Operation Manual

95
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Geïmporteerde illustraties gebruiken
3 Selecteer bij Compressie een van de volgende opties:
Foto (JPEG) De afbeelding wordt gecomprimeerd in JPEG-indeling. Als u de standaardcompressiekwaliteit wilt
gebruiken die voor de geïmporteerde afbeelding is opgegeven, selecteert u Standaarddocumentkwaliteit gebruiken. Als
u een nieuwe kwaliteitsinstelling voor compressie wilt opgeven, heft u de selectie van Standaarddocumentkwaliteit
gebruiken op en voert u in het tekstveld Kwaliteit een waarde in tussen 1 en 100. (Een hogere instelling resulteert in
een hogere afbeeldingskwaliteit, maar levert ook een groter bestand op.)
Zonder verlies (PNG/GIF) De afbeelding wordt zonder verlies gecomprimeerd en er worden geen gegevens van de
afbeelding genegeerd.
Opmerking: Gebruik fotocompressie voor afbeeldingen met complexe kleur- of tintvariaties, zoals foto’s of afbeeldingen
met verlopende vullingen. Gebruik een compressie zonder verlies voor afbeeldingen met eenvoudige vormen en relatief
weinig kleuren.
4 Klik op Testen om de resultaten van de bestandscompressie te bepalen. Vergelijk de oorspronkelijke
bestandsgrootte met de grootte van het gecomprimeerde bestand om te bepalen of de geselecteerde compressie-
instelling acceptabel is.
5 Klik op OK.
Opmerking: De instellingen voor JPEG-kwaliteit in het dialoogvenster Publicatie-instellingen hebben geen invloed op
geïmporteerde JPEG-bestanden. Geef in het dialoogvenster Bitmapeigenschappen een kwaliteitsinstelling op voor elk
geïmporteerd JPEG-bestand.
Bitmaps importeren bij uitvoering
Als u bitmaps tijdens uitvoering wilt toevoegen aan een document, gebruikt u de ActionScript® 2.0- of ActionScript
3.0-opdracht
BitmapData. Geef hiervoor een koppelings-id op voor de bitmap. Zie Koppelingen toewijzen aan
elementen in de bibliotheek in ActionScript 2.0 leren in Adobe Flash of Bibliotheeksymbolen voor ActionScript
exporteren in ActionScript 3.0 programmeren voor meer informatie.
1 Selecteer de bitmap in het deelvenster Bibliotheek.
2 Ga als volgt te werk:
Selecteer Koppeling in het menu Deelvenster in de rechterbovenhoek van het deelvenster.
Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd de Control-toets ingedrukt en klik (Macintosh) op de naam van
de bitmap in het deelvenster Bibliotheek en selecteer Eigenschappen in het contextmenu.
Als de koppelingseigenschappen niet worden weergegeven in het dialoogvenster Eigenschappen klikt u op
Geavanceerd.
3 Selecteer Exporteren voor ActionScript bij Koppeling.
4 Voer in het tekstveld een tekenreeks-id in en klik op OK.
Een bitmap als vulling toepassen
Als u een bitmap als vulling wilt toepassen op een grafisch object, gebruikt u het deelvenster Kleur. Wanneer u een
bitmap toepast als een vulling, wordt het object gevuld met tegels van de bitmap. Met het gereedschap
Verlooptransformatie kunt u een afbeelding en de bitmapvulling schalen, roteren of scheeftrekken.
1 Wanneer u de vulling op een bestaande illustratie wilt toepassen, selecteert u een of meer grafische objecten in het
werkgebied.
2 Selecteer Venster > Kleur.
3 Selecteer Bitmap in het pop-upmenu rechtsboven in het deelvenster.