt u de verschillende kleurwaarschuwingen gebruiken in het dialoogvenster Uitvoervoorbeeld.
Kleuren voor proeflezen op het beeldscherm Bij het traditionele publicatiewerkproces drukt u een exemplaar van het document af om na te gaan hoe de kleuren eruit zullen zien. In een werkproces met kleurbeheer kunt u de precisie van kleurprofielen gebruiken om het document rechtstreeks op het beeldscherm proef te lezen. U kunt op het beeldscherm zien hoe de kleuren van het document eruit zullen zien wanneer ze worden gereproduceerd op een bepaald uitvoerapparaat.
Kleuren converteren Als een Adobe PDF-document wordt uitgevoerd naar een professioneel uitvoerapparaat of deel gaat uitmaken van een prepress-werkstroom, kunt u kleurobjecten in het document converteren naar CMYK of een andere kleurruimte. Acrobat gebruikt de bronkleurruimten van objecten in een Adobe PDF-document om na te gaan of, en zo ja welke kleurconversie is vereist, bijvoorbeeld van RGB naar CMYK.
Kleurprofielen insluiten U kunt profielen insluiten die de eigenschappen beschrijven van de kleurruimten van het document. Acrobat koppelt het betreffende profiel zoals is opgegeven in het gebied Doelruimte van het dialoogvenster Kleuren converteren, aan de geselecteerde kleurruimte in het Adobe PDF-document. Stel, een document bevat vijf objecten: een in grijswaarden, twee in de RGB-kleurruimte en twee in de CMYK-kleurruimte.
Kleurprofielen insluiten als uitvoerintenties Een uitvoerintentie is een manier om kleurkenmerken van een Adobe PDF-document af te stemmen op die van het betreffende uitvoerapparaat of de productieomgeving waarin het document als een afgedrukt product wordt geproduceerd. Een uitvoerintentie beschrijft de kleurreproductiekenmerken van een mogelijk uitvoerapparaat of productiemethode. De kleurruimten in het document zijn DeviceGray, DeviceRGB of DeviceCMYK, afhankelijk van het kleurmodel van het doelprofiel.
Ingesloten kleurprofielen verwijderen U kunt ingesloten profielen volledig verwijderen of ze verwijderen en nieuwe profielen koppelen die aan uw specificaties voldoen. Het insluiten ongedaan maken is handig als het Adobe PDF-bestand ingesloten kleurprofielen bevat en u de kleurwaarden van deze CMYK-kleuren en grijswaarden wilt behouden.
Kleuren converteren naar een doelkleurruimte Afhankelijk van de kleurruimten die u selecteert, kunt u met de opdracht Kleuren converteren kleurwaarden uit de bronkleurruimte als volgt behouden, converteren of toewijzen aan de opgegeven doelruimte: ● ● ● Objecten met ongelabelde RGB-gegevens (DeviceRGB) worden geconverteerd van het profiel van de RGB-werkruimte naar de CMYK-gamut van de doelruimte. Hetzelfde gebeurt met ongelabelde CMYK-waarden (DeviceCMYK) en grijswaarden (DeviceGray).
Inktbeheer gebruiken Inktbeheer verandert de manier waarop inkten worden behandeld wanneer het huidige PDF-document is geopend. De instellingen van Inktbeheer beïnvloeden hoe inkten worden weergegeven met Uitvoervoorbeeld en hoe inkten worden afgedrukt wanneer scheidingen worden gegenereerd.
Drukkermarkeringen insluiten Wanneer u een document voor een afdrukproductie voorbereidt, is een aantal markeringen nodig aan de hand waarvan de prepress-serviceprovider scheidingsfilms uitlijnt bij het maken van proefdrukken, het meten van film voor de juiste kalibratie en inktdichtheid, het op maat knippen van film enzovoort. Drukkermarkeringen geven de omtrekken van documentvakken aan die worden ondersteund door Adobe PDF, zoals bijsnij- en afloopvakken.
Paginamarges en paginagrootte wijzigen Met het gereedschap Pagina's snijden kunt u de marges bijstellen van documentvakken die worden ondersteund door Adobe PDF, zoals mediavak, afloopvak, bijsnijvak en illustratievak. Dit is handig als de drukkermarkeringen die u toevoegt met Drukkermarkeringen toevoegen (niet het venster Tekens en aflooptekens van het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen) zouden worden afgesneden, omdat het snijvak te klein is voor de markeringen.
Documentvakken Met Acrobat kunt u verschillende rechthoekige gebieden (of vakken) op een PDF-pagina definiëren of deze gebieden bekijken als ze zijn gedefinieerd in een PDF-document dat is gemaakt in een andere toepassing die de PDF 1.3-technologie gebruikt, zoals Adobe InDesign. U kunt deze documentvakken op de pagina bekijken in het documentvenster van Acrobat of in het paginavoorbeeld, rechts in het dialoogvenster Pagina's snijden.
Documentvakken maken en wijzigen Als het oorspronkelijke PDF-document zonder bijsnij-, afloop- of illustratievakken is gemaakt, kunt u ze in het PDF-document definiëren met het dialoogvenster Pagina's snijden. Het dialoogvenster Pagina's snijden weergeven: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● ● ● Kies Opties > Afdrukproductie > Pagina's snijden. Selecteer de knop Pagina's snijden op de werkbalk Afdrukproductie. Kies Opties > Geavanceerd bewerken > Snijden.
Haarlijnen herstellen Heel dunne lijntjes, zogenaamde haarlijnen, kunnen in commercieel drukwerk problemen veroorzaken. Als ze blijven staan zoals ze in Adobe PDF-documenten voorkomen, is het mogelijk dat ze niet op de afdruk verschijnen. Met Haarlijnen herstellen kunt u de meeste haarlijnen zoeken en vervangen door een iets dikkere lijn. Met Haarlijnen herstellen kunt u ook haarlijnen in Type3-fonts en PostScript-patronen vervangen.
Transparantieafvlakking bekijken en toepassen Met de voorbeeldopties in het venster Voorbeeld van afvlakking kunt u objecten in een PDFdocument detecteren die transparant zijn evenals objecten die worden beïnvloed door transparantieafvlakking. Transparante inhoud wordt in het rood gemarkeerd terwijl de overige illustraties in grijswaarden worden weergegeven. Met behulp van deze informatie kunt u de afvlakkingsopties bijstellen voordat u de instellingen toepast op het document.
Opties voor transparantieafvlakking U kunt in het venster Voorbeeld van afvlakking, PDF optimaliseren of het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen de volgende opties instellen. Raster-/vectorbalans Gebruik de schuifknop om het percentage vectorinformatie in te stellen dat wordt behouden. Bij een hogere instelling blijven meer vectorobjecten behouden en bij een lagere instelling worden meer vectorobjecten gerasterd.
Adobe PDF-documenten controleren (preflighting) Preflight Een document inspecteren Werken met de resultaten van Preflight Preflight-profielen Een bestaand Preflight-profiel bewerken Geavanceerde gereedschappen voor het maken en wijzigen van meerdere Preflight-profielen Preflight-profielen importeren of exporteren PDF/X-compatibele bestanden maken Adobe PDF-bestanden automatisch inspecteren Preflight-voorkeuren instellen
Preflight Als u wilt controleren of een Adobe PDF-document alleen de onderdelen, fonts en opmaak bevat die u hebt opgegeven, gebruikt u het gereedschap Preflight om de inhoud van het document te inspecteren. Preflight analyseert de inhoud van een PDF-document om de geldigheid voor afdrukproductie en andere voorwaarden na te gaan. Het document wordt nooit gecorrigeerd.
Een document inspecteren De functie Acrobat Professional Preflight analyseert de inhoud van het document en vergelijkt de resultaten met een reeks aanvaardbare en door de gebruiker gedefinieerde waarden, zogenaamde Preflight-profielen. Als Preflight een conflict detecteert tussen een documenteigenschap en de parameters in het geselecteerde profiel, worden de resultaten gemeld in het dialoogvenster Preflight en het optionele rapport. U kunt een bestaand profiel wijzigen of zelf een profiel maken.
Werken met de resultaten van Preflight U kunt de resultaten van een Preflight-inspectie bekijken als een lijst, als opmerkingen of afzonderlijk in het dialoogvenster Preflight. In de lijst Resultaten worden verschillen weergegeven in de volgorde van de ernst van het verschil: eerst alle fouten, daarna de waarschuwingen enzovoort. Naast elke regel die volgens het geselecteerde Preflightprofiel is geschonden, wordt een waarschuwingspictogram weergegeven. (Zie Preflightwaarschuwingen.
Problemen met de inhoud weergeven in lijsten Het dialoogvenster Preflight geeft de problemen weer die aan de hand van een regel in het geselecteerde profiel zijn gemarkeerd. Een PDF-document kan vele verschillende typen objecten bevatten, zoals bestandsgrootte, datum waarop het document het laatst is gewijzigd, paginanummer of -omvang, opmerkingen, formuliervelden, drukkermarkeringen, tekst, afbeeldingen enzovoort.
Problemen met de inhoud weergeven in een afzonderlijk venster Gebruik Voorbeeldweergave als u een element wilt isoleren wanneer u werkt met pagina's die complexe, elkaar overlappende gebieden bevatten. Sommige elementen, zoals documentinformatievelden of paginalabels kunnen niet worden weergegeven. Probleemobjecten weergeven in een afzonderlijk venster: 1. Klik op het plusteken (+) naast een regel als u de probleemobjecten wilt weergeven die tijdens de inspectie zijn gevonden. 2.
Bronnen en algemene informatie weergeven In de sectie Overzicht van het dialoogvenster Preflight vindt u de kenmerken van het Adobe PDF-document, waaronder de kleurruimten, fonts, patronen, halftooninstellingen, status van de afbeeldingen en gebruikte afbeeldingen. (Zie Groepen eigenschappen.) U vindt hier ook algemene informatie over het geanalyseerde document, zoals de toepassing die is gebruikt om het document te maken en de datum waarop het is gemaakt en voor het laatst is gewijzigd.
Resultaten weergeven als opmerkingen U kunt problemen met de inhoud als opmerkingen insluiten in het PDF-document en ze vervolgens net als gewone PDF-opmerkingen weergeven. U kunt bijvoorbeeld op het tabblad Opmerkingen in het navigatievenster klikken om elke opmerking (of gefilterde opmerkingen) in een lijst weer te geven. Zie De opmerkingenlijst gebruiken voor informatie over de opdrachten die beschikbaar zijn op het tabblad Opmerkingen. Resultaten weergeven als opmerkingen: 1.
Rapporten maken U kunt de resultaten van een Preflight-inspectie in verschillende typen rapporten vastleggen, bijvoorbeeld als een tekstbestand, een XML-bestand of als een afzonderlijk Adobe PDF-bestand. Een PDF-rapport kan alleen een overzicht bevatten of gedetailleerde informatie die op verschillende manieren wordt weergegeven. In een PDF-rapport wordt informatie over het document en de probleemobjecten in lagen weergegeven die u met het tabblad Lagen van het navigatievenster kunt in- of uitschakelen.
Preflight-profielen Het succes van een Preflight-inspectie hangt af van hoe goed u de criteria voor de inspectie hebt gedefinieerd. De inspectiecriteria zijn verpakt in een bestand dat een Preflight-profiel wordt genoemd. In het dialoogvenster Profiel bewerken kunt u waarden invoeren en opgeven hoe u wilt dat verschillen door Preflight worden afgehandeld.
Preflight-profielen Acrobat bevat een aantal vooraf gedefinieerde Preflight-profielen die u als zodanig kunt gebruiken of kunt wijzigen om uw eigen profielen te maken. De regels waaruit de profielen bestaan, zijn in categorieën onderverdeeld. Elke regel in een categorie beheert een bepaalde documenteigenschap.
Preflight-waarschuwingen Voor elk onderdeel van een profiel geeft u op hoe verschillen tijdens de inspectie van Preflight moeten worden afgehandeld. U kunt opties selecteren in het pop-upmenu van het dialoogvenster Profiel bewerken, of het type waarschuwing instellen door het selectievakje een andere waarde te geven. Het pictogram voor de waarschuwing verschijnt naast het geïnspecteerde object in het dialoogvenster Preflight wanneer op de knop Resultaten wordt geklikt. Preflight-waarschuwingen A. Fout B.
Een bestaand Preflight-profiel bewerken U kunt gemakkelijk een bestaand profiel bewerken of een nieuw Preflight-profiel maken door een bestaand profiel te bewerken en het bewerkte profiel onder een andere naam op te slaan. Wanneer u vertrouwd bent met profielen en hun onderdelen kunt u de geavanceerde methode gebruiken om snel meerdere profielen te wijzigen. (Zie Geavanceerde gereedschappen voor het maken en wijzigen van meerdere Preflightprofielen.
Preflight-profielinstellingen opgeven Voordat u een Preflight-profiel kunt bewerken, moet u het eerst ontgrendelen. (Zie Beveiliging toevoegen aan Preflight-profielen.) Alle beschikbare Preflight-profielen weergeven: Klik op de knop Profielen boven in het dialoogvenster Preflight of kies Preflight-profielen tonen in het menu Opties. De lijst bevat alle vooraf gedefinieerde profielen en alle aangepaste profielen die u hebt gemaakt. Het dialoogvenster Profiel bewerken openen: 1.
Beveiliging toevoegen aan Preflight-profielen U kunt niet-geautoriseerde wijzigingen in Preflight-profielen voorkomen door profielen te vergrendelen en ze een wachtwoord te geven. Dit kan handig zijn als Preflight-profielen door verschillende gebruikers worden gedeeld. U kunt Preflight-profielen vergrendelen wanneer u ze maakt of wanneer u ze opslaat. U moet een wachtwoord voor een vergrendeld Preflight-profiel opgeven als u het wilt ontgrendelen voor wijzigingen.
Geavanceerde gereedschappen voor het maken en wijzigen van meerdere Preflight-profielen Voor een uitvoerige studie van alle beschikbare Preflight-profielen kunt u het dialoogvenster Profielen bewerken gebruiken: een geavanceerde versie van het dialoogvenster Profiel bewerken, waarin u meer profielen tegelijk kunt wijzigen. (Zie Een bestaand Preflight-profiel bewerken.) Een Preflight-profiel bevat een of meer regels.
Het dialoogvenster Profielen bewerken gebruiken De lijst Profielen in het dialoogvenster Profielen bewerken bevat profielen die vooraf in Acrobat zijn gedefinieerd en alle profielen die u hebt gemaakt. Met de pijltoetsen tussen de kolommen verplaatst u regels en voorwaarden van en naar de kolommen. In het algemeen werkt u van rechts naar links en stelt u regels op door voorwaarden op te geven en toe te voegen, en stelt u profielen samen door regels op te geven en toe te voegen.
De instellingen van een Preflight-profiel weergeven Als u wilt bepalen welke documenteigenschappen het profiel analyseert, geeft u in het dialoogvenster Profielen bewerken een beschrijving van elke regel weer evenals de criteria aan de hand waarvan de regel een documenteigenschap analyseert. Het dialoogvenster Profielen bewerken toont alle huidige profielen, regels en voorwaarden in drie afzonderlijke kolommen.
Preflight-profielen wijzigen Acrobat bevat een aantal vooraf gedefinieerde Preflight-profielen die u zo kunt gebruiken of kunt wijzigen om uw eigen profielen te maken. U kunt een profiel wijzigen dat vrijwel voldoet door een of meer regels toe te voegen waardoor het document op grond van andere criteria wordt geanalyseerd.
Nieuwe Preflight-profielen maken U kunt uw eigen profielen maken. Voordat u een geheel nieuw profiel gaat opstellen, is het verstandig om eerst te controleren of er misschien al een profiel bestaat dat vrijwel dezelfde resultaten oplevert als u wilt bereiken. Dupliceer zo nodig een bestaand profiel en wijzig alleen de noodzakelijke onderdelen. Een Preflight-profiel moet ten minste één regel en één voorwaarde bevatten waarmee de inhoud van het Adobe PDF-document kan worden gevalideerd.
Preflight-profielen importeren of exporteren U kunt Preflight-profielen delen met andere gebruikers. Prepress-serviceproviders kunnen bijvoorbeeld profielen leveren aan hun klanten om ervoor te zorgen dat bepaalde taken worden geïnspecteerd aan de hand van die profielen, voordat die taken worden overgedragen.
Regels en voorwaarden Elke regel in een profiel bestuurt een bepaalde documenteigenschap. De eigenschappen die regels omvatten, worden in categorieën ondergebracht. (Zie Groepen eigenschappen.) Een voorwaarde is een eenvoudige bewering die waar of onwaar is voor een bepaald object in een Adobe PDF-bestand, bijvoorbeeld: Font is niet ingesloten of Kleur met kleurenbeheer gebruikt.
Groepen eigenschappen De eigenschappen voor de definiëring van beweringen in een voorwaarde worden verdeeld in categorieën. In de kolom Voorwaarden van het dialoogvenster Profielen bewerken vindt u een lijst met alle groepen eigenschappen. U kunt bovendien de afzonderlijke eigenschappen bekijken waaruit elke groep is opgebouwd, evenals een uitleg van de manier waarop de eigenschappen in Preflight worden gebruikt.
PDF/X-compatibele bestanden maken U kunt PDF/X-1a- en PDF/X-3-bestanden maken en verifiëren en alle PDF/X-informatie uit een bestaand PDF/X-compatibel PDF-bestand verwijderen. Het PDF/X-pictogram, linksonder in het dialoogvenster Preflight geeft de PDF/X-status van het huidige document aan. In de scherminfo leest u welke actie u met het document kunt uitvoeren.
PDF-bestanden converteren naar PDF/X U kunt PDF-inhoud valideren aan de hand van PDF/X-1a- of PDF/X-3-criteria en een kopie van het PDF-document als PDF/X opslaan. Dat kan echter alleen als het voldoet aan opgegeven vereisten. Zo is een ICC-profiel dat het doelapparaat beschrijft, vereist voor de naleving van zowel de PDF/X-1a- als de PDF/X-3-voorschriften. Als uw document geen ingesloten ICC-uitvoerprofiel heeft, kunt u er een insluiten voordat u het opslaat.
Een Adobe PDF-bestand controleren aan de hand van PDF/ X-criteria PDF/X-bestanden kunnen op verschillende manieren worden gemaakt, bijvoorbeeld met Acrobat Distiller. Als u een PDF/X-bestand opent dat met Distiller of een andere , toepassing is gemaakt en Preflight start, geeft het pictogram PDF/X controleren linksonder in het dialoogvenster Preflight aan dat u moet controleren of het bestand PDF/ X-compatibel is. Dit pictogram bevat een vraagteken (?).
PDF/X-informatie verwijderen U kunt alle specifieke PDF/X-informatie, zoals de uitvoervoorwaarde of de GTS_PDFXversiesleutel verwijderen. Dit is handig als het PDF/X-compatibele bestand is gewijzigd, als u opnieuw wilt beginnen of als een ICC-profiel de bestandsomvang al te zeer doet toenemen. PDF/X-informatie verwijderen: 1. Klik in het dialoogvenster Preflight op het pictogram PDF/X verwijderen . Een PDF/ X-compatibel bestand heeft een groen vinkje in de rechterbenedenhoek van het pictogram. 2.
Adobe PDF-bestanden automatisch inspecteren Als u doorgaans hetzelfde Preflight-profiel gebruikt om documenten te inspecteren, kunt u een droplet of een batch-verwerkingsopdracht gebruiken om bestanden te verwerken.
Droplets gebruiken Een droplet in Preflight is een kleine toepassing die een Preflight-inspectie uitvoert voor sleept. U kunt een een of meer PDF-bestanden die u naar het pictogram Droplet droplet opslaan op het bureaublad of op een andere locatie op de schijf. Wanneer u bestanden inspecteert met een droplet, kunt u geslaagde bestanden scheiden van probleembestanden. Preflight kopieert, verplaatst of maakt een alias van het resulterende PDF-bestand in de opgegeven map.
Batch-verwerkingsopdrachten gebruiken Net als droplets kunt u met batch-verwerking meerdere bestanden tegelijk inspecteren, geslaagde bestanden scheiden van probleembestanden en rapporten maken op de daarvoor aangewezen bestemmingen. Daarnaast kunt u met hot folders meerdere bestandstypen (JPEG, HTML, RTF enzovoort) converteren naar Adobe PDF of PDF/X met conversieinstellingen die u opgeeft.
Preflight-voorkeuren instellen In het dialoogvenster Preflight-voorkeuren kunt u bepalen hoe resultaten worden gerapporteerd en kunt u uitvoerintenties opgeven wanneer PDF/X-bestanden worden gemaakt. U kunt een ICC-profiel dat in het Adobe PDF-bestand is ingesloten naar uw lokale computer kopiëren. Het profiel kan op dezelfde manier worden gebruikt als elk ander ICC-profiel. Het dialoogvenster Preflight-voorkeuren openen: Kies Preflight-voorkeuren in het menu Opties.
Uitvoerintentie-opties U kunt op het tabblad Uitvoerintenties van het dialoogvenster Preflight-voorkeuren de volgende opties instellen: Naam De naam van het uitvoerintentieprofiel. Selecteer een optie in de lijst aan de linkerkant. Uitvoerintentieprofiel (ICC-profiel) Dit is de gekarakteriseerde afdrukmethode waarvoor het document is voorbereid. Deze instelling is vereist voor PDF/X-compatibiliteit. Klik op Bladeren om er een uit de standaardmap Kleur te selecteren.
Afdrukken Informatie over afdrukken Adobe PDF-documenten afdrukken Gelaagde documenten afdrukken Geavanceerde afdrukopties instellen Instellingen voor uitvoer opgeven Tekens en aflooptekens opgeven Transparantieafvlakking instellen PostScript-opties instellen Samengestelde uitvoer afdrukken Kleurscheidingen voorbereiden Kleurscheidingen afdrukken Taalspecifieke fonts downloaden Een voorbeeld bekijken van kleurenoverdruk Afdrukken via internet
Informatie over afdrukken Afdrukken is het proces van het verzenden van pagina's uit een document naar een uitvoerapparaat. Of u nu een veelkleurig document levert aan een externe serviceprovider of alleen snel een concept verzendt naar een inkjet- of laserprinter: als u enkele basisprincipes van het afdrukken kent, verloopt de afdruktaak beter en kunt u ervoor zorgen dat het eindresultaat aan uw verwachtingen voldoet.
Adobe PDF-documenten afdrukken De meeste opties in het dialoogvenster Afdrukken van Adobe Acrobat Professional zijn dezelfde als in andere toepassingen. Voor de gewone kantoorafdrukfuncties selecteert u eerst de printer, het paginaformaat, de afdrukstand en andere algemene afdrukopties in het dialoogvenster Afdrukinstelling (Windows) of Pagina-instelling (Mac OS). U kunt een Adobe PDF-document ook via internet afdrukken op een mobiel apparaat. (Zie Afdrukken via internet.
Gelaagde documenten afdrukken Wanneer u een gelaagd Adobe PDF-document afdrukt, wordt normaal gesproken alleen de inhoud afgedrukt die zichtbaar is op het scherm. De maker van een gelaagd PDFdocument kan echter opgeven dat bepaalde gelaagde inhoud, zoals watermerken of vertrouwelijke gegevens, wel (of juist niet) moet worden afgedrukt, ongeacht de zichtbaarheid op het scherm.
Geavanceerde afdrukopties instellen Het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen is beschikbaar voor zowel PostScript- als niet-PostScript-printers. Opties opgeven in het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen: 1. Klik op Geavanceerd in het dialoogvenster Afdrukken. 2. Als er al een aangepast bestand met de gewenste afdrukinstellingen bestaat, selecteert u dit bestand in de lijst Instellingen boven in het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen.
Geavanceerde afdrukinstellingen opslaan Afdrukinstellingen worden alleen bewaard zolang het Adobe PDF-document is geopend. Als u de instellingen nogmaals wilt gebruiken, kunt u deze opslaan in een bestand. Een bestand met afdrukinstellingen opslaan: 1. Klik op Opslaan als in het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen. 2. Geef een bestandsnaam op en klik op OK. Afdrukinstellingen worden opgeslagen als SPFbestanden.
Instellingen voor uitvoer opgeven Wanneer u een RGB- of CMYK-document met kleurbeheer afdrukt, kunt u aanvullende opties opgeven voor kleurbeheer om de kleurconsistentie te behouden in de printeruitvoer. Stel bijvoorbeeld dat het document momenteel een profiel bevat dat is toegespitst op prepress-uitvoer, terwijl u een proefdruk van de kleuren van het document wilt maken op een desktopprinter. U kunt de kleuren van het document in het venster Uitvoer converteren naar de kleurruimte van de desktopprinter.
Halftoonrasterfrequentie opgeven Bij commercieel drukwerk wordt continu-toon gesimuleerd met behulp van punten (halftoonpunten), die worden afgedrukt in rijen (regels of regelrasters). Regels worden met verschillende hoeken afgedrukt om de rijen zo minder opvallend te maken.
De emulsie en belichting opgeven Het soort drukpers dat wordt gebruikt en de manier waarop de film wordt overgebracht op de drukplaten, bepalen of u uw serviceprovider moet voorzien van filmnegatieven of positieven, en of de emulsiezijde boven of onder zit. Met emulsie wordt de lichtgevoelige laag op film of papier bedoeld. In de Verenigde Staten vragen serviceproviders meestal om negatieve film, in Europa en Japan om positieve film. Vraag welke emulsierichting uw serviceprovider prefereert.
Tekens en aflooptekens opgeven In het venster Tekens en aflooptekens van het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen kunt u drukkermarkeringen aanbrengen op de pagina om de grenzen van documentvakken in Adobe aan te geven, zoals bijsnij- en afloopvakken. Deze markeringen worden niet daadwerkelijk aan het Adobe PDF-bestand toegevoegd, maar worden wel opgenomen in de PostScript-uitvoer.
Transparantieafvlakking instellen Wanneer illustraties transparante elementen bevatten, wordt in Acrobat een zogenaamde afvlakking uitgevoerd, voordat de illustraties worden afgedrukt of opgeslagen. Bij afvlakking worden transparante elementen uit elkaar gehaald om overlappende gebieden als afzonderlijke delen (vectorobjecten of gerasterde gebieden) weer te geven.
PostScript-opties instellen Gebruik het venster PostScript-opties in het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen om opties in te stellen voor een bepaalde PostScript-printer, bijvoorbeeld met betrekking tot de manier waarop niet-aanwezige fonts worden afgehandeld en Aziatische fonts worden gedownload.
Samengestelde uitvoer afdrukken Wanneer u samengestelde uitvoer afdrukt, worden alle kleuren die in het bestand zijn gebruikt op één plaat gedrukt. Welke opties beschikbaar zijn in het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen, is afhankelijk van of u op een PostScript- of een nietPostScript-printer afdrukt. Als u kleurscheidingen maakt, kunt u een proefdruk maken in kleur of in samengestelde grijswaarden om uw werk te controleren.
Kleurscheidingen voorbereiden Bij de reproductie van kleuren- en continu-toonafbeeldingen wordt de illustratie op de printer meestal onderverdeeld in vier platen: voor de kleuren cyaan, magenta, geel en zwart elk een plaat. Wanneer deze platen zijn geïnkt met de juiste kleur en gecoördineerd worden afgedrukt, wordt de oorspronkelijke afbeelding gereproduceerd.
PPD-bestanden Met een PPD-bestand (PostScript Printer Description) past u het gedrag van het printerstuurprogramma voor uw printer aan. Een PPD-bestand bevat onder andere de volgende informatie over het uitvoerapparaat: op de printer aanwezige fonts, beschikbare mediagrootten en afdrukstand, geoptimaliseerde rasterfrequenties, resolutie en mogelijkheden voor kleuruitvoer.
De aanwezigheid van overvullingsgegevens opgeven Als u de PDF-bestanden naar een prepress-serviceprovider verzendt, kunt u het dialoogvenster Documenteigenschappen gebruiken om op te geven of een PDF-bestand overvullingsgegevens bevat. Hiermee kunt u voorkomen dat de serviceprovider overvullingsopdrachten aan het bestand toevoegt die mogelijk tot conflicten leiden.
Kleurscheidingen afdrukken Acrobat Professional ondersteunt hostgebaseerde scheidingen en in-RIP-scheidingen. Het belangrijkste verschil tussen deze twee soorten scheidingen is de plaats waar deze worden gemaakt: op de hostcomputer (het systeem waarop Acrobat en het printerstuurprogramma worden uitgevoerd) of op de RIP van het uitvoerapparaat: ● ● Hostgebaseerde scheidingen.
Opgeven welke kleuren u wilt scheiden De vier proceskleuren (cyaan, magenta, geel en zwart) worden altijd boven aan de lijst met kleurplaten weergegeven, gevolgd door de steunkleuren in alfabetische volgorde. Wanneer in het selectievakje naast de kleur een X wordt weergegeven, betekent dit dat voor die kleur een scheiding wordt gemaakt. In eerste instantie wordt voor elke in het document gedefinieerde kleur een afzonderlijke plaat gemaakt.
Steunkleuren scheiden als proceskleuren U kunt steunkleuren of benoemde kleuren scheiden als equivalente CMYK-proceskleuren. Het is bijvoorbeeld praktisch om een steunkleur te converteren wanneer een document te veel steunkleuren bevat voor het afdrukken. Deze conversie heeft geen invloed op de manier waarop kleuren worden gedefinieerd in het document. (Zie Inktbeheer gebruiken.) Opmerking: equivalente proceskleuren komen mogelijk niet exact overeen met de oorspronkelijke steunkleuren.
Scheidingen opslaan als PostScript Afhankelijk van de beschikbare prepress-software kan een serviceprovider mogelijk bepaalde prepress-activiteiten uitvoeren zoals overvulling, indrukken, scheidingen en OPIvervanging op de RIP van het uitvoerapparaat. Het is om die reden mogelijk dat uw serviceprovider liever een samengesteld PostScript-bestand ontvangt van een document dat is geoptimaliseerd voor in-RIP-scheidingen dan een reeds gescheiden PostScriptbestand.
Taalspecifieke fonts downloaden Selecteer de optie Aziatische fonts downloaden in het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen als u een Adobe PDF-document met Aziatische fonts wilt afdrukken, terwijl de fonts niet zijn geïnstalleerd op de printer of zijn ingevoegd in het document. (Ingevoegde fonts worden altijd gedownload, ongeacht of deze optie is geselecteerd.) U kunt deze optie alleen gebruiken voor een PostScript-printer van niveau 2 of hoger.
Een voorbeeld bekijken van kleurenoverdruk In de modus Overdrukvoorbeeld kunt u op het scherm een simulatie bekijken die bij benadering laat zien hoe overvloeien en overdrukken worden weergegeven in uitvoer met kleurscheiding. Overdrukeffecten kunnen ook worden gesimuleerd wanneer u een document naar een samengesteld afdrukapparaat verzendt. Beide methoden kunt u gebruiken om proefdrukken te maken van documenten met kleurscheiding.
Afdrukken via internet U kunt geopende Adobe PDF-documenten versturen naar printers en faxapparaten in het PrintMe-netwerk en PDF-bestanden op veilige wijze on line opslaan, zodat ze op verzoek kunnen worden afgedrukt. Afdrukken via internet: 1. Sla het document op en kies Bestand > Afdrukken via internet (PrintMe). 2. Volg de instructies in de weergegeven URL.
Adobe PDF-bestanden met JDF-instructies overhandigen JDF-bestanden JDF-taakdefinities weergeven JDF-taakdefinities maken JDF-taakdefinities bewerken JDF-taakdefinities toevoegen en verwijderen Veelgebruikte gegevens opgeven Bestanden voorbereiden voor verzending
JDF-bestanden Een JDF-bestand (Job Definition Format) dat in Acrobat is gemaakt, beschrijft de creatieve intentie van een product of afdruktaak. Deze specificaties kunnen in een productieomgeving worden gebruikt bij de productie van het uiteindelijke afgedrukte resultaat. JDF-bestanden bevatten gegevens als media- en inktvereisten, productiehoeveelheden, klantgegevens en productomschrijvingen.
JDF-taakdefinities weergeven Een JDF-taakdefinitie in Acrobat bevat verwijzingen naar de af te drukken bestanden en instructies en informatie voor prepress-serviceproviders op de productiesite. De onderdelen van een afdruktaak en de volgorde waarin ze worden afgedrukt worden vermeld in een documenthiërarchie die links in het dialoogvenster JDF-taakdefinitie bewerken wordt weergegeven.
JDF-taakdefinities maken U kunt nieuwe JDF-taakdefinities op allerhande verschillende manieren maken met het dialoogvenster JDF-taakdefinities. Elk resulterend JDF-bestand kan worden bewerkt en in een productieomgeving worden gebruikt. Commerciële drukkers die regelmatig bepaalde soorten taken drukken vinden het misschien handig om een aantal JDF-bestanden te maken die overeenkomen met deze soorten taken, en deze bestanden als sjablonen te gebruiken.
JDF-taakdefinities bewerken Taakdefinities kunnen uit verschillende bronnen afkomstig zijn, zoals creatieve toepassingen, Acrobat Distiller 6.0 en hoger, en Acrobat 7.0 Professional en hoger. U kunt deze JDF-taakdefinities bewerken met het dialoogvenster JDF-taakdefinities. Een JDF-taakdefinitie bewerken: 1. Selecteer de taakdefinitie in het dialoogvenster JDF-taakdefinities en klik op Bewerken. 2. Klik op een tabblad en selecteer bewerkingsopties. 3.
Algemene opties Gebruik de algemene opties als u de afdruktaak wilt omschrijven. Productnaam Een unieke naam voor het product of de afdruktaak. Taak-/Taakonderdeel-id Taakidentificatie of code waaraan wordt gerefereerd door mensen die met deze taak werken. Ingesloten Preflight-profiel Gebruik de criteria in het geselecteerde Preflight-profiel om de Adobe PDF-bestanden in de afdruktaak te controleren. Zie Preflight-profielen voor meer informatie over Preflightprofielen.
Opties voor klantgegevens Gebruik de opties voor klantgegevens om de klant en anderen die belangrijk zijn voor het project te identificeren. Factureringscode Een code voor de facturering van kosten die tijdens de productie worden gemaakt. Klant-id Klantidentificatie die wordt gebruikt om deze taakdefinitie te koppelen aan een factureringssysteem of MIS-systeem op hoger niveau. Het is doorgaans het interne klantnummer van het MIS-systeem dat de taak heeft gemaakt.
JDF-taakdefinities toevoegen en verwijderen U kunt JDF-taakdefinities hergebruiken en met andere gebruikers delen. Prepressserviceproviders kunnen ze bijvoorbeeld aan klanten verstrekken om ervoor te zorgen dat afdruktaken correct worden opgegeven voordat ze voor productie worden overhandigd. Taakdefinities toevoegen aan de takenlijst: 1. Klik in het dialoogvenster JDF-taakdefinities op Toevoegen. 2. Zoek het JDF-taakdefinitiebestand (met extensie .
Veelgebruikte gegevens opgeven Met zowel Contactpersonenbeheer als Mediabeheer worden dialoogvensters geopend waarin u informatie kunt opgeven die u kunt toepassen op elk onderdeel in de afdruktaak.
Contactgegevens opgeven U geeft de contactgegevens voor een afdruktaak op met Contactpersonenbeheer. Een contactpersoon maken of contactgegevens bijwerken: 1. Klik in het dialoogvenster JDF-taakdefinities op Contactpersonenbeheer. 2. Ga op een van de volgende manieren te werk: ● Klik op Toevoegen als u een nieuwe contactpersoon wilt toevoegen. ● Selecteer een contactpersoon in de lijst en klik op Bewerken om de gegevens bij te werken.
Mediaspecificaties definiëren Met Mediabeheer geeft u voor elk onderdeel van de afdruktaak het medium op. Als u het papiermerk kent, kunt u het opgeven. Anders beschrijft u de eigenschappen van het medium, waarna op de productiesite een bepaald merk wordt gekozen volgens uw kenmerken. Mediaspecificaties definiëren: 1. Klik in het dialoogvenster JDF-taakdefinities op de knop Mediabeheer. Mediabeheer 2.
Media-opties Gebruik Media-opties als u papiervereisten wilt opgeven. Omschrijving Dit is de unieke identificatie voor het medium. Mediatype Hiermee geeft u op of het papier of een transparant is. Mediatype gebruiker Dit is een voor iedereen begrijpelijke beschrijving van het type medium. Kwaliteit Dit is de kwaliteit van het papier. Offsetdrukwerk wordt gekwalificeerd op een schaal van 1 tot en met 5, waarbij met glanzend - gecoat '1' is en niet gecoat, gelig '5'.
Bestanden voorbereiden voor verzending Met de eerder gemaakte instructies van de verzendsite kunt u uw JDF-pakket (het JDFbestand en PDF-bestand) op elk moment voorbereiden voor verzending. Elk Preflightprofiel of bestand met PDF-conversie-instellingen dat in de taakdefinitie is ingesloten, wordt in het verzendproces gebruikt.
Verzendsite-instructies maken De opties die u instelt, worden automatisch geactiveerd wanneer u de taak verstuurt naar een op JDF-ingesteld productiesysteem. Verzendsite-instructies maken: 1. Selecteer de JDF-taakdefinitie in het dialoogvenster JDF-taakdefinities en klik op Verzendbeheer. 2. Klik op Toevoegen of selecteer een element in de lijst en klik op Bewerken. 3. Stel verzendsite-opties in. Verzendsite-instructies verwijderen: 1.
Verzendsite-opties Met de opties in het dialoogvenster Verzendinstellingen geeft u op welke acties de afdruktaak tijdens het verzendproces moet ondergaan. Naam Dit is een unieke naam voor de verzendsite. Standaardinstellingen PDF-conversie Wanneer de JDF-taakdefinitie gedurende het verzendproces wordt verzonden, worden alle niet-PDF-bestanden waarnaar wordt verwezen, geconverteerd naar Adobe PDF.
Bestanden verzenden naar een productiesysteem Wanneer u de afdruktaak wilt overhandigen voor verzending, verzendt u de JDFtaakdefinitie en de bijbehorende Adobe PDF-bestanden naar een vooraf geconfigureerd en voor JDF ingeschakeld productiesysteem. Afhankelijk van uw selecties in het dialoogvenster Verzendinstellingen worden verschillen tussen de taakdefinitie en de PDFbestanden gemeld, gevolgd door de resultaten van een Preflight-inspectie. (Zie Verzendsite-opties.
Consistente kleuren produceren Kleurbeheer Kleurmodellen Hebt u kleurbeheer nodig? Een weergaveomgeving maken Kleurbeheer in Acrobat Een ICC-beeldschermprofiel maken
Kleurbeheer Problemen met kleurafstemming treden op doordat verschillende apparaten en programma's verschillende kleurruimten gebruiken. Op een bepaalde manier spreekt elk apparaat een eigen kleurentaal en daardoor verloopt de communicatie van die kleuren met andere apparaten niet zo soepel. Een oplossing hiervoor is een systeem dat de kleuren tussen de verschillende apparaten accuraat interpreteert en vertaalt.
Kleurmodellen Geen enkel apparaat in een publicatiesysteem is in staat het volledige kleurbereik te reproduceren dat met het menselijk oog kan worden gezien. Elk apparaat functioneert binnen een bepaalde kleurruimte, die een bepaald bereik (gamma) aan kleuren kan produceren. De kleurmodellen RGB (rood, groen, blauw) en CMYK (cyaan, magenta, geel en zwart) vertegenwoordigen twee hoofdcategorieën kleurruimten. De gamma's van de RGB- en CMYK-ruimten verschillen sterk.
RGB-model Een groot deel van het zichtbare spectrum kan worden weergegeven door rood, groen en blauw gekleurd licht (RGB) in verschillende verhoudingen en intensiteiten te mengen. Waar de kleuren overlappen, worden cyaan, magenta en geel gevormd. RGB-kleuren worden additieve kleuren genoemd, omdat wit ontstaat door rood, groen en blauw te mengen, dat wil zeggen, al het licht wordt gereflecteerd naar het oog. Additieve kleuren worden gebruikt voor verlichting, televisie en computerbeeldschermen.
CMYK-model Terwijl het RGB-model afhankelijk is van een lichtbron om kleur te maken, is het CMYKmodel gebaseerd op de lichtabsorberende eigenschappen van de inkt waarmee papier is bedrukt. Als wit licht doorzichtige inkten raakt, wordt een deel van het spectrum geabsorbeerd. De kleur die niet wordt geabsorbeerd, wordt naar uw oog gereflecteerd.
Grijswaardemodel Bij grijswaarden worden zwarte tinten gebruikt om een object weer te geven. Elk grijswaardeobject heeft een helderheid die kan variëren van 0% (wit) tot 100% (zwart). Afbeeldingen die zijn geproduceerd met zwart-wit of grijswaardescanners, worden in grijswaarden weergegeven. Met grijswaarden kunt u gekleurde illustraties ook converteren naar zwart-witillustraties van hoge kwaliteit. Alle kleurgegevens van de oorspronkelijke illustratie gaan verloren.
Hebt u kleurbeheer nodig? Aan de hand van de volgende richtlijnen kunt u bepalen of u kleurbeheer nodig hebt: ● ● ● Nauwkeurige kleuren zijn in uw werkomgeving niet van groot belang als u gebruikmaakt van prepress-services en commerciële drukkers voor al uw kleurenwerk. Kleurbeheer verdient aanbeveling voor het behoud van accurate kleuren bij beeldschermweergave, de mogelijkheid tot het proeflezen van kleuren en consistentie van kleuren in grote werkgroepen.
Een weergaveomgeving maken Uw werkomgeving beïnvloedt de manier waarop u kleuren op uw beeldscherm en op afgedrukte uitvoer ziet. Voor optimale resultaten regelt u de kleuren en het licht in de werkomgeving als volgt: ● ● ● ● ● Bekijk de documenten in een omgeving met een consistent lichtniveau en consistente kleurtemperatuur. De kleureigenschappen van zonlicht veranderen bijvoorbeeld in de loop van de dag, zodat de manier waarop u kleuren op het scherm ziet, constant wordt gewijzigd.
Kleurbeheer in Acrobat Kleuren moeten vaak worden omgezet als ze op een beeldscherm worden weergegeven of naar een printer worden verstuurd. Dit is altijd het geval als de kleurmodellen niet overeenstemmen (als bijvoorbeeld CMYK-kleur wordt weergegeven op een RGBbeeldscherm). De technieken die voor deze omzettingen worden gebruikt, zijn gebaseerd op ICC-profielen. Bij kleuren onder kleurbeheer wordt dit proces goed begrepen, omdat beheerde kleuren worden beschreven met ICC-profielen.
Werken met vooraf gedefinieerde instellingen voor kleurbeheer De meeste besturingselementen voor kleurbeheer vindt u in het venster Kleurbeheer. In plaats van elk besturingselement handmatig aan te passen, kunt u een keuze maken uit een lijst met vooraf gedefinieerde bestanden met instellingen voor kleurbeheer (CSF's). Vaak leveren de vooraf gedefinieerde instellingen voldoende kleurbeheer om te voorzien in uw behoeften.
Werkruimten opgeven voor niet-beheerde kleuren De instellingen voor vooraf gedefinieerd kleurbeheer specificeren de standaardkleurprofielen die moeten worden verbonden met de kleurmodellen RGB, CMYK of grijswaarden. Deze standaardprofielen staan bekend als de werkruimten van RGB, CMYK en grijswaarden. De werkruimten geven voor diverse uitvoeromstandigheden de kleurprofielen weer waarmee de kleuren zo betrouwbaar mogelijk worden geproduceerd.
Opties voor de werkruimte RGB Monitor RGB Stelt de RGB-werkruimte in op het huidige kleurprofiel van uw beeldscherm. Gebruik deze instelling als andere toepassingen in het werkproces kleurbeheer niet ondersteunen. Wanneer een kleurbeheerconfiguratie met Monitor RGB wordt gedeeld met een andere gebruiker die op een ander systeem werkt, wordt het beeldschermprofiel van dat systeem als werkruimte gebruikt.
Opties voor de werkruimte CMYK Euroscale Coated v2 Produceert scheidingen van hoge kwaliteit met behulp van Euroscale-inkt onder de volgende afdrukomstandigheden: 350% totaal gebied van inktdekking, positieve drukplaat, helderwit gecoat papier. Euroscale Uncoated v2 Produceert scheidingen van hoge kwaliteit met behulp van Euroscale-inkt onder de volgende afdrukomstandigheden: 260% totaal gebied van inktdekking, positieve drukplaat, ongecoat wit offsetpapier.
Opties voor de werkruimte Grijswaarde U kunt een werkruimteprofiel voor grijswaarden opgeven dat is gebaseerd op de kenmerken van een bepaalde puntverbreding. Puntverbreding treedt op als de halftoonpunten bij het afdrukken veranderen doordat de inkt zich verspreidt en wordt geabsorbeerd door het papier. De puntverbreding geeft aan in welke mate de punten zullen worden vergroot of verkleind.
Een kleurbeheerengine opgeven De kleurbeheerengine geeft het systeem en de methode voor kleurafstemming aan die wordt gebruikt om kleuren om te zetten van de ene kleurruimte naar de andere. (Zie Kleurbeheer.) Een kleurbeheerengine opgeven: 1. Kies Bewerken > Voorkeuren (Windows) of Acrobat > Voorkeuren (Mac OS) en selecteer Kleurbeheer links in het dialoogvenster Voorkeuren. 2. Kies als engine een van de volgende standaardopties.
Werken met uitvoerintenties Een uitvoerintentie wordt gebruikt voor apparaatafhankelijke werkprocessen. De uitvoerintentie omvat een omschrijving van het uiteindelijke doelapparaat dat u gaat gebruiken om de kleur te reproduceren, of dit nu uw beeldscherm is, een proefleesapparaat voor composieten of de standaard voor eindscheidingen. Uitvoerintenties overschrijven werkruimten tijdens het bekijken en afdrukken, maar de kleuren in het Adobe PDFdocument worden niet geconverteerd.
Zwartpuntcompensatie gebruiken Met de optie Zwartpuntcompensatie gebruiken bepaalt u of er aanpassingen moet worden gemaakt bij verschillen in zwarte punten wanneer kleuren van de ene kleurruimte naar de andere worden geconverteerd. Als deze optie is ingeschakeld, wordt het volledige dynamische bereik van de bronruimte toegewezen aan het volledige dynamische bereik van de doelruimte. Is deze optie uitgeschakeld, dan wordt het dynamische bereik van de bronruimte gesimuleerd in de doelruimte.
Apparaatprofielen toevoegen aan het kleurbeheersysteem Als u een profiel nodig hebt voor een apparaat, kunt u zelf een profiel maken of de leverancier van het apparaat daarom vragen. Om verwarring te voorkomen tijdens het werken met profielen, is het verstandig profielen voor apparaten die u of de werkgroep niet gebruikt, te verwijderen. In Mac OS kunt u de map met ColorSync-profielen ordenen door extra mappen te maken binnen de map met profielen of door een alias toe te voegen aan andere mappen.
Een ICC-beeldschermprofiel maken Kleuren worden op uw beeldscherm betrouwbaarder weergegeven als u van kleurbeheer gebruikmaakt en accurate ICC-beeldschermprofielen bijhoudt. Met een hulpprogramma voor de kalibrering van de monitor kunt u het beeldscherm kalibreren en karakteriseren naar een bepaalde standaard. Vervolgens kunt de instellingen opslaan als een profiel dat voldoet aan de ICC-norm en waarmee u kunt werken in elk programma dat gebruikmaakt van uw kleurbeheersysteem.
Instellingen voor kalibrering van het beeldscherm Met software voor profilering, kan het beeldscherm zowel worden gekalibreerd als gekarakteriseerd. Wanneer u het beeldscherm karakteriseert, maakt u een profiel waarin wordt omschreven hoe het beeldscherm op dat moment kleur reproduceert. Wanneer u het beeldscherm kalibreert , zorgt u dat dit gaat voldoen aan een vooraf gedefinieerde norm. Zo kalibreert u het beeldscherm bijvoorbeeld als u dit aanpast aan de grafische norm voor witpunten, 5000 Kelvin.
Richtlijnen voor het maken van een ICC-beeldschermprofiel De volgende richtlijnen kunnen u helpen bij het maken van een accuraat beeldschermprofiel: Houd de gebruikershandleiding van het beeldscherm bij de hand terwijl u een hulpprogramma voor beeldschermkalibrering gebruikt. ● ● ● ● ● ● Kalibreer het beeldscherm regelmatig met behulp van een programma dat voldoet aan de ICC-norm. De kleuren van het beeldscherm veranderen in de loop der tijd.
SPECIALE FUNCTIES Metagegevens van een document JavaScript in Acrobat Digitale edities
Metagegevens van een document Metagegevens van een document bevatten informatie over een document en de inhoud ervan. Sommige metagegevens van een document worden automatisch gemaakt wanneer een PDF-bestand wordt gemaakt: de toepassing waarmee het PDF-document is gemaakt, de PDF-versie, de bestandsgrootte, het paginaformaat en of het bestand is geoptimaliseerd voor snelle weergave op het web.
JavaScript in Acrobat In Acrobat Professional kunt u het uitgebreide Adobe JavaScript in uw PDF-documenten gebruiken om berekeningen uit te voeren, te reageren op gebruikersacties, gebruikersinvoer te valideren, meerdere PDF-documenten in batchreeksen te verwerken en het gedrag van een document te sturen.
Digitale edities Adobe Digitale edities (eBooks) zijn PDF-bestanden die speciaal zijn verpakt om het copyright van de auteur of uitgever te beschermen. Adobe Digitale edities kunnen worden aangeschaft via de detailhandel, worden geleend bij bibliotheken of tussen gebruikers worden uitgewisseld. U kunt ook PDF-versies verkrijgen van bladen en tijdschriften door u te abonneren op een service voor digitale edities.
Documenteigenschappen en metagegevens Documenteigenschappen weergeven Metagegevens van een document bewerken Documenteigenschappen maken Metagegevens en gegevens van objecten bekijken
Documenteigenschappen weergeven Wanneer u een PDF-document bekijkt, kunt u informatie over het bestand opvragen, zoals de naam, de gebruikte fonts en eventuele beveiligingsinstellingen. Sommige gegevens zijn ingesteld door degene die het document heeft gemaakt en andere zijn gegenereerd door Acrobat. U kunt de informatie die door de maker is ingesteld wijzigen, behalve als het bestand is opgeslagen met beveiligingsinstellingen die verhinderen dat u het document wijzigt.
Metagegevens van een document bewerken Adobe PDF-documenten die in Acrobat 5.0 of hoger zijn gemaakt, bevatten documentmetagegevens in XML-indeling. Metagegevens omvatten informatie over het document en de inhoud, zoals de naam van de auteur, trefwoorden en copyrightinformatie. Deze informatie kan worden gebruikt door zoekprogramma's.
Documenteigenschappen maken U kunt aangepaste documenteigenschappen toevoegen om bepaalde typen metagegevens, zoals het versienummer of de bedrijfsnaam, in een PDF-document op te slaan. De eigenschappen die u maakt, worden weergegeven in het dialoogvenster Documenteigenschappen. De eigenschappen moeten een unieke naam krijgen die niet voorkomt op de andere tabbladen van het dialoogvenster Documenteigenschappen. Documenteigenschappen maken of wijzigen: 1. Kies Bestand > Documenteigenschappen en kies Eigen.
Metagegevens en gegevens van objecten bekijken Met Acrobat 7.0 kunt u de metagegevens van bepaalde objecten, labels en afbeeldingen in een PDF-document bekijken. Met het gereedschap TouchUp-object bekijkt u metagegevens die aan objecten zijn gekoppeld en met het gereedschap bekijkt u de objectgegevens van eigen Microsoft VisioObjectgegevens eigenschappen. Als een PDF-document Visio-objectgegevens bevat, verschijnt het pictogram Gereedschap Objectgegevens linksonder op de statusbalk van Acrobat.
Werken met JavaScript Werken met JavaScript in Acrobat
Werken met JavaScript in Acrobat De taal JavaScript is ontwikkeld door Netscape Communications om u in staat te stellen op eenvoudigere wijze interactieve webpagina's te maken. Adobe heeft JavaScript uitgebreid zodat u deze interactiviteit gemakkelijk in uw PDF-document kunt integreren. Met JavaScript kunt u berekeningen uitvoeren, reageren op acties van gebruikers, gegevens van gebruikers valideren, meerdere PDF-documenten in batch-reeksen verwerken en het gedrag van het document beheren.
Digitale edities aanschaffen en weergeven Beschrijving van digitale edities Acrobat activeren Digitale edities bijwerken Digitale edities aanschaffen Digitale edities lezen Werken met de boekenkast Mijn digitale edities
Beschrijving van digitale edities Digitale edities van Adobe (eBooks) zijn PDF-bestanden die door de inhoudserver van Adobe zodanig zijn verpakt dat het copyright van de auteur of uitgever wordt beschermd. U kunt digitale edities kopen bij on line boekwinkels, lenen bij on line bibliotheken of uitwisselen met andere gebruikers. U kunt zich ook abonneren op tijdschriften in digitale vorm.
Acrobat activeren U moet Acrobat activeren om digitale edities te kunnen aanschaffen of lezen. Er wordt automatisch een activeringsprocedure gestart wanneer u voor het eerst een beschermde digitale editie opent. Als u documenten naar andere computers wilt verplaatsen, moet u de volledige activeringsprocedure voltooien. Hiervoor hebt u een Adobe-id of .NET Passportaccount nodig.
Digitale edities bijwerken Als u in het verleden digitale edities hebt gelezen met een eerdere versie van Acrobat, moet u deze bestanden migreren naar Acrobat 7.0. Wanneer u voor het eerst de boekenkast Mijn digitale edities opent of probeert een digitale editie te lezen met Acrobat 7.0, wordt u verzocht bestanden naar Acrobat 7.0 te migreren. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Digitale edities aanschaffen U kunt digitale edities aanschaffen bij boekhandels, lenen bij bibliotheken en uitwisselen met andere gebruikers. U kunt gratis digitale edities downloaden vanaf de Adobe Digital Media Store: http://digitalmediastore.adobe.com. Ook kunt u zich abonneren op tijdschriften in digitale vorm. Verwante subonderwerpen: Digitale edities downloaden Lid worden van een digitale editie-service.
Digitale edities downloaden Wanneer u voor het eerst een digitale editie downloadt, wordt Acrobat automatisch geactiveerd. Als u digitale edities wilt kunnen lezen op mobiele apparaten, moet u Acrobat activeren met een Adobe-id of .NET Passport-account (zie Acrobat activeren). Digitale edities downloaden: 1. Maak verbinding met internet. 2. Kies Geavanceerd > Digitale edities > Adobe Digital Media Store. 3.
Lid worden van een digitale editie-service. Er zijn websites die abonnementen op digitale edities aanbieden. Hiermee kunt u tijdschriften in digitale vorm downloaden, dat wil zeggen, in de vorm van een verzameling documenten of uitgaven, elk voorzien van een uitgiftedatum. Een abonnement op een digitale editie heeft een start- en einddatum en u kunt een uitgave downloaden in de periode tussen de startdatum en de einddatum. Als u zich aanmeldt als lid, ontvangt u een eerste uitgave.
Abonnementen op digitale edities delen De uitgaven van uw digitale edities staan in de boekenkast Mijn digitale edities, bij uw andere digitale edities. U kunt kopieën van de PDF-bestanden doorsturen naar een bekende of een kopie rechtstreeks per e-mail verzenden vanuit de boekenkast Mijn digitale edities. Wanneer de ontvanger de uitgave probeert te openen, wordt hij naar de website van de uitgever verwezen om het eigendom van het document te verkrijgen of om zich aan te melden voor een eigen abonnement.
Digitale edities lenen bij een on line bibliotheek Het is mogelijk digitale edities te lenen bij een bibliotheek met digitale edities, zoals u dit ook met gedrukte boeken doet. Geleende eBooks verlopen aan het einde van de leenperiode en worden automatisch geretourneerd, zodat u nooit een boete hoeft te betalen. Omdat in sommige on line bibliotheken een beperking geldt voor het aantal boeken dat u kunt lenen, wilt u een geleend eBook misschien al eerder retourneren.
Digitale edities verzenden naar een ander mobiel apparaat U kunt digitale edities verzenden naar alle computers of mobiele apparaten waarop Acrobat of Adobe Reader is geïnstalleerd en geactiveerd. Als de apparaten met dezelfde aanmeldingsgegevens zijn geactiveerd, is er geen verdere actie nodig. Zijn de apparaten niet met dezelfde aanmeldingsgegevens of activeringsprocedure geactiveerd, dan volgt u de aanwijzingen op het scherm om het eigendom te verkrijgen van de overgebrachte digitale editie.
Digitale edities delen met anderen U kunt een digitale editie naar iemand anders e-mailen als deze een URL van de winkel bevat. Als de ontvanger een digitale editie probeert te openen waarvoor geen licentie of machtiging is gegeven, wordt in een dialoogvenster aangegeven dat een licentie moet worden aangeschaft bij de winkel. Een digitale editie e-mailen: 1. Selecteer de miniatuur of boektitel in de boekenkast Mijn digitale edities. 2. Ga op een van de volgende manieren te werk: ● Klik op de knop E-mail.
Digitale edities lezen U leest een digitale editie vrijwel op dezelfde manier als een willekeurig ander PDFdocument. Tijdens het lezen van een digitale editie kunt u het volgende doen: ● ● ● ● De functie Hardop voorlezen gebruiken, als de uitgever dit toestaat. (Zie Werken met de functie Hardop lezen.) Gladde tekst gebruiken om de leesbaarheid te verbeteren. (Zie Tekst glad maken om de leesbaarheid te verbeteren.
Digitale edities openen U kunt een digitale editie direct vanuit de map Digitale edities of de boekenkast Mijn digitale edities openen. Als u een digitale editie sluit en weer opent, begint u meteen bij de pagina die u het laatst hebt gelezen. Een digitale editie openen: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● ● ● Kies Bestand > Openen, selecteer de digitale editie en klik op Openen. Kies Geavanceerd > Mijn digitale edities en dubbelklik op de digitale editie of selecteer .
Digitale edities openen die niet van u zijn Als u probeert een digitale editie te openen die niet van u is, verschijnt het dialoogvenster Kan het document niet openen. Een digitale editie openen die niet van u is: Ga op een van de volgende manieren te werk: ● ● Klik op Iemand anders heeft mij het document gegeven en ik wil eigenaar worden en vervolgens op de knop Eigendom verkrijgen. Er wordt een dialoogvenster geopend waarin u de mogelijkheid krijgt de website van de eigenaar of uitgever te bezoeken.
Tekst glad maken om de leesbaarheid te verbeteren U kunt voorkeuren instellen voor het glad maken van tekst, lijnillustraties en afbeeldingen. Ook kunt u opgeven of CoolType moet worden gebruikt om de leesbaarheid te verbeteren. Door tekst, lijnillustraties en afbeeldingen glad te maken, kan soms de kwaliteit van de weergave op het scherm worden verbeterd, vooral bij grotere tekstformaten, omdat het contrast tussen de achtergrond en de tekst of de afbeelding wordt geminimaliseerd.
De betekenis van woorden in een digitale editie opzoeken U kunt de betekenis van woorden opzoeken op internet. De betekenis van woorden opzoeken: 1. Selecteer met het Selectiegereedschap het gewenste woord of de woordgroep. 2. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of Control-klik (Mac OS) en kies Opzoeken [geselecteerd woord]. De browser wordt automatisch gestart en gaat naar Dictionary.com (Engelstalige site), waar het geselecteerde woord of de geselecteerde woordgroep wordt opgezocht.
Werken met de boekenkast Mijn digitale edities Met de boekenkast Mijn digitale edities kunt u uw digitale edities en andere Adobe PDF-bestanden openen en beheren. Boekenkast Mijn digitale edities De boekenkast Mijn digitale edities openen: Kies Geavanceerd > Digitale edities > Mijn digitale edities. De boekenkast Mijn digitale edities sluiten: Klik op de knop Sluiten.
De inhoud van de boekenkast Mijn digitale edities weergeven De inhoud van uw bibliotheek wordt weergegeven in de boekenkast Mijn digitale edities in de vorm van miniaturen of een titellijst met gegevens over auteur, toegankelijkheid en categorie. Wanneer u een digitale editie selecteert, verschijnt informatie over de auteur, titel, uitgever en het aantal pagina's onder in de boekenkast Mijn digitale edities.
Machtigingen voor een digitale editie weergeven Alle digitale edities bevatten door de uitgever ingestelde machtigingen die bepalen hoe vaak u een digitale editie mag afdrukken en kopiëren, of het document hardop mag worden voorgelezen door Acrobat en wanneer het document verloopt. Deze machtigingen worden bij het document opgeslagen en worden gedownload wanneer u een digitale editie leent of koopt. Instellingen van de machtigingen weergeven: 1. Open een digitale editie. 2.
Adobe PDF-documenten toevoegen aan de boekenkast Mijn digitale edities U kunt PDF-documenten toevoegen aan de boekenkast Mijn digitale editities. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat u technische gegevens in Adobe PDF-indeling aan uw bibliotheek wilt toevoegen. U kunt deze PDF-documenten op dezelfde manier openen en beheren als digitale edities. Een PDF-document toevoegen aan de boekenkast Mijn digitale edities: 1. Klik op Bestand toevoegen in Mijn digitale edities. 2.
Digitale edities indelen U kunt uw digitale edities onderbrengen in categorieën, zodat u de boeken gemakkelijker kunt beheren. Hiertoe kunt u de vooraf gedefinieerde categorieën gebruiken of zelf categorieën definiëren. U kunt aan digitale edities één of twee categorieën toewijzen. Zo kunt u een digitale editie over conflictbeheersing opslaan in de categorieën 'Zakelijk' en 'Zelfstudie'. Het menu Categorie in Mijn digitale edities Categorieën toevoegen of bewerken: 1.
Reservekopieën maken van digitale edities op uw computer Het verdient aanbeveling om reservekopieën te maken van digitale edities en andere Adobe PDF-bestanden om deze te beschermen tegen per ongeluk wissen, hardwarestoringen, enzovoort. U kunt een reservekopie maken van alle digitale edities die zijn opgeslagen in de boekenkast Mijn digitale edities. Reservekopieën maken van digitale edities: 1. Kies Geavanceerd > Digitale edities > Mijn digitale edities. 2.
ADOBE VERSION CUE Over Adobe Version Cue Hulp inroepen Belangrijkste functies van Adobe Version Cue
Over Adobe Version Cue Adobe Version Cue™ is een innovatieve functie waarmee u uw productiviteit kunt verhogen, of u nu alleen werkt, samenwerkt met anderen of beide. Met Acrobat kunt u bestandsversies, bestandsbeveiliging en bestandsbeheer naadloos in uw bestaande werkschema's en alle Adobe® Creative Suite-toepassingen integreren.
Hulp inroepen U kunt op een aantal manieren hulp inroepen als u die nodig hebt wanneer u met de Adobe Version Cue-functie werkt. Met behulp van de volgende tabellen kunt u specifieke bronnen vinden, gebaseerd op het soort informatie dat u zoekt. Opmerking: u hebt een recente webbrowser nodig om de Help-onderwerpen van Adobe Version Cue goed te kunnen weergeven. Daarnaast moet JavaScript ingeschakeld zijn. Help zoeken bij Version Cue Als u . . . Probeert u dit . . .
Belangrijkste functies van Adobe Version Cue Bestanden beheren met de functies voor versiebeheer van Version Cue Met Version Cue kunt u eenvoudig bestandsversies maken en beheren, en snel zoeken naar bestanden die zijn gemaakt in Adobe Creative Suite, Adobe Acrobat Professional 7.0, Adobe Photoshop CS, Adobe Illustrator CS, Adobe InDesign CS en Adobe GoLive CS.
Werken met Version Cue Over Acrobat-projecten en projectbeheer Acrobat inschakelen of opnieuw starten Voorkeuren voor de Acrobat-werkruimte instellen Door Acrobat-werkruimten en -projecten bladeren Version Cue-projecten maken en delen Met bestanden en elementen in een Version Cue-project werken Off line werken in een Version Cue-project
Over Acrobat-projecten en projectbeheer Ontwerpers die alleen of in teamverband werken, willen graag meer tijd besteden aan het creatieve proces en minder aan het beheren van projecten. De tijd die wordt besteed aan het opzoeken van het juiste bestand, het verifiëren van de status van bestanden, het handmatig maken en sorteren van bestandsversies, het op de juiste locatie opslaan van bestanden en de communicatie met teamleden gaat allemaal ten koste van de creativiteit en productiviteit.
Een Version Cue-omgeving kiezen U en uw ontwerpteam hebben toegang tot een Version Cue-werkruimte nodig om met Version Cue te kunnen werken. Als u Adobe Creative Suite volledig installeert, wordt er automatisch een Version Cue-werkruimte op uw computer geïnstalleerd. Afhankelijk van de eisen die elk project met zich meebrengt, kunt u ervoor kiezen om ook met andere Version Cue-werkruimten te werken die zich op computers van collega's of een speciale server bevinden.
Acrobat-projecten en mappen Voordat u bestandsversies kunt gaan maken en beheren en met anderen kunt samenwerken, dient u een Version Cue-project te maken om verwante bestanden in de Version Cue-werkruimte te ordenen.
Acrobat inschakelen of opnieuw starten Voordat u Acrobat in Creative Suite gaat gebruiken, dient u de Version Cue-werkruimte (n) in te schakelen en vervolgens dienen alle gebruikers Acrobat in te schakelen in Adobe Acrobat Professional 7.0, Adobe Illustrator CS, Adobe InDesign CS en Adobe Photoshop CS (GoLive CS biedt standaard ondersteuning voor Version Cue.) Opmerking: de Version Cue-werkruimte is een functie in Adobe Creative Suite. Indien u Adobe Acrobat Professional 7.
Voorkeuren voor de Acrobat-werkruimte instellen Dankzij de voorkeuren voor Acrobat kunt u de Version Cue-werkruimte optimaliseren, het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue weergeven en de locaties voor gegevensmappen en reservekopiemappen wijzigen. (Zie Acrobat inschakelen of opnieuw starten als u de Version Cue-werkruimte wilt inschakelen en voor andere computers beschikbaar wilt maken.
De Version Cue-werkruimte optimaliseren Standaard zijn de instellingen voor de Version Cue-werkruimte geoptimaliseerd voor één gebruiker die met anderen samenwerkt aan projecten met gemengde media en die een computer met 128 MB RAM voor de Version Cue-werkruimte beschikbaar heeft. U kunt alle instellingen wijzigen om de Version Cue-werkruimte beter op uw projecten af te stemmen en te optimaliseren. De Version Cue-werkruimte optimaliseren: 1.
Version Cue-werkruimtegegevens en reservekopiemappen verplaatsen Via de Version Cue-werkruimte worden projecten, bestandsversies, gebruikers-id's en andere gegevens opgeslagen in de map Version Cue/Data, en reservekopieën van projecten in de map Version Cue/Backups. U kunt deze mappen met behulp van de voorkeuren voor Locatie van Version Cue naar een andere locatie op dezelfde computer verplaatsen.
Door Acrobat-werkruimten en -projecten bladeren Het beginpunt voor al uw werk aan Version Cue-projecten in een Version Cue-werkruimte is (Windows) of de knop Version Cue (Mac OS). Gebruik altijd de knop Version Cue deze knop voor het openen, opslaan, plaatsen, exporteren of importeren van Version Cueprojectbestanden in Acrobat Professional 7.0, Illustrator CS, InDesign CS en Photoshop CS.
Version Cue-werkruimten en Version Cue-projecten openen Als u op de knop Version Cue (Windows) of de knop Version Cue (Mac OS), hebt geklikt, verandert het dialoogvenster Openen in Acrobat Professional 7.0, Illustrator CS, InDesign CS en Photoshop CS. Er worden dan tabbladen, menu's en opties van Acrobat weergegeven. Acrobat-werkruimten worden aangegeven met het (Mac OS) op het werkruimtepictogram (Windows) of het werkruimtepictogram tabblad Bladeren.
Toegang tot Version Cue-werkruimten op externe computers of vanuit WebDAV-toepassingen Als u aan Version Cue-projecten wilt werken waarvoor een andere Version Cuewerkruimte op een andere computer in een ander subnetwerk dan uw eigen computer als host optreedt, kunt u via de URL van de Version Cue-client toegang tot die werkruimte krijgen.
Acrobat-werkruimten, -projecten en -bestandsgegevens weergeven U kunt kolommen weergeven en verbergen in de dialoogvensters Openen, Plaatsen, Een kopie opslaan, en Opslaan als van Acrobat Professional 7.0, Illustrator CS, InDesign CS en Photoshop CS, waarin informatie over de werkruimten, projecten en bestanden wordt weergegeven tijdens het bladeren.
Version Cue-projecten maken en delen Voordat u met Version Cue begint, moet u een Version Cue-project maken om verwante bestanden te kunnen groeperen. U kunt met Version Cue-projecten persoonlijke bestanden gescheiden houden van bestanden waaraan u met anderen wilt samenwerken.
Version Cue-projecten maken en bewerken Wanneer u in Adobe Creative Suite een Version Cue-project maakt, dient u een projectnaam op te geven. Verder geeft u de Version Cue-werkruimte op die als host voor het project fungeert en een projectbeschrijving. Ten slotte geeft u aan of het project een persoonlijk project is of een project waaraan ook anderen werken.
Version Cue-projecten delen of persoonlijk maken Wanneer u voor het eerst een Version Cue-project maakt, kunt u opgeven of het project een persoonlijk project of een gedeeld project moet worden. Uw keuze zal afhangen van de locatie waar de Version Cue-werkruimte zich bevindt. U kunt deze instelling later altijd wijzigen via Adobe Acrobat Professional 7.0, Adobe GoLive CS, Adobe InDesign CS en Adobe Photoshop CS.
Met bestanden en elementen in een Version Cue-project werken Nadat u een bestand aan een Version Cue-project in een Version Cue-werkruimte hebt toegevoegd, kunt u versies van dat bestand maken en beheren, een geschiedenis van versieopmerkingen bijhouden en het bestand later snel opzoeken door op versieinformatie of andere metagegevens te zoeken die in Creative Suite via de opdracht Bestandsinfo zijn toegevoegd aan het bestand.
Bestandsversies en Version Cue Version Cue-projecten en -bestanden worden bijgehouden in de Version Cue-werkruimte op de computer waarop zich de werkruimte bevindt. In de werkruimte worden de originele exemplaren bijgehouden van de bestanden die aan het project zijn toegevoegd, alsmede de versies van de bestanden en andere bestandsgegevens, zoals opmerkingen, versiedatums en gebruikers-id's.
Bestanden aan een Version Cue-project toevoegen Als u versies van een bestand wilt kunnen opslaan en de voordelen van Version Cuebestandsbeheer in Adobe Creative Suite en Adobe Acrobat Professional 7.0 wilt benutten, moet het bestand aan een Version Cue-project worden toegevoegd of in een Version Cueproject worden opgeslagen. Vanuit Creative Suite en Acrobat Professional 7.
Bestanden en bestandsversies openen, bewerken en opslaan met Version Cue Nadat een bestand in een Version Cue-project is opgeslagen, wordt het bestand automatisch door Version Cue beheerd. Als u een bestand begint te bewerken dat vanuit de Version Cue-werkruimte is geopend, zal Version Cue er automatisch voor zorgen dat niemand uw wijzigingen kan overschrijven en dat u geen wijzigingen kunt overschrijven die door anderen zijn aangebracht.
Bestandsversies openen en beheren Nadat u een bestand in een Version Cue-werkruimte hebt geopend, kunt u via het dialoogvenster Versies snel toegang krijgen tot miniatuurweergaven van vorige bestandsversies, versieopmerkingen en versiedatums. U kunt met een eerdere versie werken door er een kopie van te maken en die als huidige versie te gebruiken. Het is ook mogelijk eerdere versies te verwijderen om schijfruimte vrij te maken of uw werkschema te vereenvoudigen.
Naar bestanden in Version Cue-projecten zoeken Metagegevens (bestandsinformatie) worden automatisch aan bestanden in een Version Cue-project toegevoegd terwijl u aan de bestanden werkt. Ook versiedatums, auteurs en opmerkingen worden bijgehouden. Bovendien kan andere informatie handmatig aan de bestanden in Creative Suite worden toegevoegd via de opdracht Bestandsinfo. U kunt deze metagegevens snel doorzoeken om bestanden in een Version Cue-project te vinden.
Bestanden van Version Cue-projecten verwijderen en terugzetten Via het menu Projectgereedschappen in Adobe Creative Suite kunt u een of meer geselecteerde bestanden uit een Version Cue-project verwijderen als de bestanden de status Beschikbaar hebben. Verwijderde bestanden kunnen worden weergegeven en gesorteerd, en worden automatisch bij een zoekopdracht betrokken als u met de zoekfunctie van Version Cue in een project zoekt.
Off line werken in een Version Cue-project Als een gebruiker een bestand van een Version Cue-project opent of bewerkt, en de Version Cue-werkruimte vervolgens wordt uitgeschakeld of de netwerkverbinding tussen de gebruiker en de Version Cue-werkruimte wordt verbroken, kan de gebruiker de werkkopie off line blijven bewerken en de bestanden later synchroniseren.
Werkkopieën bewerken en met een Version Cue-project synchroniseren Als u aan bestanden van een Version Cue-project wilt werken terwijl de Version Cuewerkruimte is uitgeschakeld of als u geen toegang via het netwerk tot de werkruimte kunt krijgen, kunt u met werkkopieën werken die zich in de map Mijn documenten\Version Cue (Windows) of Documenten/Version Cue (Mac OS) bevinden.
Het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue gebruiken Wanneer u het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue moet gebruiken Taken in het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue uitvoeren Werken met projecten en gebruikers-id's in het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue Geavanceerde taken in Werkruimtebeheer van Version Cue
Wanneer u het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue moet gebruiken Vanuit de volgende programma's kunt u allerlei Acrobat-taken uitvoeren zoals het maken en delen van projecten, het toevoegen van opmerkingen aan een bestand en het maken van bestandsversies: Adobe Creative Suite, Adobe Acrobat Professional 7.0, Adobe GoLive CS, Adobe Illustrator CS, Adobe InDesign CS en Adobe Photoshop CS.
Taken in het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue uitvoeren Elke gebruiker die beschikt over een aanmeldings-id en wachtwoord (behalve degenen voor wie de rechten zijn ingesteld op Geen) kunnen zich via een browser aanmelden bij het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue. De taken die zij kunnen uitvoeren in de werkruimte worden beperkt door de rechten die zijn toegewezen aan hun aanmeldings-id voor Version Cue.
Aan- en afmelden bij het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue U kunt de aanmeldingspagina van Werkruimtebeheer van Version Cue weergeven vanuit het dialoogvenster Voorkeuren voor Acrobat. Klik hiervoor op de knop Geavanceerd beheer in Acrobat Professional 7.0, GoLive CS, Illustrator CS, InDesign CS of Photoshop CS, of typ de URL van de aanmeldingspagina in een webbrowser.
Help raadplegen en navigeren binnen het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue Het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue bevat boven aan elke pagina koppelingen naar Version Cue Help, evenals een navigatielijst aan de linkerzijde van elke pagina. De navigatielijst bied snel toegang tot alle beheeropties.
Werken met projecten en gebruikers-id's in het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue In Acrobat Professional 7.0, GoLive CS, Illustrator CS, InDesign CS en Photoshop CS kunt u Version Cue-projecten maken, bewerken en verwijderen. In het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue kunt u al deze taken uitvoeren. Bovendien kunt u projecten dupliceren, exporteren en een reservekopie maken, aanmeldingsvereisten opgeven, vergrendelingen instellen en gebruikers-id's aan projecten toewijzen.
Projecten maken en bewerken met het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue Met het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue kunt u lege Version Cueprojecten maken. Ook kunt u Version Cue-projecten maken door bestanden te importeren vanuit een map op de computer waarop de werkruimte zich bevindt, of vanaf een FTP- of WebDAV-server. Bovendien kunt u vanuit de werkruimte projecten dupliceren en verwijderen.
Reservekopieën van projecten maken en terugzetten met het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue U kunt het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue gebruiken om een reservekopie te maken van alle gegevens in een Acrobat-project. Reservekopieën van projecten worden opgeslagen in het bestandssysteem van de Version Cue-werkruimte.
Version Cue-projecten exporteren met het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue U kunt een Version Cue-project exporteren vanuit een Acrobat-werkruimte. U kunt dit doen als u het project wilt kopiëren naar een andere Version Cue-werkruimte of als u een kopie van het project wilt archiveren. Opmerking: alleen de laatste versie van elk bestand wordt geëxporteerd. Een Acrobat-project naar uw computer exporteren: 1. Meld u aan bij de pagina Werkruimtebeheer van Version Cue. 2.
Gebruikers-id's maken en bewerken met het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue U hoeft geen Version Cue-gebruikers-id's te maken of toe te wijzen om andere gebruikers van Creative Suite of WebDAV toegang te geven tot uw Version Cueprojecten en -werkruimte. De gebruikers moeten zich op uw subnetwerk bevinden of ze moeten het IP- of DNS-adres en poortnummer van de Version Cue-werkruimte hebben om toegang tot de werkruimte te krijgen.
Gebruikersrechten kiezen in het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue Version Cue-aanmeldings-id's worden vastgesteld met rechten op een van de vier beschikbare niveaus voor het gebruik van de Version Cue-werkruimte: Geen, Gebruiker, Maker van project of Systeembeheerder.
Werken met gebruikerslijsten met het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue U kunt een gebruikerslijst exporteren vanuit een Version Cue-werkruimte en deze in een andere Version Cue-werkruimte op een andere computer gebruiken. Nadat u een gebruikerslijst hebt geëxporteerd, kopieert u deze naar de map UsersExport in de Version Cue-map van de andere computer met een Version Cue-werkruimte. Een gebruikerslijst exporteren: 1. Meld u aan bij de pagina Werkruimtebeheer van Version Cue. 2.
Geavanceerde taken in Werkruimtebeheer van Version Cue Gebruik de geavanceerde taken in Werkruimtebeheer van Version Cue om geavanceerde voorkeuren voor de werkruimte in te stellen, reservekopieën van Adobewebwerkgroepserverprojecten te importeren, projecten te exporteren, onderhoud te verrichten en logboeken en rapporten weer te geven.
Voorkeuren voor de Version Cue-werkruimte instellen Via de voorkeuren voor de werkruimte kunt u opties instellen waarmee u projecten of de gehele werkruimte privé of zichtbaar (gedeeld) kunt maken. Ook kunt u opties voor logboeken van de werkruimte en standaard-FTP- en HTTP-proxyservers instellen. Met uitzondering van de opties voor Kleurenschema, kunnen alleen gebruikers met systeembeheerdersrechten de voorkeuren voor de werkruimte instellen. Voorkeuren voor de Version Cue-werkruimte instellen: 1.
Reservekopieën van webwerkgroepserverprojecten en gebruikers-id's in de Version Cue-werkruimte importeren U kunt gebruikers-id's en reservekopieën van projecten vanaf een Adobewebwerkgroepserver importeren in een Version Cue-project als de webwerkgroepserver en het project zich op dezelfde computer als de werkruimte bevinden. De nieuwste versie van elk bestand wordt geïmporteerd. Een reservekopie van een webwerkgroepserverproject importeren: 1. De Adobe-webwerkgroepserver stoppen.
Bestandsvergrendelingen verwijderen met het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue Een gebruiker met systeembeheerdersrechten of met projectspecifieke beheerdersrechten kan bestandsvergrendelingen verwijderen om vergrendelde bestanden beschikbaar te maken voor bewerking door andere gebruikers van Version Cue.
Bestandsversies van projecten verwijderen met het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue Elke keer wanneer u een bestandsversie opslaat, wordt de versie opgeslagen in de database van de Version Cue-werkruimte. Deze database maakt een geschiedenis van bestandsversies waarmee u snel een voorgaande bestandsversie kunt terughalen.
Reservekopieën maken van Version Cuewerkruimtegegevens en deze terugzetten U kunt het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue gebruiken om reservekopieën te maken van alle Version Cue-gegevens en -projecten in de Version Cuewerkruimte, en deze terug te zetten of te verwijderen. Als u een reservekopie van de Version Cue-werkruimte terugzet, worden alle gegevens in de werkruimte, inclusief Version Cue-projecten, -bestanden en -versies, vervangen door de reservekopie.
Informatie over de Version Cue-werkruimte weergeven U kunt in het hulpprogramma Werkruimtebeheer van Version Cue de versie van de Version Cue-werkruimte weergeven, alsmede de naam, de licentiehouder, het serienummer, de Java-versie, de databaseversie, de URL van de Version Cue-client (IP- of DNS-adres), de URL van de WebDAV-client en informatie over het auteursrecht en patent.
Zelfstudie: Version Cue Aan de slag met Version Cue
Aan de slag met Version Cue Adobe Version Cue maakt deel uit van Adobe Creative Suite. Deze geïntegreerde functie is ontworpen om uw productiviteit te verhogen en bespaart u en degenen met wie u samenwerkt kostbare tijd. Met Version Cue kunt u gemakkelijk verschillende versies van uw projectbestanden maken, beheren en terugvinden. Version Cue maakt bijvoorbeeld eenvoudige, universele toegang mogelijk tot alle versies van uw bestanden.
SNELTOETSEN Beschrijving van sneltoetsen Toetsen voor het selecteren van gereedschappen Bewerkingstoetsen Toetsen voor het werken met opmerkingen Toetsen voor bladeren in een document Algemene navigatietoetsen Toetsen voor het werken met navigatietabs Toetsen voor navigatie in het Help-venster Toetsen voor navigatie in het Procedurevenster
Beschrijving van sneltoetsen Veel sneltoetsen worden naast de menuopdracht weergegeven. Als u de gewenste sneltoets niet kunt vinden in deze sectie, kunt u het beste de menu's bekijken. Opmerking: als u deze sneltoetsen wilt gebruiken, selecteert u Sneltoetsen van één toets gebruiken om opties te openen in het venster Algemeen van het dialoogvenster Voorkeuren.
Toetsen voor het selecteren van gereedschappen Optie Windows-handeling Mac OS-handeling Handje Handje tijdelijk selecteren Huidige selectie Schakelen tussen selectiegereedschappen Selecteren, Metagegevens object Gereedschap Momentopname Schakelen tussen zoomopties Inzoomen, Uitzoomen, Dynamisch in-/uitzoomen, Loep Huidig zoomgereedschap Gereedschap Inzoomen tijdelijk selecteren H Spatiebalk V Shift+V H Spatiebalk V Shift+V G Shift+Z G Shift+Z Z Ctrl+Spatiebalk Z Command +Spatiebalk Gereedschap Uitz
Bewerkingstoetsen Resultaat Windows-handeling Mac OS-handeling Alle inhoud selecteren De selectie van alle inhoud ongedaan maken Zoeken naar een map Passende pagina Focus naar statusvak verplaatsen Ctrl+A Ctrl+Shift+A Ctrl+9 Ctrl+0 Shift+F5 Command+A Command+Shift+A Command+9 Command+0 Shift+F5
Toetsen voor het werken met opmerkingen Resultaat Windows-handeling Mac OS-handeling Gereedschap Notitie Gereedschap Tekstbewerkingen aanduiden Gereedschap Stempel Huidig markeringsgereedschap Schakelen tussen markeringsfuncties Markeren, Tekst doorhalen, Tekst onderstrepen Gereedschap Rechthoek Schakelen tussen tekengereedschappen Rechthoek, Ovaal, Pijl, Lijn, Wolk, Veelhoek, Veelhoekige lijn Gereedschap Tekstvak Gereedschap Potlood Gereedschap Gummetje Huidig gereedschap voor bijvoegen Schakelen tussen
Toetsen voor bladeren in een document Resultaat Windows-handeling Mac OS-handeling Vorig scherm Volgend scherm Eerste pagina Page Up Page Down Home of Shift+Ctrl+Page Up of Shift+Ctrl+Pijlomhoog End of Shift+Ctrl+Page Down of Shift+Ctrl+Pijlomlaag Pijl-links of Ctrl+Page Up Page Up Page Down Home of Shift+Page Up of Command+Shift+Pijlomhoog End of Shift+Command +Page Down of Shift +Command+Pijl-omlaag Pijl-links of Command +Page Up Pijl-rechts of Command +Page Down Option+Pijl-links Option+Pijl-rechts
Algemene navigatietoetsen Resultaat Windows-handeling Mac OS-handeling Menubalk tonen/verbergen Menu's activeren Werkbalk in browser activeren Werkbalk Eigenschappen openen Dialoogvenster Eigenschappen openen Naar volgend open document gaan (wanneer documentvenster geactiveerd is) Naar vorig open document gaan (wanneer documentvenster geactiveerd is) Huidig document sluiten Alle geopende vensters sluiten Volgend venster activeren Vorig venster activeren Volgende opmerking, koppeling of volgend formulier
Toetsen voor het werken met navigatietabs Resultaat Windows-handeling Mac OS-handeling Navigatievenster openen/sluiten Navigatievenster openen en activeren Gebieden van het document beurtelings activeren: document, gele Documentberichtbalk, navigatievensters en Procedurevenster Volgend element op de actieve navigatietab activeren: Prullenbak, menu Opties, sluitvakje, tabinhoud en tab Naar volgende navigatietab gaan en deze activeren (als de tab is geactiveerd) Naar volgende navigatietab gaan en deze acti
Toetsen voor navigatie in het Help-venster Resultaat Help-venster openen Help-venster sluiten Schakelen tussen tabbladen Inhoud, Zoeken Index. Druk, indien nodig, op Ctrl+Tab of Command+Tab om het navigatievenster te selecteren.
Toetsen voor navigatie in het Procedurevenster Resultaat Windows-handeling Mac OS-handeling Procedurevenster openen of sluiten Procedurevenster openen en activeren Naar beginpagina van procedures gaan Elementen van het Procedurevenster en de koptekst van het Procedurevenster beurtelings activeren Naar het volgende element in het Procedurevenster gaan Naar het vorige element in het Procedurevenster gaan Naar volgende pagina in het Procedurevenster gaan Naar vorige pagina in het Procedurevenster gaan Shi
Juridische kennisgeving Copyright
Copyright © 2004 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe® Acrobat® 7.0 Professional voor Windows® en Macintosh Indien deze handleiding wordt geleverd bij software die onder een eindgebruikersovereenkomst valt, wordt deze handleiding, en de daarin beschreven software, verstrekt onder licentie en mag deze alleen worden gebruikt of gekopieerd voorzover dit in overeenstemming is met de voorwaarden van een dergelijke licentie.