Operation Manual

122
FLASH CS4 PROFESSIONAL GEBRUIKEN
Illustraties maken en bewerken
Als u een lijn wilt slepen om een nieuw hoekpunt te maken, klikt u terwijl u de Ctrl-toets (Windows) of Option-
toets (Macintosh) ingedrukt houdt.
Lijnen rechttrekken en vloeiend maken
Wanneer u lijnen en curven rechttrekt, worden kleine aanpassingen gemaakt aan de lijnen en curven die u al hebt
getekend. Het heeft geen effect op segmenten die al recht zijn.
Opmerking: U kunt de mate waarin de lijn- en vormcontouren automatisch vloeiend worden gemaakt en worden
rechtgetrokken aanpassen door voorkeuren voor tekeninstellingen op te geven.
Als u Flash vormen wilt laten herkennen, gebruikt u de techniek rechttrekken. Wanneer u een ovaal, rechthoek of
driehoek tekent met de optie Vormen herkennen uitgeschakeld, kunt u de optie Rechttrekken gebruiken om de
vormen geometrisch juist te maken. Vormen die elkaar raken en dus met andere elementen zijn verbonden, worden
niet herkend.
De optie Vormherkenning zet de bovenste vormen om in de onderste.
Het vloeiend maken maakt curven gladder en vermindert grijsstructuren en andere variaties in de globale richting van
de curve. Hierdoor wordt het aantal segmenten in een curve ook verminderd. Het vloeiend maken is echter relatief en
heeft geen effect op rechte segmenten. Het is met name nuttig wanneer u moeite hebt met het omvormen van een
aantal zeer korte gekromde lijnsegmenten. Door alle segmenten te selecteren en vloeiend te maken wordt het aantal
segmenten verminderd, waardoor een gladdere curve ontstaat die u makkelijker kunt omvormen.
Wanneer u het vloeiend maken en rechttrekken meerdere keren toepast, wordt elk segment vloeiender en rechter,
afhankelijk van hoe krom of recht het segment oorspronkelijk was.
Als u de curve van elke geselecteerde streek vloeiend wilt maken, selecteert u het gereedschap Selecteren en klikt u
op de optie Vloeiend in de sectie Opties van het deelvenster Gereedschappen. Met elke klik op de knop Vloeiend
wordt de geselecteerde streek geleidelijk vloeiender.
Als u specifieke parameters wilt opgeven voor het vloeiend maken, kiest u Wijzigen > Vorm > Vloeiend. Geef in
het dialoogvenster Vloeiend waarden op voor de verschillende parameters.
Als u op elke geselecteerde contourvulling of gekromde lijn kleine aanpassingen wilt maken met rechttrekken,
selecteert u het gereedschap Selecteren en klikt u op de optie Rechttrekken in de sectie Opties van het
deelvenster Gereedschappen.
Als u specifieke parameters wilt opgeven voor het rechttrekken, kiest u Wijzigen > Vorm > Rechttrekken. In het
dialoogvenster Rechttrekken voert u een waarde in voor de parameter voor Sterkte van rechttrekken.
Selecteer het gereedschap Selecteren om Vormherkenning te gebruiken en klik op de optie Rechttrekken of
selecteer Wijzigen > Vorm> Rechttrekken.
Zie ook
Tekenvoorkeuren” op pagina 105