ADOBE PHOTOSHOP CS3 ® HANDBOEK ®
© 2007 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Copyright Adobe® Photoshop® CS3 Handboek voor Windows® en Mac OS. Als bij dit handboek software wordt geleverd waarvoor een gebruiksrechtsovereenkomst geldt, worden dit handboek en de software die erin wordt beschreven, geleverd onder licentie en mogen de software en het handboek alleen worden gebruikt of gekopieerd in overeenstemming met de bepalingen in de licentie.
iii Inhoud Hoofdstuk 1: Aan de slag Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Adobe Help Bronnen ...............................................................................2 ..................................................................................4 Nieuw in deze versie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
iv Werken met kleurprofielen Kleurinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .134 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .139 Hoofdstuk 7: Tonen en kleuren aanpassen Histogrammen en pixelwaarden bekijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
v Hoofdstuk 12: Tekenen Vectorafbeeldingen tekenen Vormen tekenen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .341 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .342 Tekenen met de pengereedschappen Werken met paden Paden bewerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
vi Optimalisatieopties voor webafbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .507 Uitvoerinstellingen voor webafbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .518 Hoofdstuk 18: Video en animatie Video en animatie in Photoshop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .521 Afbeeldingen maken voor video . . . . . . . . . .
1 Hoofdstuk 1: Aan de slag Hebt u de nieuwe software nog niet geïnstalleerd, lees dan eerst de informatie over de installatie en andere voorbereidende werkzaamheden. Neem voordat u met de software aan de slag gaat, even de tijd om het overzicht te lezen van de Adobe Help en van de vele informatiebronnen waar gebruikers over kunnen beschikken. U hebt toegang tot instructievideo's, insteekmodules, sjablonen, gebruikersgroepen, cursussen, handleidingen, RSS-feeds en nog veel meer.
PHOTOSHOP CS3 2 Handboek • Fontinstallatie • Problemen oplossen • Klantondersteuning • Juridische kennisgevingen Adobe Help Adobe Help-cursussen Documentatie voor uw Adobe-software is beschikbaar in verschillende indelingen. In-product en LiveDocs Help De Help in het product geeft toegang tot alle documentatie- en instructiemateriaal dat beschikbaar is op het moment dat de software wordt verzonden. U kunt de Help weergeven via het menu Help in uw Adobe-product.
PHOTOSHOP CS3 3 Handboek Gedrukte documentatie Afgedrukte versies van de Help binnen een product kunnen worden aangeschaft bij de Adobe Store op www.adobe.com/go/store_nl. U kunt in de Adobe Store ook boeken vinden die door de uitgeverspartners van Adobe zijn uitgegeven. Alle producten uit de Adobe Creative Suite® 3 worden geleverd met een afgedrukte workflowhandleiding, en op zichzelf staande Adobe-producten worden mogelijk geleverd met een afgedrukte basishandleiding.
PHOTOSHOP CS3 4 Handboek • Als een koppelingstekst niet overeenkomt met de titel van het koppelingsdoel, wordt naar de titel verwezen in het kenmerk Titel van de ankercode. Zo bevatten de koppelingen Volgende en Vorige de titels van de volgende en vorige onderwerpen. • Inhoud ondersteunt modus voor hoog contrast. • Afbeeldingen zonder bijschriften bevatten alternatieve tekst. • Elk frame heeft een titel die het doel ervan aangeeft.
PHOTOSHOP CS3 5 Handboek U kunt Adobe Video Workshop gebruiken om meer te weten te komen over alle Creative Suite 3-producten. Veel video's laten zien hoe u Adobe-toepassingen samen moet gebruiken. Wanneer u Adobe Video Workshop start, kunt u de producten kiezen waarover u meer wilt weten en de onderwerpen kiezen die u wilt lezen. U kunt details over elke video weergeven om na te gaan welke video's voor u van belang zijn.
PHOTOSHOP CS3 6 Handboek Handleidingen en bronbestanden Adobe Video Workshop bevat trainingen voor beginners en ervaren gebruikers. Verder bevinden zich hier ook video's over nieuwe functies en belangrijke technieken. Elke video behandelt één onderwerp en duurt meestal ongeveer 3 tot 5 minuten. De meeste video's worden geleverd met een geïllustreerde handleiding en bronbestanden, zodat u de gedetailleerde stappen kunt afdrukken en zelf met de handleiding aan de slag kunt gaan.
PHOTOSHOP CS3 7 Handboek beschikbaar als u het desbetreffende gereedschap selecteert. Als u bij het maken van een effect of afbeelding niet helemaal bij nul wilt beginnen, gebruikt u de bibliotheken met voorinstellingen om inspiratie op te doen. Sjablonen Sjabloonbestanden kunt u vanuit Adobe Bridge CS3 openen en bekijken, of openen vanuit het Welkomstscherm of direct vanuit het menu Bestanden.
PHOTOSHOP CS3 8 Handboek Opmerking: Bridge Home is mogelijk niet beschikbaar in alle talen. Adobe Design Center In het Adobe Design Center vindt u artikelen, inspiratie en aanwijzingen van experts uit de branche, topontwerpers en uitgeverspartners van Adobe. Maandelijks wordt nieuwe inhoud toegevoegd. Er zijn honderden handleidingen beschikbaar voor ontwerpproducten en leertips en -technieken, via video's, HTMLhandleidingen en voorbeeldhoofdstukken.
PHOTOSHOP CS3 9 Handboek Bezoek Adobe Design Center op www.adobe.com/go/designcenter_nl. Adobe Developer Center Adobe Developer Center biedt voorbeelden, handleidingen, artikelen en groepshulpmiddelen voor ontwikkelaars die met Adobe-producten krachtige internettoepassingen, websites, mobiele inhoud en andere projecten bouwen. Het Developer Center bevat ook hulpmiddelen voor ontwikkelaars die insteekmodules voor Adobe-producten ontwikkelen.
PHOTOSHOP CS3 10 Handboek • Forums, wiki-gebaseerde inhoud en andere gezamenlijke hulpmiddelen voor een betere interactie met de interactie met gelijkgestemde ontwikkelaars Adobe Labs moedigt een gezamenlijk software-ontwikkelingsproces aan. In deze omgeving behalen klanten snel interessante resultaten met nieuwe producten en technologieën.
PHOTOSHOP CS3 11 Handboek Verbeterde afbeeldingsbewerking Slimme filters De integriteit van uw gegevens blijft gehandhaafd terwijl u uw afbeeldingen verbetert met gebruik van flexibele, nietdestructieve slimme filters. U kunt deze filters op ieder gewenst moment toevoegen, vervangen en opnieuw bewerken. Zie “Slimme filters” op pagina 296. Zwart-witomzetting U kunt de kleuren in een afbeelding snel toewijzen aan monochrome afbeeldingen.
PHOTOSHOP CS3 12 Handboek Bewegende beelden en videolagen (Photoshop Extended) U kunt de afzonderlijke frames van een video bewerken, of u kunt een laag aan de video toevoegen en bewerkingen aanbrengen die in ieder frame voorkomen. Het palet Animatie beschikt nu over een nieuwe tijdlijn met keyframefuncties en een op frames gebaseerde interface. Zie “Video en animatie in Photoshop” op pagina 521.
13 Hoofdstuk 2: Werkruimte De werkruimte van Adobe Photoshop is zodanig ingericht dat u zich kunt concentreren op het maken en bewerken van afbeeldingen. De werkruimte bevat menu's en een aantal gereedschappen en paletten voor het weergeven en bewerken van afbeeldingen en voor het toevoegen van elementen aan deze afbeeldingen. Beginselen van de werkruimte Overzicht werkgebied U kunt documenten en bestanden maken en bewerken met verschillende elementen, zoals deelvensters, balken en vensters.
PHOTOSHOP CS3 14 Handboek A B C D E G F H Standaard Photoshop-werkruimte A. Documentvenster B. Dockdeelvensters die zijn samengevouwen tot pictogrammen C. Titelbalk van deelvenster D. Menubalk E. Optiebalk F. Gereedschapset G. Knop samenvouwen tot pictogrammen H. Drie verticaal gekoppelde paletgroepen (deelvenstergroepen) Als u een video wilt bekijken waarin u de werkruimte leert kennen, gaat u naar www.adobe.com/go/vid0187_nl.
PHOTOSHOP CS3 15 Handboek In InDesign kunt u ook schakelen tussen de weergave in één kolom en de dubbele kolomweergave door een optie in de Interfacevoorkeuren in te stellen. ❖ Klik op de dubbele pijl boven aan het deelvenster Gereedschappen. De werkruimte aanpassen Om een aangepaste werkruimte te maken, beweegt en bewerkt u deelvensters (die in Photoshop paletten en in Adobe Creative Suite 2 componenten worden genoemd).
PHOTOSHOP CS3 16 Handboek Deelvenster Navigator dat is gekoppeld in zijn eigen dock Om te voorkomen dat deelvensters de ruimte in een dock vullen, sleept u de onderste rand van de dock omhoog, zodat deze niet langer tegen de rand van de werkruimte aan komt. Deelvensters verplaatsen Terwijl u een deelvenster verplaatst, ziet u blauw gemarkeerde drop zones gebieden waarnaar u het deelvenster kunt verplaatsen.
PHOTOSHOP CS3 17 Handboek Vrij zwevende deelvensters stapelen Als u een deelvenster uit de dock van het deelvenster sleept, maar niet in de drop zone, zweeft het deelvenster vrij rond, waardoor u het op elke plaats in de werkruimte kunt plaatsen. Deelvensters kunnen ook in de werkruimte zweven als ze eerst worden geselecteerd in het Venstermenu. U kunt vrij zwevende deelvensters of deelvenstergroepen samen stapelen, zodat ze zich verplaatsen als een eenheid wanneer u de hoogste titelbalk versleept.
PHOTOSHOP CS3 18 Handboek Deelvensters samengevouwen tot pictogrammen Deelvensters die vanuit pictogrammen zijn uitgevouwen • Om deelvensters in een dock samen of uit te vouwen, klikt u op de dubbele pijl boven in de dock. • Als u het formaat van de deelvensterpictogrammen zodanig wilt wijzigen dat u alleen de pictogrammen (en niet de labels ziet), sleept u de grijper bovenaan in het dock naar de pictogrammen totdat de tekst verdwijnt.
PHOTOSHOP CS3 19 Handboek • (Flash) Kies Venster > Werkruimte > Huidige opslaan of kies Huidige opslaan in het menu Werkruimte in de balk Bewerken. • (Photoshop) Kies Werkruimte opslaan in het menu Werkruimte in de optiebalk. 2 Typ een naam voor de werkruimte. 3 (Photoshop) Onder Vastleggen selecteert u een of meer opties: Paletlocaties Als u de huidige paletlocaties wilt opslaan. Sneltoetsen Als u de huidige sneltoetsenset wilt opslaan. Menu's Als u de huidige set menu's wilt opslaan. 4 Klik op OK.
PHOTOSHOP CS3 20 Handboek Vanuit Adobe Bridge kunt u het volgende doen: • Afbeeldingen, videomateriaal en audiobestanden beheren: bestanden voorvertonen, zoeken, sorteren en verwerken in Bridge zonder afzonderlijke toepassingen te openen. U kunt ook metagegevens voor bestanden bewerken en Bridge gebruiken om bestanden in uw documenten, projecten of composities te plaatsen.
PHOTOSHOP CS3 21 Handboek Als u in het geopende vak van de pop-upregelaar de waarden wilt verhogen of verlagen met veelvouden van 10%, houdt u Shift ingedrukt en drukt u op pijl-omhoog of pijl-omlaag. A B Verschillende soorten pop-upregelaars gebruiken A. Klik om het vak met de pop-upregelaar te openen B. Sleep de regelaar of hoekstraal. U kunt bepaalde pop-upregelaars ook minimaliseren.
PHOTOSHOP CS3 22 Handboek Opmerking: U kunt een item ook uit een pop-uppalet verwijderen door Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt te houden en op het item te klikken. De lijst met elementen in een pop-uppalet aanpassen 1 Klik op het driehoekje rechtsboven in het pop-uppalet om het paletmenu weer te geven. 2 Als u de standaardbibliotheek wilt herstellen, kiest u de opdracht Herstellen. U kunt de huidige lijst vervangen of de standaardbibliotheek aan de huidige lijst toevoegen.
PHOTOSHOP CS3 23 Handboek 3 Kies een type bij menu Menu voor: Toepassingsmenu's Hiermee kunt u kleur tonen in, verbergen in of toevoegen aan opdrachten in toepassingsmenu's. Paletmenu's Hiermee kunt u kleur tonen in, verbergen in of toevoegen aan opdrachten in paletmenu's. 4 Klik op het driehoekje naast een menu of paletnaam. 5 Ga op een van de volgende manieren te werk: • Klik op de knop Zichtbaarheid om een menuopdracht te verbergen.
PHOTOSHOP CS3 24 Handboek Gereedschappen Informatie over gereedschappen Wanneer u Photoshop start, wordt de gereedschapset links in het scherm weergegeven. Sommige gereedschappen in de gereedschapset hebben opties die in de contextgevoelige optiebalk worden weergegeven. Dit zijn de gereedschappen voor tekst invoeren, selecteren, tekenen, vormen tekenen, monsters nemen, bewerken, verplaatsen, notities invoegen en afbeeldingen weergeven.
PHOTOSHOP CS3 25 Handboek Galerie met selectiegereedschappen Met de selectiekadergereedschappe n maakt u rechthoekige en ovale selecties, of selecties die bestaan uit één rij of één kolom. Met het gereedschap Verplaatsen verplaatst u selecties, lagen en hulplijnen. Met de lassogereedschappen maakt u willekeurig gevormde, veelhoekige (met rechte zijden) en magnetische selecties. Met het gereedschap Snelle selectie kunt u snel een selectie 'tekenen' met gebruik van een aanpasbaar rond penseeluiteinde.
PHOTOSHOP CS3 26 Handboek Met het gereedschap Kloonstempel tekent u met een kleurmonster dat afkomstig is uit een afbeelding. Met het gereedschap Patroonstempel tekent u met een patroon dat afkomstig is uit een afbeelding. Met het gummetje wist u pixels en herstelt u delen van een afbeelding in een eerder opgeslagen staat. Met het achtergrondgummetje wist u gebieden en maakt u deze transparant door te slepen.
PHOTOSHOP CS3 27 Handboek Met het gereedschap Tekeninghistorie brengt u gestileerde penseelstreken aan waarmee u verschillende schilderstijlen kunt nabootsen aan de hand van een geselecteerde staat of opname. Met de verloopgereedschappen maakt u overvloeiingen tussen kleuren die rechtlijnig, radiaal, onder een bepaalde hoek, gereflecteerd of ruitvormig verlopen. Met het emmertje vult u gebieden die dezelfde kleur hebben met de voorgrondkleur.
PHOTOSHOP CS3 28 Handboek Galerie voor notitie-, meet- en navigatiegereedschappen Met de notitiegereedschappen maakt u notities en gesproken notities die u aan een afbeelding kunt toevoegen. Met het pipet kunt u monsters nemen van de kleuren in een afbeelding. Met de liniaal meet u afstanden, locaties en hoeken. Met het handje verplaatst u een afbeelding binnen het eigen venster. Met het gereedschap Zoomen vergroot en verkleint u de weergave van een afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 29 Handboek Aanwijzers van gereedschappen wijzigen Elke standaardaanwijzer heeft zijn eigen hotspot, de plaats waar een effect of handeling in de afbeelding begint. Bij de meeste gereedschappen kunt u overschakelen op precisiecursors waarvan het dradenkruis de hotspot is. In de meeste gevallen is de aanwijzer van een gereedschap identiek aan het pictogram van dat gereedschap, u ziet die aanwijzer als u het gereedschap selecteert.
PHOTOSHOP CS3 30 Handboek Om de standaardinstellingen van gereedschappen te herstellen, klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Control ingedrukt en klikt u (Mac OS) op het gereedschapspictogram op de optiebalk en kiest u Gereedschap herstellen of Alle gereedschappen herstellen in het contextmenu. Voor meer informatie over instellingsopties voor een bepaald gereedschap kunt u de naam van het gereedschap opzoeken in de Help bij Photoshop.
PHOTOSHOP CS3 31 Handboek Opmerking: Zie “Werken met pop-uppaletten” op pagina 21 en “Werken met Beheer voorinstellingen” op pagina 43 om bibliotheken van voorinstellingen voor gereedschappen te maken, te laden en te beheren. Afbeeldingen bekijken De modus voor schermweergave wijzigen Met de opties voor de schermmodus kunt u afbeeldingen op het volledige scherm weergeven. U kunt de menubalk, titelbalk en schuifbalken weergeven of verbergen.
PHOTOSHOP CS3 32 Handboek • Om de vergroting te wijzigen, typt u een waarde in het tekstvak, klikt u op de knop Uitzoomen of Inzoomen of versleept u de zoomregelaar. • Om de weergave van een afbeelding te verplaatsen, sleept u het proxyweergavegebied in de miniatuurweergave van de afbeelding. U kunt ook op de miniatuurweergave van de afbeelding klikken om het zichtbare gebied aan te duiden. • Als u de kleur van het proxyweergavegebied wilt wijzigen, selecteert u Paletopties in het paletmenu.
PHOTOSHOP CS3 33 Handboek Vergroten door middel van slepen 1 Selecteer het gereedschap Zoomen. 2 Sleep over het deel van de afbeelding dat u wilt vergroten. Slepen met het gereedschap Zoomen om een afbeelding groter weer te geven Het gebied binnen het selectiekader wordt weergegeven met de maximale vergroting. Als u het selectiekader in de illustratie in Photoshop wilt versplaatsen, sleept u eerst een selectiekader en houdt u vervolgens de spatiebalk ingedrukt tijdens het slepen.
PHOTOSHOP CS3 34 Handboek 2 Als u de vensters wilt ordenen, kiest u Venster > Ordenen en kiest u een van de volgende opties: Trapsgewijs Geeft vensters weer die van linksboven naar rechtsonder in lagen en trapsgewijs op het scherm liggen. Naast elkaar of Onder elkaar Geeft vensters naast of onder elkaar weer. Als u afbeeldingen sluit, worden de groottes van de openstaande vensters aan de beschikbare ruimte op het scherm aangepast.
PHOTOSHOP CS3 35 Handboek • Bij weergave van CMYK-waarden staat in het palet Info een uitroepteken naast de CMYK-waarden als de kleur onder de aanwijzer of het kleurenpipet buiten de afdrukbare CMYK-kleuromvang ligt. • Wanneer u met het selectiekader werkt, ziet u in het palet Info tijdens het slepen de x- en y-coördinaten van de aanwijzerpositie en de breedte (B) en hoogte (H) van het kader.
PHOTOSHOP CS3 36 Handboek Een kleurmodus Als u de kleurwaarden in die kleurmodus wilt weergeven. Totale inkt Als u het totale percentage van alle CMYK-inkten op de huidige locatie van de aanwijzer wilt weergeven. Deze waarde is gebaseerd op de waarden van het dialoogvenster CMYK-instelling. Dekking Als u de dekking van de huidige laag wilt weergeven. Deze optie is niet van toepassing op de achtergrond. Version Cue Kies deze optie om de Version Cue-werkgroepstatus weer te geven.
PHOTOSHOP CS3 37 Handboek Bestandsinformatie weergeven in het documentvenster De statusbalk staat onder aan elk documentvenster en geeft nuttige informatie, zoals de huidige vergrotingsfactor en bestandsgrootte van de actieve afbeelding, en korte instructies voor het gebruik van het actieve gereedschap. De statusbalk geeft ook Version Cue-informatie weer als Version Cue is ingeschakeld. Opmerking: U kunt ook aan het bestand toegevoegde informatie over copyright en auteurschap bekijken.
PHOTOSHOP CS3 38 Handboek Klik in het gebied met bestandsinformatie in de statusbalk om in een miniatuurweergave te zien hoe de afbeelding zal worden afgedrukt. Zie ook “Het dynamische weergavebereik van HDR-afbeeldingen aanpassen” op pagina 77 Een afbeelding dupliceren U kunt een volledige afbeelding dupliceren (met alle lagen, laagmaskers en kanalen) in het beschikbare werkgeheugen, zonder iets op schijf op te slaan. 1 Open de afbeelding die u wilt dupliceren. 2 Kies Afbeelding > Dupliceren.
PHOTOSHOP CS3 39 Handboek Slepen om een nieuw nulpunt op de liniaal in te stellen Zie ook “Magnetisch gebruiken” op pagina 42 De maateenheid wijzigen 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: • Dubbelklik op een liniaal. • In Windows: kies Bewerken > Voorkeuren > Eenheden & linialen of klik met de rechtermuisknop op de liniaal en kies een nieuwe eenheid in het contextmenu.
PHOTOSHOP CS3 40 Handboek • De totale afgelegde lengte (D1). • Wanneer u een hoekmeting maakt, ziet u twee afgelegde lengten (D1 en D2). Alle maten behalve de hoek worden berekend in de maateenheid die is ingesteld in het dialoogvenster met voorkeuren voor linialen en eenheden. Als uw document een bestaande meetlijn heeft, wordt deze weergegeven wanneer u de liniaal selecteert. Tussen twee punten meten 1 Selecteer het gereedschap Liniaal . 2 Sleep van het startpunt naar het eindpunt.
PHOTOSHOP CS3 41 Handboek Een raster, hulplijnen of slimme hulplijnen weergeven of verbergen ❖ Ga op een van de volgende manieren te werk: • Kies Weergave > Tonen > Raster. • Kies Weergave > Tonen > Hulplijnen. • Kies Weergave > Tonen > Slimme hulplijnen. • Kies Weergave > Extra’s. U kunt met deze opdracht ook laagranden, selectieranden, doelpaden, segmenten en aantekeningen tonen of verbergen. Een hulplijn plaatsen 1 Als de linialen niet zichtbaar zijn, kiest u Weergave > Linialen.
PHOTOSHOP CS3 42 Handboek Hulplijnen uit de afbeelding verwijderen ❖ Ga op een van de volgende manieren te werk: • Als u één hulplijn wilt verwijderen, sleept u deze uit het afbeeldingsvenster. • Als u alle hulplijnen wilt verwijderen, kiest u Weergave > Hulplijnen wissen. Voorkeuren voor hulplijnen en rasters instellen 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: • In Windows: kies Bewerken > Voorkeuren > Hulplijnen, raster, segmenten en tellen.
PHOTOSHOP CS3 43 Handboek Extra's weergeven of verbergen Hulplijnen, het raster, doelpaden, selectieranden, segmenten, afbeeldingen met hyperlinks, tekstgrenzen, basislijnen van tekst, tekstselecties en notities zijn niet-afdrukbare Extra's die het selecteren, verplaatsen en bewerken van afbeeldingen en objecten vergemakkelijken. U kunt een of meer Extra’s uitschakelen zonder dat dit invloed heeft op de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 44 Handboek Voorinstellingen gereedschap opnieuw rangschikken in Beheer voorinstellingen Opmerking: Als u een voorinstelling in Beheer voorinstellingen wilt verwijderen, selecteert u de voorinstelling en klikt u op Verwijderen. U kunt op ieder gewenst moment de opdracht Herstellen gebruiken om de standaarditems in een bibliotheek terug te zetten.
PHOTOSHOP CS3 45 Handboek Een nieuwe bibliotheek met voorinstellingen maken 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: • Als u alle voorinstellingen in de lijst wilt opslaan als bibliotheek, moet u ervoor zorgen dat alle voorinstellingen zijn geselecteerd. • Als u een subset van de huidige lijst wilt opslaan als bibliotheek, houdt u Shift ingedrukt terwijl u de voorinstellingen selecteert die u wilt opslaan.
PHOTOSHOP CS3 46 Handboek Een dialoogvenster voor voorkeuren openen 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: • In Windows: kies Bewerken > Voorkeuren en kies in het submenu de gewenste set voorkeuren. • In Mac OS: kies Photoshop > Voorkeuren en kies in het submenu de gewenste set voorkeuren. 2 Als u naar een andere set voorkeuren wilt schakelen, voert u een van de volgende handelingen uit: • Kies de voorkeurenset in het menu links in het dialoogvenster.
PHOTOSHOP CS3 47 Handboek U kunt een extra map voor insteekmodules selecteren voor compatibele insteekmodules die zijn opgeslagen in een andere toepassing. U kunt bovendien een sneltoets (Windows) of een alias (Mac OS) instellen voor een insteekmodule die is opgeslagen in een andere map op uw systeem. U kunt de sneltoets of alias vervolgens aan de map Insteekmodules toevoegen en de insteekmodule gebruiken in Photoshop.
PHOTOSHOP CS3 48 Handboek Opnieuw en Ongedaan maken De opdrachten Ongedaan maken of Opnieuw gebruiken Met de opdrachten Ongedaan maken of Opnieuw kunt u bewerkingen ongedaan maken of nogmaals uitvoeren. U kunt ook het palet Historie gebruiken om bewerkingen ongedaan te maken of opnieuw uit te voeren. ❖ Kies Bewerken > Ongedaan maken of Bewerken > Opnieuw. Als een bewerking niet ongedaan kan worden gemaakt, wordt de opdracht grijs weergegeven en staat er Kan niet ongedaan maken.
PHOTOSHOP CS3 49 Handboek Als u bijvoorbeeld een deel van een afbeelding selecteert, erin tekent en dit roteert, worden elk van deze staten afzonderlijk in het palet weergegeven. Wanneer u een van de staten hebt geselecteerd, wordt de afbeelding teruggezet in de staat waarin het verkeerde toen die wijziging voor het eerst werd aangebracht. Die staat is dan het uitgangspunt voor verdere bewerkingen.
PHOTOSHOP CS3 50 Handboek Een of meer afbeeldingsstaten verwijderen ❖ Ga op een van de volgende manieren te werk: • Klik op de naam van de staat en kies Verwijderen in het menu van het palet Historie om die wijziging en alle volgende wijzigingen te verwijderen. • Sleep de staat naar de knop met de prullenbak om die wijziging en alle volgende wijzigingen te verwijderen.
PHOTOSHOP CS3 51 Handboek Opties voor het historielogbestand instellen Mogelijk dient u goed bij te houden wat er met een bestand is gebeurd in Photoshop, voor uw eigen administratie, die van uw klanten of voor juridische doeleinden. Met het historielogbestand kunt u een tekstuele historie bijhouden van wijzigingen die u in een afbeelding hebt aangebracht. U kunt de metagegevens van het historielogbestand bekijken met behulp van Adobe Bridge of het dialoogvenster Bestandsinfo.
PHOTOSHOP CS3 52 Handboek Opmerking: Opnamen worden niet met de afbeelding opgeslagen - bij het sluiten van een afbeelding worden de opnamen verwijderd. Wanneer u een opname selecteert en de afbeelding wijzigt, worden alle staten die op dat moment in het palet Historie staan gewist, tenzij de optie Niet-lineaire historie toestaan is ingeschakeld.
PHOTOSHOP CS3 53 Handboek Geheugen en prestaties RAM-geheugen aan Photoshop toewijzen In de voorkeuren voor prestaties wordt het beschikbare RAM voor Photoshop en het ideale bereik voor Photoshop weergegeven (het ideale bereik is een percentage van het totale beschikbare RAM-geheugen). ❖ In de prestatievoorkeuren geeft u de hoeveelheid RAM die u aan Photoshop wilt toewijzen op in het vak Te gebruiken door Photoshop. U kunt ook de schuifregelaar slepen.
PHOTOSHOP CS3 54 Handboek Vrij geheugen Met de opdracht Leegmaken maakt u geheugen vrij dat wordt gebruikt door de opdracht Ongedaan maken, het palet Historie of het klembord. ❖ Kies Bewerken > Leegmaken en kies het soort element of buffer dat u wilt wissen. Als deze al zijn gewist, worden ze grijs weergegeven. Opmerking: Met de opdracht Leegmaken wordt de bewerking die door de opdracht in de buffer is opgeslagen, permanent gewist. Ongedaan maken is niet mogelijk.
55 Hoofdstuk 3: Afbeeldingen openen en importeren U kunt in Photoshop vele typen grafische bestanden openen en importeren. Om op effectieve wijze met het programma te kunnen werken, dient u de grondbeginselen van beeldbewerking en van het ophalen, importeren en vergroten of verkleinen van afbeeldingen te begrijpen.
PHOTOSHOP CS3 56 Handboek 3:1 24:1 Voorbeeld van een vectorafbeelding met verschillende vergrotingen U kunt vectorafbeeldingen vrijelijk verplaatsen of wijzigen zonder dat er details of helderheid verloren gaat omdat ze niet afhankelijk zijn van resolutie. Ze behouden hun scherpe randen wanneer de grootte van de afbeeldingen wordt gewijzigd, op een PostScript-printer worden afgedrukt, in een PDF-bestand worden opgeslagen of worden geïmporteerd in een op vectoren gebaseerde grafische toepassing.
PHOTOSHOP CS3 57 Handboek Naast deze kleurkanalen zijn er extra kanalen, alfakanalen genoemd, die aan een afbeelding kunnen worden toegevoegd om selecties op te slaan en te bewerken als maskers. Steunkleurkanalen kunnen worden toegevoegd om steunkleurplaten voor het drukproces toe te voegen. Zie “Kanalen” op pagina 251 voor meer informatie.
PHOTOSHOP CS3 58 Handboek Grootte en resolutie van afbeeldingen Informatie over pixelafmetingen en afbeeldingsresolutie De pixelafmetingen (afbeeldingsgrootte of hoogte en breedte) van een bitmapafbeelding bieden een manier om het aantal pixels te meten langs de breedte en de hoogte van een bitmapafbeelding. Resolutie verwijst naar de details in een bitmapafbeelding en wordt uitgedrukt in pixels per inch (ppi). Hoe meer pixels per inch, hoe hoger de resolutie.
PHOTOSHOP CS3 59 Handboek A B C Pixelafmetingen zijn gelijk aan documentgrootte (uitvoer) maal resolutie. A. Oorspronkelijke afmetingen en resolutie B. De resolutie verlagen zonder de pixelafmetingen te wijzigen (het aantal pixels wordt niet gewijzigd) C.
PHOTOSHOP CS3 60 Handboek Informatie over monitorresolutie De resolutie van de monitor wordt beschreven in pixelafmetingen. Als uw monitorresolutie en de pixelafmetingen van uw foto bijvoorbeeld dezelfde grootte hebben en u de foto op 100% weergeeft, vult uw foto het volledige scherm. Hoe groot een afbeelding op het scherm wordt weergegeven, is afhankelijk van een combinatie van factoren: de pixelafmetingen van de afbeelding, het formaat van de monitor en de resolutie-instelling van de monitor.
PHOTOSHOP CS3 61 Handboek A B C D Voorbeelden van rasterfrequenties A. 65 lpi: grof raster waarmee nieuwsbrieven en reclamefolders worden afgedrukt B. 85 lpi: normaal raster waarmee kranten worden afgedrukt C. 133 lpi: raster van hoge kwaliteit waarmee kleurentijdschriften worden afgedrukt D.
PHOTOSHOP CS3 62 Handboek Photoshop wijzigt het aantal pixels in afbeeldingen met gebruik van een interpolatiemethode en wijst zo kleurwaarden toe aan nieuwe pixels die zijn gebaseerd op de kleurwaarden van bestaande pixels. U kunt kiezen welke methode u wilt gebruiken in het dialoogvenster Afbeeldingsgrootte. Naaste buur Een snelle, maar minder precieze methode waarbij de pixels in een afbeelding worden gedupliceerd.
PHOTOSHOP CS3 63 Handboek waarmee een afbeelding wordt ingevoegd in een andere toepassing. U kunt de schaal van de afgedrukte afbeelding verder bewerken met de opdracht Afdrukken. Wijzigingen die u hebt aangebracht met de opdracht Afdrukken zijn echter alleen van invloed op de afgedrukte afbeelding, niet op de documentgrootte van het afbeeldingsbestand.
PHOTOSHOP CS3 64 Handboek 4 Selecteer een optie bij Kwaliteit: Laag Dit levert een resolutie op die hetzelfde is als de rasterfrequentie (niet minder dan 72 pixels per inch). Goed Dit levert een resolutie op van 1,5 keer de rasterfrequentie. Best Dit levert een resolutie op van 2 keer de rasterfrequentie. De afdrukgrootte op het scherm weergeven ❖ Voer een van de volgende handelingen uit: • Kies Weergave > Afdrukgrootte.
PHOTOSHOP CS3 65 Handboek 8 Klik op Foto’s laden om de afbeelding te importeren. Gescande afbeeldingen importeren U kunt afbeeldingen op verschillende manieren vanaf een scanner overbrengen naar Photoshop. Zorg dat de vereiste software voor uw scanner is geïnstalleerd. In sommige scannerprogramma's kunt u Photoshop instellen als de externe editor of viewer voor een afbeelding nadat het scannen is voltooid.
PHOTOSHOP CS3 66 Handboek Zwartwitfoto Hierbij worden de standaardinstellingen voor het scannen van grijswaardenafbeeldingen gebruikt. Zwartwitfoto of tekst Hierbij worden de standaardinstellingen gebruikt. De kwaliteit van de gescande foto aanpassen Hierbij worden aangepaste instellingen gebruikt. 8 Klik op Voorvertoning om de scan te bekijken. Indien nodig sleept u de handgrepen van het selectiekader om de grootte van het uitsnijden aan te passen. 9 Klik op Scannen.
PHOTOSHOP CS3 67 Handboek Adobe Version Cue Adobe® Version Cue® is een bestandsversiebeheerder die wordt geleverd bij Adobe Creative Suite 3 Design-, Web- en Master Collection-edities en die uit twee delen bestaat: de Version Cue-server en Version Cue-verbinding. De Version Cue-server ontvangt Version Cue-projecten en PDF-beoordelingen en kan lokaal of op een gecentraliseerde computer worden geïnstalleerd.
PHOTOSHOP CS3 68 Handboek Zie ook “Informatie over insteekmodules” op pagina 46 “Afbeeldingen verwerken met Camera Raw” op pagina 84 Een bestand openen met de opdracht Openen 1 Kies Bestand > Openen. 2 Selecteer de naam van het bestand dat u wilt openen. Als het bestand niet wordt weergegeven, selecteert u de optie voor het weergeven van alle bestanden in het pop-upmenu Bestanden van het type (Windows) of Activeer (Mac OS). 3 Klik op Openen.
PHOTOSHOP CS3 69 Handboek 3 In het dialoogvenster PDF importeren kiest u Pagina's of Afbeeldingen in het menu Selecteren, afhankelijk van de elementen van het PDF-document die u wilt importeren. 4 Klik op de miniaturen voor de afbeeldingen of pagina's die u wilt openen. Als u meerdere pagina's of afbeeldingen wilt selecteren, houdt u Shift ingedrukt terwijl u klikt. Het aantal geselecteerde items wordt onder het voorvertoningsvenster weergegeven. Als u afbeeldingen importeert, kunt u verdergaan met stap 8.
PHOTOSHOP CS3 70 Handboek “Bestanden plaatsen” op pagina 71 “Kopiëren tussen toepassingen” op pagina 247 Een EPS-bestand openen Met EPS (Encapsulated PostScript) kunnen zowel vector- als bitmapgegevens worden weergegeven. Deze bestandsindeling wordt ondersteund door vrijwel alle grafische toepassingen, tekenprogramma’s en pagina-opmaakprogramma’s. Voorbeelden van Adobe-toepassingen die PostScript-illustraties produceren, zijn Adobe Illustrator, Adobe Dimensions en Adobe Streamline.
PHOTOSHOP CS3 71 Handboek PICT-bestanden importeren (Mac OS) ❖ Kies Bestand > Importeer > Anti-aliased PICT. Aangezien deze module alleen werkt als het volledige PICT-bestand in het geheugen is geladen, is het mogelijk dat u de module niet kunt gebruiken met grote PICT-bestanden. In het dialoogvenster Anti-aliased PICT worden de huidige bestandsgrootte en afmetingen weergegeven. Als u de afmetingen van de afbeelding wilt wijzigen, voert u nieuwe waarden in bij Breedte en Hoogte.
PHOTOSHOP CS3 72 Handboek 4 (Optioneel) Wijzig de positie van de geplaatste illustratie of transformeer deze door een van de volgende handelingen uit te voeren: • Als u de positie van de geplaatste illustratie wilt wijzigen, plaatst u de aanwijzer binnen het selectiekader van de geplaatste illustratie en versleept u deze, of u voert op de optiebalk een waarde in voor X om de afstand op te geven tussen het middelpunt van de geplaatste illustratie en de linkerrand van de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 73 Handboek Afloopvak Hiermee wordt uitgesneden tot het gebied dat is opgegeven in het PDF-bestand en waarbij rekening wordt gehouden met de beperkingen van productieprocessen als knippen, vouwen en bijsnijden. Bijsnijdvak Hiermee wordt uitgesneden tot het gebied dat is opgegeven voor het beoogde, uiteindelijke paginaformaat. Illustratievak Hiermee wordt uitgesneden tot het gebied dat is opgegeven in het PDF-bestand voor het plaatsen van de PDF-gegevens in een andere toepassing.
PHOTOSHOP CS3 74 Handboek HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range) Informatie over afbeeldingen met een hoog dynamisch bereik (High Dynamic Range, oftewel HDR-afbeeldingen) Het dynamische bereik (verhouding tussen donkere en lichte gebieden) in de zichtbare wereld is veel groter dan het bereik van het menselijk gezichtsvermogen en van afbeeldingen die worden afgedrukt of weergegeven op een monitor.
PHOTOSHOP CS3 75 Handboek U kunt een HDR-afbeelding maken op basis van meerdere foto's, die elk zijn vastgelegd met een verschillende belichting. Met de opdracht Samenvoegen tot HDR kunt u in Photoshop HDR-afbeeldingen maken van meerdere foto's.
PHOTOSHOP CS3 76 Handboek Zie Foto's nemen voor samenvoeging tot HDR, verderop in dit hoofdstuk, voor meer informatie over het nemen van foto's om deze samen te voegen tot HDR-afbeeldingen. 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • (Photoshop) Kies Bestand > Automatisch > Samenvoegen tot HDR. • (Bridge) Selecteer de afbeeldingen die u wilt gebruiken en kies Extra > Photoshop > Samenvoegen tot HDR. Ga verder met stap 3.
PHOTOSHOP CS3 77 Handboek 9 Klik op OK om de samengevoegde afbeelding te maken. Als u de samengevoegde afbeelding opslaat als een afbeelding met 8 of 16 bits per kanaal, wordt het dialoogvenster HDRomzetting geopend. Pas de belichting en het contrast aan, zodat een afbeelding met het gewenste dynamische bereik (toonbereik) ontstaat. Zie “Omzetten van 32 bits in 8 of 16 bits per kanaal” op pagina 78 voor meer informatie.
PHOTOSHOP CS3 78 Handboek Zie ook “De belichting voor HDR-afbeeldingen aanpassen” op pagina 165 Omzetten van 32 bits in 8 of 16 bits per kanaal HDR-afbeeldingen bevatten luminantieniveaus die de luminantiegegevens overtreffen die kunnen worden opgeslagen in afbeeldingsbestanden met 8 of 16 bits per kanaal.
PHOTOSHOP CS3 79 Handboek A B De kleurtooncurve aanpassen met de optie Hoek A. Als u een punt invoegt, wordt de optie Hoek weergegeven. B. Als u het nieuwe punt aanpast, maakt u de curve gehoekt op het punt waar de optie Hoek is gebruikt. 5 (Optioneel) Als u de kleurtoonopties voor 32 bits wilt opslaan als een bestand, klikt u op Opslaan. Typ een naam voor het bestand in het dialoogvenster Opslaan en klik op Opslaan.
PHOTOSHOP CS3 80 Handboek A B C D E F G H HDR-kleurkiezer A. Voorbeeldgebied B. Aangepaste kleur C. Oorspronkelijke kleur D. 32-bits zwevende puntwaarden E. Schuifregelaar Intensiteit F. Gekozen kleur G. Kleurregelaar H.
PHOTOSHOP CS3 81 Handboek De intensiteitsstops komen op omgekeerde wijze overeen met de belichtingstops. Als u de belichtingsinstelling van de HDR-afbeelding met twee stops versterkt en de intensiteitsstops met twee stappen reduceert, lijkt het alsof de belichting en de kleurintensiteit in de HDR-afbeelding beide zijn ingesteld op 0. Als u de exacte 32-bits RGB-waarden voor de gewenste kleur kent, kunt u deze waarden rechtstreeks invoeren in de RGBvelden voor 32-bits waarde.
82 Hoofdstuk 4: Camera Raw Adobe Photoshop Camera Raw-software werkt met Adobe Photoshop, Adobe After Effects en Adobe Bridge. U kunt Photoshop Camera Raw-software gebruiken om Camera Raw-, JPEG-, en TIFF-bestanden te importeren en aan te passen.
PHOTOSHOP CS3 83 Handboek Opmerking: Een waarschuwingspictogram verschijnt in de miniaturen en de voorvertoning in het dialoogvenster Camera Raw terwijl de voorvertoning van de Camera Raw-afbeelding wordt gegenereerd. U kunt de standaardinstellingen wijzigen die Camera Raw voor een specifiek cameramodel gebruikt. U kunt bij elk cameramodel ook de standaardinstellingen voor een specifieke ISO-instelling of een specifieke camera (volgens serienummer) wijzigen.
PHOTOSHOP CS3 84 Handboek U kunt Camera Raw-bestanden omzetten in de DNG-indeling met gebruik van de Adobe DNG-convertor of het dialoogvenster Camera Raw. Meer informatie over de DNG-indeling en de DNG-convertor vindt u op www.adobe.com/go/learn_ps_dng_nl. Afbeeldingen verwerken met Camera Raw 1.
PHOTOSHOP CS3 85 Handboek 7. De afbeelding opslaan of deze openen in Photoshop of After Effects Wanneer u de afbeelding hebt aangepast in Camera Raw, kunt u de aanpassingen toepassen op het Camera Raw-bestand, de aangepaste afbeelding openen in Photoshop of After Effects, de aangepaste afbeelding opslaan in een andere indeling of de aanpassingen annuleren. Als u het dialoogvenster Camera Raw in After Effects of Photoshop opent, zijn de knoppen Opslaan en Gereed niet beschikbaar.
PHOTOSHOP CS3 86 Handboek Menu Camera Raw-instellingen Als u het menu Camera Raw-instellingen wilt openen, klikt u op de knop in de rechterbovenhoek van een tabblad voor het aanpassen van afbeeldingen. Verschillende opdrachten in dit menu zijn ook beschikbaar in het menu Bewerken > Instellingen ontwikkelen in Bridge.
PHOTOSHOP CS3 87 Handboek Opmerking: De Camera Raw-cache bevat gegevens van ongeveer 200 afbeeldingen per GB schijfruimte die aan de cache is toegewezen. Standaard is de Camera Raw-cache ingesteld op een maximumgrootte van 1 GB. U kunt de limiet verhogen in Camera Raw Voorkeuren. 1 Kies in Bridge de opdracht Bewerken > Camera Raw Voorkeuren (Windows) of Bridge > Camera Raw Voorkeuren (Mac OS) of klik in het dialoogvenster Camera Raw, als dat wordt weergegeven, op de knop Dialoogvenster Voorkeuren openen .
PHOTOSHOP CS3 88 Handboek Hier volgt een aantal tips voor het automatisch verwerken van Camera Raw-afbeeldingsbestanden: • Als u een handeling opneemt, selecteert u eerst Afbeeldingsinstellingen in het menu Camera Raw-instellingen in het dialoogvenster Camera Raw. Zodoende worden de instellingen die bepalend zijn voor elke afbeelding (in de Camera Raw-database of de secundaire XMP-bestanden) gebruikt om de handeling opnieuw "af te spelen".
PHOTOSHOP CS3 89 Handboek Dubbelklik op een miniatuur in Bridge terwijl u Shift ingedrukt houdt om een Camera Raw-afbeelding in Photoshop te openen zonder dat het dialoogvenster Camera Raw wordt weergegeven. Houd Shift ingedrukt terwijl u kiest voor Bestand > Openen om meerdere geselecteerde afbeeldingen te openen.
PHOTOSHOP CS3 90 Handboek u de inhoud van het DNG-bestand ook met andere toepassingen bekijken zonder dat de Camera Raw-gegevens moeten worden geparseerd. JPEG Hiermee worden kopieën van de Camera Raw-bestanden opgeslagen in de JPEG-indeling (Joint Photographic Experts Group). Om de hoeveelheid compressie op te geven, voert u een waarde in tussen 0 en 12 of kiest u een waarde in het menu.
PHOTOSHOP CS3 91 Handboek Voorvertoning bijsnijden van hooglichten en schaduwen in Camera Raw Bijsnijden wordt toegepast als de kleurwaarden van een pixel hoger zijn dan de hoogste waarde of lager zijn dan de laagste waarde die in de afbeelding kan worden weergegeven; te lichte waarden worden bijgesneden tot uitvoerwit en te donkere waarden worden bijgesneden tot uitvoerzwart. Het gevolg is een verlies van de afbeeldingsdetails.
PHOTOSHOP CS3 92 Handboek Opmerking: Het bereik en de eenheden voor de besturingselementen Temperatuur en Kleur zijn verschillend als u een afbeelding aanpast die geen Camera Raw-afbeelding is, zoals een TIFF- of JPEG-afbeelding. Camera Raw bevat bijvoorbeeld een aanpassingsregelaar voor de ware temperatuur van Raw-bestanden tussen 2.000 en 50.000 Kelvin.
PHOTOSHOP CS3 93 Handboek gemaakt, wilt u uw werk waarschijnlijk niet ongedaan maken door automatische toonaanpassingen toe te passen. Anderzijds kunt u altijd eens op Automatisch klikken en vervolgens de aanpassingen ongedaan maken als u ze niet goed vindt. Voor voorvertoningen in Bridge worden de standaard afbeeldingsinstellingen gebruikt.
PHOTOSHOP CS3 94 Handboek Tooncurven in Camera Raw nauwkeurig afstellen Gebruik tooncurven om afbeeldingen nauwkeurig af te stellen nadat u toonaanpassingen hebt aangebracht in het tabblad Standaard. De tooncurven geven de wijzigingen aan die aan de toonschaal van een afbeelding zijn aangebracht. De horizontale as geeft de oorspronkelijke toonwaarden van de afbeelding (invoerwaarden) weer, met zwart aan de linkerkant en geleidelijk lichtere waarden naar rechts.
PHOTOSHOP CS3 95 Handboek Als u Omzetten in grijswaarden selecteert, ziet u slechts één genest tabblad: Grijswaardenmix Gebruik de besturingselementen in dit tabblad om het aandeel van elke kleurreeks in de grijswaardenschaalversie van de afbeelding op te geven. Een grijswaardenafbeelding tonen in Camera Raw Gebruik de besturingselementen in het tabblad Gesplitste tinten om een grijswaardenafbeelding in te kleuren.
PHOTOSHOP CS3 96 Handboek Opmerking: Om instellingen als standaardinstellingen voor een specifieke camera (volgens serienummer) of voor een specifieke belichtingsomstandigheid (volgens ISO-nummer) op te slaan, kunt u ook de voorkeuren voor Standaard afbeeldingsinstellingen in de Camera Raw Voorkeuren wijzigen. (Zie “Camera Raw-instellingen opslaan, opnieuw instellen en laden” op pagina 99.
PHOTOSHOP CS3 97 Handboek 2 Met Middelpunt verlagen kunt u de aanpassing toepassen op een groter gebied weg van de hoeken of met Middelpunt verhogen beperkt u de aanpassing tot een gebied dat dichter bij de hoeken gelegen is. Afbeeldingen wijzigen met Adobe Camera Raw Afbeeldingen roteren met Adobe Camera Raw • Klik op de knop Afbeelding 90˚ roteren tegen de klok in (of druk op L). • Klik op de knop Afbeelding 90˚ roteren met de klok mee (of druk op R).
PHOTOSHOP CS3 98 Handboek Afbeeldingen in Camera retoucheren Met het gereedschap Retoucheren kunt u een geselecteerd gebied van een afbeelding corrigeren aan de hand van een monster uit een ander gebied. 1 Selecteer het gereedschap Retoucheren op de werkbalk. 2 Selecteer een van de volgende opties in het menu Type: Retoucheren Kies deze optie om de structuur, de belichting en de schaduwen van het monstergebied aan te passen aan die van het geselecteerde gebied.
PHOTOSHOP CS3 99 Handboek Ruis verminderen in Camera Raw Het gedeelte Ruisvermindering van het tabblad Details heeft besturingselementen om beeldruis, de vreemde zichtbare vervormingen die de afbeeldingskwaliteit verlagen, te verminderen. Beeldruis bestaat uit luminantieruis (grijswaarden), die een afbeelding korrelig maakt, en chromaruis (kleurruis), die meestal zichtbaar is als gekleurde artefacten in de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 100 Handboek Voorkeuren om op te geven of de standaardinstellingen aan een specifiek serienummer van een camera of aan een ISOinstelling moeten worden gekoppeld. Standaardinstellingen Camera Raw opnieuw instellen Hiermee worden de oorspronkelijke standaardinstellingen voor de huidige camera, het cameramodel of de ISO-instelling hersteld.
PHOTOSHOP CS3 101 Handboek 3 Als u alle aanpassingen aan DNG-bestanden in de DNG-bestanden zelf wilt opslaan, selecteert u Secundaire ".xmp"bestanden negeren in het gedeelte DNG-bestandsbeheer van het dialoogvenster Camera Raw Voorkeuren. Camera Raw-instellingen kopiëren en plakken In Bridge kunt u Camera Raw-instellingen uit een Camera Raw-afbeeldingsbestand kopiëren en ze vervolgens in een ander afbeeldingsbestand plakken.
PHOTOSHOP CS3 102 Handboek Camera Raw-instellingen en DNG-voorvertoningen exporteren Als u bestandsinstellingen opslaat in de Camera Raw-database, kunt u de opdracht Instellingen exporteren in XMP gebruiken om de instellingen te kopiëren naar secundaire XMP-bestanden of deze in te sluiten in DNG-bestanden. Dit is handig om de afbeeldingsinstellingen bij de Camera Raw-bestanden te behouden wanneer u deze verplaatst. U kunt ook de JPEG-voorvertoningen die in DNG-bestanden zijn ingesloten, bijwerken.
103 Hoofdstuk 5: Kleur Kleuren kunnen op verschillende manieren worden beschreven, bijvoorbeeld met gebruik van een kleurmodel zoals het RGBof CMYK-model. Wanneer u een afbeelding bewerkt, kunt u kleuren opgeven aan de hand van een van de kleurmodellen. In Photoshop kunt u de kleurbenadering kiezen die bij uw afbeelding en bij het gebruik van uw afbeelding past.
PHOTOSHOP CS3 104 Handboek De kleurenschijf Als u geen ervaring hebt met het aanpassen van kleurcomponenten, is het handig een exemplaar van de standaardkleurenschijf bij de hand te hebben wanneer u de kleurbalans bijwerkt. Met de kleurenschijf kunt u namelijk voorspellen hoe een wijziging van een kleurcomponent van invloed is op andere kleuren en ook hoe wijzigingen verschillend worden toegepast in RGB- en CMYK-kleurmodellen. 0/360 R M Y 270 90 B G C 180 Kleurenschijf R. Rood Y. Geel G. Groen C.
PHOTOSHOP CS3 105 Handboek Als u werkt met kleuren in afbeeldingen, bent u in feite bezig met het aanpassen van de numerieke waarden in het bestand. Het is niet zo moeilijk om een kleur een nummer te geven, maar deze numerieke waarden zijn op zichzelf geen absolute kleuren. Ze hebben alleen een kleurbetekenis binnen de kleurruimte van het apparaat dat de kleur produceert.
PHOTOSHOP CS3 106 Handboek Hoewel RGB het standaard kleurmodel is, kan het precieze aantal kleuren afhankelijk van de toepassing en de weergaveapparatuur variëren. De RGB-kleurmodus van Photoshop is afhankelijk van de werkruimte-instellingen die u in het dialoogvenster Kleurinstellingen hebt opgegeven. Zie ook “Kleurwerkruimten” op pagina 139 CMYK-kleurmodus In de CMYK-modus krijgt elke pixel een procentuele waarde voor elk van de procesinkten.
PHOTOSHOP CS3 107 Handboek Het bereik van de Grijswaardenmodus is afhankelijk van de instellingen van de werkruimte die u in het dialoogvenster Kleurinstellingen hebt opgegeven. Zie ook “Kleurwerkruimten” op pagina 139 Bitmapmodus De bitmapmodus gebruikt één of twee kleurwaarden (zwart of wit) om de pixels in een afbeelding weer te geven. Afbeeldingen in de bitmapmodus worden wel 1-bits bitmapafbeeldingen genoemd omdat ze een bitdiepte van 1 hebben.
PHOTOSHOP CS3 108 Handboek Afbeeldingen omzetten in andere kleurmodi Een afbeelding omzetten in een andere kleurmodus U kunt een afbeelding van de oorspronkelijke modus (de bronmodus) omzetten in een andere modus (de doelmodus). Wanneer u een andere kleurmodus kiest voor een afbeelding, worden de kleurwaarden in de afbeelding onherroepelijk gewijzigd.
PHOTOSHOP CS3 109 Handboek Zie ook “Een kleurenfoto omzetten in zwart-wit” op pagina 162 Een afbeelding omzetten in de Bitmapmodus Als u een afbeelding omzet in Bitmapmodus, brengt u het aantal kleuren in de afbeelding terug tot twee. Op deze wijze beperkt u de kleurinformatie in de afbeelding, en daarmee de grootte van het bestand. Bij het omzetten van een kleurenafbeelding in de Bitmapmodus, zet u deze eerst om in de Grijswaardenmodus.
PHOTOSHOP CS3 110 Handboek zijn als de afbeelding. Anders wordt het patroon opgedeeld. U kunt in Photoshop een aantal vooraf gedefinieerde, zich herhalende patronen kiezen die u als halftoonraster kunt gebruiken. Als u voor de omzetting een zwart-witpatroon wilt maken, kunt u de afbeelding eerst omzetten in grijswaarden en vervolgens een aantal malen het filter Vager toepassen. Met deze vervagingsmethode maakt u dikke lijnen die van donkergrijs overlopen in wit.
PHOTOSHOP CS3 111 Handboek 2 Als u een voorbeeld van de wijzigingen wilt bekijken, schakelt u de optie Voorbeeld in het dialoogvenster Geïndexeerde kleur in. 3 Geef opties op voor de omzetting. Opties voor omzetting van afbeeldingen in geïndexeerde kleuren Wanneer u een RGB-afbeelding omzet in geïndexeerde kleuren, kunt u in het dialoogvenster Geïndexeerde kleur een aantal omzettingsopties opgeven.
PHOTOSHOP CS3 112 Handboek Opgenomen kleuren en transparantie Als u wilt bepalen welke kleuren in de geïndexeerde-kleurentabel moeten worden opgenomen of als u de transparantie in de afbeelding wilt instellen, gebruikt u de volgende opties: • Geforceerd Hiermee kunt u de opname van bepaalde kleuren in de tabel forceren. Met Zwart-wit voegt u een zuiver witte en een zuiver zwarte kleur aan de kleurentabel toe. Met Primaire kleuren voegt u rood, groen, blauw, cyaan, magenta, geel, zwart en wit toe.
PHOTOSHOP CS3 113 Handboek 4 Als u een kleurenbereik wilt wijzigen, sleept u in de tabel en kiest u het kleurenbereik dat u wilt wijzigen. Kies in de Kleurkiezer de eerste kleur die u in het bereik wilt opnemen en klik op OK. Wanneer de Kleurkiezer weer wordt weergegeven, kiest u de laatste kleur die u in het bereik wilt en klikt u op OK. De kleuren die u in de Kleurkiezer hebt geselecteerd, worden in het bereik geplaatst dat u in het dialoogvenster Kleurentabel hebt geselecteerd.
PHOTOSHOP CS3 114 Handboek Een kleur kiezen in de gereedschapset In de gereedschapset wordt de actieve voorgrondkleur in het bovenste selectievak weergegeven en de actieve achtergrondkleur in het onderste selectievak. C A D B Vakken met voor- en achtergrondkleur in gereedschapset A. Vak met voorgrondkleur B. Het pictogram Standaard voor- en achtergrondkleuren C. Het pictogram Voorgrond- en achtergrondkleuren verwisselen D.
PHOTOSHOP CS3 115 Handboek Bij elk tekengereedschap kunt u tijdelijk overschakelen op het pipet door Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt te houden. Overzicht van de Adobe Kleurkiezer In de Adobe Kleurkiezer kunt u kleuren kiezen aan de hand van vier kleurmodellen: HSB, RGB, Lab en CMYK. Met de Adobe Kleurkiezer kunt u de voorgrondkleur, achtergrondkleur en tekstkleur instellen. U kunt ook doelkleuren instellen voor verschillende gereedschappen, opdrachten en opties.
PHOTOSHOP CS3 116 Handboek Een kleur kiezen met de Adobe Kleurkiezer U kunt een kleur kiezen door de kleurcomponentwaarden op te geven in de tekstvakken HSB, RGB en Lab of door de kleurschuifregelaar en het kleurveld te gebruiken. Als u een kleur wilt kiezen met de kleurschuifregelaar en het kleurveld, klikt u op de schuifregelaar of verplaatst u het driehoekje van de schuifregelaar om een kleurcomponent in te stellen.
PHOTOSHOP CS3 117 Handboek Een kleur kiezen door een hexadecimale waarde op te geven U kunt een kleur kiezen door een hexadecimale waarde op te geven die de R-, G- en B-componenten in een kleur bepalen. De drie nummerparen worden uitgedrukt in waarden tussen 00 (minimale luminantie) en ff (maximale luminantie). Bijvoorbeeld: 000000 is zwart, ffffff is wit en ff0000 is rood. ❖ In de Adobe Kleurkiezer voert u een hexadecimale waarde in in het tekstvak #.
PHOTOSHOP CS3 118 Handboek Zie ook “Kleuren die zich buiten de kleuromvang bevinden” op pagina 152 Een steunkleur kiezen Met de Adobe Kleurkiezer kunt u kleuren kiezen uit de volgende kleursystemen: PANTONE MATCHING SYSTEM®, Trumatch® Swatching System™, Focoltone® Colour System, Toyo Color Finder™ 1050, ANPA-Color™, HKS® en de DIC Color Guide.
PHOTOSHOP CS3 119 Handboek Het TOYO Color Finder 1050 Book met gedrukte voorbeelden van Toyo-kleuren is verkrijgbaar bij drukkers en speciaalzaken. Neem voor meer informatie contact op met Toyo Ink Manufacturing Co., Ltd., in Tokio, Japan. TRUMATCH Dit systeem biedt een betrouwbare methode van CMYK-kleurafstemming via meer dan 2.000 realiseerbare, door de computer gegenereerde kleuren. Trumatch-kleuren dekken het zichtbare spectrum van de CMYK-kleuromvang in gelijkmatige stappen.
PHOTOSHOP CS3 120 Handboek • Kies Huidige kleuren om het kleurenspectrum tussen de huidige voorgrondkleur en de huidige achtergrondkleur weer te geven. 2 Als u alleen webveilige kleuren wilt weergeven, kiest u Webbeveiliging instellen. U kunt het spectrum van de kleurengrafiek snel wijzigen door Shift ingedrukt te houden en in de kleurengrafiek te klikken totdat het gewenste spectrum wordt weergegeven.
PHOTOSHOP CS3 121 Handboek Kleur geselecteerd in afbeelding (links) en toegevoegd aan het palet Stalen (rechts) Opmerking: Nieuwe kleuren worden opgeslagen in het voorkeurenbestand van Photoshop, zodat deze niet worden gewist aan het eind van een werksessie. Als u een kleur permanent wilt opslaan, slaat u deze op in een bibliotheek. Een kleur vervangen in het palet Stalen 1 Klik op een kleurstaal in het palet Stalen om deze staal in te stellen als de voorgrondkleur. 2 Bewerk de voorgrondkleur.
PHOTOSHOP CS3 122 Handboek De standaardbibliotheek met stalen herstellen ❖ Kies Stalen herstellen in het menu van het palet Stalen. U kunt de huidige set kleuren vervangen door de standaardbibliotheek met stalen of u kunt deze set eraan toevoegen. Kleurstalen delen met andere toepassingen U kunt de effen stalen die u maakt, delen in Photoshop, Illustrator en InDesign door een stalenbibliotheek op te slaan, zodat u deze kunt uitwisselen.
123 Hoofdstuk 6: Kleurbeheer Met een kleurbeheersysteem worden kleurverschillen tussen apparaten afgestemd zodat u redelijk zeker weet welke kleuren uiteindelijk door het systeem worden geproduceerd. Als kleuren nauwkeurig worden weergegeven bent u in staat om in elk stadium van de workflow (van de digitale vastlegging tot en met de uiteindelijke uitvoer) gefundeerde beslissingen over kleur te nemen.
PHOTOSHOP CS3 124 Handboek Een kleurbeheersysteem zet kleuren om met behulp van kleurprofielen. Een profiel is een wiskundige beschrijving van de kleurruimte van een apparaat. Een profiel van bijvoorbeeld een scanner 'vertelt' een kleurbeheersysteem hoe de scanner kleuren 'ziet'. In het kleurbeheersysteem van Adobe wordt gebruikgemaakt van ICC-profielen, een indeling die door het International Color Consortium (ICC) als standaard voor alle platforms is gedefinieerd.
PHOTOSHOP CS3 125 Handboek • Bekijk het document in een ruimte waarvan het plafond en de muren een neutrale kleur hebben. De kleur van een ruimte kan van invloed zijn op de perceptie van zowel de monitorkleur als de gedrukte kleur. De beste kleur voor een werkruimte is neutraal grijs. Verder kan het glas van de monitor de kleur van uw kleding weerkaatsen, hetgeen de kleuren op het scherm kan beïnvloeden. • Verwijder kleurige achtergrondpatronen van het bureaublad van de monitor.
PHOTOSHOP CS3 126 Handboek Houd er wel rekening mee dat het gebruik van kleurbeheer afhankelijk is van de soorten afbeeldingen waarmee u werkt, en de vereisten voor de uitvoer.
PHOTOSHOP CS3 127 Handboek Kleurinstellingen in Adobe-toepassingen synchroniseren Als u Adobe Creative Suite gebruikt, kunt u de kleurinstellingen in de toepassingen automatisch synchroniseren met Adobe Bridge. Dit resulteert in een consistente weergave van kleuren in alle Adobe-toepassingen met kleurbeheer. Als de kleurinstellingen niet zijn gesynchroniseerd, verschijnt in elke toepassing een waarschuwing boven aan het dialoogvenster Kleurinstellingen.
PHOTOSHOP CS3 128 Handboek 3 Kies een optie voor afdrukken/exporteren: Alle zwarte tinten nauwkeurig uitvoeren Wanneer u afdrukt op een niet-PostScript-printer of exporteert naar een RGB- bestandsindeling, wordt zuiver CMYK-zwart uitgevoerd met de kleurnummers in het document. Met deze instelling kunt u het verschil zien tussen zuiver zwart en verzadigd zwart.
PHOTOSHOP CS3 129 Handboek Een veilige CMYK-workflow gebruiken Door middel van een veilige CMYK-workflow wordt ervoor gezorgd dat CMYK-kleurnummers behouden blijven tot aan het uitvoerapparaat. Deze kleurnummers worden dus niet door het kleurbeheersysteem geconverteerd. Gebruik deze workflow als u steeds meer met kleurbeheer wilt gaan werken.
PHOTOSHOP CS3 130 Handboek Opmerking: het is ook mogelijk om profielen voor objecten in Acrobat te bekijken of te wijzigen. Zie ook “Documentkleuren naar een ander profiel converteren (Photoshop)” op pagina 138 Kleurbeheer toepassen op documenten voor online weergave Kleurbeheer toepassen op documenten voor online weergave Kleurbeheer voor online weergave wijkt sterk af van kleurbeheer voor afdrukmedia. Bij afdrukmedia hebt u veel meer controle over de uiteindelijke vormgeving van het document.
PHOTOSHOP CS3 131 Handboek Met behulp van de sRGB-kleurruimte kunt u ongeveer zien hoe de kleuren op niet-gekalibreerde monitoren worden weergegeven. Omdat kleuren op niet-gekalibreerde monitoren echter verschillend worden weergegeven, kunt u de verschillen in weergave van tevoren niet inschatten.
PHOTOSHOP CS3 132 Handboek Macintosh RGB of Windows RGB (Photoshop en Illustrator) Hiermee maakt u een elektronische proefdruk van de kleuren in een afbeelding door een standaard Mac OS- of Windows-monitor te simuleren als proefdrukprofielruimte. Bij beide opties wordt ervan uitgegaan dat het gesimuleerde apparaat het document zonder kleurbeheer weergeeft. Deze opties zijn niet beschikbaar voor LAB- of CMYK-documenten.
PHOTOSHOP CS3 133 Handboek Kleurbeheer toepassen op documenten bij afdrukken Afdrukken met kleurbeheer Kleurbeheer voor afdrukken kunt u opgeven hoe de uitgaande afbeeldingsgegevens in Adobe-toepassingen moeten worden verwerkt, zodat de kleuren net zo worden afgedrukt als deze op het scherm worden weergegeven. De opties voor het afdrukken van documenten met kleurbeheer zijn afhankelijk van de Adobe-toepassing die u gebruikt, en het geselecteerde uitvoerapparaat.
PHOTOSHOP CS3 134 Handboek voor glanzend papier is dit niet de juiste methode. In glanzend papier zitten fluorescerende deeltjes die er gescand anders uitzien dan in het daglicht. • Een eigen profiel maken met behulp van een hulpprogramma waarmee u hardwareprofielen kunt maken. Deze methode is duur, maar levert de beste resultaten op. Een goed hardwareprogramma kan nauwkeurige profielen maken, zelfs met glanzend papier.
PHOTOSHOP CS3 135 Handboek beslissen over kleuren in een document. Als u op uw monitor kleuren ziet die niet representatief zijn voor de werkelijke kleuren in het document, kunt u de kleurconsistentie niet behouden. Invoerapparaatprofielen Beschrijven welke kleuren een invoerapparaat kan vastleggen of scannen. Als u op uw digitale camera profielen kunt instellen, raadt Adobe aan Adobe RGB te selecteren. Gebruik anders sRGB (dit is het standaardprofiel voor de meeste camera's).
PHOTOSHOP CS3 136 Handboek “Aangepaste profielen voor desktopprinters aanschaffen” op pagina 133 “Kleurwerkruimten” op pagina 139 Monitor kalibreren en karakteriseren Met profielprogramma's kunt u de monitor zowel kalibreren als karakteriseren. Door de monitor te kalibreren brengt u deze in overeenstemming met een voorgedefinieerde standaard. Met kalibreren kunt u een monitor zo instellen dat deze kleuren weergeeft met een witte-puntkleurtemperatuur van 5.
PHOTOSHOP CS3 137 Handboek Een kleurprofiel installeren Kleurprofielen worden vaak geïnstalleerd wanneer u een apparaat aan uw systeem toevoegt. De precisie van deze profielen (vaak algemene profielen of ingesloten profielen genoemd) verschilt per fabrikant. U kunt apparaatprofielen ook aanvragen bij uw servicebureau, downloaden van internet of aangepaste profielen maken met behulp van professioneel profielapparatuur.
PHOTOSHOP CS3 138 Handboek Tijdelijk [kleurmodel: werkruimte] Hiermee wordt het werkruimteprofiel toegewezen aan het document. Profiel Hiermee kunt u een ander profiel selecteren. Het nieuwe profiel wordt aan het document toegewezen zonder dat de kleuren naar de profielruimte worden geconverteerd. Hierdoor kan de weergave van de kleuren op uw monitor aanzienlijk veranderen.
PHOTOSHOP CS3 139 Handboek Zie ook “Kleurprofielen voor documenten wijzigen” op pagina 137 Documentkleuren naar een ander profiel converteren Voor het converteren van kleuren in een PDF gebruikt u het gereedschap Kleuren converteren op de werkbalk Afdrukproductie. Zie de onderwerpen over kleurconversie in Volledige Acrobat Help voor meer informatie.
PHOTOSHOP CS3 140 Handboek Voor een beschrijving van een profiel selecteert u het profiel en plaatst u de muisaanwijzer op de naam van dat profiel. De beschrijving wordt onder in het dialoogvenster weergegeven. RGB Hiermee wordt de RGB-kleurruimte van de toepassing bepaald. Doorgaans kunt u het beste Adobe RGB of sRGB kiezen en niet het profiel voor een bepaald apparaat (zoals een monitorprofiel).
PHOTOSHOP CS3 141 Handboek Als het profiel ontbreekt of niet overeenkomt met de werkruimte, kan er een waarschuwingsbericht worden weergegeven, afhankelijk van de opties die u in het dialoogvenster Kleurinstellingen hebt ingesteld. Profielwaarschuwingen zijn standaard uitgeschakeld, maar u kunt deze inschakelen om ervoor te zorgen dat per document het juiste kleurbeheer wordt gebruikt.
PHOTOSHOP CS3 142 Handboek Opties voor kleurconversie Met de opties voor kleurconversie kunt u opgeven hoe de kleuren in een document worden verwerkt wanneer dit document naar een andere kleurruimte wordt verplaatst. Het wordt aangeraden deze opties alleen te wijzigen als u bekend bent met kleurbeheer en precies weet wat de consequenties van de wijzigingen zijn.
PHOTOSHOP CS3 143 Handboek proefdrukken waarbij de uitvoer op een bepaald apparaat wordt gesimuleerd. Deze intent is vooral handig voor een voorvertoning van het effect van de papierkleur op de afgedrukte kleuren. Geavanceerde instellingen in Photoshop Als u in Photoshop geavanceerde instellingen voor kleurbeheer wilt weergeven, kiest u Bewerken > Kleurinstellingen en selecteert u Meer opties.
144 Hoofdstuk 7: Tonen en kleuren aanpassen Traditionele fotografen gebruiken verschillende soorten film of lensfilters om bepaalde kleur- of toonresultaten te verkrijgen. Ze gebruiken ook verschillende gereedschappen en technieken om de kleur en tonaliteit van een fotoafdruk in de donkere kamer aan te passen. Photoshop biedt een uitgebreide set gereedschappen waarmee u tonen en kleuren kunt aanpassen, verbeteringen kunt aanbrengen en de hele afbeelding kunt verscherpen.
PHOTOSHOP CS3 145 Handboek A B C D E Het palet Histogram A. Het menu Kanaal B. Het menu Palet C. De knop Buiten cache vernieuwen D. Het pictogram Waarschuwing: gegevens uit cache E. Statistieken De weergave van het palet Histogram aanpassen ❖ Kies een weergave in het menu van het palet Histogram.
PHOTOSHOP CS3 146 Handboek Een specifiek kanaal bekijken in het histogram Als u kiest voor Uitgebreide weergave of Alle kanalen weergeven, kunt u een instelling kiezen in het menu Kanaal. De kanaalinstelling gaat in Photoshop niet verloren als u van Uitgebreide weergave of Alle kanalen weergeven overschakelt naar Compacte weergave. • Kies één kanaal om een histogram weer te geven van de afzonderlijke kanalen van het document, zoals kleurkanalen, alfakanalen of steunkleurkanalen.
PHOTOSHOP CS3 147 Handboek komen. Dit betekent dat ieder niveau de helft van de afmetingen bedraagt (een kwart van het aantal pixels bevat) van het niveau eronder. Wanneer in Photoshop een snelle schatting moet worden gemaakt, kan een van de hoogste niveaus worden gebruikt. Klik op de knop Buiten cache vernieuwen om het histogram opnieuw samen te stellen met de daadwerkelijke pixels van de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 148 Handboek De toon van een afbeelding neutraliseren met de paletten Niveaus en Info U kunt de kleur van een bepaalde locatie bekijken met het pipet of u kunt maximaal vier kleurenpipetten gebruiken om de kleurinformatie weer te geven voor een of meer locaties in de afbeelding. Deze kleurenpipetten worden in de afbeelding opgeslagen. Dit betekent dat u deze herhaaldelijk kunt raadplegen terwijl u werkt, zelfs als u de afbeelding sluit en opnieuw opent.
PHOTOSHOP CS3 149 Handboek Kleurenpipetten aanpassen Nadat u een kleurenpipet hebt toegevoegd, kunt u het desbetreffende pipet verplaatsen, verwijderen of verbergen of de informatie over het monsterpunt in het palet Info wijzigen. Een kleurenpipet verwijderen of verplaatsen 1 Selecteer het gereedschap Kleurenpipet . 2 Ga op een van de volgende manieren te werk: • Als u een kleurenpipet wilt verplaatsen, sleept u het pipet naar de nieuwe locatie.
PHOTOSHOP CS3 150 Handboek • Open het palet Info of Histogram in de Uitgebreide weergave. Terwijl u de afbeelding evalueert en corrigeert, geven deze twee paletten onmisbare informatie over de aanpassingen. • U kunt een selectie maken of een masker gebruiken om de aanpassingen in de kleuren en tonen te beperken tot een gedeelte van de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 151 Handboek De opdracht Curven Hiermee hebt u de beschikking over maximaal veertien controlepunten voor de aanpassing van hooglichten, middentonen en schaduwen voor afzonderlijke kanalen. Zie “Overzicht van curven” op pagina 155. De opdracht Fotofilter Hiermee past u kleuren aan door de effecten te simuleren van het fotograferen met een Kodak Wratten- of Fuji-filter voor de cameralens. Zie “De kleurbalans wijzigen met de opdracht Fotofilter” op pagina 173.
PHOTOSHOP CS3 152 Handboek De instellingen in aanpassingsdialoogvensters opslaan en opnieuw toepassen U kunt de aangepaste kleurinstellingen opslaan en deze toepassen op andere afbeeldingen. Zie “Kleur afstemmen in verschillende afbeeldingen” op pagina 168 als u instellingen voor kleuraanpassing opslaat met de opdracht Kleur afstemmen. • Als u een instelling wilt opslaan, klikt u op Opslaan in het dialoogvenster waarin u de aanpassingen aan het maken bent.
PHOTOSHOP CS3 153 Handboek Kleuren zoeken die buiten de kleuromvang vallen 1 Kies Weergave > Instellen proef en kies het proefdrukprofiel waarop u de kleuromvangwaarschuwing wilt baseren. 2 Kies Weergave > Kleuromvangwaarschuwing. Alle pixels buiten de kleuromvang van de huidige proefdrukprofielruimte worden gemarkeerd met een speciale kleur.
PHOTOSHOP CS3 154 Handboek Het toonbereik aanpassen in het dialoogvenster Niveaus De buitenste twee schuifregelaars voor Invoerniveaus bepalen het zwarte en witte punt van de instellingen van de schuifregelaars voor Uitvoerniveaus. De schuifregelaars bij Uitvoerniveaus staan standaard op niveau 0, waarbij de pixels helemaal zwart zijn en op niveau 255, waarbij de pixels helemaal wit zijn.
PHOTOSHOP CS3 155 Handboek punt zich op niveau 128. In dit voorbeeld worden de schaduwen uitgebreid zodat deze het toonbereik van 0 tot 128 vullen en worden de hooglichten gecomprimeerd. Als u de middelste schuifregelaar van Invoerniveaus naar rechts verplaatst, heeft dit precies het tegenovergestelde effect en wordt de afbeelding donkerder. Opmerking: U kunt een waarde voor het aanpassen van het gamma ook rechtstreeks invoeren in het middelste tekstvak bij Invoerniveaus.
PHOTOSHOP CS3 156 Handboek A B C D E F G H I J K Het dialoogvenster Curven A. Curve aanpassen door punten toe te voegen B. Curve tekenen met het potlood C. Hooglichten D. Middentonen E. Schaduwen F. Schuifregelaars voor zwart- en witpunten G. Weergave-opties voor curve H. Zwartpunt instellen I. Grijspunt instellen J. Witpunt instellen K.
PHOTOSHOP CS3 157 Handboek 2 Vouw het gedeelte Weergave-opties voor curve uit en kies een van de volgende opties: • Kies Hoeveelheid weergeven van Licht (0-255) of Hoeveelheid weergeven van Pigment/inkt % om de weergave van de intensiteitswaarden en -percentages om te keren. In het dialoogvenster Curven worden de intensiteitswaarden voor RGB-afbeeldingen in een bereik van 0 tot 255 weergegeven, waarbij zwart (0) zich in de linkerbenedenhoek bevindt.
PHOTOSHOP CS3 158 Handboek • (Alleen voor RGB-afbeeldingen) Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klik op een pixel in de afbeelding. Ctrl/Command ingedrukt houden en op pixels klikken is de beste manier om punten toe te voegen als u bepaalde details in de RGB-afbeelding wilt behouden of aanpassen. Selecteer Kleurverlies tonen om de gebieden van de afbeelding te identificeren die worden uitgeknipt naar zuiver zwart of zuiver wit.
PHOTOSHOP CS3 159 Handboek te stellen op niveau 255, als u de schuifregelaar voor het witte punt naar links verschuift naar niveau 243. Deze instelling geldt voor de donkerste en lichtste pixels in elk kanaal. De overeenkomende pixels in de andere kanalen worden in verhouding aangepast om te voorkomen dat de kleurbalans wordt gewijzigd. ❖ Sleep de schuifregelaars voor het zwart- en witpunt naar een willekeurig punt langs de as. Tijdens het slepen ziet u hoe de invoerwaarde verandert.
PHOTOSHOP CS3 160 Handboek 4 Klik met het gewenste pipet op het neutrale gebied dat u eerder hebt gemarkeerd. Zorg dat u het juiste gereedschap gebruikt voor de schaduwen en hooglichten. 5 Herhaal stap 3 en 4 met een ander pipet als dat nodig is. Klik op een geselecteerd pipet om de selectie van het pipet op te heffen. 6 Breng zonodig de laatste aanpassingen aan in het dialoogvenster Niveaus of Curven. 7 Klik op OK.
PHOTOSHOP CS3 161 Handboek 5 Typ een waarde voor Helderheid of sleep de schuifregelaar naar rechts om de lichtsterkte te vergroten door wit toe te voegen aan een kleur of naar links om deze te verkleinen door zwart toe te voegen aan een kleur. Waarden kunnen variëren van -100 (percentage zwart) tot +100 (percentage wit). Opmerking: Klik op de knop Herstellen om een instelling in het dialoogvenster Kleurtoon/verzadiging ongedaan te maken.
PHOTOSHOP CS3 162 Handboek Een grijswaardenafbeelding vullen met kleur of een monotooneffect maken 1 Als u een grijswaardenafbeelding wilt vullen met kleur, kiest u Afbeelding > Modus > RGB-kleur om de afbeelding om te zetten in RGB. 2 Open het dialoogvenster Kleurtoon/verzadiging op een van de volgende manieren: • Kies Afbeelding > Aanpassingen > Kleurtoon/verzadiging. • Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Kleurtoon/verzadiging. Klik op OK in het dialoogvenster Nieuwe laag.
PHOTOSHOP CS3 163 Handboek Schaduwdetails en hooglichtdetails verbeteren De opdracht Schaduw/hooglicht is geschikt voor het corrigeren van foto's met silhouetten als gevolg van sterk tegenlicht of voor correctie van objecten die enigszins vaag zijn omdat ze te dicht bij de flits van de camera stonden. De aanpassing is ook handig voor het helderder maken van gebieden met schaduw in een verder goedbelichte afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 164 Handboek verplaatst, geeft u een kleiner gebied op, terwijl verplaatsing naar rechts een groter gebied geeft. De optimale grootte van de lokale omgeving is afhankelijk van de afbeelding. U kunt het beste experimenteren met deze instelling. Als de straal te groot is, wordt met de aanpassing de hele afbeelding lichter of donkerder in plaats van alleen het gewenste object. U kunt de straal het beste instellen op grofweg de grootte van het object in de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 165 Handboek Als u de hellingshoek in het midden van de curve steiler maakt, wordt het contrast van de middentonen verhoogd. Zie ook “Informatie over aanpassings- en opvullagen” op pagina 290 De belichting voor HDR-afbeeldingen aanpassen Het dialoogvenster Belichting is bedoeld om toonaanpassingen te maken in HDR-afbeeldingen, maar werkt ook voor 8-bits en 16-bits afbeeldingen. Belichting werkt door berekeningen te maken in een lineaire kleurruimte (gamma 1.
PHOTOSHOP CS3 166 Handboek Hooglicht- en schaduwdetails behouden voor afdrukken met het dialoogvenster Niveaus Met de schuifregelaars voor Uitvoerniveaus kunt u het niveau van de schaduwen en hooglichten instellen en zo de afbeelding comprimeren tot een bereik dat kleiner is dan 0 tot 255. Gebruik deze aanpassing om de schaduw- en hooglichtdetails te behouden wanneer een afbeelding wordt afgedrukt op een pers waarvan u de kenmerken kent.
PHOTOSHOP CS3 167 Handboek 4 Als u de hooglichtwaarden van het lichtste gebied van de afbeelding wilt instellen, dubbelklikt u op het pipet Witpunt instellen in het dialoogvenster Niveaus of Curven om de Kleurkiezer te openen. Voer de waarden in die u wilt toewijzen aan het lichtste gebied in de afbeelding en klik op OK. Klik vervolgens op het hooglicht dat u hebt bepaald in stap 3.
PHOTOSHOP CS3 168 Handboek Kleuren op elkaar afstemmen, vervangen en mengen Kleur afstemmen in verschillende afbeeldingen Met de opdracht Kleur afstemmen stemt u de kleuren af tussen verschillende afbeeldingen, verschillende lagen of verschillende selecties. Met deze opdracht kunt u ook de kleuren in een afbeelding aanpassen door de lichtsterkte te wijzigen, het kleurbereik te wijzigen en een kleurzweem te neutraliseren. De opdracht Kleur afstemmen kan alleen worden gebruikt in de RGB-modus.
PHOTOSHOP CS3 169 Handboek 7 Als u de kleurverzadiging wilt aanpassen in de doelafbeelding, past u de schuifregelaar Kleurintensiteit aan. U kunt ook een waarde invoeren in het tekstvak Kleurintensiteit. De maximumwaarde is 200, de minimumwaarde is 1 (hetgeen resulteert in een grijswaardenafbeelding) en de standaardwaarde is 100. 8 Als u de mate waarin de afbeelding wordt aangepast wilt bepalen, gebruikt u de schuifregelaar Vervagen.
PHOTOSHOP CS3 170 Handboek 3 Als u een kleurzweem automatisch wilt verwijderen, selecteert u de optie Neutraliseren. Controleer of de optie Voorbeeld is geselecteerd, zodat de afbeelding wordt bijgewerkt terwijl u de aanpassingen aanbrengt. 4 Als u de helderheid van de doelafbeelding wilt verhogen of verlagen, verschuift u de schuifregelaar Luminantie. Als u de schuifregelaar Luminantie naar links verplaatst, wordt de afbeelding donkerder.
PHOTOSHOP CS3 171 Handboek • Dubbelklik op de staal Resultaat en gebruik de Kleurkiezer om de vervangende kleur te selecteren. U kunt de instellingen in het dialoogvenster Kleur vervangen opslaan, zodat u deze kunt gebruiken voor andere afbeeldingen.
PHOTOSHOP CS3 172 Handboek Monochrome afbeeldingen maken van RGB- of CMYK-afbeeldingen 1 Selecteer in het palet Kanalen het samengestelde kleurkanaal. 2 Als u het dialoogvenster Kanaalmixer wilt openen, gaat u op een van de volgende manieren te werk: • Kies Afbeelding > Aanpassingen > Kanaalmixer. • Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Kanaalmixer. Klik op OK in het dialoogvenster Nieuwe laag.
PHOTOSHOP CS3 173 Handboek Selectieve kleuraanpassingen aanbrengen Selectieve kleurcorrectie is een techniek die wordt gebruikt door geavanceerde scanners en scheidingsprogramma's om de hoeveelheid proceskleuren in elk van de primaire kleurcomponenten in een afbeelding te wijzigen. U kunt de hoeveelheid proceskleuren in iedere primaire kleur wijzigen op selectieve wijze, zonder dat dit van invloed is op de andere primaire kleuren.
PHOTOSHOP CS3 174 Handboek kleurenfilter. Als u een vooraf ingesteld filter wilt gebruiken, selecteert u de optie Filter en kiest u een van de volgende voorinstellingen in het menu Filter: Warm filter (85 en LBA) en Koel filter (80 en LBB) Kleuromzetfilters waarmee de witbalans van een afbeelding wordt ingesteld.
PHOTOSHOP CS3 175 Handboek Opmerking: Verouderde instelling gebruiken is automatisch geselecteerd wanneer u aanpassingslagen met Helderheid/contrast bewerkt die zijn gemaakt in eerdere versies van Photoshop. 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: • Kies Afbeelding > Aanpassingen > Helderheid/contrast. • Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Helderheid/contrast. Klik op OK in het dialoogvenster Nieuwe laag. 2 Sleep de schuifregelaars om de helderheid en het contrast aan te passen.
PHOTOSHOP CS3 176 Handboek Met Autocontrast kunt u het uiterlijk verbeteren van verschillende fotografische of continutoon-afbeeldingen. De opdracht is niet geschikt voor het verbeteren van afbeeldingen met één kleur. 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: • Kies Afbeelding > Aanpassingen > Autocontrast. De opdracht Autocontrast wordt automatisch toegepast met deze optie. U kunt de opties in de volgende stappen niet aanpassen. • Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag en kies Niveaus of Curven.
PHOTOSHOP CS3 177 Handboek A B C D Dialoogvenster Opties voor automatische kleurcorrectie A. De optie Autocontrast B. De optie Niveaus bepalen C. De optie Automatische kleuren D. Doelkleuren, zwart punt en wit punt instellen 1 Klik in het dialoogvenster Niveaus of Curven op Opties. 2 Geef op met welk algoritme u het algemene toonbereik van een afbeelding wilt corrigeren: Monochromatisch contrast verbeteren Kies deze optie om alle kanalen in gelijke mate uit te knippen.
PHOTOSHOP CS3 178 Handboek De opdracht Variaties toepassen Met de opdracht Variaties past u de kleurbalans, het contrast en de verzadiging van een afbeelding aan door miniaturen van alternatieven te bekijken. Deze opdracht is erg nuttig voor afbeeldingen met een middenbereik waarvoor geen nauwkeurige kleurcorrecties vereist zijn. De opdracht werkt niet met afbeeldingen in geïndexeerde kleuren of afbeeldingen met 16 bits per kanaal. 1 Kies Afbeelding > Aanpassingen > Variaties.
PHOTOSHOP CS3 179 Handboek Gehele afbeelding egaliseren op basis van geselecteerd gebied Hiermee worden alle pixels van de afbeelding gelijkmatig verdeeld op basis van de pixels in de selectie. Speciale kleureffecten toepassen op afbeeldingen Minder kleurverzadiging toepassen Met de opdracht Minder verzadiging zet u een kleurenafbeelding in dezelfde kleurmodus om in een grijswaardenafbeelding.
PHOTOSHOP CS3 180 Handboek Deze opdracht is handig voor het maken van speciale effecten, zoals grote, platte gebieden in een foto. De effecten zijn het duidelijkst te zien wanneer u het aantal grijsniveaus in een grijswaardenafbeelding verlaagt, maar ook in kleurenafbeeldingen kunt u interessante effecten verkrijgen. Als u een specifiek aantal kleuren wilt in een afbeelding, zet u de afbeelding om in grijswaarden en geeft u het gewenste aantal niveaus op.
181 Hoofdstuk 8: Retoucheren en transformeren Met de retoucherings- en transformatiefuncties van Photoshop kunt u uw afbeeldingen wijzigen om verschillende doelstellingen te bereiken: om de compositie te verbeteren, vervormingen of onvolkomenheden te corrigeren, de afbeeldingselementen op creatieve wijze te manipuleren, items toe te voegen of te verwijderen, afbeeldingen te verscherpen of te vervagen of om meerdere afbeeldingen samen te voegen tot een panorama.
PHOTOSHOP CS3 182 Handboek Wanneer het aantal pixels wordt gewijzigd tijdens het uitsnijden, wordt de interpolatiemethode gebruikt die als standaard is ingesteld bij de algemene voorkeuren. 3 Sleep over het gedeelte van de afbeelding dat u wilt behouden om een selectiekader te maken. Het selectiekader hoeft niet nauwkeurig te zijn, u kunt het later aanpassen. 4 U kunt zo nodig het uitsnijdkader aanpassen: • Als u het selectiekader wilt verplaatsen, zet u de muisaanwijzer in het kader en sleept u.
PHOTOSHOP CS3 183 Handboek A B C D Stappen voor het transformeren van het perspectief A. Het aanvankelijke uitsnijdkader tekenen B. Het uitsnijdkader aanpassen zodat dit overeenkomt met de randen van het object C. De randen voor het uitsnijden uitbreiden D. Uiteindelijke afbeelding 1 Selecteer het gereedschap Uitsnijden en stel de modus voor uitsnijden in. 2 Sleep het uitsnijdkader rondom een object dat oorspronkelijk rechthoekig was (hoewel het niet rechthoekig wordt weergegeven in de afbeelding).
PHOTOSHOP CS3 184 Handboek De beste resultaten krijgt u als de tussenruimte tussen de afbeeldingen in de scan meer dan 0,32 cm bedraagt en als de achtergrond (doorgaans het scannerplateau) een egale kleur heeft met weinig "ruis". De opdracht Foto's uitsnijden en rechttrekken werkt het beste in afbeeldingen met een duidelijk omlijnde omtrek. Wanneer de opdracht Foto's uitsnijden en rechttrekken het afbeeldingsbestand niet op de juiste wijze kan verwerken, gebruikt u het gereedschap Uitsnijden.
PHOTOSHOP CS3 185 Handboek De canvasgrootte wijzigen Met canvasgrootte wordt het volledige, bewerkbare gebied van een afbeelding bedoeld. Met de opdracht Canvasgrootte kunt u de grootte van het canvas van een afbeelding vergroten of verkleinen. Wanneer u de canvasgrootte vergroot, wordt er ruimte toegevoegd rond een bestaande afbeelding. Als u de canvasgrootte van een afbeelding verkleint, wordt er uitgesneden tot in de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 186 Handboek 4 Klik op de knop voor afspelen. De handeling wordt afgespeeld, waarbij de lijst rondom de foto wordt gemaakt. Afbeeldingen retoucheren en repareren Het palet Bron klonen In het palet Bron klonen (Venster > Bron klonen) kunt u maximaal vijf verschillende monsterbronnen voor de gereedschappen Kloonstempel of Retoucheerpenseel instellen. U kunt een bedekking van uw monsterbron weergeven waarmee u de bron op een specifieke locatie kunt klonen.
PHOTOSHOP CS3 187 Handboek 3 Stel op de optiebalk een of meerdere van de volgende opties in om aan te geven hoe u de pixelmonsters wilt uitlijnen en hoe u monsters wilt nemen uit de lagen in uw document: Uitgelijnd Schakel Uitgelijnd in om doorlopend pixelmonsters te nemen, zonder dat het huidige monsterpunt verloren gaat, zelfs als u de muisknop loslaat. Schakel Uitgelijnd uit als u de pixelmonsters vanaf het eerste monsterpunt steeds wilt hergebruiken als u het tekenen onderbreekt en hervat.
PHOTOSHOP CS3 188 Handboek 2 Selecteer een kloonbron in het palet Bron klonen en voer een of meer van de volgende handelingen uit: • Typ een percentage in het vak B (breedte) of H (hoogte) als u de monsterbron wilt schalen. Standaard worden de verhoudingen van de afbeelding behouden. Als u de afzonderlijke instellingen wilt aanpassen of als u de optie voor het beperken van de verhoudingen wilt herstellen, klikt u op de knop Verhoudingen beperken .
PHOTOSHOP CS3 189 Handboek 2 Klik op het penseelvoorbeeld in de optiebalk en stel de penseelopties in het pop-uppalet in: Opmerking: Als u een drukgevoelig digitaal tekentablet gebruikt, kiest u een optie in het menu Grootte om de grootte van het Retoucheerpenseel te variëren gaandeweg de penseelstreek. Kies Pendruk om de variatie op de pendruk te baseren. Kies Pendrukschijf om de variatie te baseren op de positie van de draaischijf van de pen.
PHOTOSHOP CS3 190 Handboek overeenkomen met de pixels die moeten worden hersteld. In tegenstelling tot het Retoucheerpenseel hoeft u bij Snel retoucheerpenseel geen monsterpunt op te geven. Met het Snel retoucheerpenseel neemt u automatisch monsters rondom het geretoucheerde gebied.
PHOTOSHOP CS3 191 Handboek Pixels vervangen met het gereedschap Reparatie Gerepareerde afbeelding Een gebied repareren met behulp van pixelmonsters 1 Selecteer het gereedschap Reparatie . 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Sleep in de afbeelding om het gebied te selecteren dat u wilt repareren en selecteer Bron op de optiebalk. • Sleep in de afbeelding om het gebied te selecteren waarvan u een pixelmonster wilt nemen en selecteer Doel op de optiebalk.
PHOTOSHOP CS3 192 Handboek 3 Voer een van de volgende handelingen uit om de selectie te corrigeren: • Houd Shift ingedrukt en sleep in de afbeelding om aan de bestaande selectie toe te voegen. • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleep in de afbeelding om uit de bestaande selectie te verwijderen. • Houd Alt-Shift (Windows) of Option-Shift (Mac OS) ingedrukt en sleep in de afbeelding om een gebied te selecteren dat een doorsnede is van de bestaande selectie.
PHOTOSHOP CS3 193 Handboek Zie ook “Overzicht van overvloeimodi” op pagina 327 Afbeeldingsgebieden uitsmeren Met het gereedschap Natte vinger simuleert u het effect dat u ziet wanneer u met een vinger door natte verf gaat. Het gereedschap neemt de kleur over van de plaats waar de streek begint en duwt deze in de richting waarin u sleept. 1 Selecteer het gereedschap Natte vinger . 2 Kies een penseeluiteinde en stel opties voor de overvloeimodus in op de optiebalk.
PHOTOSHOP CS3 194 Handboek Zie ook “Verscherpingsfilters” op pagina 375 “Overzicht van overvloeimodi” op pagina 327 Gebieden doordrukken of tegenhouden De gereedschappen Tegenhouden en Doordrukken zijn gebaseerd op een oude afdruktechniek, waarmee bepaalde delen van een foto werden onder- of overbelicht, zodat ze lichter of donkerder werden. Fotografen houden licht tegen om een deel van de foto lichter te maken (tegenhouden) of belichten een deel intensiever om het donkerder te maken (doordrukken).
PHOTOSHOP CS3 195 Handboek Voorbeelden van korrelvorming (links) en speldenkusseneffect (rechts) Vignettering is een lensfout waarbij een afbeelding aan de randen (vooral in de hoeken) donkerder is dan in het midden. Kleurafwijking verschijnt als een kleurrand langs de randen van objecten. Dit wordt veroorzaakt doordat de lens scherpstelt op verschillende lichte kleuren in verschillende vlakken. Sommige lenzen vertonen deze fouten. Dit hangt af van de toegepaste brandpuntsafstand of f-stop.
PHOTOSHOP CS3 196 Handboek Middelpunt Hiermee geeft u de breedte op van het gebied dat wordt aangepast door de schuifregelaar Hoeveelheid. Als u een lagere hoeveelheid opgeeft, wordt er meer van de afbeelding aangepast. Als u een hogere hoeveelheid opgeeft, blijft het effect beperkt tot de randen van de afbeelding. Verticaal perspectief Hiermee corrigeert u het perspectief van de afbeelding dat is veroorzaakt doordat de camera onder een hoek naar boven of beneden is gehouden.
PHOTOSHOP CS3 197 Handboek Luminantieruis kan duidelijker zijn in één kanaal van de afbeelding, meestal het blauwe kanaal. U kunt de ruis voor elk kanaal afzonderlijk aanpassen in de modus Geavanceerd. Voordat u het filter opent, controleert u elk kanaal in de afbeelding afzonderlijk om te zien of ruis overheersend is in één kanaal. U behoudt meer details van de afbeelding door één kanaal te corrigeren in plaats van een totale correctie uit te voeren op alle kanalen. 1 Kies Filter >Ruis > Ruis reduceren.
PHOTOSHOP CS3 198 Handboek • Indien mogelijk beoordeelt u de verscherpte afbeelding door deze uit te voeren naar het uiteindelijke medium. De hoeveelheid verscherping die nodig is, verschilt per uitvoermedium. Met het filter Onscherp masker of het filter Slim verscherpen kunt u de afbeeldingen optimaal verscherpen. Hoewel Photoshop ook de filters Verscherpen, Scherpe randen en Scherper bevat, zijn deze filters automatisch en kunt u geen instellingen en opties kiezen.
PHOTOSHOP CS3 199 Handboek Verscherpen met gebruik van Onscherp masker Met het filter Onscherp masker wordt een afbeelding verscherpt door het contrast langs de randen van een afbeelding te verhogen. Met het filter Onscherp masker kunt u geen randen in een afbeelding zoeken. In plaats daarvan worden pixels gezocht die in waarde verschillen van de omringende pixels op basis van de opgegeven drempel. Vervolgens wordt het contrast van de aangrenzende pixels verhoogd met de opgegeven hoeveelheid.
PHOTOSHOP CS3 200 Handboek 4 Sleep de schuifregelaar Hoeveel of voer een waarde in om de toename in het contrast van de pixels te bepalen. Voor gedrukte afbeeldingen met een hoge resolutie geeft een waarde tussen 150 en 200% meestal het beste resultaat. 5 Sleep de schuifregelaar Drempel of voer een waarde in om aan te geven in welke mate de verscherpte pixels moeten verschillen van het omringende gebied voordat deze als randpixels worden beschouwd en worden verscherpt door het filter.
PHOTOSHOP CS3 201 Handboek Na toepassing van het filter Contrastlijn en de opdracht Negatief • Houd de negatieve afbeelding geselecteerd en kies Filter > Overige > Maximaal. Stel de straal in op een lage waarde en klik op OK om de randen te verbreden en de pixels willekeurig te maken. • Kies Filter > Ruis > Mediaan. Stel de straal in op een lage waarde en klik op OK. Hiermee verdeelt u de omliggende pixels evenredig.
PHOTOSHOP CS3 202 Handboek Als u een geleidelijke vervaging (geen vervaging onderaan tot maximale vervaging bovenaan) wilt maken, maakt u een nieuw alfakanaal en past u een verloop toe zodat het kanaal bovenaan de afbeelding wit is en onderaan de afbeelding zwart. Selecteer vervolgens het filter Vage lens en kies het alfakanaal in het pop-upmenu Bron. Als u de richting van het verloop wilt wijzigen, schakelt u het selectievakje Negatief in.
PHOTOSHOP CS3 203 Handboek Opmerking: U kunt rasterafbeeldingen ook verdraaien en vervormen met gebruik van het filter Uitvloeien. A B C D Een afbeelding transformeren A. Oorspronkelijke afbeelding B. Omgekeerde laag C. Geroteerd selectiekader D. Deel van object geschaald Opdrachten in het submenu Transformatie Schalen Met Schalen vergroot of verkleint u een element ten opzichte van het referentiepunt, het vaste punt waaromheen transformaties worden uitgevoerd.
PHOTOSHOP CS3 204 Handboek • Als u een selectiekader wilt transformeren, moet u een selectie maken of laden. Kies vervolgens Selecteren > Transformatie selectie. • Als u een alfakanaal wilt transformeren, selecteert u het kanaal in het palet Kanalen. Zie ook “Lagen koppelen en ontkoppelen” op pagina 269 “Een pad selecteren” op pagina 354 Het referentiepunt voor een transformatie instellen of verplaatsen Alle transformaties worden uitgevoerd rondom een vast punt dat het referentiepunt wordt genoemd.
PHOTOSHOP CS3 205 Handboek 6 (Optioneel) Als u de afbeelding wilt verdraaien, klikt u op de optiebalk op de knop Overschakelen tussen de modi voor vrije transformatie en verdraaien . 7 Als u klaar bent, voert u een van de volgende handelingen uit: • Druk op Enter (Windows) of Return (Mac OS), klik op de knop Vastleggen op de optiebalk of dubbelklik in het transformatiekader. • Als u de transformatie wilt annuleren, drukt u op Esc of klikt u op de knop Annuleren op de optiebalk.
PHOTOSHOP CS3 206 Handboek 3 Voer een of meer van de volgende handelingen uit: • Als u wilt schalen door te slepen, sleept u een greep. Houd tijdens het slepen van hoekgrepen Shift ingedrukt als u de oorspronkelijke verhoudingen wilt behouden. • Als u numeriek wilt schalen, geeft u percentages op in de tekstvakken Breedte en Hoogte op de optiebalk. Klik op het koppelingspictogram om de hoogte/breedte-verhouding te behouden.
PHOTOSHOP CS3 207 Handboek A B C Verdraaien gebruiken A. De vorm kiezen die u wilt verdraaien B. Een verdraaiing kiezen in het pop-upmenu met verdraaiingsstijlen op de optiebalk C. Het resultaat na gebruik van meerdere verdraaiingsopties 1 Selecteer het beeldelement dat u wilt verdraaien. 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Kies Bewerken > Transformatie > Verdraaien.
PHOTOSHOP CS3 208 Handboek • Als u de richting van een verdraaiingsstijl die u hebt gekozen in het menu Verdraaien wilt wijzigen, klikt u op de knop Overschakelen tussen de modi voor vrije transformatie en verdraaien op de optiebalk. • Als u het referentiepunt wilt wijzigen, klikt u op een vierkantje bij Locatie referentiepunt op de optiebalk.
PHOTOSHOP CS3 209 Handboek A B C Het dialoogvenster Uitvloeien A. Gereedschapset B. Voorvertoning van de afbeelding C. Opties De voorvertoning vergroten of verkleinen ❖ Selecteer het gereedschap Zoomen in het dialoogvenster Uitvloeien en klik of sleep in de voorvertoning om in te zoomen. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik of sleep in de voorvertoning om uit te zoomen. U kunt ook een vergrotingsniveau opgeven in het tekstvak Zoomen onder in het dialoogvenster.
PHOTOSHOP CS3 210 Handboek Gereedschap Plooien Met het gereedschap Plooien verplaatst u pixels naar het midden van het penseelgebied wanneer u de muisknop ingedrukt houdt of sleept. Met het gereedschap Zwellen verplaatst u pixels weg uit het midden van het penseelgebied wanneer u de muisknop ingedrukt houdt of sleept.
PHOTOSHOP CS3 211 Handboek 6 Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op OK om het dialoogvenster Uitvloeien te sluiten en de wijzigingen op de actieve laag toe te passen. • Klik op Annuleren om het dialoogvenster Uitvloeien te sluiten zonder wijzigingen door te voeren in de laag. • Klik op Alles herstellen om alle vervormingen in de voorvertoning terug te draaien, waarbij alle opties de huidige instellingen behouden.
PHOTOSHOP CS3 212 Handboek Gebieden ontdooien ❖ Ga als volgt te werk: • Selecteer het gereedschap Ontdooien en sleep over het gebied. Klik terwijl u Shift ingedrukt houdt, om een gebied te ontdooien dat een rechte lijn vormt tussen het huidige punt en het vorige punt waarop u hebt geklikt. • Klik op de knop Geen in het gedeelte Maskeropties van het dialoogvenster om alle bevroren gebieden te ontdooien.
PHOTOSHOP CS3 213 Handboek Vervormingen herhalen vanaf een beginpunt 1 Nadat de voorvertoning is vervormd, kiest u bij Modus Reconstrueren in het gedeelte Gereedschapsopties van het dialoogvenster een van de reconstructiemodi. 2 Selecteer het gereedschap Reconstrueren beginpunt. en houd in de voorvertoning de muisknop ingedrukt of sleep vanaf een Op deze manier maakt u een kopie van de vervorming vanaf een bepaald punt, net zoals u met het gereedschap Kloonstempel een kopie van een gebied kunt tekenen.
PHOTOSHOP CS3 214 Handboek • Als u een vervormingsnet wilt opslaan nadat u de voorvertoning hebt vervormd, klikt u op Net opslaan. Geef een naam en locatie op voor het netbestand en klik op Opslaan. • Als u een vervormingsnet wilt toepassen, klikt u op Net laden, selecteert u het netbestand dat u wilt toepassen en klikt u op Openen. Als de afbeelding en het vervormingsnet niet even groot zijn, wordt het net geschaald op de maat van de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 215 Handboek A B C D E Dialoogvenster Perspectiefpunt A. Het menu Perspectiefpunt B. Opties C. Gereedschapset D. Voorbeeld van sessie met perspectiefpunt E. Zoomopties Zie “Toetsen voor het gebruik van Perspectiefpunt” op pagina 612 voor een overzicht van de sneltoetsen in Perspectiefpunt. Gereedschappen voor Perspectiefpunt De gereedschappen voor Perspectiefpunt werken op dezelfde manier als de gereedschappen in de hoofdgereedschapset van Photoshop.
PHOTOSHOP CS3 216 Handboek Het gereedschap Pipet Hiermee selecteert u een kleur om te tekenen wanneer u in de voorvertoning klikt. Hiermee meet u de afstand en de hoeken van een element in een vlak. Zie ook “Meten in Perspectiefpunt” op pagina 225. Het gereedschap Meetlat Het gereedschap Zoomen Hiermee vergroot of verkleint u de weergave van de afbeelding in het voorvertoningsvenster. Het gereedschap Handje Hiermee verplaatst u de afbeelding in het voorvertoningsvenster.
PHOTOSHOP CS3 217 Handboek De vier hoekknooppunten definiëren met het gereedschap Vlak maken Als u aanvullende vlakken wilt afbreken, gebruikt u het gereedschap Vlak maken en sleept u een hoekknooppunt terwijl u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt houdt. Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en sleep een hoekknooppunt van een vlak. Zie “Perspectiefpuntvlakken instellen en aanpassen voor Perspectiefpunt” op pagina 218 voor meer informatie. 4. Bewerk de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 218 Handboek Informatie over perspectiefvlakken en het raster Voordat u bewerkingen uitvoert in Perspectiefpunt, definieert u rechthoekige vlakken die worden uitgelijnd met het perspectief in een afbeelding. Met de nauwkeurigheid van het vlak bepaalt u of bewerkingen of aanpassingen in de afbeelding correct worden geschaald of de juiste oriëntatie hebben.
PHOTOSHOP CS3 219 Handboek 2 1 Overlappende vlakken Gerelateerde perspectiefvlakken maken Nadat u een vlak hebt gemaakt in Perspectiefpunt, kunt u aanvullende vlakken maken (afbreken) die hetzelfde perspectief hebben. Wanneer u een tweede vlak van het oorspronkelijke perspectiefvlak hebt afgebroken, kunt u verdere vlakken maken op basis van het tweede vlak enzovoorts. U kunt zoveel vlakken maken als u wilt.
PHOTOSHOP CS3 220 Handboek Rood Geeft aan dat het vlak niet correct is. Perspectiefpunt kan de hoogte-breedteverhouding niet berekenen. U kunt niet een loodrecht vlak afbreken van een ongeldig vlak. U kunt wel bewerkingen aanbrengen in een (rood) ongeldig vlak, maar de oriëntatie van het resultaat zal niet correct zijn. Geel Geeft aan dat het vlak niet correct is. Niet alle perspectiefpunten van het vlak kunnen worden opgelost.
PHOTOSHOP CS3 221 Handboek Zie ook “Selecties vullen met een ander gebied van een afbeelding” op pagina 222 “Selecties kopiëren in Perspectiefpunt” op pagina 223 “Perspectiefpuntvlakken instellen en aanpassen voor Perspectiefpunt” op pagina 218 Selecties aanbrengen in Perspectiefpunt 1 Selecteer het selectiekadergereedschap.
PHOTOSHOP CS3 222 Handboek • Selecteer het gereedschap Transformatie en plaats de aanwijzer bij een knooppunt om een zwevende selectie te roteren. Als de aanwijzer verandert in een kromme dubbele pijl, sleept u om de selectie te roteren. U kunt ook de optie Omdraaien kiezen om de selectie horizontaal te draaien langs de verticale as van het vlak of de optie Omhoog gooien om de selectie te draaien langs de horizontale as van het vlak. A B C Opties voor het gereedschap Transformatie A.
PHOTOSHOP CS3 223 Handboek Zie ook “Informatie over selecties in Perspectiefpunt” op pagina 220 Selecties kopiëren in Perspectiefpunt 1 Breng een selectie aan in een perspectiefvlak. 2 Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleep de selectie met het gereedschap Selectiekader om een kopie van de selectie en de bijbehorende afbeeldingspixels te maken. De kopie wordt een zwevende selectie die boven de hoofdafbeelding lijkt te zweven.
PHOTOSHOP CS3 224 Handboek 4 Maak indien nodig een of meer vlakken in de afbeelding. 5 Druk op Ctrl+V (Windows) of Command+V (Mac OS) om het element te plakken. Het geplakte item is nu een zwevende selectie linksboven in de voorvertoning. Standaard is het gereedschap Selectiekader geselecteerd. 6 Gebruik het gereedschap Selectiekader om de geplakte afbeelding naar een vlak te slepen. De afbeelding past zich aan het perspectief van het vlak aan.
PHOTOSHOP CS3 225 Handboek 2 Stel in het gebied met opties voor het gereedschap de volgende opties in: de Diameter (penseelgrootte), de Hardheid (de hoeveelheid anti-aliasing op het penseel) en de Dekking (de mate waarin het tekenen de onderliggende afbeelding bedekt of onthult). 3 Kies een overvloeimodus in het menu Retoucheren: • Kies Uit als u wilt voorkomen dat de streken overvloeien met de kleuren, schaduwen en structuren van de omringende pixels.
PHOTOSHOP CS3 226 Handboek Opmerking: Als u een meting vanuit een vlak bent begonnen, kunt u de meting voortzetten tot buiten de grenzen van het vlak. 2 Selecteer een meting en geef een waarde voor Lengte op om de gemeten lengte in te stellen. 3 (Optioneel) Teken aanvullende metingen. De grootte van de metingen wordt geschaald naar de grootte van de oorspronkelijke meting.
PHOTOSHOP CS3 227 Handboek Maak een nieuwe laag voor uw Perspectiefpunt-resultaten als u de metingen wilt renderen naar Photoshop. Zo blijven de metingen op een aparte laag, gescheiden van de hoofdafbeelding. Metingen, structuren en 3D-informatie exporteren U kunt 3D-informatie (vlakken), structuren en metingen die zijn gemaakt in Perspectiefpunt exporteren naar een indeling voor gebruik in CAD-, modellerings- en animatietoepassingen en in programma's voor speciale effecten.
PHOTOSHOP CS3 228 Handboek Foto's nemen om te gebruiken met Photomerge De bronfoto's spelen een belangrijke rol bij panoramische composities. Volg de onderstaande richtlijnen bij het nemen van foto's om problemen met Photomerge te voorkomen: Zorg dat de afbeeldingen elkaar voldoende overlappen. Afbeeldingen moeten elkaar ongeveer 25% tot 40% overlappen. Als het overlappende gedeelte kleiner is, kan Photomerge het panorama misschien niet automatisch samenstellen.
PHOTOSHOP CS3 229 Handboek Perspectief Hiermee maakt u een consistente compositie door één van de bronafbeeldingen (normaal gesproken de middelste afbeelding) in te stellen als de referentieafbeelding. De overige afbeeldingen worden vervolgens getransformeerd (verplaatst, uitgerekt of schuingetrokken, indien nodig) zodat overlappende gebieden in lagen gelijk zijn.
PHOTOSHOP CS3 230 Handboek A B C D E Dialoogvenster Photomerge A. Lichtbak B. Weergavekader Navigator C. Gereedschapset D. Het werkgebied E. Statusbalk Navigeren in het dialoogvenster ❖ Ga op een van de volgende manieren te werk: • Selecteer het handje en sleep in het werkgebied om de weergave te verplaatsen. • Sleep het weergavekader of de schuifbalken in de miniatuur van de afbeelding bij Navigator. In het weergavekader ziet u de grenzen van het werkgebied.
PHOTOSHOP CS3 231 Handboek 2 Selecteer het gereedschap Perspectiefpunt te plaatsen. en klik op een afbeelding in het werkgebied om het perspectiefpunt hier 3 Gebruik indien nodig het gereedschap Afbeelding selecteren om de positie van de overige afbeeldingen aan te passen. Een rode rand geeft aan dat de geselecteerde afbeelding geen perspectiefpunt bevat.
232 Hoofdstuk 9: Selecteren Als u wijzigingen wilt toepassen op gedeelten van een afbeelding, dient u eerst de desbetreffende pixels te selecteren. In Photoshop selecteert u pixels aan de hand van de selectiegereedschappen of door te tekenen op een masker en het masker te laden als een selectie. Als u in Photoshop met vectorobjecten werkt en deze wilt selecteren, dient u de pen- en vormselectiegereedschappen te gebruiken.
PHOTOSHOP CS3 233 Handboek Selecties opheffen ❖ Voer een van de volgende handelingen uit: • Kies Selecteren > Deselecteren. • Als u gebruikmaakt van het rechthoekige selectiekader, het ovale selectiekader of de lasso, klikt u op een willekeurige plaats in de afbeelding buiten het geselecteerde gebied. De meest recente selectie opnieuw selecteren ❖ Kies Selecteren > Opnieuw selecteren.
PHOTOSHOP CS3 234 Handboek • Als u een selectiekader vanuit het middelpunt wilt slepen, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt nadat u begonnen bent met slepen. Een selectiekader slepen vanaf de hoek van een afbeelding (links) en vanaf het midden (rechts) door Alt/Option ingedrukt te houden tijdens het slepen • Als u het selectiekader voor één rij of één kolom gebruikt, klikt u in de buurt van het gebied dat u wilt selecteren en sleept u het kader naar de exacte positie.
PHOTOSHOP CS3 235 Handboek A B C D Selectieopties A. Nieuwe selectie B. Toevoegen aan selectie C. Verwijderen uit selectie D. Doorsnede maken met selectie 3 (Optioneel) Stel opties voor doezelaar en anti-aliasing in op de optiebalk. Zie “De randen van selecties vloeiend maken” op pagina 243. 4 Klik in de afbeelding om het beginpunt in te stellen.
PHOTOSHOP CS3 236 Handboek Contrast Als u de gevoeligheid van de lasso voor randen in de afbeelding wilt instellen, geeft u een waarde tussen 1 en 100% op bij Contrast. Bij een hogere waarde worden alleen randen geregistreerd die scherp contrasteren met hun omgeving. Bij een lagere waarde worden ook minder contrasterende randen geregistreerd. Frequentie Als u het interval wilt instellen waarmee fixeerpunten worden geplaatst, geeft u een waarde tussen 0 en 100 op bij Frequentie.
PHOTOSHOP CS3 237 Handboek Selecteren met het gereedschap Snelle selectie Met het gereedschap Snelle selectie kunt u snel een selectie 'tekenen' met gebruik van een aanpasbaar rond penseeluiteinde. Terwijl u sleept, wordt de selectie uitgebreid en worden de gedefinieerde randen in de afbeelding automatisch gevolgd. 1 Selecteer het gereedschap Snelle selectie. 2 Geef een van de selectieopties op in de optiebalk: Nieuwe selectie, Toevoegen aan selectie, Verwijderen uit selectie.
PHOTOSHOP CS3 238 Handboek Selecties aanbrengen met de toverstaf Met de toverstaf kunt u een deel van de afbeelding met een bepaalde kleur selecteren (bijvoorbeeld een rode bloem) zonder dat u de omtrek hoeft te volgen. U bepaalt het kleurbereik, ofwel de tolerantie, van de selectie van de toverstaf op basis van de overeenkomst met de pixel waarop u klikt. U kunt de toverstaf niet gebruiken voor bitmapafbeeldingen of afbeeldingen met 32 bits per kanaal. 1 Selecteer het gereedschap Toverstaf .
PHOTOSHOP CS3 239 Handboek Afbeelding Hiermee kunt u een voorvertoning zien van de hele afbeelding. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u een monster wilt nemen van een deel van de afbeelding dat niet op het scherm staat. Als u wilt schakelen tussen de voorvertoningen Afbeelding en Selectie in het dialoogvenster Kleurbereik, drukt u op Ctrl (Windows) of Command (Mac OS).
PHOTOSHOP CS3 240 Handboek Op www.adobe.com/go/vid0002_nl vindt u een video over het maken van selecties. Pixelselecties aanpassen Een selectie verplaatsen, verbergen of omkeren U kunt een selectiekader om een afbeelding heen plaatsen of verbergen en een selectie omkeren, zodat het nietgeselecteerde deel van de afbeelding wordt geselecteerd. Opmerking: Gebruik het gereedschap Verplaatsen als u de selectie zelf wilt verplaatsen in plaats van het selectiekader. Zie “Een selectie verplaatsen” op pagina 245.
PHOTOSHOP CS3 241 Handboek U kunt deze optie gebruiken om een object te selecteren dat tegen een achtergrond in een effen kleur is geplaatst. Selecteer eerst de achtergrond met de toverstaf en keer vervolgens de selectie om. Selecties handmatig aanpassen Met de selectiegereedschappen kunt u bestaande pixelselecties uitbreiden of inperken.
PHOTOSHOP CS3 242 Handboek Een selectie aanbrengen rond een selectiekader Met de opdracht Kader kunt u een pixelbereik binnen en buiten een bestaand selectiekader selecteren. Dit is handig wanneer u een kader of een reeks pixels rond een afbeeldingsgebied wilt selecteren, in plaats van het gebied zelf, bijvoorbeeld wanneer u een halo-effect rond een geplakt object wilt verwijderen.
PHOTOSHOP CS3 243 Handboek 2 Klik op Hoeken verfijnen in de optiebalk van het selectiegereedschap of kies Selecteren > Rand verfijnen om opties voor het aanpassen van de selectie in te stellen: Straal Hiermee bepaalt u de grootte van het gebied rond de selectiegrens waarin de randen worden verfijnd. Verhoog de straal voor een nauwkeuriger selectiegrens in gebieden met zachte overgangen of kleine details, zoals kort haar of een vacht. Deze optie is ook geschikt voor vervaagde randen.
PHOTOSHOP CS3 244 Handboek Pixels selecteren met gebruik van anti-aliasing 1 Selecteer de lasso, de veelhoeklasso, de magnetische lasso, het ovaal selectiekader of de toverstaf. 2 Selecteer Anti-alias op de optiebalk. Een doezelrand definiëren voor een selectiegereedschap 1 Selecteer een van de lasso- of selectiekadergereedschappen. 2 Geef op de optiebalk een waarde op voor Doezelaar. Deze waarde bepaalt de dikte van de doezelrand en kan variëren van 0 tot 250 pixels.
PHOTOSHOP CS3 245 Handboek U kunt randpixels ook verwijderen door met de schuifregelaars Geavanceerd overvloeien in het dialoogvenster Laagstijlen gebieden uit de laag te verwijderen of transparant te maken. In dit geval maakt u de zwarte of witte gebieden transparant. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op de schuifregelaars om deze uit elkaar te halen, zodat u randpixels kunt verwijderen en een vloeiende rand kunt behouden.
PHOTOSHOP CS3 246 Handboek Afhankelijk van de instellingen voor kleurbeheer en het kleurprofiel van het bestand (of de geïmporteerde gegevens) wordt u mogelijk gevraagd hoe u de kleurgegevens van het bestand (of de geïmporteerde gegevens) wilt verwerken. Zie ook “Informatie over laag- en vectormaskers” op pagina 301 “Kleurbeheer instellen” op pagina 127 Een selectie kopiëren 1 Selecteer het gebied dat u wilt kopiëren. 2 Kies Bewerken > Kopiëren of Bewerken > Verenigd kopiëren.
PHOTOSHOP CS3 247 Handboek Met de opdracht Plakken in voegt u een laag en een laagmasker toe aan de afbeelding. In het palet Lagen bevat de nieuwe laag een laagminiatuur voor de geplakte selectie naast een laagmaskerminiatuur. Het laagmasker is gebaseerd op de selectie waarin u plakt: de selectie is niet gemaskerd (wit), de rest van de laag is gemaskerd (zwart). De laag en het laagmasker zijn niet gekoppeld. U kunt deze dus onafhankelijk van elkaar verplaatsen. A B C E D De opdracht Plakken in A.
PHOTOSHOP CS3 248 Handboek Zie ook “Slimme objecten” op pagina 293 “Informatie over bestandsindelingen en compressie” op pagina 438 “Randpixels uit een selectie verwijderen” op pagina 244 PostScript-illustraties uit een ander programma plakken 1 Selecteer de illustratie in de andere toepassing en kies Bewerken > Kopiëren. 2 Selecteer de afbeelding waarin u de selectie wilt plakken. 3 Kies Bewerken > Plakken.
PHOTOSHOP CS3 249 Handboek Objecten verwijderen en extraheren Objecten uit een foto verwijderen 1 Selecteer in het palet Lagen de laag met het object dat u wilt verwijderen. 2 Selecteer met een selectiegereedschap het object dat u wilt verwijderen. 3 Als u de selectie wilt verfijnen, klikt u op de knop voor Bewerken in Snelmaskermodus in de gereedschapset. De niet-geselecteerde gebieden van de afbeelding worden bedekt of gemaskeerd met een doorzichtige kleur.
PHOTOSHOP CS3 250 Handboek Als u wilt voorkomen dat u de oorspronkelijke afbeeldingsgegevens kwijtraakt, kunt u de laag het beste dupliceren of een opname maken van de oorspronkelijke staat van de afbeelding. 2 Kies Filter > Extraheren en geef de volgende gereedschapsopties op: Penseelgrootte Voer een waarde in of sleep de schuifregelaar om de breedte van het gereedschap Randmarkering op te geven.
PHOTOSHOP CS3 251 Handboek 5 (Optioneel) Klik op Voorbeeld als u het geëxtraheerde object wilt bekijken. Zoom desgewenst in. Tonen Kies een menuoptie om tussen de weergaven van de oorspronkelijke en de geëxtraheerde afbeelding te schakelen. Weergave Kies een menuoptie om een voorvertoning te zien van het geëxtraheerde object op een gekleurde achtergrond met een rand of een grijze achtergrond. Als u een transparante achtergrond wilt weergeven, kiest u Geen.
PHOTOSHOP CS3 252 Handboek Opmerking: Wanneer u een bestand opslaat in een indeling waarin de kleurmodus van de afbeelding wordt ondersteund, blijven de kleurkanalen behouden. Alfakanalen blijven alleen behouden als u een bestand opslaat in de indelingen Photoshop, .PDF, .PICT, .Pixar, .TIFF, .PSB of de Raw-indelingen. In de DCS 2.0-indeling blijven alleen steunkleurkanalen behouden. Wanneer u een bestand in andere indelingen opslaat, kunnen de kanaalgegevens verloren gaan.
PHOTOSHOP CS3 253 Handboek Kleurkanalen in kleur weergeven Afzonderlijke kanalen worden in grijswaarden weergegeven. In RGB-, CMYK- of Lab-afbeeldingen kunt u de afzonderlijke kanalen in kleur bekijken. (In Lab-afbeeldingen worden alleen kanaal a en b in kleur weergegeven.) Als meerdere kanalen actief zijn, worden deze altijd in kleur weergegeven. U kunt deze standaardinstellingen wijzigen, zodat afzonderlijke kleurkanalen in kleur worden weergegeven.
PHOTOSHOP CS3 254 Handboek Kanalen dupliceren U kunt een kanaal kopiëren en het in de huidige afbeelding of in een andere afbeelding gebruiken. Een kanaal dupliceren Wanneer u alfakanalen tussen afbeeldingen dupliceert, moeten de kanalen identieke pixelafmetingen hebben. U kunt een kanaal niet dupliceren naar een afbeelding in de bitmapmodus. 1 Selecteer in het palet Kanalen het kanaal dat u wilt dupliceren. 2 Selecteer Kanaal dupliceren in het menu van het palet Kanalen.
PHOTOSHOP CS3 255 Handboek Wanneer u DCS-bestanden hebt waarin de koppelingen per ongeluk verloren zijn gegaan (en die u dus niet kunt openen, plaatsen of afdrukken), kunt u de kanaalbestanden openen en deze in een CMYK-afbeelding verenigen. Sla het bestand vervolgens opnieuw op als een DCS-EPS-bestand. 1 Open de grijswaardenafbeeldingen met de kanalen die u wilt verenigen en maak een van de afbeeldingen actief.
PHOTOSHOP CS3 256 Handboek A B C Voorbeelden van maskers A. Dekkend masker om de achtergrond te beschermen en de vlinder te bewerken B. Dekkend masker om de vlinder te beschermen en de achtergrond te kleuren C. Halfdoorzichtig masker om de achtergrond en een gedeelte van de vlinder te kleuren Maskers worden opgeslagen in alfakanalen. Maskers en kanalen zijn grijswaardenafbeeldingen die u net als gewone afbeeldingen kunt bewerken met de teken- en bewerkgereedschappen en de filters.
PHOTOSHOP CS3 257 Handboek 2 Klik op de knop Bewerken in Snelmaskermodus in de gereedschapset. Een kleurbedekking (die lijkt op rubilietfolie) bedekt en beschermt het gebied buiten de selectie. Geselecteerde gebieden blijven bij dit masker onbeschermd. De Snelmaskermodus kleurt het beschermde gebied standaard met een rode, 50% dekkende kleurbedekking. A B C D Selecteren in de Standaardmodus en Snelmaskermodus A. Standaardmodus B. Snelmaskermodus C.
PHOTOSHOP CS3 258 Handboek A B C Tekenen in de Snelmaskermodus A. Originele selectie en Snelmaskermodus met groene maskerkleur B. Selectie uitbreiden door tekenen met wit in de Snelmaskermodus C. Selectie inperken door tekenen met zwart in de Snelmaskermodus 5 Klik in de gereedschapset op de knop Bewerken in Standaardmodus om het snelmasker uit te schakelen en terug te keren naar de oorspronkelijke afbeelding. Rondom het onbeschermde gebied van het snelmasker is nu een selectiekader zichtbaar.
PHOTOSHOP CS3 259 Handboek 3 U kiest een nieuwe maskerkleur door in het kleurvakje te klikken en een nieuwe kleur te kiezen. 4 Als u de dekking wilt wijzigen, geeft u een waarde tussen 0 en 100% op. Zowel de instellingen voor kleur als voor dekking hebben alleen effect op het uiterlijk van het masker en niet op de bescherming van de onderliggende gebieden. U kunt deze instellingen wijzigen om het masker duidelijker zichtbaar te maken ten opzichte van de kleuren in de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 260 Handboek Tekenen op een kanaal om afbeeldingsgebieden te maskeren Onder in het palet Kanalen wordt een nieuw kanaal weergegeven. Dit is het enige kanaal dat zichtbaar is in het afbeeldingsvenster. Klik op het oogpictogram voor het samengestelde kleurkanaal (RGB, CMYK) om de afbeelding weer te geven met een kleurbedekking die het masker toont.
PHOTOSHOP CS3 261 Handboek Een opgeslagen selectie laden vanuit het palet Kanalen U kunt een eerder opgeslagen selectie opnieuw gebruiken door deze in een afbeelding te laden. U kunt u de selectie ook in een afbeelding laden als u klaar bent met het wijzigen van een alfakanaal. ❖ Voer in het palet Kanalen een van de volgende handelingen uit: • Selecteer het alfakanaal, klik op de knop Kanaal als selectie laden onder in het palet en vervolgens op het samengestelde kleurkanaal boven in het palet.
PHOTOSHOP CS3 262 Handboek Met de berekeningsopdrachten kunt u wiskundige bewerkingen op de met elkaar overeenstemmende pixels van twee kanalen uitvoeren (de pixels met identieke locaties in de afbeelding) en de resultaten vervolgens in één kanaal combineren. Twee concepten zijn fundamenteel om te begrijpen hoe de berekeningsopdrachten werken. • Elke pixel in een kanaal heeft een helderheidswaarde.
PHOTOSHOP CS3 263 Handboek 6 Kies de tweede bronafbeelding, de tweede laag, het tweede kanaal en geef de gewenste opties op. 7 Kies bij Overvloeien een overvloeimodus. Zie “De overvloeimodi Toevoegen en Aftrekken” op pagina 263 voor nadere informatie over de overvloeimodi Toevoegen en Aftrekken. Zie “Overzicht van overvloeimodi” op pagina 327 voor nadere informatie over de andere opties voor overvloeien. 8 Voer een dekking in om de sterkte van het effect op te geven.
264 Hoofdstuk 10: Lagen Lagen zijn de fundamenten van vele werkstromen voor het maken van afbeeldingen. Als u eenvoudige aanpassingen uitvoert, hoeft u wellicht niet te werken met lagen, maar lagen helpen u op efficiënte wijze te werken en zijn van essentieel belang voor de meeste bewerkingen waarbij u de afbeelding intact wilt houden. Basisbegrippen voor lagen Wat zijn lagen? Photoshop-lagen zijn te vergelijken met vellen doorzichtig papier die op elkaar zijn geplaatst.
PHOTOSHOP CS3 265 Handboek Videolagen U gebruikt videolagen om videobeelden aan een afbeelding toe te voegen. Nadat u een videoclip als een videolaag of een slim object naar een afbeelding hebt geïmporteerd, kunt u de laag maskeren, transformeren, kunt u laageffecten toepassen, op individuele frames tekenen of een afzonderlijk frame omzetten in pixels en omzetten in een standaardlaag. Gebruik het palet Tijdlijn om de video af te spelen in de afbeelding of om afzonderlijke frames te openen.
PHOTOSHOP CS3 266 Handboek Wanneer u een nieuwe afbeelding met transparante inhoud maakt, heeft de afbeelding geen achtergrondlaag. De onderste laag heeft niet de beperkingen van een achtergrondlaag en kan in het palet Lagen naar een willekeurige locatie worden verplaatst. Ook kunt u de overvloeimodus en de dekking van de laag aanpassen. Een achtergrond in een laag omzetten 1 Dubbelklik in het palet Lagen op Achtergrond of kies Laag > Nieuw > Laag uit achtergrond. 2 Stel laagopties in.
PHOTOSHOP CS3 267 Handboek 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Kies Laag > Nieuw > Laag via kopiëren om de selectie naar een nieuwe laag te kopiëren. • Kies Laag > Nieuw > Laag via knippen om de selectie te knippen en op een nieuwe laag te plakken. Opmerking: U dient slimme objecten of vormlagen om te zetten in pixels om deze opdrachten te kunnen gebruiken. Lagen dupliceren U kunt lagen dupliceren binnen een afbeelding of naar een andere of een nieuwe afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 268 Handboek Opmerking: Alleen zichtbare lagen worden afgedrukt. Lagen en groepen weergeven binnen een groep ❖ Voer een van de volgende handelingen uit om de groep te openen: • Klik op het driehoekje links naast het mappictogram. • Klik met de rechtermuisknop (Windows) of houd Command (Mac OS) ingedrukt en klik op het driehoekje links van het mappictogram. Kies vervolgens Deze groep openen.
PHOTOSHOP CS3 269 Handboek Opmerking: Houd tijdens het selecteren Ctrl ingedrukt en klik op het gebied buiten de laagminiatuur. Wanneer u Ctrl ingedrukt houdt en op de laagminiatuur klikt, wordt de laagtransparantie geselecteerd. • Als u alle lagen wilt selecteren, kiest u Selecteren > Alle lagen. • Als u alle lagen van een vergelijkbaar type wilt selecteren (bijvoorbeeld alle tekstlagen), selecteert u een van de lagen en kiest u Selecteren > Gelijksoortige lagen.
PHOTOSHOP CS3 270 Handboek 2 Klik op het koppelingspictogram onder in het palet Lagen. 3 Als u lagen wilt ontkoppelen, voert u een van de volgende handelingen uit: • Selecteer een gekoppelde laag en klik op het koppelingspictogram. • Als u de gekoppelde laag tijdelijk wilt uitschakelen, houdt u Shift ingedrukt en klikt u op het koppelingspictogram voor de gekoppelde laag. Er verschijnt een rode X. Houd Shift ingedrukt en klik op het koppelingspictogram als u de koppeling weer wilt inschakelen.
PHOTOSHOP CS3 271 Handboek Transformatiehandgrepen weergeven in een geselecteerde laag 1 Selecteer het gereedschap Verplaatsen. 2 Selecteer op de optiebalk Besturingselementen voor transformatie weergeven. U kunt de laaginhoud vergroten/verkleinen en roteren met behulp van de transformatiehandgrepen. Zie “Vrije transformaties” op pagina 205. De inhoud van lagen verplaatsen 1 Selecteer in het palet Lagen de lagen die de objecten bevatten die u wilt verplaatsen. 2 Selecteer het gereedschap Verplaatsen.
PHOTOSHOP CS3 272 Handboek Lagen en groepen op evenredige wijze distribueren 1 Selecteer drie of meer lagen. 2 Kies Laag > Distribueren en kies een opdracht. U kunt ook het gereedschap Verplaatsen selecteren en op een distributieknop op de optiebalk klikken. Bovenranden Hiermee verdeelt u de lagen met gelijkmatige tussenruimten, beginnend bij de bovenste pixel van elke laag.
PHOTOSHOP CS3 273 Handboek Perspectief Met deze optie wordt een consistente compositie bereikt doordat een van de bronafbeeldingen (standaard de middelste afbeelding) wordt toegewezen als de referentieafbeelding. De andere afbeeldingen worden vervolgens getransformeerd (indien nodig verplaatst, uitgerekt of schuingetrokken), om de overlappende inhoud in de lagen ook daadwerkelijk te laten overlappen.
PHOTOSHOP CS3 274 Handboek 5 Als u tevreden bent met de resultaten, drukt u op Enter (Windows) of Return (Mac OS) of klik op het vinkje op de optiebalk. Als u de rotatie wilt annuleren, drukt u op Esc of klikt u op het pictogram Transformatie annuleren op de optiebalk.
PHOTOSHOP CS3 275 Handboek • Selecteer een laag of een groep en kies Laageigenschappen of Groepeigenschappen in het menu Laag of in het menu van het palet Lagen. Geef in het tekstvak Naam een nieuwe naam op en klik op OK. Een kleur toewijzen aan een laag of groep Door lagen en groepen met een kleur te coderen kunt u gemakkelijk verwante lagen vinden in het palet Lagen.
PHOTOSHOP CS3 276 Handboek Lagen exporteren U kunt alle lagen of zichtbare lagen exporteren naar afzonderlijke bestanden. ❖ Kies Bestand > Scripts > Lagen exporteren naar bestanden. Bestandsgrootte bijhouden De bestandsgrootte is afhankelijk van de pixelafmetingen van de afbeelding en het aantal lagen waaruit deze bestaat. Van afbeeldingen met meer pixels worden mogelijk meer details afgedrukt. De afbeeldingen nemen echter meer schijfruimte in beslag en het bewerken en afdrukken kan langer duren.
PHOTOSHOP CS3 277 Handboek 2 Druk op Ctrl+Alt+E (Windows) of Command+Option+E (Mac OS). Alle zichtbare lagen stempelen 1 Schakel de zichtbaarheid in voor alle lagen die u wilt samenvoegen. 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Druk op Shift+Ctrl+Alt+E (Windows) of Shift+Command+Option+E (Mac OS). • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en kies Laag > Zichtbare lagen verenigen. Photoshop maakt een nieuwe laag met de samengevoegde inhoud.
PHOTOSHOP CS3 278 Handboek • Dubbelklik op een miniatuur van een laag, kies Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien en geef een waarde op in het tekstvak Dekking vulling of sleep de schuifregelaar Dekking vulling. Opmerking: Als u de opties voor overvloeien voor een tekstlaag wilt weergeven, kiest u Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien of kiest u Opties voor overvloeien via de knop Laagstijl toevoegen onder in het palet Lagen. Geef een waarde op in het tekstvak Dekking vulling.
PHOTOSHOP CS3 279 Handboek Logo "Farm" met ondiepe uitname tot op de achtergrondlaag 1 Voer in het palet Lagen een van de volgende handelingen uit: • Als u de achtergrond zichtbaar wilt maken, plaatst u de laag die de uitname zal maken boven de lagen die worden 'geperforeerd' en zorgt u ervoor dat de onderste laag in de afbeelding een achtergrondlaag is. Kies Laag > Nieuw > Achtergrond uit laag om een gewone laag om te zetten in de achtergrondlaag.
PHOTOSHOP CS3 280 Handboek • Kies Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien. • Kies Opties voor overvloeien via de knop Laagstijl toevoegen onder in het palet Lagen. Opmerking: Als u de opties voor overvloeien voor een tekstlaag wilt weergeven, kiest u Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien of kiest u Opties voor overvloeien via de knop Laagstijl toevoegen onder aan het menu van het palet Lagen.
PHOTOSHOP CS3 281 Handboek • Schakel Vormlaag met transparantie in om de laageffecten en uitnamen te beperken tot dekkende gebieden van de laag. Als u deze standaard ingeschakelde optie uitschakelt, worden deze effecten op de gehele laag toegepast. • Schakel Laagmasker verbergt effecten in om laageffecten te beperken tot het gebied dat door het laagmasker wordt aangegeven. • Schakel Vectormasker verbergt effecten in om laageffecten te beperken tot het gebied dat door het vectormasker wordt aangegeven.
PHOTOSHOP CS3 282 Handboek Een laagstijl bestaat uit een of meerdere effecten die worden toegepast op een laag of laaggroep. U kunt een van de met Photoshop meegeleverde, vooraf ingestelde stijlen toepassen of u kunt zelf een aangepaste stijl maken met behulp van het dialoogvenster Laagstijl. Het pictogram voor laageffecten wordt rechts van de laagnaam weergegeven in het palet Lagen. U kunt de stijl in het palet Lagen uitbreiden om de effecten waaruit de stijl bestaat weer te geven of te bewerken.
PHOTOSHOP CS3 283 Handboek De weergave van vooraf gedefinieerde stijlen wijzigen 1 Klik op het driehoekje in het palet Stijlen, het dialoogvenster Laagstijl of het pop-uppalet Laagstijl op de optiebalk. 2 Kies een weergaveoptie in het paletmenu: • Alleen tekst om de laagstijlen als een lijst weer te geven. • Kleine miniaturen of Grote miniaturen om de laagstijlen als miniaturen weer te geven.
PHOTOSHOP CS3 284 Handboek U kunt meerdere effecten bewerken zonder het dialoogvenster Laagstijl te sluiten. Klik op de naam van een effect aan de linkerzijde van het dialoogvenster om de opties van het effect weer te geven. Laagstijlopties Hoogte Hiermee stelt u voor de effecten Schuine rand en reliëf de hoogte van de lichtbron in. Een instelling van 0 komt overeen met het grondniveau, de instelling 90 bevindt zich recht boven de laag.
PHOTOSHOP CS3 285 Handboek Dekking Met deze optie geeft u een dekking voor een laageffect op. Geef een waarde op of sleep de schuifregelaar. Patroon Met deze optie geeft u een patroon voor een laageffect op. Klik op het pop-uppalet en kies een patroon. Klik op de knop Nieuwe voorinstelling om een nieuw, vooraf gedefinieerd patroon te maken op basis van de huidige instellingen.
PHOTOSHOP CS3 286 Handboek Laageffecten aanpassen met contouren Als u aangepaste laagstijlen maakt, kunt u binnen een bepaald bereik contouren gebruiken om de vorm te bepalen bij de effecten Slagschaduw, Schaduw binnen, Gloed buiten, Schuine kant en reliëf en Satijn. Als u bijvoorbeeld een lineaire contour gebruikt voor een slagschaduw wordt de dekking minder bij een lineaire overgang. Gebruik een aangepaste contour om een unieke schaduwovergang te maken.
PHOTOSHOP CS3 287 Handboek Alle laagstijlen in een afbeelding verbergen of tonen ❖ Kies Laag > Laagstijl > Alle effecten verbergen of Alle effecten tonen. De laagstijlen in het palet Lagen uit- of samenvouwen ❖ Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op het driehoekje naast het laagstijlpictogram om de lijst met laageffecten die op de laag zijn toegepast uit te vouwen. • Klik op het omgekeerde driehoekje om de laageffecten samen te vouwen.
PHOTOSHOP CS3 288 Handboek Een set vooraf gedefinieerde stijlen opslaan als bibliotheek 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Kies Stijlen opslaan in het menu van het palet Stijlen. • Selecteer Stijlen aan de linkerkant van het dialoogvenster Laagstijl. Kies vervolgens Stijlen opslaan in het pop-upmenu. • Wanneer u het vorm- of pengereedschap gebruikt, klikt u op de laagstijlminiatuur op de optiebalk. Kies vervolgens Stijlen opslaan in het menu van het pop-uppalet.
PHOTOSHOP CS3 289 Handboek Een laageffect schalen Een laagstijl is mogelijk speciaal afgestemd voor een doelresolutie en kenmerken met een bepaalde grootte. Met de opdracht Effecten schalen kunt u de effecten in de laagstijl schalen zonder het object te schalen waarop de laagstijl wordt toegepast. 1 Selecteer de laag in het palet Lagen. 2 Kies Laag > Laagstijl > Effecten schalen. 3 Geef een percentage op of sleep de schuifregelaar. 4 Selecteer Voorvertoning om de wijzigingen in de afbeelding te bekijken.
PHOTOSHOP CS3 290 Handboek Aanpassings- en opvullagen Informatie over aanpassings- en opvullagen Met een aanpassingslaag past u kleur- en toonaanpassingen toe op de afbeelding zonder dat u de pixelwaarden permanent wijzigt. In plaats van bijvoorbeeld een aanpassing met niveaus of curven rechtstreeks in de afbeelding te maken, kunt u een aanpassingslaag maken met Niveaus of Curven. De kleur- en toonaanpassingen worden opgeslagen in de aanpassingslaag en zijn van toepassing op alle lagen eronder.
PHOTOSHOP CS3 291 Handboek Aanpassings- en opvullagen maken Voor aanpassings- en opvullagen zijn dezelfde opties voor dekking en overvloeien beschikbaar als voor afbeeldingslagen. Net als afbeeldingslagen kunt u aanpassings- en opvullagen ook opnieuw rangschikken, verwijderen, verbergen en dupliceren. Aanpassingslagen en opvullagen hebben standaard laagmaskers. Dit wordt aangegeven door het maskerpictogram links van de laagminiatuur.
PHOTOSHOP CS3 292 Handboek aan laag is ingeschakeld, kunt u in de afbeelding slepen om het patroon te verplaatsen terwijl het dialoogvenster Patroonvulling is geopend. Een aanpassings- of opvullaag bewerken U kunt de instellingen voor een aanpassings- of opvullaag bewerken of de laag vervangen door een ander type aanpassing of opvulling. U kunt het masker van een aanpassings- of opvullaag ook bewerken als u wilt nagaan welk effect de laag op de afbeelding heeft.
PHOTOSHOP CS3 293 Handboek Retoucheren op een afzonderlijke laag Met de gereedschappen Kloonstempel, Retoucheerpenseel en Snel retoucheerpenseel kunt u afzonderlijke lagen op niet-destructieve wijze retoucheren. Vergeet niet Alle lagen te selecteren bij Monster op de optiebalk. (Selecteer Aanpassingslagen negeren om te voorkomen dat de aanpassing tweemaal wordt toegepast op afzonderlijke lagen). U kunt ongewenste retoucheringen desgewenst verwijderen.
PHOTOSHOP CS3 294 Handboek U kunt geen bewerkingen rechtstreeks op een laag met een slim object uitvoeren waarbij pixelgegevens worden gewijzigd, zoals tekenen, tegenhouden, doordrukken of klonen. Dergelijke lagen dient u eerst om te zetten in een standaardlaag die in pixels wordt omgezet.
PHOTOSHOP CS3 295 Handboek Een slim object dupliceren ❖ Selecteer een laag met een slim object in het palet Lagen en voer een van de volgende handelingen uit: • Als u een duplicaat van een slim object wilt maken en dat wilt koppelen aan het origineel, kiest u Laag > Nieuw > Laag via kopiëren of sleept u de laag met het slimme object naar het pictogram Een nieuwe laag maken onder aan het palet Lagen. Bewerkingen aan het origineel worden dan ook doorgevoerd in de kopie en andersom.
PHOTOSHOP CS3 296 Handboek Een slim object omzetten in een laag Als u een slim object omzet in een normale laag, wordt de inhoud met de huidige afmetingen omgezet in pixels. Zet een slim object alleen om in een standaardlaag als u de slimme-objectgegevens niet meer wilt bewerken. U kunt transformaties, verdraaiingen en filters die u op een slim object het toegepast niet meer bewerken als u het slimme object hebt omgezet in pixels.
PHOTOSHOP CS3 297 Handboek Het slimme filter wordt onder de regel Slimme filters in het palet Lagen weergegeven onder de laag met het slimme object. Als u een waarschuwingspictogram ziet naast een slim filter in het palet Lagen, biedt het filter geen ondersteuning voor de kleurmodus of -diepte van de afbeelding. Nadat u een slim filter hebt toegepast, kunt u dat (of een volledige groep met slimme filters) slepen naar een andere laag met een slim object in het palet Lagen.
PHOTOSHOP CS3 298 Handboek Opmerking: Als u alle slimme filters wilt dupliceren, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleept u het slimme-filterpictogram dat naast de laag met het slimme object wordt weergegeven. Slimme filters verwijderen • Als u een afzonderlijk slim filter wilt verwijderen, sleept u het naar het pictogram met de prullenmand onder aan het palet Lagen.
PHOTOSHOP CS3 299 Handboek Filtermaskers verplaatsen of kopiëren • Als u het masker naar een ander slim-filtereffect wilt verplaatsen, sleept u het masker naar het andere slimme-filtereffect. • Als u het masker wilt kopiëren, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleept u het masker naar een ander slim-filtereffect. Een filtermasker uitschakelen ❖ Houd Shift ingedrukt en klik op de miniatuur van het filtermasker in het palet Lagen of kies Laag > Slim filter > Filtermasker uitschakelen.
PHOTOSHOP CS3 300 Handboek A B C D Palet Laagsamenstellingen A. Pictogram voor toepassen van laagsamenstelling B. Vorige documentstatus C. Geselecteerde laagsamenstellingen D. Pictogram Laagsamenstelling kan niet volledig worden hersteld Een laagsamenstelling maken 1 Kies Venster > Laagsamenstellingen om het palet Laagsamenstellingen weer te geven. 2 Klik op de knop Nieuwe laagsamenstelling maken onder in het palet Laagsamenstellingen.
PHOTOSHOP CS3 301 Handboek 4 Klik op de knop Laagsamenstelling bijwerken onder in het palet. Waarschuwingen voor laagsamenstellingen wissen Bepaalde handelingen hebben tot gevolg dat de laagsamenstelling niet meer volledig kan worden hersteld. Dit gebeurt als u een laag verwijdert, samenvoegt, omzet in de achtergrond of als u een kleurmodus omzet. In dergelijke gevallen wordt een waarschuwingspictogram weergegeven naast de naam van de laagsamenstelling.
PHOTOSHOP CS3 302 Handboek Laag- en vectormaskers zijn niet-destructief, dat wil zeggen dat u de maskers later opnieuw kunt bewerken zonder de pixels die ze verbergen te verliezen. In het palet Lagen worden laagmaskers en vectormaskers als extra miniaturen rechts naast de laagminiatuur weergegeven. Voor het laagmasker vertegenwoordigt deze miniatuur het grijswaardenkanaal dat is gemaakt toen u het laagmasker toevoegde.
PHOTOSHOP CS3 303 Handboek 3 Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u een masker wilt maken waarmee de volledige laag zichtbaar wordt, klikt u op de knop Nieuw laagmasker in het palet Lagen of kiest u Laag > Laagmasker > Alles onthullen. • Als u een masker wilt maken waarmee de volledige laag onzichtbaar wordt, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt terwijl u op de knop Nieuw laagmasker klikt, of kiest u Laag > Laagmasker > Alles verbergen.
PHOTOSHOP CS3 304 Handboek • Houd Alt+Shift (Windows) of Option+Shift (Mac OS) ingedrukt en klik op de miniatuur van het laagmasker om het masker boven de laag weer te geven in een rode maskerkleur. Houd Alt+Shift of Option+Shift ingedrukt en klik nogmaals op de miniatuur om de weergave in kleur uit te schakelen. Een laagmasker in- en uitschakelen ❖ Voer een van de volgende handelingen uit: • Houd Shift ingedrukt terwijl u in het palet Lagen op de laagmaskerminiatuur klikt.
PHOTOSHOP CS3 305 Handboek Een vectormasker verwijderen ❖ Voer in het palet Lagen een van de volgende handelingen uit: • Sleep de miniatuur van het vectormasker naar de knop met de prullenbak . • Selecteer de laag met het vectormasker dat u wilt verwijderen en kies Laag > Vectormasker > Verwijderen. Een vectormasker in- of uitschakelen ❖ Voer een van de volgende handelingen uit: • Houd Shift ingedrukt terwijl u in het palet Lagen op de vectormaskerminiatuur klikt.
PHOTOSHOP CS3 306 Handboek De grenzen van een laag of laagmasker als een selectie laden U kunt alle niet-transparante gebieden op een laag selecteren of, als er een laagmasker is, alle niet-gemaskerde gebieden. Dit is handig als u tekst of afbeeldingsinhoud wilt selecteren die wordt omgeven door transparante gebieden of die transparante gebieden bevat of als u een selectie wilt maken waarmee u gemaskerde gebieden op een laag wilt uitsluiten.
PHOTOSHOP CS3 307 Handboek • Selecteer de eerste laag boven de basislaag in het palet Lagen en kies Laag > Uitknipmasker maken. 3 Als u aanvullende lagen wilt toevoegen aan het uitknipmasker, gebruikt u een van de methoden in stap 2 en werkt u zich per niveau een weg naar boven in het palet Lagen.
PHOTOSHOP CS3 308 Handboek 11 Als u de afbeelding verder wilt kunnen bewerken, slaat u de gelaagde en de gemaskerde versie van de afbeelding op en maakt u nog een kopie die u kunt samenvoegen tot één laag, zodat de bestandsomvang afneemt.
309 Hoofdstuk 11: Tekenen Wanneer u tekent, wijzigt u de kleur van afbeeldingspixels. Met de tekengereedschappen en -technieken kunt u afbeeldingen retoucheren, maskers maken of bewerken op alfakanalen, overtrekken of tekenen op videoframes en nieuwe tekeningen maken. Dankzij de penseeluiteinden, voorinstellingen voor penselen en de vele penseelopties beschikt u over de creatieve vrijheid voor het produceren van prachtige tekeneffecten of het voor het simuleren van traditionele media.
PHOTOSHOP CS3 310 Handboek Tekenen met het gereedschap Penseel of Potlood Met het penseel en het potlood kunt u in de huidige voorgrondkleur op een afbeelding tekenen. Met het penseel brengt u zachte kleurstreken aan. Met het potlood tekent lijnen met harde randen. 1 Kies een voorgrondkleur. (Zie “Een kleur kiezen in de gereedschapset” op pagina 114.) 2 Selecteer het penseel of het potlood . 3 Kies een penseel in de voorinstellingenkiezer voor penselen.
PHOTOSHOP CS3 311 Handboek 4 Schakel Uitgelijnd op de optiebalk in om het patroon te laten doorgaan vanaf het oorspronkelijke beginpunt, ook als u de muisknop hebt losgelaten en het tekenen daarna weer hebt hervat. Schakel Uitgelijnd uit als u het patroon iedere keer opnieuw wilt beginnen als u het tekenen onderbreekt en hervat. 5 Kies een patroon in het pop-uppalet Patroon op de optiebalk. 6 Als u het patroon wilt toepassen met een impressionistisch effect, selecteert u Impr. (Impressionistisch).
PHOTOSHOP CS3 312 Handboek Wissen met het gummetje Met het gummetje geeft u de pixels de achtergrondkleur of maakt u ze transparant. In de achtergrond en in een laag met vergrendelde transparantie worden de pixels gewijzigd in de achtergrondkleur. In alle andere gevallen worden de pixels omgezet in transparantie. Met het gummetje kunt u ook een bepaald gebied zo bewerken dat het wordt hersteld tot een staat die in het palet Historie is geselecteerd. 1 Selecteer het gereedschap Gummetje .
PHOTOSHOP CS3 313 Handboek • Geef een dekking op om te bepalen hoe sterk het effect van het gummetje moet zijn. Bij een dekking van 100% worden de pixels volledig uitgegumd. Bij een lagere dekking worden de pixels gedeeltelijk uitgegumd. 3 Klik in het gedeelte van de laag dat u wilt uitgummen. Pixels transparant maken met het achtergrondgummetje Met het achtergrondgummetje maakt u de pixels in een laag transparant door te slepen.
PHOTOSHOP CS3 314 Handboek 3 Selecteer de optie Wissen in de optiebalk. 4 Sleep in de afbeelding. Als het midden van de cursor zich op de voorgrondkleur bevindt wanneer u begint te slepen, krijgt het gebied de achtergrondkleur. Als het midden van de cursor zich op een gebied bevindt dat niet de voorgrondkleur bevat wanneer u begint te slepen, krijgt het gebied de voorgrondkleur.
PHOTOSHOP CS3 315 Handboek Hardheid Hiermee wijzigt u tijdelijk de waarde van anti-aliasing voor het penseel. Bij 100% wordt het hardste penseeluiteinde gebruikt voor het aanbrengen van penseelstreken, maar er wordt nog steeds anti-aliasing toegepast. Met het potlood tekent u altijd harde randen zonder dat er anti-aliasing wordt toegepast.
PHOTOSHOP CS3 316 Handboek De naam van een vooraf ingesteld penseel wijzigen Voer een van de volgende handelingen uit: • Selecteer een penseel in de voorinstellingenkiezer voor penselen of het palet Penselen en kies Naam van penseel wijzigen in het paletmenu. Typ een nieuwe naam voor het penseel en klik op OK. • Wanneer de penselen als miniaturen worden weergegeven in het palet Penselen, dubbelklikt u op een penseel, typt u een nieuwe naam en klikt u op OK.
PHOTOSHOP CS3 317 Handboek ABC F G D H E Palet Penselen met opties voor de vorm van het penseeluiteinde A. Vergrendeld B. Niet vergrendeld C. Geselecteerd penseeluiteinde D. Penseelinstellingen E. Voorvertoning van penseelstreek F. popupmenu G. Vormen voor penseeluiteinden (beschikbaar als de optie Vorm penseeluiteinde is geselecteerd) H.
PHOTOSHOP CS3 318 Handboek • “Penseelopties voor structuur” op pagina 323 • “Secundaire penselen” op pagina 324 • “Penseelopties voor kleurdynamiek” op pagina 324 • “Penseelopties voor andere soorten dynamiek” op pagina 325 • “Andere penseelopties” op pagina 326 5 Als u de vormkenmerken van het penseeluiteinde wilt vergrendelen, klikt u op het ontgrendelingspictogram het uiteinde wilt ontgrendelen, klikt u op het vergrendelingspictogram . .
PHOTOSHOP CS3 319 Handboek A B C Penseeluiteinde omdraaien op de Y-as A. Penseeluiteinde in de standaardpositie B. Y omdraaien geselecteerd C. Y omdraaien en X omdraaien geselecteerd Hoek Met deze optie geeft u de hoek op waaronder de lange zijde van een ellipsvormig penseel of een op een monster gebaseerd penseel wordt geroteerd ten opzichte van de horizontale as. Typ een waarde in graden of sleep de horizontale as in het voorvertoningsvak.
PHOTOSHOP CS3 320 Handboek Een hoge waarde voor afstand zorgt ervoor dat het penseel ’overslaat’ Als u een vooraf ingesteld penseel gebruikt, kunt u op de toets , (een komma) drukken om de breedte van het penseel te verkleinen en op de toets . (een punt) om de breedte van het penseel te vergroten. Bij harde ronde, zachte ronde en kalligrafische penselen kunt u op Shift+, drukken om het penseel zachter te maken en op Shift+. om het penseel harder te maken.
PHOTOSHOP CS3 321 Handboek Penseelstreken zonder vormdynamiek en met vormdynamiek Grootte - jitter en Besturingselement Hiermee geeft u de variatie op van de grootte van de streeksporen in een penseelstreek. Zie “Penseelopties voor dynamiek toevoegen” op pagina 320 voor meer informatie. Als u het maximale jitterpercentage wilt opgeven, typt u een getal of sleept u de schuifregelaar om een waarde op te geven.
PHOTOSHOP CS3 322 Handboek • Pendruk, Hoek van pen, Pendrukschijf, Rotatie Hiermee kunt de ronding van de streeksporen aangeven tussen 100% en de minimumronding, gebaseerd op de druk van de pen, de hoek van de pen, de positie van de draaischijf van de pen of de rotatie van de pen. Minimumronding Hiermee geeft u de minimumronding voor streeksporen op als Ronding - jitter of Besturingselement is ingeschakeld.
PHOTOSHOP CS3 323 Handboek Zie ook “Penseelopties voor dynamiek toevoegen” op pagina 320 “Penseel maken en tekenopties instellen” op pagina 317 Penseelopties voor structuur Als u een structuurpenseel gebruikt, worden de penseelstreken van een patroon voorzien, zodat het lijkt of deze op canvas met een structuur zijn aangebracht. Penseelstreken zonder structuur (links) en met structuur (rechts) Klik op het voorbeeldpatroon en selecteer een patroon in het pop-uppalet.
PHOTOSHOP CS3 324 Handboek Zie ook “Penseelopties voor dynamiek toevoegen” op pagina 320 “Penseel maken en tekenopties instellen” op pagina 317 Secundaire penselen Als u een secundair penseel gebruikt, worden met twee uiteinden streeksporen aangebracht. De structuur van het secundaire penseel wordt toegepast binnen de penseelstreek van het primaire penseel en alleen de gebieden waar de twee penseelstreken elkaar snijden, worden getekend.
PHOTOSHOP CS3 325 Handboek Als u een percentage wilt opgeven waarmee de kleur van de verf kan variëren, typt u een getal of sleept u de schuifregelaar om een waarde op te geven. Als u wilt opgeven hoe de variatie van de kleur van de streeksporen wordt bepaald, kiest u een optie in het pop-upmenu Besturingselement: • Uit Hiermee geeft u aan dat de variatie van de kleur van de streeksporen niet hoeft te worden bepaald.
PHOTOSHOP CS3 326 Handboek Stroom - jitter en Besturingselement Hiermee geeft u op hoe de stroom van de verf varieert in een penseelstreek, met als maximum de stroomwaarde die is opgegeven in de optiebalk. Als u een percentage wilt opgeven waarmee de stroom van de verf kan variëren, typt u een getal of sleept u de schuifregelaar om een waarde op te geven.
PHOTOSHOP CS3 327 Handboek 2 Klik op de tab Penselen om het palet Penselen weer te geven op de voorgrond of klik op Venster > Penselen als het palet niet is geopend. 3 Als u wilt dat de grootte van het uiteinde van een gereedschap verandert afhankelijk van de druk, selecteert u Vormdynamiek (klik op het woord, niet alleen op het selectievakje) in het palet Penselen. Kies vervolgens Pendruk in het pop-upmenu Besturingselement onder de schuifregelaar Grootte - jitter.
PHOTOSHOP CS3 328 Handboek Donkerder In deze modus wordt op basis van de kleurinformatie in elk kanaal de basiskleur of de werkkleur geselecteerd als eindkleur. De donkerste van de twee kleuren wordt gebruikt. Pixels die lichter zijn dan de werkkleur worden vervangen en pixels die donkerder zijn dan de werkkleur blijven ongewijzigd. Vermenigvuldigen In deze modus wordt op basis van de kleurinformatie in elk kanaal de waarde van de basiskleur vermenigvuldigd met de waarde van de werkkleur.
PHOTOSHOP CS3 329 Handboek Puntlicht In deze modus worden de kleuren vervangen, afhankelijk van de werkkleur. Als de werkkleur (de lichtbron) lichter is dan 50% grijs, worden pixels die donkerder zijn dan de werkkleur vervangen en blijven pixels die lichter zijn dan de werkkleur ongewijzigd. Als de werkkleur donkerder is dan 50% grijs, worden pixels die lichter zijn dan de werkkleur vervangen en blijven pixels die donkerder zijn dan de werkkleur ongewijzigd.
PHOTOSHOP CS3 330 Handboek Originele afbeelding Normaal, dekking 100% Normaal, dekking 50% Verspreiden, dekking 50% Achter Wissen Donkerder Vermenigvuldigen Kleur doordrukken Lineair doordrukken Lichter Raster Kleur tegenhouden Lineair tegenhouden (toevoegen) Bedekken Zwak licht Fel licht Intens licht Lineair licht Puntlicht Hard mengsel Verschil Uitsluiting Kleurtoon
PHOTOSHOP CS3 331 Handboek Verzadiging Fontkleur Lichtsterkte, 80% dekking Lichtere kleur Donkerdere kleur Verlopen Een verloopvulling aanbrengen Met het gereedschap Verloop kunt u verschillende kleuren geleidelijk in elkaar laten overgaan. U kunt kiezen uit een aantal vooraf ingestelde verloopvullingen, maar u kunt ook zelf een vulling maken. Opmerking: U kunt het gereedschap Verloop niet gebruiken met geïndexeerde-kleur- of bitmapafbeeldingen.
PHOTOSHOP CS3 332 Handboek • Selecteer Dithering als u een vloeiender verloop met minder zichtbare overgangen wilt maken. • Selecteer Transparantie als u een transparantiemasker voor de verloopvulling wilt gebruiken. (Zie “De transparantie instellen voor een verloop” op pagina 334.) 6 Plaats de cursor op de gewenste positie voor het beginpunt van het verloop en sleep totdat de cursor op het gewenste eindpunt staat.
PHOTOSHOP CS3 333 Handboek Overzicht van de Verloopbewerker Met het dialoogvenster Verloopbewerker kunt u zelf nieuwe verlopen maken door een kopie van een bestaand verloop te bewerken. U kunt ook extra kleuren in het verloop opnemen en op die manier overgangen maken die uit meer dan twee kleuren bestaan. A B C D E Verloopbewerker, dialoogvenster A. Het menu Palet B. Dekkingstop C. Kleurstops D. Waarden aanpassen of de geselecteerde dekking- of kleurstop verwijderen E.
PHOTOSHOP CS3 334 Handboek 10 Als u extra tussenliggende kleuren wilt toevoegen aan een verloop, klikt u onder de verloopbalk om nog een kleurstop te definiëren. Volg dezelfde procedure als bij begin- en eindpunt om de kleur, de locatie en het middenpunt voor de tussenkleur vast te leggen. 11 Als u de kleurstop die u bewerkt, wilt verwijderen, klikt u op Verwijderen of sleept u de stop net zover naar beneden tot deze verdwijnt.
PHOTOSHOP CS3 335 Handboek A B C Ruisverloop met verschillende waarden voor ruwheid. A. 10% ruwheid B. 50% ruwheid C. 90% ruwheid 1 Selecteer het gereedschap Verloop . 2 Klik in het verloopvoorbeeld in de optiebalk om het dialoogvenster Verloopbewerker te openen. 3 Als u het nieuwe verloop op basis van een bestaand verloop wilt maken, selecteert u een verloop in het gedeelte Voorinstellingen van het dialoogvenster. 4 Kies Ruis in het pop-upmenu Verlooptype.
PHOTOSHOP CS3 336 Handboek 7 Selecteer Aangrenzend als u alleen de pixels wilt vullen die direct grenzen aan de pixel waarop u klikt. Selecteer deze optie niet als u alle overeenkomende pixels in de afbeelding wilt vullen. 8 Selecteer Alle lagen als u wilt dat pixels worden gevuld op basis van de verzamelde kleurinformatie uit alle zichtbare lagen. 9 Selecteer het deel van de afbeelding dat u wilt vullen.
PHOTOSHOP CS3 337 Handboek 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Kies Bewerken > Vullen. Kies bij Gebruik in het dialoogvenster Vullen de optie Patroon, selecteer een patroon in het pop-uppalet en klik op OK. Als de optie Patroon grijs wordt weergegeven, moet u eerst een patroonbibliotheek laden. • Selecteer het gereedschap Emmertje . Kies Patroon in het pop-upmenu Vullen in de optiebalk en selecteer een patroon in het pop-uppalet Patroon.
PHOTOSHOP CS3 338 Handboek 7 Stel de plaats voor de lijn ten opzichte van het kader in door Binnen, Midden of Buiten te kiezen. Pas de andere instellingen naar wens aan en klik op OK. Photoshop maakt de omlijning met de kleur- en lijninstellingen die u hebt opgegeven.
PHOTOSHOP CS3 339 Handboek • Kies een bibliotheekbestand (onder aan het paletmenu). Klik op OK om de huidige lijst te vervangen of op Toevoegen om de bibliotheek aan de huidige lijst toe te voegen. Een set vooraf ingestelde patronen opslaan als bibliotheek 1 Kies Patronen opslaan in het menu van het pop-uppalet Patroon. 2 Kies een locatie voor de bibliotheek met patronen, voer een bestandsnaam in en klik op Opslaan. U kunt de bibliotheek opslaan op een willekeurige locatie.
PHOTOSHOP CS3 340 Handboek Opmerking: U kunt ook de gereedschappen Zoomen en Handje gebruiken om door het voorvertoningsgebied te navigeren. Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt in combinatie met het gereedschap Zoomen om de afbeelding uit te zoomen. Het vergrotingspercentage wordt onder aan het dialoogvenster weergegeven. 4 Geef de grootte van de tegel op. • Geef de afmetingen in pixels op in de vakken Breedte en Hoogte.
341 Hoofdstuk 12: Tekenen Met de tekengereedschappen (de pen en de vormgereedschappen) kunt u vectorvormen maken en bewerken. U kunt werken met vormen in vormlagen en met vormen als paden; bovendien kunt u in pixels omgezette vormen maken en deze vervolgens bewerken met de tekengereedschappen. Met de tekengereedschappen kunt u snel knoppen, navigatiebalken en andere onderdelen van webpagina’s maken.
PHOTOSHOP CS3 342 Handboek Vullen met pixels Hiermee tekent u direct op een laag, net zoals met een tekengereedschap. Wanneer u in deze modus werkt, maakt u rasterafbeeldingen in plaats van vectorafbeeldingen. U werkt met vormen en tekent net zoals bij rasterafbeeldingen. Alleen de vormgereedschappen werken in deze modus. A B C Tekenopties A. Vormlagen B. Paden C. Vullen met pixels Vormen tekenen Een vorm maken op een vormlaag 1 Selecteer een vorm- of een pengereedschap.
PHOTOSHOP CS3 343 Handboek Zie ook “Vormen bewerken” op pagina 344 “Teken- en tekstgereedschappengalerie” op pagina 27 Meerdere vormen op een laag tekenen U kunt verschillende vormen op een laag tekenen of de opties Toevoegen, Aftrekken, Doorsnede of Uitsluiten gebruiken om de huidige vorm in de laag te wijzigen. 1 Selecteer de laag waaraan u vormen wilt toevoegen. 2 Selecteer een tekengereedschap en stel gereedschapspecifieke opties in (zie “Opties voor vormgereedschappen” op pagina 345).
PHOTOSHOP CS3 344 Handboek Een aangepaste vorm tekenen U kunt aangepaste vormen tekenen door de vormen in het pop-uppalet Aangepaste vormen te gebruiken. U kunt ook een vorm of een pad opslaan voor gebruik als een aangepaste vorm. 1 Selecteer het gereedschap Aangepaste vormen . 2 Kies een aangepaste vorm in het pop-uppalet Vorm in de optiebalk. Als u de gewenste vorm niet kunt vinden in het palet, klikt u op de pijl in de rechterbovenhoek van het palet en kiest u een andere categorie voor vormen.
PHOTOSHOP CS3 345 Handboek • Als u een vorm wilt opvullen met een patroon of verloop, selecteert u een vormlaag in het palet Lagen en kiest u Laag > Laaginhoud wijzigen > Verloop en stelt u de verloopopties in. • Als u een vorm wilt opvullen met een patroon of verloop, selecteert u een vormlaag in het palet Lagen en kiest u Laag > Laaginhoud wijzigen > Patroon en stelt u de patroonopties in.
PHOTOSHOP CS3 346 Handboek Onbeperkt Hiermee kunt u de breedte en hoogte van een rechthoek, afgeronde rechthoek, ovaal of aangepaste vorm bepalen door te slepen. Dikte Hiermee bepaalt u de breedte van een lijn in pixels. Tekenen met de pengereedschappen Informatie over de pengereedschappen Photoshop biedt meerdere pengereedschappen.
PHOTOSHOP CS3 347 Handboek Het laatste ankerpunt dat u toevoegt, wordt altijd als een effen vierkantje weergegeven, waarmee wordt aangegeven dat het ankerpunt is geselecteerd. Zodra u het volgende ankerpunt toevoegt, wordt de selectie van het vorige ankerpunt opgeheven en wordt een leeg vierkantje weergegeven. 5 Voltooi het pad op een van de volgende manieren: • Plaats het gereedschap Pen op het eerste (lege) ankerpunt om het pad te sluiten.
PHOTOSHOP CS3 348 Handboek A B C Het tweede punt in een curve tekenen A. Beginnen met het slepen van het tweede boogpunt B. Wegslepen van de vorige richtingslijn af, waardoor een curve in de vorm van een C ontstaat C. Resultaat nadat u de muisknop loslaat. • Als u een curve in de vorm van een S wilt maken, sleept u in dezelfde richting als die van de vorige richtingslijn. Laat vervolgens de muisknop los. A B C Een S-curve tekenen A. Beginnen met het slepen van een nieuw boogpunt B.
PHOTOSHOP CS3 349 Handboek • Als u een pad geopend wilt houden, houdt u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klikt u op een willekeurige plaats uit de buurt van de objecten. Als u het pad geopend wilt houden, kunt u ook een ander gereedschap selecteren of Selecteren > Selectie opheffen in Illustrator of Bewerken > Alles deselecteren kiezen in InDesign. Rechte lijnen tekenen, gevolgd door curven 1 Klik met het gereedschap Pen op hoekpunten op twee plaatsen om een recht segment te maken.
PHOTOSHOP CS3 350 Handboek 2 Plaats het gereedschap Pen opnieuw, sleep dit om een curve met een tweede boogpunt te maken, druk vervolgens op Alt (Windows) of Option (Mac OS) en sleep de richtingslijn naar het andere uiteinde om de helling van de volgende curve in te stellen. Laat de toets en de muisknop los. Het boogpunt wordt nu omgezet in een hoekpunt door de richtingslijnen te splitsen.
PHOTOSHOP CS3 351 Handboek • Als u met een drukgevoelig tekentablet werkt, kunt u Pendruk in- of uitschakelen. Wanneer deze optie is ingeschakeld, neemt de breedte af bij een hogere pendruk. 2 Klik in de afbeelding om het eerste fixeerpunt te plaatsen. 3 Als u een segment uit de vrije hand wilt tekenen, verplaatst u de aanwijzer of sleept u langs de rand die u wilt volgen. Het laatst gemaakte segment van de rand blijft actief.
PHOTOSHOP CS3 352 Handboek De selectie van een pad opheffen ❖ Klik op een leeg gebied in het palet Paden of druk op Esc. De grootte van padminiaturen wijzigen Kies Paletopties in het menu van het palet Paden en selecteer een formaat. Selecteer Geen om de weergave van miniaturen uit te schakelen. De stapelvolgorde van een pad wijzigen ❖ Selecteer het pad in het palet Paden en sleep het pad omhoog of omlaag. Laat de muisknop los zodra de dikke zwarte lijn op de gewenste plaats staat.
PHOTOSHOP CS3 353 Handboek Opmerking: Paden in indelingen die hier niet staan vermeld, gaan meestal verloren bij de overgang van Mac OS naar Windows en weer terug naar Mac OS. Een tijdelijk pad opslaan • Als u het pad wilt opslaan zonder een nieuwe naam op te geven, sleept u de naam van het tijdelijke pad naar de knop Nieuw pad maken onder in het palet Paden.
PHOTOSHOP CS3 354 Handboek Vloeiend punt en hoekpunt Wanneer u een richtingslijn op een vloeiend punt zet, worden de gebogen segmenten aan beide zijden van het punt tegelijk aangepast. Wanneer u echter een richtingslijn op een hoekpunt zet, wordt alleen de curve aangepast aan de kant van de punt waar de richtingslijn zich bevindt. Aanpassing van een vloeiend punt en een hoekpunt Een pad hoeft niet te bestaan uit één hele reeks met elkaar verbonden segmenten.
PHOTOSHOP CS3 355 Handboek Trek slepend een selectiekader om segmenten te selecteren. 2 Als u meer padcomponenten of segmenten wilt selecteren, kiest u het gereedschap Padselectie of Direct selecteren. Vervolgens houdt u Shift ingedrukt terwijl u extra paden of segmenten selecteert. Wanneer u Direct selecteren hebt gekozen, kunt u het hele pad of de padcomponent selecteren door Alt (Windows) of Option (Mac OS) te kiezen en te klikken in het pad.
PHOTOSHOP CS3 356 Handboek 2 Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u de positie van het segment wilt veranderen, sleept u het segment. Houd Shift ingedrukt en sleep om de aanpassing tot stappen van 45 graden te beperken. Selecteer het curvesegment door er op te klikken. Verander door te slepen. • Als u de vorm van het segment aan een van beide zijden van een geselecteerd ankerpunt wilt wijzigen, sleept u het ankerpunt of de richtingspunt.
PHOTOSHOP CS3 357 Handboek 3 Voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op een eindpunt op het andere pad om het pad met het andere open pad te verbinden. Als u het gereedschap Pen precies op het eindpunt van het andere pad hebt geplaatst, staat er een klein samenvoegsymbool naast de aanwijzer.
PHOTOSHOP CS3 358 Handboek Een pad of padcomponent verplaatsen 1 Selecteer de naam van het pad in het palet Paden en selecteer het pad in de afbeelding met behulp van het gereedschap Padselectie . Als u meerdere padcomponenten wilt selecteren, houdt u Shift ingedrukt en klikt u op elke padcomponent die u aan de selectie wilt toevoegen. 2 Sleep het pad naar de nieuwe locatie. Als u een gedeelte van een pad buiten het canvas sleept, blijft het niet-zichtbare deel van het pad wel beschikbaar.
PHOTOSHOP CS3 359 Handboek • Selecteer in het bronbestand de naam van het pad in het palet Paden en kies Bewerken > Kopiëren om het pad te kopiëren. Ga naar de doelafbeelding en kies Bewerken > Plakken. Op deze manier kunt u ook paden in dezelfde afbeelding combineren. • Als u de padcomponent in de doelafbeelding wilt plakken, selecteert u de padcomponent in de bronafbeelding en kiest u Bewerken > Kopiëren. Ga naar de doelafbeelding en kies Bewerken > Plakken.
PHOTOSHOP CS3 360 Handboek 2 Selecteer het gereedschap Pen, Ankerpunt toevoegen of Ankerpunt verwijderen. 3 Plaats de aanwijzer op een padsegment en klik om een ankerpunt toe te voegen. Plaats de aanwijzer op een padsegment en klik om een ankerpunt te verwijderen. In Illustrator kunt u ankerpunten aan een pad toevoegen door het object te selecteren en Object > Pad > Ankerpunten toevoegen te kiezen.
PHOTOSHOP CS3 361 Handboek • U zet een boogpunt om in een hoekpunt met onafhankelijke richtingslijnen door een van de richtingspunten te slepen. Een boogpunt in een hoekpunt omzetten Zie ook “Padsegmenten, componenten en punten” op pagina 353 Paden omzetten in selectiekaders en omgekeerd Paden omzetten in selectiekaders Met paden krijgt u vloeiende omtrekken die u kunt omzetten in nauwkeurige selectiekaders.
PHOTOSHOP CS3 362 Handboek Doorsnede met selectie Hiermee selecteert u het gemeenschappelijke gebied van het pad en de oorspronkelijke selectie. Als het pad en de selectie elkaar niet overlappen, wordt er niets geselecteerd. 5 Klik op OK. Een selectie omzetten in een pad Elke selectie die met een selectiegereedschap is aangebracht, kan worden omgezet in een pad. De opdracht Tijdelijk pad maken verwijdert alle doezelaareffecten uit de selectie. Ook de vorm van de selectie kan veranderen.
PHOTOSHOP CS3 363 Handboek • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleep het pad naar de knop Pad vullen. • Kies Pad vullen in het menu van het palet Paden. Als het geselecteerde pad een padcomponent is, verandert deze opdracht in Subpad vullen. 3 Kies de inhoud van de opvulling bij Gebruik. (Zie “Een selectie of laag vullen met een kleur” op pagina 336.) 4 Geef een dekking op voor de vulling. Gebruik een laag percentage als u een transparante vulling wenst.
PHOTOSHOP CS3 364 Handboek 3 Voer een van de volgende handelingen uit om het pad te omlijnen: • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op de knop Pad omlijnen onder in het palet Paden. • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleep het pad naar de knop Pad omlijnen. • Kies Pad omlijnen in het menu van het palet Paden. Als het geselecteerde pad een padcomponent is, verandert deze opdracht in Subpad omlijnen.
365 Hoofdstuk 13: Filters U kunt filters gebruiken om speciale effecten toe te passen op afbeeldingen of om veel voorkomende bewerkingstaken uit te voeren, zoals het verscherpen van foto's. In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de Photoshop-filters. Ook wordt uitgelegd hoe u deze filters kunt toepassen op afbeeldingen. In andere hoofdstukken wordt alomvattende informatie over het gebruik van bepaalde filters verschaft.
PHOTOSHOP CS3 366 Handboek Een filter toepassen via het menu Filter U kunt het filter toepassen op een actieve laag of op een slim object. Filters die op slimme objecten worden toegepast, zijn niet-destructief en kunnen op ieder gewenst moment worden aangepast. 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u een filter op een gehele laag wilt toepassen, moet u controleren of de laag actief is of geselecteerd is.
PHOTOSHOP CS3 367 Handboek A B C D E F G H I J Het dialoogvenster Filtergalerie A. Voorvertoning B. Filtercategorie C. Miniatuur van geselecteerd filter D. Miniaturen van filters weergeven/verbergen E. Filters popupmenu F. Opties voor geselecteerd filter G. Lijst met filtereffecten om toe te passen of te rangschikken H. Filtereffect dat is geselecteerd maar niet is toegepast I. Filtereffecten die achtereenvolgens worden toegepast maar niet zijn geselecteerd J.
PHOTOSHOP CS3 368 Handboek 2 Kies Filter > Filtergalerie. 3 Klik op een filternaam om het eerste filter toe te voegen. Mogelijk moet u op het omgekeerde driehoekje naast de filtercategorie klikken om een lijst met filters weer te geven. Als het filter is toegevoegd, verschijnt deze in de lijst met toegepaste filters rechts onderin het dialoogvenster Filtergalerie. 4 Voer waarden in of selecteer opties voor het filter dat u hebt geselecteerd.
PHOTOSHOP CS3 369 Handboek Filters op lagen toepassen U kunt filters op afzonderlijke lagen toepassen of een effect opbouwen door filters op diverse achtereenvolgende lagen toe te passen. Om een filter effect te laten hebben op een laag, moet de laag zichtbaar zijn en pixels bevatten - bijvoorbeeld een neutrale vulkleur.
PHOTOSHOP CS3 370 Handboek Overzicht van de filtereffecten Artistieke filters Met filters uit het submenu Artistiek kunt u schilderachtige en artistieke effecten bereiken voor een kunstzinnig of commercieel project. Het filter Knipsel bijvoorbeeld, gebruikt u voor het maken van collages of typografie. Deze filters repliceren natuurlijke of traditionele media-effecten. Alle artistieke filters kunnen worden toegepast met de Filtergalerie.
PHOTOSHOP CS3 371 Handboek Vervagingsfilters Met vervagingsfilters maakt u een selectie of een gehele afbeelding zachter. Vervagingsfilters zijn nuttig bij het retoucheren. Ze maken overgangen vloeiend door het gemiddelde te nemen van de pixels naast de harde randen van gedefinieerde lijnen en schaduwpartijen in een afbeelding. Voor (links) en na (rechts) met het filter Vage lens. De achtergrond wordt vervaagd maar de voorgrond blijft scherp.
PHOTOSHOP CS3 372 Handboek voor de volledige selectie (Normaal), of voor de randen van de kleurovergangen (Alleen rand en Bedekking rand) instellen. In gedeelten met veel contrast kunt u met Alleen rand zwart-witte randen en met Bedekking rand een witte rand toepassen. Oppervlak vervagen Hierbij wordt een afbeelding vervaagd zonder de randen te beïnvloeden. Dit filter is handig voor het maken van speciale effecten en voor het verwijderen van ruis of korreligheid.
PHOTOSHOP CS3 373 Handboek Oceaanrimpel Hiermee voegt u een willekeurige rimpeling toe aan het oppervlak van de afbeelding zodat het lijkt of deze onder water ligt. Kneep Met dit filter wordt een selectie samengedrukt. Met een positieve waarde tot 100% verschuift u de selectie naar het midden, met een negatieve waarde tot -100% verschuift u de selectie naar buiten.
PHOTOSHOP CS3 374 Handboek veel van aangrenzende pixels verschillen, en vervangt de middelste pixel met de mediaanhelderheidswaarde van de gezochte pixels. Dit filter is nuttig om het effect van beweging in een afbeelding te elimineren of te reduceren. Ruis reduceren Hiermee reduceert u ruis terwijl de randen onaangetast blijven, afhankelijk van de gebruikersinstellingen die effect hebben op de hele afbeelding of afzonderlijke kanalen.
PHOTOSHOP CS3 375 Handboek Probeer een aanpassingslaag met een verlooptoewijzing toe te passen om de vezels te vullen met kleur. Zon Dit filter simuleert de refractie die wordt veroorzaakt wanneer een helder licht in de cameralens schijnt. Geef een locatie voor het midden van de zon op door ergens in de miniatuur van de afbeelding te klikken of door het dradenkruis te slepen.
PHOTOSHOP CS3 376 Handboek Grafische pen Hiermee maakt u dunne, lineaire inktlijnen om de details van de oorspronkelijke afbeelding te benadrukken. Het effect is vooral indrukwekkend bij gescande afbeeldingen. Het filter vervangt de kleur in de oorspronkelijke afbeelding en geeft de inkt in de voorgrondkleur en het papier in de achtergrondkleur weer. Halftoonraster Het filter simuleert het effect van een halftoonraster terwijl het continue toonbereik behouden blijft.
PHOTOSHOP CS3 377 Handboek afbeelding, waarbij de versie met tegels op de oorspronkelijke afbeelding wordt geplaatst en een deel van de oorspronkelijke afbeelding onder de tegelranden zichtbaar is. Omtreklijn Zoekt naar de overgangen van de helderste gebieden en voorziet deze van een dunne contour voor elk kleurkanaal, voor een effect dat identiek is aan de lijnen in een contourkaart. Zie “Het filter Omtreklijn toepassen” op pagina 380.
PHOTOSHOP CS3 378 Handboek Het is handig om het filter Hooglichten op een afbeelding met continue tonen toe te passen voordat u de opdracht Drempel gebruikt of de afbeelding in de bitmapmodus omzet. Het filter is handig om lijntekeningen en grote zwart-witte gebieden uit gescande afbeeldingen te halen. Maximaal en Minimaal Deze filters zijn handig om maskers te wijzigen. Het filter Maximaal heeft het effect van toepassing van een inperking. Witte gebieden worden uitgebreid en zwarte gebieden ingeperkt.
PHOTOSHOP CS3 379 Handboek 3 Sleep de schuifregelaar Schaal om de grootte van het structuurpatroon te vergroten of te verkleinen. 4 Sleep de regelaar bij Reliëf (indien beschikbaar) om de diepte van het oppervlak van de structuur aan te passen. 5 Selecteer Omkeren om de schaduwen en de hooglichten in de structuur om te keren. 6 Geef (indien beschikbaar) onder Licht de richting van de lichtbron op de afbeelding aan.
PHOTOSHOP CS3 380 Handboek 4 Kies Beeld omslaan of Hoekpixels herhalen om te bepalen hoe niet-vervormde gebieden van de afbeelding moeten worden behandeld. 5 Klik op OK. 6 Selecteer en open de verplaatsingsafbeelding. De vervorming wordt op de afbeelding toegepast. Het filter Kleur halftoon toepassen 1 Kies Filter > Pixel > Kleur halftoon. 2 Voer een waarde in pixels in voor de maximumstraal van een halftoonstip, van 4 tot en met 127.
PHOTOSHOP CS3 381 Handboek Een eigen filter maken 1 Kies Filter > Overige > Aangepast. Het dialoogvenster Aangepast geeft een raster van tekstvakken weer waarin u numerieke waarden kunt invoeren. 2 Selecteer het middelste tekstvak, waarin de pixel wordt weergegeven die wordt geëvalueerd. Voer de waarde in waarmee u de helderheidswaarde van die pixel wilt vermenigvuldigen, van -999 tot en met +999. 3 Selecteer een tekstvak dat een aangrenzende pixel weergeeft.
PHOTOSHOP CS3 382 Handboek Typen belichtingseffecten U kunt diverse belichtingstypen kiezen: Universeel Hierbij schijnt er licht in alle richtingen vanaf direct boven de afbeelding, net als bij een lamp boven een stuk papier. Gericht Hierbij schijnt het licht van ver af zodat de hoek van het licht niet verandert, net als bij de zon. Spot Hierbij wordt een elliptische lichtbundel op de afbeelding geworpen.
PHOTOSHOP CS3 383 Handboek Stijlen Belichtingseffecten In het menu Stijl in het dialoogvenster Belichtingseffecten kunt u kiezen uit 17 lichtstijlen. U kunt ook een eigen belichtingsstijl maken door lichten aan de standaardinstelling toe te voegen. Bij het filter Belichtingseffecten dient u minimaal één lichtbron te gebruiken. U kunt slechts één licht tegelijkertijd bewerken, maar het effect wordt gegenereerd met alle toegevoegde lichten.
PHOTOSHOP CS3 384 Handboek De optie Structuurkanaal gebruiken in het dialoogvenster Belichtingseffecten Met Structuurkanaal in het dialoogvenster Belichtingseffecten kunt u belichtingseffecten bepalen aan de hand van grijswaardenafbeeldingen (de zogenaamde grijsstructuren) die u als alfakanalen toevoegt aan uw afbeelding. U kunt iedere willekeurige grijswaardenafbeelding als een alfakanaal toevoegen aan uw afbeelding, maar u kunt ook een nieuw alfakanaal maken en daar structuur aan toevoegen.
385 Hoofdstuk 14: Tekst Tekst bestaat in Photoshop uit op vectoren gebaseerde omtrekken, ofwel wiskundig gedefinieerde vormen die de letters, cijfers en symbolen van een lettertype beschrijven. Veel lettertypen zijn beschikbaar in verschillende opmaken, en de meest gebruikte opmaken zijn: Type 1 (ook wel PostScript-lettertypen genoemd), TrueType, OpenType, New CID en nietbeveiligde CID (alleen Japans).
PHOTOSHOP CS3 386 Handboek • Alineatekst werkt met grenzen voor de horizontale of verticale doorloop van tekens. Het invoeren van tekst op deze manier is handig als u een of meer alinea's wilt maken, bijvoorbeeld voor een brochure. Tekst ingevoerd als punttekst (boven) en in een selectiekader (onder) • Tekst op een pad loopt langs de rand van een open of gesloten pad. Wanneer u horizontale tekst invoert, verschijnen er tekens langs een pad dat loodrecht op de basislijn staat.
PHOTOSHOP CS3 387 Handboek • Selecteer een gereedschap in de gereedschapset, klik in het palet Lagen, Kanalen, Paden, Handelingen, Historie of Stijlen, of selecteer een menuopdracht. Alineatekst invoeren Wanneer u alineatekst invoert, lopen de regels met tekst door om binnen de afmetingen van het selectiekader te passen. U kunt verschillende alinea’s invoeren en opties voor alinea-uitvulling selecteren.
PHOTOSHOP CS3 388 Handboek Tekst schuintrekken met een selectiekader • Als u de tekst wilt schalen tijdens het aanpassen van de grootte van het selectiekader, houdt u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt terwijl u een hoekgreep sleept. • Als u de grootte van het selectiekader wilt wijzigen vanuit het middelpunt, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en sleept u een hoekgreep.
PHOTOSHOP CS3 389 Handboek Gekrulde of rechte aanhalingstekens opgeven Typografische aanhalingstekens, ook vaak gekrulde aanhalingstekens genoemd, passen bij de rondingen van het lettertype. Typografische aanhalingstekens worden gewoonlijk gebruikt voor aanhalingstekens en apostrofs. Rechte aanhalingstekens worden gewoonlijk gebruikt als afkortingen voor foot en inches. 1 Kies Bewerken > Voorkeuren > Tekst (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Tekst (Mac OS).
PHOTOSHOP CS3 390 Handboek 2 (Optioneel) Geef tekstlagen weer of ontgrendel deze. Als u de opdracht Spelling controleren kiest, worden verborgen of vergrendelde tekstlagen niet gecontroleerd. 3 Voer een van de volgende handelingen uit: • Selecteer een tekstlaag. • Als u de spelling van specifieke tekst wilt controleren, selecteert u de tekst. • Als u een woord wilt controleren, plaatst u een invoegpunt in het woord.
PHOTOSHOP CS3 391 Handboek Wijzigen/zoeken Als u hier op klikt, wordt de gevonden tekst vervangen door de nieuwe tekst en wordt de zoekactie vervolgd. Een taal toewijzen aan de tekst Photoshop maakt gebruik van woordenboeken voor verschillende talen om de woordafbreking te controleren. Deze woordenboeken worden ook gebruikt voor de spellingcontrole. Elk woordenboek bevat honderdduizenden woorden met standaardafbreking per lettergreep.
PHOTOSHOP CS3 392 Handboek Tekens opmaken Informatie over tekenopmaak U kunt tekstkenmerken instellen voordat u tekens invoert of de kenmerken wijzigen om het uiterlijk van geselecteerde tekens in een tekstlaag te wijzigen. U kunt afzonderlijke tekens pas opmaken nadat u ze hebt geselecteerd. U kunt één teken selecteren, een reeks tekens of alle tekens in een tekstlaag.
PHOTOSHOP CS3 393 Handboek A H B I C J D E K F G palet Teken A. Lettertypefamilie B. Tekengrootte C. Verticaal schalen D. Optie Tsume instellen E. Tekstspatiëring F. Basislijnverschuiving G. Taal H. Letterstijl I. Regelafstand J. Horizontale schaal K. Spatiëring Opmerking: U dient Aziatische tekstopties weergeven te selecteren in de voorkeuren voor Tekst om de optie Tsume instellen te laten verschijnen in het palet Teken. Aanvullende opdrachten en opties vindt u in het menu van het palet Teken.
PHOTOSHOP CS3 394 Handboek Als u een andere maateenheid wilt gebruiken, typt u de eenheid (in, cm, mm, pt, px of pica) achter de waarde in het tekstvak Lettergrootte instellen. Als u de maateenheid voor tekst wilt wijzigen, kiest u Bewerken > Voorkeuren > Eenheden & linialen (Windows) of Photoshop > Voorkeuren > Eenheden & linialen (Mac OS) en kiest u een maateenheid in het menu Tekst.
PHOTOSHOP CS3 395 Handboek Zie ook “Tekst invoeren” op pagina 385 “Informatie over tekenopmaak” op pagina 392 Tekst onderstrepen of doorhalen U kunt een streep plaatsen onder horizontale tekst of links of rechts van verticale tekst. U kunt ook een streep plaatsen door horizontale of verticale tekst. De streep heeft altijd dezelfde kleur als de tekst. ❖ Selecteer de tekst die u wilt onderstrepen of doorhalen. • Als u horizontale tekst wilt onderstrepen, klikt u op de knop Onderstrepen in het palet Teken.
PHOTOSHOP CS3 396 Handboek Lettertypen Informatie over lettertypen Een lettertype is een volledige set tekens (letters, cijfers en symbolen) met een gemeenschappelijke dikte, breedte en stijl, zoals 10-punts Adobe Garamond Bold. Lettertypesoorten (ook letterfamilies of lettertypefamilies genaamd) zijn lettertypeverzamelingen met een vergelijkbare vormgeving die in combinatie met elkaar worden gebruikt, zoals Adobe Garamond.
PHOTOSHOP CS3 397 Handboek In het menu Lettertypefamilie van het palet Teken en op de optiebalk ziet u voorvertoningen van de beschikbare lettertypen. U kunt een lettertypefamilie en -stijl kiezen door de naam in het tekstvak te typen. Terwijl u typt, verschijnt de naam van het eerste lettertype of de eerste stijl die met die letter begint. Ga door met typen totdat het gewenste lettertype of de juiste stijl wordt weergegeven.
PHOTOSHOP CS3 398 Handboek A B C Standaard- (links) en OpenType-fonts (rechts) A. Rangtelwoorden B. Handmatige ligaturen C. Golven OpenType-fonts kunnen over een uitgebreide tekenset en lay-outfuncties beschikken om meer taalkundige ondersteuning en geavanceerde typografische controle te kunnen bieden. OpenType-fonts van Adobe die met ondersteuning voor Centraal-Europese talen (CE) worden geleverd, hebben het woord "Pro" als een deel van hun fontnaam in toepassingsfontmenu's.
PHOTOSHOP CS3 399 Handboek Ornamenten Dit zijn sierelementen waarmee u een lettertypefamilie een persoonlijk karakter kunt geven. U kunt deze bijvoorbeeld gebruiken voor de versiering van titelpagina's, voor de beginletters van alinea's, voor het indelen van blokken tekst of als terugkerende randen en kaders. Rangtelwoorden Hiermee worden rangtelwoorden (bijv. 1ste en 2de) automatisch opgemaakt met superscripttekens.
PHOTOSHOP CS3 400 Handboek Het standaardpercentage voor automatische regelafstand wijzigen 1 Kies Uitvulling in het menu van het palet Alinea. 2 Geef bij Automatische regelafstand een nieuw standaardpercentage op. Teken- en tekstspatiëring Tekenspatiëring betekent het vergroten of verkleinen van de ruimte tussen specifieke letterparen. Tekstspatiëring is het vergroten of verkleinen van de ruimte tussen de tekens in geselecteerde tekst of in een volledig tekstblok.
PHOTOSHOP CS3 401 Handboek • Als u de tekenspatiëring handmatig wilt wijzigen, plaatst u het invoegsymbool tussen twee tekens en stelt u de gewenste waarde in voor de optie Tekenspatiëring in het palet Teken. (Als een tekstbereik is geselecteerd, kunt u de tekenspatiëring niet handmatig aanpassen. Gebruik in dat geval tekstspatiëring.) Druk op Alt+pijl links/rechts (Windows) of Option+pijl links/rechts (Mac OS) om de spatiëring tussen twee tekens te verkleinen of te vergroten.
PHOTOSHOP CS3 402 Handboek Tekst schalen en roteren De schaal van tekst wijzigen U kunt de proportie tussen de hoogte en breedte van tekst opgeven ten opzichte van de oorspronkelijke hoogte en breedte van de tekens. Niet-geschaalde tekens hebben een waarde van 100%. Sommige tekstfamilies beschikken over een zuiver verbreed lettertypet, dat is ontworpen met een grotere horizontale spreiding dan de onbewerkte tekststijl. Schalen leidt tot vervorming van tekst.
PHOTOSHOP CS3 403 Handboek Alinea’s opmaken Alinea's opmaken In het geval van punttekst vormt elke regel een afzonderlijke alinea. Bij alineatekst kan elke alinea meerdere regels bevatten, afhankelijk van de afmetingen van het selectiekader. U kunt alinea's selecteren en vervolgens het palet Alinea gebruiken om opmaakopties in te stellen voor één alinea, verschillende alinea’s of alle alinea’s in een tekstlaag. ❖ Selecteer het gereedschap Horizontale tekst of Verticale tekst .
PHOTOSHOP CS3 404 Handboek 2 Klik in het palet Alinea of op de optiebalk op een uitlijningsoptie. De opties voor horizontale tekst zijn: Tekst links uitlijnen Hiermee lijnt u tekst links uit en wordt voor de rechterzijde van de alinea vrije regelval gebruikt. Tekst centreren Hiermee lijnt u tekst op het midden uit en wordt voor zowel de linker- als de rechterzijde vrije regelval gebruikt.
PHOTOSHOP CS3 405 Handboek Woord- en letterspatiëring in uitgevulde tekst aanpassen U kunt de spatiëring tussen letters en woorden en de schaal van tekens nauwkeurig instellen. Het aanpassen van de spatiëring is vooral handig voor uitgevulde tekst, maar u kunt de spatiëring van niet-uitgevulde tekst ook aanpassen. 1 Selecteer de alinea's die u wilt aanpassen of selecteer een tekstlaag als u alle alinea's in die tekstlaag wilt aanpassen. 2 Kies Uitvulling in het menu van het palet Alinea.
PHOTOSHOP CS3 406 Handboek Hangende interpunctie opgeven voor Romeinse lettertypen Hangende interpunctie bepaalt de uitlijning van leestekens voor een bepaalde alinea. Als Romeinse hangende interpunctie is ingeschakeld, vallen de volgende tekens buiten de marges: enkele aanhalingstekens, dubbele aanhalingstekens, apostrofs, komma's, punten, koppeltekens, em-streepjes, en-streepjes, dubbele punten en puntkomma's. Als er een aanhalingsteken achter een leesteken staat, zijn beide tekens hangend.
PHOTOSHOP CS3 407 Handboek Limiet woordafbreking Hiermee geeft u het maximum aantal opeenvolgende regels op waarop afbreking mag worden toegepast. Zone voor woordafbreking Hiermee geeft u een afstand op vanaf de rechterrand van een alinea waarmee u een deel van de regel afbakent waar afbreken niet is toegestaan. Bij de instelling 0 zijn alle woordafbrekingen toegestaan. Deze optie geldt alleen wanneer u de Adobe Single-line Composer gebruikt.
PHOTOSHOP CS3 408 Handboek Als u een van deze methoden wilt kiezen, selecteert u de gewenste methode in het menu van het deelvenster Alinea. Om de methode op alle alinea's toe te passen, selecteert u eerst het tekstobject; om de methode alleen op de huidige paragraaf toe te passen, plaatst u eerst de cursor in die alinea. Teksteffecten instellen Informatie over teksteffecten U kunt verschillende bewerkingen uitvoeren op tekst om de weergave van tekst te wijzigen.
PHOTOSHOP CS3 409 Handboek Tekst invoeren langs een pad 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • Selecteer het gereedschap Horizontale tekst of Verticale tekst • Selecteer het gereedschap Masker voor Horizontale tekst . of Masker voor Verticale tekst 2 Plaats de aanwijzer zo dat de basislijnindicator van het gereedschap Tekst hebt geklikt, verschijnt een invoegpunt op het pad. . zich op het pad bevindt en klik.
PHOTOSHOP CS3 410 Handboek Tekst verdraaien en de verdraaiing van tekst ongedaan maken U kunt tekst verdraaien om een bepaald teksteffect te verkrijgen. U kunt tekst bijvoorbeeld verdraaien in de vorm van een boog of golf. De geselecteerde verdraaiing is een kenmerk van de tekstlaag. U kunt de verdraaiing van een laag op elk moment wijzigen om de vorm van de verdraaiing aan te passen. Verdraaiingsopties geven u nauwkeurige controle over de richting en het perspectief van het verdraaiingseffect.
PHOTOSHOP CS3 411 Handboek Opmerking: U kunt geen tijdelijke paden maken van lettertypen zonder omtrekgegevens (zoals bitmaplettertypen). Zie ook “Padsegmenten, componenten en punten” op pagina 353 Tekst omzetten in vormen Wanneer u tekst omzet in vormen, wordt de tekstlaag vervangen door een laag met een vectormasker. U kunt het vectormasker bewerken en stijlen op de laag toepassen. U kunt de tekens inde laag echter niet bewerken als tekst.
PHOTOSHOP CS3 412 Handboek Tekst vullen met een afbeelding U kunt tekst met een afbeelding vullen door een uitknipmasker toe te passen op een afbeeldingslaag die zich direct boven een tekstlaag in het palet Lagen bevindt. 1 Open het bestand met de afbeelding die u in de tekst wilt gebruiken. 2 Selecteer het gereedschap Horizontale tekst of Verticale tekst in de gereedschapset.
PHOTOSHOP CS3 413 Handboek 2 Kies een of meer van de volgende opties: Aziatische tekstopties weergeven Hiermee geeft u Aziatische tekstopties weer in het palet Teken en het palet Alinea. Lettertypenamen in het Engels weergeven Hiermee geeft u namen van Aziatische lettertypen weer in het Engels. Spatiëring verminderen rond Aziatische teksttekens Tsume zorgt ervoor dat de ruimte rond een teken met een opgegeven percentage wordt verkleind. Hierbij wordt het teken zelf niet uitgerekt of samengedrukt.
PHOTOSHOP CS3 414 Handboek Aziatische tekens uitlijnen Mojisoroe is de uitlijning van tekens in Aziatische tekst. Als een tekstregel tekens van verschillende grootten bevat, kunt u aangeven hoe u de tekst wilt uitlijnen ten opzichte van de grootste tekens op de regel: op de bovenkant, het midden of de onderkant van het em-vak (rechts, in het midden en links voor verticale kaders), op de Romeinse basislijn of op de bovenof onderkant van het ICF-vak (rechts of links voor de verticale kaders).
PHOTOSHOP CS3 415 Handboek 5 Voer een van de volgende handelingen uit: • (Windows) Selecteer in Speciale tekens de optie Geavanceerde weergave, kies Alle in het menu Groeperen op en kies Unicode bij Tekenset. A B Speciale tekens A. Het lettertypemenu B. Het selectievakje Geavanceerde weergave • (Mac OS) Selecteer Glyph in het menu Beeld van het Kotoeri-tekenpalet. A B C D Kotoeri-tekenpalet A. Het menu Weergave B. Het lettertypemenu C. Tekeninformatie D.
PHOTOSHOP CS3 416 Handboek Proportionele cijfers Hiermee vervangt u de glyph met halve breedte en de glyph met volledige breedte door de proportionele glyph. Kana Hiermee vervangt u de standaard Kana-glyph door de horizontaal geoptimaliseerde Kana-glyph voor een horizontale lay-out. De bereikte verschillen zijn echter vaak miniem. Romeins cursief Hiermee vervangt u de standaard proportionele glyph door de cursieve glyph.
PHOTOSHOP CS3 417 Handboek Set Mojikumi 3 en Set Mojikumi 4 Kinsoku shori-instellingen kiezen voor een alinea Kinsoku shori bepaalt regeleinden in Japanse tekst. Tekens die niet aan het begin of einde van een regel mogen voorkomen, worden kinsoku-tekens genoemd. Photoshop bevat Kinsoku-sets (Weak (zwak) en Maximum) die zijn gebaseerd op de Japanse industriestandaard (JIS) X 4051-1995. Zwakke Kinsoku-sets laten symbolen voor lange klinkers en kleine hiraganatekens weg.
PHOTOSHOP CS3 418 Handboek Eerst naar volgende regel Hiermee verplaatst u tekens naar de volgende regel om te voorkomen dat niet-toegestane tekens aan het eind of aan het begin van een regel komen te staan. Altijd naar volgende regel Hiermee verplaatst u altijd tekens naar de volgende regel om te voorkomen dat niet-toegestane tekens aan het eind of aan het begin van een regel komen te staan. Er wordt geen poging gedaan de tekst in te duwen. Een vinkje geeft aan welke optie is geselecteerd.
419 Hoofdstuk 15: Afbeeldingen opslaan en exporteren Adobe Photoshop ondersteunt een groot aantal bestandsindelingen voor een breed scala aan uitvoermogelijkheden. U kunt uw afbeeldingen in elk van deze formaten opslaan of exporteren. U kunt ook gebruikmaken van speciale Photoshopfuncties om informatie aan bestanden toe te voegen, meerdere paginalay-outs in te stellen en afbeeldingen in andere toepassingen te plaatsen.
PHOTOSHOP CS3 420 Handboek Zie ook “Een afbeelding dupliceren” op pagina 38 “Een Camera Raw-afbeelding opslaan in een andere indeling” op pagina 89 “Opname van een afbeelding maken” op pagina 51 Wijzigingen opslaan in het huidige bestand ❖ Selecteer Bestand > Opslaan. Een bestand opslaan onder een andere naam, in een andere indeling of op een andere locatie 1 Selecteer Bestand > Opslaan als.
PHOTOSHOP CS3 421 Handboek Kleine letters voor extensie Met deze optie worden voor de extensie kleine letters gebruikt. Opties voor bestandsextensies (Mac OS) Met deze opties stelt u in welke regels worden gehanteerd voor bestandsextensies. Selecteer Toevoegen als u de extensie voor het gekozen formaat aan de bestandsnaam wilt toevoegen en Kleine letters gebruiken als u wilt dat voor de extensie kleine letters worden gebruikt.
PHOTOSHOP CS3 422 Handboek Zie ook “Indeling voor grote documenten” op pagina 442 “Photoshop Raw-indeling” op pagina 440 “TIFF” op pagina 444 Photoshop-afbeeldingen testen voor mobiele apparaten met Adobe Device Central Device Central biedt Photoshop-gebruikers de mogelijkheid om vooraf te controleren hoe Photoshop-bestanden eruit zullen zien op een verscheidenheid aan mobiele apparaten.
PHOTOSHOP CS3 423 Handboek 11 Als u na het bekijken van de voorvertoning van het bestand in Device Central wijzigingen in het bestand wilt aanbrengen, gaat u terug naar Photoshop. 12 Breng de gewenste wijzigingen aan in het dialoogvenster Opslaan voor web en apparaten van Photoshop. Selecteer bijvoorbeeld een andere indeling of kwaliteit voor het exporteren. 13 Als u het bestand opnieuw wilt testen met de nieuwe exportinstellingen, klikt u op de knop Device Central.
PHOTOSHOP CS3 424 Handboek 2 In het dialoogvenster Adobe PDF opslaan kiest u een Adobe PDF-voorinstelling en geeft u op of het Photoshop PDFbestand op een desktopprinter of proofer moet worden afgedrukt, naar een professionele printer moet worden verzonden, verspreid moet worden via e-mail, op het web moet worden weergegeven, enzovoort. Zie “Adobe PDF-voorinstellingen” op pagina 424 voor meer informatie.
PHOTOSHOP CS3 425 Handboek Voorinstellingen worden standaard geïnstalleerd in de map Extras. Sommige van de hieronder vermelde voorinstellingen zijn pas beschikbaar wanneer u deze hebt verplaatst naar de map Settings. De mappen Extras en Settings bevinden zich gewoonlijk in (Windows Vista) ProgramData\Adobe\AdobePDF, (Windows XP) Documents and Settings\All Users\Application Data\Adobe\Adobe PDF of (Mac OS) Library/Application Support/Adobe PDF.
PHOTOSHOP CS3 426 Handboek Opmerking: Voordat u een Adobe PDF-bestand maakt voor verzending naar een commerciële drukker of een afdrukservicebureau, moet u weten wat de uitvoerresolutie en de overige instellingen zijn of vraagt u om een .joboptionsbestand met de aanbevolen instellingen. Mogelijk moet u de Adobe PDF-instellingen aanpassen voor een bepaald bureau en een eigen .joboptions-bestand meeleveren.
PHOTOSHOP CS3 427 Handboek Acrobat 4 (PDF 1,3) Acrobat 5 (PDF 1,4) Acrobat 6 (PDF 1.5) Acrobat 7 (PDF 1.6) en Acrobat 8 (PDF 1.7) PDF-bestanden kunnen worden PDF-bestanden kunnen worden geopend in Acrobat 3.0 en Acrobat geopend in Acrobat 3.0 en Acrobat Reader 3.0 en hoger. Reader 3.0 en hoger. Functies die specifiek zijn voor latere versies kunnen echter verloren gaan of niet zichtbaar zijn. De meeste PDF-bestanden kunnen worden geopend in Acrobat 4.0 en Acrobat Reader 4.0 en hoger.
PHOTOSHOP CS3 428 Handboek Downsampling is het verminderen van het aantal pixels in een afbeelding. Voor het downsamplen van afbeeldingen kiest u een interpolatiemethode (Gemiddelde downsamplen naar, Subsamplen naar of Bicubisch downsamplen naar) en voert u de gewenste resolutie in (in pixels per inch). Vervolgens voert u bij het tekstvak Voor afbeeldingen boven: een resolutie in. Alle afbeeldingen met een resolutie boven deze drempelwaarde worden gedownsampled.
PHOTOSHOP CS3 429 Handboek blijven behouden tijdens de kleuromzetting. Alleen de equivalente proceskleuren worden omgezet in de opgegeven kleurruimte. • Geen omzetting Hiermee worden de kleurgegevens ongewijzigd behouden. • Omzetten in doel Hiermee zet u alle kleuren om in het profiel dat geselecteerd is bij Doel. Of het profiel wordt opgenomen of niet wordt bepaald door het profielopnamebeleid.
PHOTOSHOP CS3 430 Handboek 2 Als u de opdracht Adobe PDF-voorinstellingen hebt gekozen, voert u een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Adobe PDF-voorinstellingen. • Als u een nieuwe voorinstelling wilt maken, klikt u op de knop Nieuw in het dialoogvenster Adobe PDFvoorinstellingen. Typ een naam voor de voorinstelling in het tekstvak Voorinstelling in het dialoogvenster Nieuwe PDFvoorinstelling.
PHOTOSHOP CS3 431 Handboek Zie ook “Een Adobe PDF-voorinstelling opslaan” op pagina 429 Bestanden opslaan in en exporteren naar andere indelingen Een bestand in de TIFF-indeling opslaan TIFF is een flexibele indeling voor rasterafbeeldingen (bitmapafbeeldingen), die door vrijwel alle teken-, beeldbewerkingsen paginaopmaakprogramma’s wordt ondersteund. 1 Kies Bestand > Opslaan als, kies TIFF in de lijst Indeling en klik op Opslaan.
PHOTOSHOP CS3 432 Handboek Opmerking: U kunt een afbeelding ook als een of meerdere JPEG-bestanden opslaan met de opdracht Opslaan voor web en apparaten. Als u snel een JPEG-bestand van standaardkwaliteit wilt opslaan, speelt u de handeling Opslaan als JPEG-Medium af op het bestand. U vindt deze optie wanneer u Productie kiest in het menu van het palet Handelingen. 1 Selecteer Bestand > Opslaan als en kies vervolgens JPEG in de lijst Indeling.
PHOTOSHOP CS3 433 Handboek Een bestand opslaan in de GIF-indeling Via de opdracht Opslaan als kunt u RGB-afbeeldingen en afbeeldingen in de modi Geïndexeerde kleuren, Grijswaarden en Bitmap direct opslaan in de CompuServe GIF-indeling, ook wel bekend als GIF. De afbeelding wordt automatisch omgezet in de modus Geïndexeerde kleur. 1 Kies Bestand > Opslaan als en kies vervolgens CompuServe GIF in de lijst Indeling. 2 Bij RGB-afbeeldingen verschijnt het dialoogvenster Geïndexeerde kleur.
PHOTOSHOP CS3 434 Handboek Zie ook “Photoshop EPS-indeling” op pagina 439 Photoshop EPS-coderingsopties ASCII of ASCII85 Als u afdrukt op een Windows-systeem, is ASCII of ASCII85 de aangewezen methode. U kunt deze methode ook kiezen als u problemen met afdrukken of andere moeilijkheden ondervindt. Binair Hiermee krijgt u kleinere uitvoerbestanden en blijven de oorspronkelijke gegevens intact.
PHOTOSHOP CS3 435 Handboek Een bestand opslaan in BMP-indeling De BMP-indeling is een afbeeldingsindeling van het besturingssysteem Windows. Afbeeldingen in deze indeling kunnen variëren van zwart-witafbeeldingen (1byte per pixel) tot 24-bits kleuren (16,7 miljoen kleuren). 1 Kies Bestand > Opslaan als en kies vervolgens BMP in de lijst Indeling. 2 Geef een bestandsnaam en een locatie op en klik op Opslaan.
PHOTOSHOP CS3 436 Handboek Opmerking: Als u een bestand wilt opslaan zodat het JP2-compatibel is, selecteert u de optie ICC-profiel (Windows) of Kleurprofiel insluiten (Mac OS) in het dialoogvenster Opslaan als. Als u dat niet doet, is de optie JP2-compatibel niet beschikbaar in het dialoogvenster JPEG 2000. Als u de optie JP2-compatibel inschakelt, wordt het JPF-bestand iets groter.
PHOTOSHOP CS3 437 Handboek als is opgegeven. Beperkt ICC-profiel: deze optie is bestemd voor gebruik in draagbare apparaten zoals mobiele telefoons en PDA's. Een JP2-bestand moet een beperkt ICC-profiel bevatten. 6 Kies een optimalisatievolgorde in het menu Volgorde: Groter wordende miniatuur Bij deze optie wordt een reeks kleine miniatuurafbeeldingen weergegeven die steeds groter worden totdat de volledige grootte van de afbeelding is bereikt.
PHOTOSHOP CS3 438 Handboek 6 Selecteer de optie ICC-profiel opnemen als u het werkruimteprofiel in het geëxporteerde bestand wilt insluiten. Dit is van belang voor werkstromen met beheerde kleuren. 7 Klik op Uitvoeren.
PHOTOSHOP CS3 439 Handboek Opmerking: Als de bestandsgrootte van belang is en u uw bestanden alleen in Photoshop opent, kunt u door Compatibiliteit PSD- en PSB-bestanden maximaliseren uit te schakelen de grootte van de bestanden aanzienlijk beperken. Kies in de lijst Compatibiliteit PSD- en PSB-bestanden maximaliseren de optie Vragen als u bij het opslaan gevraagd wilt worden of u de compatibiliteit wilt maximaliseren.
PHOTOSHOP CS3 440 Handboek Photoshop Raw-indeling De indeling Photoshop Raw is een flexibele bestandsindeling voor het overdragen van afbeeldingen tussen toepassingen en computerplatforms. Deze indeling ondersteunt CMYK, RGB- en grijswaardenafbeeldingen met alfakanalen, afbeeldingen met meerdere kanalen en Lab-afbeeldingen zonder alfakanalen. Documenten die zijn opgeslagen in de indeling Photoshop Raw kunnen een willekeurige pixelgrootte of bestandsgrootte hebben, maar kunnen geen lagen bevatten.
PHOTOSHOP CS3 441 Handboek Cineon-indeling Cineon is een door Kodak ontwikkelde digitale indeling van 10 bits per kanaal. Deze indeling is geschikt voor het maken van elektronische composities en het manipuleren en verbeteren van afbeeldingen. Met de Cineon-indeling kunt u afbeeldingen opnieuw uitvoeren naar film zonder verlies van beeldkwaliteit.
PHOTOSHOP CS3 442 Handboek insteekmodule zoeken en deze installeren in de volgende map: Adobe Photoshop CS3/Insteekmodules/Bestandsformaten. Deze insteekmodule kunt u vinden op de installatie-cd van Photoshop CS3 in de map Extra's/Optionele insteekmodules/Bestandsindelingen. Opmerking: Als u JPEG 2000-afbeeldingen op het web wilt bekijken, moet uw browser beschikken over een insteekmodule waarmee u JPEG 2000-bestanden kunt bekijken.
PHOTOSHOP CS3 443 Handboek functies voor het elektronisch zoeken bevatten en navigatiefuncties zoals elektronische koppelingen. PDF ondersteunt afbeeldingen met 16 bits per kanaal. Adobe Acrobat beschikt ook over een gereedschap voor het corrigeren van objecten en het doorvoeren van kleine wijzigingen in de afbeeldingen in een PDF-bestand. Zie Acrobat Help voor meer informatie over het werken met afbeeldingen in PDF-bestanden.
PHOTOSHOP CS3 444 Handboek randen. Sommige webbrowsers bieden echter geen ondersteuning voor PNG-afbeeldingen. De PNG-indeling ondersteunt RGB-afbeeldingen en afbeeldingen in de modi Geïndexeerde kleuren, Grijswaarden en Bitmap zonder alfakanalen. Bij de PNG-indeling blijft transparantie in grijswaarden- en RGB-afbeeldingen behouden.
PHOTOSHOP CS3 445 Handboek De TIFF-indeling ondersteunt afbeeldingen in de modi CMYK, RGB, Lab, Geïndexeerde kleuren en Grijswaarden met alfakanalen en bitmapafbeeldingen zonder alfakanalen. Photoshop kan lagen opslaan in een TIFF-bestand. Wanneer u het bestand echter in een andere toepassing opent, is alleen de samengevoegde afbeelding zichtbaar. Photoshop kan ook notities, transparantie en multiresolutie-piramidegegevens opslaan in TIFF-indeling.
PHOTOSHOP CS3 446 Handboek In bepaalde gevallen kunnen er meerdere weergaven voor dezelfde metagegevenseigenschap bestaan. Een eigenschap kan bijvoorbeeld in een weergave worden aangeduid met Auteur en in een andere met Maker, maar allebei verwijzen ze naar dezelfde ondersteunde eigenschap. Zelfs als u deze weergaven voor bepaalde werkprocessen aanpast, blijven ze voldoen aan de XMP-standaard.
PHOTOSHOP CS3 447 Handboek Een gesproken notitie maken 1 De computer moet beschikken over een ingebouwde microfoon. Anders moet u een microfoon installeren. 2 Selecteer het gereedschap Gesproken notitie . 3 In de optiebalk voert u de volgende gegevens in: Auteur Hier wordt de naam van de auteur opgegeven. Deze verschijnt boven in het venster wanneer u de aanwijzer op het pictogram van de gesproken notitie plaatst. Kleur Hiermee selecteert u een kleur voor het gesproken notitiepictogram.
PHOTOSHOP CS3 448 Handboek Geschreven en gesproken notities verwijderen ❖ Ga als volgt te werk: • Als u een notitie of een gesproken notitie wilt verwijderen, selecteert u het gereedschap Notities of Gesproken notitie, klikt u met de rechtermuisknop (Windows) of houdt u Control ingedrukt en klikt u (Mac OS) op het pictogram van de notitie of de gesproken notitie in de afbeelding en kiest u Notitie verwijderen of Gesproken notitie verwijderen. U kunt ook de toets Delete gebruiken.
PHOTOSHOP CS3 449 Handboek Bestandscompressie Over het algemeen blijft een Digimarc-watermerk behouden bij compressiemethoden met verlies zoals JPEG. Het verdient echter aanbeveling om de afbeeldingskwaliteit zwaarder te laten wegen dan de bestandsgrootte (de instelling 4 of hoger voor een JPEG-compressie werkt het best). Bovendien geldt: hoe hoger de instelling voor Levensduur watermerk bij het insluiten van het watermerk, hoe groter de kans dat het watermerk bij het comprimeren niet verloren gaat.
PHOTOSHOP CS3 450 Handboek 6 Bij Doeluitvoer geeft u op of de afbeelding is bedoeld voor weergave op monitor of website, of voor afdrukken. 7 Voor Levensduur watermerk verschuift u de schuifregelaar of voert u een waarde in, zoals beschreven in de volgende sectie. 8 Selecteer Verifiëren om automatisch de duurzaamheid van het watermerk te evalueren nadat het is ingesloten. 9 Klik op OK.
PHOTOSHOP CS3 451 Handboek A B C PDF-presentatie als diavoorstelling A. Eerste dia B. Overgang Naar links vegen C. Tweede dia 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: • (Photoshop) Kies Bestand > Automatisch > PDF-presentatie. • (Bridge) Selecteer de afbeeldingen die u wilt gebruiken en kies Gereedschappen > Photoshop > PDF-presentatie. Als u de afbeeldingen die u wilt gebruiken niet selecteert, bevat de presentatie alle afbeeldingen die op dit moment in Bridge worden weergegeven.
PHOTOSHOP CS3 452 Handboek Opmerking: Deze rand wordt alleen weergegeven als u een of meerdere van de volgende opties selecteert bij Inclusief: Bestandsnaam, Titel, Copyright, Auteur, Beschrijving, EXIF-info of Notities. Anders vult de afbeelding het gehele scherm. Inclusief Bestandsnaam Kies deze optie om onder iedere afbeelding in de PDF-presentatie een bestandsnaam weer te geven. Selecteer Extensie om de uit drie letters bestaande toevoeging aan de bestandsnaam toe te voegen.
PHOTOSHOP CS3 453 Handboek Een contactblad 1 Voer een van de volgende handelingen uit: • (Photoshop) Kies Bestand > Automatisch > Contactblad II. • (Bridge) Selecteer een map met afbeeldingen of specifieke afbeeldingsbestanden. Kies in het menu Bridge Gereedschappen > Photoshop > Contactblad II. Tenzij u specifieke afbeeldingen selecteert, worden in het contactblad alle afbeeldingen opgenomen die op dat moment in Adobe Bridge worden weergegeven.
PHOTOSHOP CS3 454 Handboek Als Roteren voor beste pasvorm niet is geselecteerd, verschijnen de miniaturen in de juiste richting (links). Als Roteren voor beste pasvorm wel is geselecteerd, worden de miniaturen gedraaid om zo efficiënt mogelijk over het contactblad te worden verdeeld (rechts). 5 Selecteer Bestandsnaam als bijschrift gebruiken als u de oorspronkelijke bestandsnamen als bijschrift wilt gebruiken. Gebruik het menu om een lettertype en een tekengrootte voor de bijschriften te kiezen.
PHOTOSHOP CS3 455 Handboek Als u in de voorvertoningslay-out van het figuurpakket op een tijdelijke aanduiding klikt, kunt u bladeren om een afbeelding te selecteren. • Sleep een afbeelding van het bureaublad of uit een map naar een tijdelijke aanduiding. Voeg een afbeelding toe aan een figuurpakket door de afbeelding van het bureaublad naar de tijdelijke aanduiding te slepen.
PHOTOSHOP CS3 456 Handboek 3 Klik op de knop Lay-out bewerken. 4 Geef in het dialoogvenster Lay-out Figuurpakket bewerken in het tekstvak Naam een naam op voor de aangepaste lay-out. 5 (Optioneel) Kies in het gedeelte Lay-out van het dialoogvenster Lay-out Figuurpakket bewerken een afmeting in het vak Paginagrootte of geef waarden op in de tekstvakken Breedte en Hoogte. In het vak Eenheden kunt u inches, centimeters, pixels of millimeters opgeven.
PHOTOSHOP CS3 457 Handboek Afbeeldingen voorbereiden voor paginaopmaakprogramma's De manier waarop u een afbeelding voorbereidt voor een paginaopmaakprogramma is afhankelijk van de bestandsindelingen die het programma ondersteunt: • Het is mogelijk Photoshop PSD-bestanden te plaatsen in Adobe InDesign 2.0 en hoger. U hoeft Photoshop-afbeeldingen dan niet naar een andere bestandsindeling op te slaan of te exporteren. Transparante gebieden worden weergegeven en afgedrukt zoals verwacht.
PHOTOSHOP CS3 458 Handboek 3 Als u de afbeelding hebt geopend of geplaatst zonder deze te koppelen, verschijnt het dialoogvenster Photoshop importeren. Kies een van de volgende opties en klik op OK: • Photoshop-lagen converteren naar objecten om de lagen om te zetten in Illustrator-objecten. Met deze optie blijven maskers, overvloeimodi, transparantie en naar keuze segmenten en afbeeldingen met hyperlinks behouden. Aanpassingslagen en laageffecten van Photoshop worden echter niet ondersteund.
PHOTOSHOP CS3 459 Handboek Zie ook “Afbeeldingen voorbereiden voor paginaopmaakprogramma's” op pagina 457 “Een afbeelding omzetten in een andere kleurmodus” op pagina 108 “Vormen en paden tekenen” op pagina 341 “Een selectie omzetten in een pad” op pagina 362 Uitknippaden afdrukken Soms kan een zetmachine de uitknippaden niet interpreteren of is een uitknippad te complex voor een printer, waardoor er zich een Limitcheck-fout of een algemene PostScript-fout voordoet.
PHOTOSHOP CS3 460 Handboek • Met Insluiten neemt u het Photoshop-bestand op in het OLE-containerbestand. Nadat de afbeelding in de OLE-containertoepassing is geplaatst, kunt u erop dubbelklikken om het in Photoshop te bewerken. Als u de afbeelding in Photoshop sluit, wordt deze bijgewerkt in de containertoepassing.
461 Hoofdstuk 16: Afdrukken Afdrukken is het verzenden van een afbeelding naar een uitvoerapparaat. U kunt afdrukken op papier of film (positief of negatief), op een drukplaat of rechtstreeks op een digitale drukpers. Voordat u gaat afdrukken, kunt u een voorvertoning in kleur van uw afbeelding weergeven met gebruik van de kleurbeheeropties in het dialoogvenster Afdrukken.
PHOTOSHOP CS3 462 Handboek Monitoren geven afbeeldingen weer met behulp van licht, terwijl desktopprinters afbeeldingen reproduceren met inkt, verf of pigmenten. Daardoor kan een desktopprinter niet alle kleuren reproduceren die u op het beeldscherm ziet. Door in de workflow bepaalde procedures zoals een kleurbeheersysteem op te nemen, kunt u voorspelbare resultaten behalen wanneer u afbeeldingen afdrukt op een desktopprinter.
PHOTOSHOP CS3 463 Handboek A B C D E F Het dialoogvenster Afdrukken A. Opties voor kleurbeheer en proefdrukken opgeven B. Opties voor prepressuitvoer opgeven C. Afdruk voorvertonen D. Afdrukstand instellen E. Opties voor printer en afdruktaak instellen F. Afbeelding plaatsen en schalen Op www.adobe.com/go/vid0015_nl vindt u een video over het afdrukken van foto's. 2 Voer een of meer van de volgende handelingen uit: • Kies een printer in het menu Printers.
PHOTOSHOP CS3 464 Handboek • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op Herinneren om de afdrukopties op te slaan zonder het dialoogvenster te sluiten. Opmerking: Als u de waarschuwing krijgt dat uw afbeelding groter is dan het afdrukgebied van het papier, klikt u op Annuleren. Vervolgens kiest u Bestand > Afdrukken en selecteert u de optie Schaal passend maken voor medium.
PHOTOSHOP CS3 465 Handboek De afdrukgrootte van een afbeelding schalen ❖ Kies Bestand > Afdrukken en voer een van de volgende handelingen uit: • Klik op Schaal passend maken voor medium om de afbeelding aan te passen aan het afdrukbare gebied van het geselecteerde papier. • Als u de afbeelding numeriek opnieuw wilt schalen, schakelt u Schaal passend maken voor medium uit en geeft u waarden op voor Hoogte en Breedte.
PHOTOSHOP CS3 466 Handboek Kleurbeheer kiezen om opties voor drukvoorbereiding en kleurbeheer weer te geven 3 Selecteer Document in het gedeelte Afdrukken. Het profiel wordt tussen haakjes weergegeven op dezelfde regel. 4 In het gedeelte Opties kiest u Printer beheert kleuren bij Kleurverwerking. 5 (Optioneel) Kies een rendering intent om kleuren om te zetten in de doelkleurruimte.
PHOTOSHOP CS3 467 Handboek 5 (Optioneel) Stel de volgende opties naar wens in. Rendering intent Hiermee bepaalt u hoe Photoshop kleuren omzet in de doelkleurruimte. (Zie “Render-intenties” op pagina 142.) Zwart punt compenseren Behoudt de schaduwdetails in een afbeelding door het volledig dynamische bereik van het uitvoerapparaat te simuleren. Overeenstemmen met afdrukkleuren Deze optie is ingeschakeld wanneer de kleuren door Photoshop worden beheerd.
PHOTOSHOP CS3 468 Handboek 8 Open de kleurbeheeropties voor het printerstuurprogramma in het tweede dialoogvenster voor afdrukken, dat automatisch verschijnt als u op Afdrukken hebt geklikt. Klik in Windows op de knop Voorkeuren voor toegang tot de opties van het printerstuurprogramma. In Mac OS gebruikt u het pop-upmenu in het tweede dialoogvenster Afdrukken voor toegang tot de opties van het printerstuurprogramma.
PHOTOSHOP CS3 469 Handboek Meestal wordt de workflow bepaald door de mogelijkheden van de drukvoorbereider. Neem voordat u begint aan een workflow voor professioneel afdrukken, contact op met het personeel van de drukkerij en vraag welke eisen zij hanteren. Ze kunnen u bijvoorbeeld vragen om het bestand niet naar CMYK om te zetten, omdat zij speciale drukinstellingen toepassen.
PHOTOSHOP CS3 470 Handboek A B C D o Olé No Moire 177lpi 45 cyan magenta yellow black carnival series E F G H Paginamarkeringen A. Kleurverloopbalk B. Label C. Registratietekens D. Progressieve kleurenbalk E. Snijtekens hoek F. Snijtekens midden G. Beschrijving H. Ster-controle 1 Kies Bestand > Afdrukken. 2 Kies Uitvoer in het pop-upmenu.
PHOTOSHOP CS3 471 Handboek emulsie, de glanzende zijde is de basis. Vraag of uw drukker of printshop film met een positieve of negatieve emulsie nodig heeft en in welke richting deze moet zijn gericht. Achtergrond Met deze optie kunt u een achtergrondkleur selecteren die op de pagina wordt afgedrukt buiten het afbeeldingsgebied. U kunt bijvoorbeeld een zwarte of gekleurde achtergrond kiezen wanneer u dia’s afdrukt op filmopname-apparatuur.
PHOTOSHOP CS3 472 Handboek 105 90 75 45 0 Rasters met proceskleuren onder verschillende rasterhoeken; correct geregistreerde stippen vormen rozetten. In het traditionele drukprocédé wordt een halftoon geproduceerd door een halftoonraster tussen een film en de afbeelding te plaatsen en de film vervolgens te belichten. In Photoshop geeft u de halftoonrasterkenmerken op vlak voordat u de filmof papieruitvoer produceert.
PHOTOSHOP CS3 473 Handboek Stel voor een optimale uitvoer op een PostScript-printer de resolutie van de afbeelding in op 1,5 tot 2 maal hoger dan de halftoonrasterfrequentie. Als de resolutie meer dan 2,5 maal de halftoonrasterfrequentie bedraagt, wordt een waarschuwingsbericht weergegeven. Als u lijnpatronen afdrukt of een printer kiest die geen PostScript-printer is, raadpleegt u de printerdocumentatie voor de juiste resoluties van afbeeldingen. 7 Klik op OK.
PHOTOSHOP CS3 474 Handboek 2 Sla de afbeelding op in DCS 2.0-indeling. 3 Zorg ervoor dat u in het dialoogvenster DCS 2.0-indeling de selectie van de opties Inclusief halftoonraster en Inclusief bijstelfuncties uitschakelt. 4 Open of importeer de afbeelding in Photoshop en stel de schermhoeken in. Zorg ervoor dat u de printer hebt ingesteld op de gewenste steunkleur voor elke kleurplaat.
PHOTOSHOP CS3 475 Handboek A B Overvulling om onjuist uitgelijnde kleuren te corrigeren A. Onjuiste registratie zonder overvulling B. Onjuiste registratie met overvulling Overvullen heeft tot doel onjuist uitgelijnde effen kleuren te corrigeren. In het algemeen is overvullen voor continutoonafbeeldingen zoals foto’s niet nodig. Bij te veel overvullen kan een omtrekeffect optreden. Deze problemen zijn mogelijk niet zichtbaar op het scherm, maar wel op de afdruk.
PHOTOSHOP CS3 476 Handboek Bijvoorbeeld: stel dat u afdrukt op een zetmachine met een rasterfrequentie van 85 lpi en dat de verhouding tussen de uiteindelijke en de oorspronkelijke afbeelding 3:1 is. Eerst vermenigvuldigt u 85 (de rasterfrequentie) met 2 en komt u uit op 170. Vervolgens vermenigvuldigt u 170 met 3 en komt u uit op een scanresolutie van 510 ppi. Als u afdrukt op een inkjetprinter met een optimale resolutie van 300 dpi, vermenigvuldigt u 300 met 3 en komt u uit op een scanresolutie van 900.
PHOTOSHOP CS3 477 Handboek 3 In het dialoogvenster Duotoonopties selecteert u Voorbeeld om de afbeelding vooraf te bekijken. 4 Bij Type selecteert u Monotoon, Duotoon, Tritoon of Quadtoon. 5 Klik op het kleurvakje (effen vierkantje) om de Kleurkiezer te openen, klik op de knop Kleurenbibliotheken en selecteer een inktboek en een kleur in het dialoogvenster. Opmerking: Als u volledig verzadigde kleuren wilt, geeft u de inkten op in aflopende volgorde: de donkerste bovenaan, de lichtste onderaan.
PHOTOSHOP CS3 478 Handboek U kunt met behulp van een afdrukvoorbeeld van de overdrukinkten uw beeldscherm zo aanpassen dat u het afdrukresultaat kunt voorspellen. Vergeet niet dat deze aanpassingen alleen van invloed zijn op de weergave van de overdrukkleuren op het scherm en niet op de afdruk. Zorg ervoor dat u uw monitor kalibreert voordat u deze kleuren aanpast. De weergave van overdrukkleuren aanpassen 1 Kies Afbeelding > Modus > Duotoon. 2 Klik op Overdrukkleuren.
PHOTOSHOP CS3 479 Handboek U hoeft geen duotoonafbeeldingen in CMYK om te zetten om scheidingen af te drukken. Kies in het gedeelte Kleurbeheer van het dialoogvenster Afdrukken voor het instellen van de printeropties de optie Kleurscheidingen in het popup-menu Kleurverwerking. Bij het omzetten in CMYK-modus worden eventuele aangepaste kleuren in de bijbehorende CMYKkleuren omgezet.
PHOTOSHOP CS3 480 Handboek 3 Voer een van de volgende handelingen uit om een kanaal te maken: • Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klik op de knop Nieuw kanaal in het palet Kanalen. • Selecteer Nieuw steunkleurkanaal in het menu van het palet Kanalen. Wanneer u een selectie hebt gemaakt, wordt dat gebied gevuld met de op dat moment actieve steunkleur. 4 Klik op het vak Kleur in het dialoogvenster Nieuw steunkleurkanaal.
PHOTOSHOP CS3 481 Handboek 6 Kies Afbeelding > Aanpassingen > Omkeren om de kleur toe te passen op het geselecteerde gebied van het kanaal. Zie ook “Nieuw steunkleurkanaal maken” op pagina 479 Een steunkleurkanaal bewerken om kleur toe te voegen of te verwijderen 1 Selecteer het steunkleurkanaal in het palet Kanalen. 2 Teken met een teken- of bewerkgereedschap in de afbeelding.
PHOTOSHOP CS3 482 Handboek 3 Kies bij Kanaal het steunkleurkanaal uit stap1 en klik op OK. 4 Kies wanneer u bij uitname van de onderliggende kleur een overvulling wilt maken de optie Selecteren > Bewerken > Vergroten of Slinken, afhankelijk van het feit of de overlappende steunkleur donkerder of lichter is dan de onderliggende steunkleur. Selecteer in het palet Kanalen het onderliggende steunkleurkanaal waarin de gebieden voorkomen die u wilt uitnemen. Druk op Backspace (Windows) of op Delete (Mac OS).
483 Hoofdstuk 17: Webafbeeldingen Met de webgereedschappen in Photoshop kunt u afzonderlijke webafbeeldingen of volledige paginalayouts ontwerpen en optimaliseren. Met het gereedschap Segment kunt u een afbeelding of pagina naadloos verdelen in met elkaar samenhangende stukken en verschillende compressie- en interactiviteitsinstellingen toepassen op elk segment.
PHOTOSHOP CS3 484 Handboek Nadat u een set rolloverafbeeldingen hebt gemaakt in Photoshop, kunt u de afbeeldingen met gebruik van Dreamweaver op een webpagina plaatsen en automatisch de Javascript-code voor de rolloveractie toevoegen. Op www.adobe.com/go/vid0200_nl vindt u een video over het ontwerpen van websites met Photoshop en Dreamweaver. Exporteren naar Zoomify U kunt afbeeldingen met een hoge resolutie op het web plaatsen. Gebruikers kunnen dan pannen en zoomen om meer details te zien.
PHOTOSHOP CS3 485 Handboek Webpagina's segmenteren Informatie over webpagina's met segmenten Segmenten verdelen een afbeelding in kleinere afbeeldingen die opnieuw worden samengesteld op een webpagina met behulp van een HTML-tabel of CSS-lagen. Wanneer u de afbeelding opdeelt, kunt u verschillende URL-koppelingen toewijzen om paginanavigatie in te stellen en kunt u bovendien elk gedeelte van de afbeelding optimaliseren met eigen optimalisatie-instellingen.
PHOTOSHOP CS3 486 Handboek Een subsegment is een type automatisch segment dat wordt gegenereerd als u overlappende segmenten maakt. Subsegmenten geven aan hoe de afbeelding wordt verdeeld wanneer u het geoptimaliseerde bestand opslaat. Hoewel subsegmenten worden genummerd en een segmentsymbool krijgen, kunt u ze niet afzonderlijk van het onderliggende segment selecteren of bewerken. Telkens wanneer u de stapelvolgorde van segmenten wijzigt, worden er opnieuw subsegmenten gegenereerd.
PHOTOSHOP CS3 487 Handboek Een op een laag gebaseerd segment wordt bijgewerkt wanneer de bronlaag wordt aangepast. Op lagen gebaseerde segmenten zijn minder flexibel dan gebruikerssegmenten, maar u kunt op lagen gebaseerde segmenten wel omzetten in gebruikerssegmenten (opwaarderen). Zie “Automatische segmenten en op lagen gebaseerde segmenten omzetten in gebruikerssegmenten” op pagina 487. 1 Selecteer een laag in het palet Lagen. 2 Kies Laag > Nieuw segment op basis van laag.
PHOTOSHOP CS3 488 Handboek Segmentbadges De volgende badges, ofwel pictogrammen, verwijzen naar bepaalde omstandigheden. • Gebruikerssegment heeft afbeeldingsinhoud. • Gebruikerssegment heeft geen afbeeldingsinhoud. • Segment is gebaseerd op laag. Segmentgrenzen tonen of verbergen ❖ Kies Weergave > Tonen > Segmenten. Als u segmenten samen met andere elementen wilt verbergen of weergeven, gebruikt u de opdracht Extra’s. Zie “Extra's weergeven of verbergen” op pagina 43.
PHOTOSHOP CS3 489 Handboek Gebruikerssegmenten verplaatsen, vergroten, verkleinen en uitlijnen U kunt in Photoshop gebruikerssegmenten verplaatsen of de grootte ervan wijzigen. Dit is echter niet mogelijk in het dialoogvenster Opslaan voor web en apparaten. Een gebruikerssegment verplaatsen of vergroten of verkleinen 1 Selecteer een of meer gebruikerssegmenten.
PHOTOSHOP CS3 490 Handboek • Selecteer de optie Pixels per segment en geef daarin een waarde op om segmenten te maken met het opgegeven aantal pixels. Als het segment niet gelijkmatig kan worden verdeeld met dat aantal pixels, wordt van het overige aantal een apart segment gemaakt. Als u bijvoorbeeld een segment van 100 pixels breed verdeelt in drie nieuwe segmenten van elk 30 pixels breed, wordt van het resterende gebied van 10 pixels breed ook een nieuw segment gemaakt. 6 Klik op OK.
PHOTOSHOP CS3 491 Handboek De stapelvolgorde van segmenten wijzigen Als segmenten elkaar overlappen, is het laatste segment dat u hebt gemaakt het bovenste segment in de stapelvolgorde. U kunt de stapelvolgorde wijzigen om onderliggende segmenten te kunnen bewerken. Zo kunt u opgeven welk segment het bovenste en welk het onderste van de stapel is en segmenten naar een andere positie in de stapelvolgorde verplaatsen. Opmerking: U kunt de stapelvolgorde van automatische segmenten niet wijzigen.
PHOTOSHOP CS3 492 Handboek Alle segmenten vergrendelen Door segmenten te vergrendelen voorkomt u dat u per ongeluk wijzigingen aanbrengt in bijvoorbeeld de grootte of positie. ❖ Kies Weergave > Segmenten vergrendelen. Uitvoeropties segmenten Het dialoogvenster Segmentopties weergeven Ga op een van de volgende manieren te werk: • Dubbelklik op een segment met het gereedschap Segmentselectie. • Selecteer het gereedschap Segmentselectie en klik op de knop Segmentopties op de optiebalk.
PHOTOSHOP CS3 493 Handboek URL-koppelingsgegevens aan een afbeeldingssegment toewijzen Als u een URL toewijst aan een segment, wordt het volledige segmentgebied een koppeling in de resulterende webpagina. Wanneer een gebruiker op de koppeling klikt, gaat de webbrowser naar de opgegeven URL en het opgegeven doelframe. Deze optie is alleen beschikbaar voor afbeeldingssegmenten. 1 Selecteer een segment.
PHOTOSHOP CS3 494 Handboek 2 Selecteer Geen afbeelding in het menu Segmenttype in het dialoogvenster Segmentopties. 3 Typ de gewenste tekst in het tekstvak. 4 (Alleen dialoogvenster Opslaan voor web en apparaten) Als de tekst opmaaklabels voor HTML bevat, selecteert u de optie Tekst is HTML. Als u deze optie niet selecteert, worden de HTML-labels genegeerd en wordt alle tekst als nietopgemaakte tekst op de resulterende webpagina weergegeven.
PHOTOSHOP CS3 495 Handboek Elke sjabloon voor galeriestijlen bevat andere opties. Als u een vooraf gedefinieerde stijl gebruikt, zijn bepaalde opties mogelijk uitgeschakeld of niet beschikbaar in die bepaalde stijl. Een webfotogalerie maken 1 (Optioneel) Selecteer de bestanden of map die u wilt gebruiken in Adobe Bridge. Uw afbeeldingen worden gepresenteerd in de volgorde waarin ze worden weergegeven in Bridge. Als u liever een andere volgorde aanhoudt, wijzigt u de volgorde in Bridge.
PHOTOSHOP CS3 496 Handboek Opties voor webfotogalerie Algemeen Opties voor bestandsextensies, codering en metagegevens. • Extensie Hierbij gebruikt u .htm of .html als de extensie van de bestandsnaam. • UTF 8-codering gebruiken voor URL Hierbij gebruikt u UTF-8-codering. • Breedte- en hoogtekenmerken toevoegen voor afbeeldingen Hiermee bepaalt u afmetingen, waardoor u de downloadtijd kunt verkorten. • Alle metagegevens behouden Hiermee behoudt u de metagegevens.
PHOTOSHOP CS3 497 Handboek Eigen kleuren Hiermee hebt u de keuze uit opties voor kleuren van elementen in de galerie. Als u de kleur van een element wilt wijzigen, klikt u op de kleurstaal van het element en selecteert u een nieuwe kleur met de Adobe Kleurkiezer. U kunt de achtergrondkleur van elke pagina (optie Achtergrond) en van de banner (optie Banner) wijzigen. Beveiliging Hiermee plaatst u tekst op elke afbeelding om diefstal van de afbeelding tegen te gaan.
PHOTOSHOP CS3 498 Handboek • U kunt een token in een sjabloonbestand eventueel vervangen door de gewenste tekst of HTML-codes. U stelt de optie in dat geval in via het sjabloonbestand in plaats van via het dialoogvenster Webfotogalerie. Een sjabloonbestand kan bijvoorbeeld een BODY-element bevatten met het volgende achtergrondkleurkenmerk, dat een token als waarde heeft: bgcolor=%BGCOLOR% Als u de pagina een rode achtergrond wilt geven, vervangt u de token %BGCOLOR% door “FF0000”.
PHOTOSHOP CS3 499 Handboek %BANNERFONTSIZE% Bepaalt de tekengrootte van de bannertekst. %BGCOLOR% Bepaalt de achtergrondkleur. %CAPTIONFONT% Bepaalt het lettertype van de bijschriften onder de miniaturen op de startpagina. %CAPTIONFONTSIZE% Bepaalt de tekengrootte van de bijschriften. %CHARSET% Bepaalt de tekenset die op elke pagina wordt gebruikt. %CONTENT_GENRATOR% Breidt uit naar "Adobe Photoshop CS3 Webfotogalerie". %CURRENTINDEX% Bepaalt de koppeling voor de huidige startpagina.
PHOTOSHOP CS3 500 Handboek %PREVINDEX% Bepaalt de koppeling voor de vorige startpagina. %SUBPAGEHEADER% Bepaalt de titel van de galerie. %SUBPAGETITLE% Bepaalt de titel van de galerie. %TEXT% Bepaalt de tekstkleur. %THUMBBORDER% Bepaalt de grootte van de kaders om de miniaturen. %THUMBNAIL_HEIGHT% Schakelt het selectievakje Breedte- en hoogtekenmerken toevoegen voor afbeeldingen in. De gebruiker kan daardoor de kenmerken downloaden zodat het downloaden sneller verloopt.
PHOTOSHOP CS3 501 Handboek Photoshop Opslaan als en Afbeeldingsprocessor In Photoshop kunt u de opdracht Opslaan als gebruiken om een afbeelding op te slaan als een GIF-, JPEG-, of PNGbestand. Afhankelijk van de bestandsindeling kunt u instellingen voor afbeeldingskwaliteit, achtergrondtransparantie of randkleur, kleurenweergave en downloadmethode opgeven. Webfuncties -zoals segmenten, koppelingen en animaties- die u aan een bestand hebt toegevoegd, blijven echter niet behouden.
PHOTOSHOP CS3 502 Handboek Navigeren in het dialoogvenster Als niet de hele illustratie zichtbaar is in het dialoogvenster Opslaan voor web en apparaten, kunt u met het Handje een ander gedeelte van de afbeelding zichtbaar maken. Gebruik het gereedschap Zoomen om de weergave te vergroten of te verkleinen. • Selecteer het gereedschap Handje (of houd de spatiebalk ingedrukt) en versleep in het weergavegebied om verschillende gedeelten van de afbeelding weer te geven.
PHOTOSHOP CS3 503 Handboek 4 Selecteer een vooraf ingestelde optimalisatie-instelling in het menu Voorinstelling of stel afzonderlijke optimalisatieopties in. Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van de bestandsindeling die u selecteert. Als u werkt in de modus 4-maal tonen, kiest u Weergave opnieuw vullen in het menu Optimaliseren, zodat er automatisch een kwalitatief minder goede versie wordt gegenereerd van de afbeelding nadat u de optimalisatie-instellingen hebt gewijzigd.
PHOTOSHOP CS3 504 Handboek (Windows Vista) Users\[Gebruikersnaam]\AppData\Roaming\Adobe\Adobe Illustrator CS3 Settings\Save for Web Settings\Optimize (Mac OS) User/[Gebruikersnaam]/Library/ApplicationSupport/Adobe/Adobe Illustrator CS3/Save for Web Settings/Optimize Opmerking: Als u de instellingen op een andere locatie opslaat, zullen ze niet beschikbaar zijn in het pop-upmenu Voorinstelling.
PHOTOSHOP CS3 505 Handboek Illustraties vergroten of verkleinen bij het optimaliseren In het dialoogvenster Opslaan voor web en apparaten kunt u een afbeelding vergroten of verkleinen tot specifieke pixelafmetingen of een percentage van de oorspronkelijke grootte. 1 Klik op het tabblad Afbeeldingsgrootte in het dialoogvenster Opslaan voor web en apparaten. 2 Stel desgewenst een aanvullende optie in: Verhoudingen behouden Hiermee worden de huidige pixelbreedte-hoogteverhoudingen behouden.
PHOTOSHOP CS3 506 Handboek Om variabele optimalisatie toe te passen maakt u eerst een alfakanaalmasker of gebruikt u een automatisch gegenereerd masker voor tekst- en vormlagen. De witte gedeelten van het masker (die tekst of vormen op vormlagen bevatten) geven de afbeeldingsgebieden aan met de hoogste afbeeldingskwaliteit. De zwarte gedeelten zijn de minst belangrijkste delen van de afbeeldingen en zullen een lagere JPEG-kwaliteit hebben.
PHOTOSHOP CS3 507 Handboek Optimalisatieopties voor webafbeeldingen Webafbeeldingsindelingen De webafbeeldingsindelingen zijn bitmap (raster) of vector. De bitmapindelingen, GIF, JPEG, PNG en WBMP, zijn afhankelijk van de resolutie. Dit wil zeggen dat de afmetingen van een bitmapafbeelding, en mogelijk de afbeeldingskwaliteit, zullen veranderen bij verschillende monitorresoluties.
PHOTOSHOP CS3 508 Handboek Volledig transparante pixels in de oorspronkelijke afbeelding worden opgevuld met de geselecteerde kleur. Gedeeltelijk transparante pixels in de oorspronkelijke afbeelding worden gemengd met de geselecteerde kleur. Zie ook “Een afbeelding voor het web optimaliseren” op pagina 502 Opties voor GIF- en PNG-8-optimalisatie GIF is de standaardindeling voor compressie van afbeeldingen met effen kleuren en duidelijke details, zoals lijnpatronen, logo’s of illustraties met tekst.
PHOTOSHOP CS3 509 Handboek Met behulp van het webpalet kunt u grotere bestanden maken. Dit wordt alleen aanbevolen als het vermijden van browserdithering hoge prioriteit heeft. • Eigen Hierbij wordt een kleurenpalet gebruikt dat door de gebruiker is gemaakt of gewijzigd. Als u een bestaande GIFof PNG-8-afbeelding opent, heeft deze een eigen kleurenpalet. U gebruikt het palet Kleurentabel in het dialoogvenster Opslaan voor web en apparaten om de referentiekleurentabel aan te passen.
PHOTOSHOP CS3 510 Handboek A B C D Voorbeelden van transparantie en randkleur A. Oorspronkelijke afbeelding B. Transparantie ingeschakeld met een randkleur C. Transparantie geselecteerd zonder randkleur D.
PHOTOSHOP CS3 511 Handboek Optie Web-afstemming Hiermee wordt een tolerantieniveau opgegeven waarmee kleuren worden gewijzigd in de meest gelijkende kleuren in het webpalet (en waarmee wordt voorkomen dat op de kleuren in de browser dithering wordt toegepast). Bij een hogere waarde worden meer kleuren gewijzigd.
PHOTOSHOP CS3 512 Handboek Een kleurentabel sorteren Kies een sorteervolgorde in het menu van het palet Kleurentabel: • Met Niet gesorteerd wordt de oorspronkelijke sorteervolgorde hersteld. • Met Sorteren op kleurtoon sorteert u op de locatie van de kleur op de standaardkleurenschijf (uitgedrukt in een aantal graden van 0 tot 360). Neutrale kleuren hebben een kleurtoon met de waarde 0 en staan bij de rode kleurtonen. • Met Sorteren op luminantie sorteert u op de lichtheid of helderheid van een kleur.
PHOTOSHOP CS3 513 Handboek 3 Om een verschoven kleur terug in de oorspronkelijke kleur te herstellen voert u één van de volgende handelingen uit: • Dubbelklik op de staal met de verschoven kleur. De oorspronkelijke kleur wordt geselecteerd in de Kleurkiezer. Klik op OK om de kleur te herstellen. • Om alle verschoven kleuren in een kleurentabel te herstellen (met inbegrip van kleuren die voor het web zijn verschoven), kiest u Verschuiving alle kleuren ongedaan maken in het menu van het palet Kleurentabel.
PHOTOSHOP CS3 514 Handboek 2 Vergrendel de kleur door een van de volgende handelingen uit te voeren: • Klik op de knop Vergrendelen . • Kies Geselecteerde kleuren vergrendelen/ontgrendelen in het menu van het palet Kleurentabel. Er verschijnt een wit vierkantje in de rechterbenedenhoek van elke vergrendelde kleur. 3 Ontgrendel de kleur door een van de volgende handelingen uit te voeren: • Klik op de knop Vergrendelen .
PHOTOSHOP CS3 515 Handboek Optimalisatieopties voor PNG-24 PNG-24 is geschikt voor het comprimeren van afbeeldingen in continutoon; met deze methode verkrijgt u echter veel grotere bestanden dan met de JPEG-indeling. Het voordeel van PNG-24 is dat u hiermee 256 transparantieniveaus in een afbeelding kunt opslaan. Transparantie en Randkleur Bepaal hoe transparante pixels in de afbeelding worden geoptimaliseerd.
PHOTOSHOP CS3 516 Handboek A B C Optimalisatie-instellingen voor SWF A. Menu Bestandsindeling B. Menu Flash Player C. Menu Exporteren Voorinstelling Hiermee kunt u de vooraf geconfigureerde set van opties opgeven die u wilt gebruiken voor het exporteren. U kunt nieuwe voorinstellingen maken door naar wens opties in te stellen en de optie Instellingen opslaan te kiezen in het deelvenstermenu. (Als u het deelvenstermenu wilt openen, klikt u op het driehoekje rechts van het menu Voorinstelling.
PHOTOSHOP CS3 517 Handboek A B C F D G E Optimalisatie-instellingen voor SVG A. Menu Bestandsindeling B. Menu met SVG-profielen C. Menu Fontsubset D. Menu Afbeeldingslocatie E. Menu CSS-eigenschappen F. Menu Fonttype G. Menu Codering Gecomprimeerd Hiermee maakt u een gecomprimeerd SVG-bestand (SVGZ). SVG-profielen Hiermee geeft u de SVG XML-DTD (Document Type Definition) op voor het geëxporteerde bestand. • SVG 1.0 en SVG 1.1 Geschikt voor SVG-bestanden die op een bureaubladcomputer worden bekeken.
PHOTOSHOP CS3 518 Handboek CSS-eigenschappen Hiermee bepaalt u hoe CSS-stijlkenmerken in de SVG-code worden opgeslagen. Bij de standaardmethode Presentatiekenmerken worden eigenschappen toegepast op het hoogste niveau in de hiërarchie, zodat speciale bewerkingen en transformaties met optimale flexibiliteit kunnen worden uitgevoerd. Bij de methode Stijlkenmerken worden de bestanden het best leesbaar, maar kan ook de bestandsgrootte toenemen.
PHOTOSHOP CS3 519 Handboek Inspringen Hiermee kunt u de gewenste inspringing van de code opgeven: inspringen met behulp van de tabinstellingen van de toepassing, met een opgegeven aantal spaties of geen inspringing. Regeleinden Hiermee geeft u een platform op voor ondersteuning van regeleinden. Codering Hiermee geeft u de standaardcodering voor tekens op voor de webpagina. Inclusief opmerkingen Hiermee wordt commentaar toegevoegd aan de HTML-code.
PHOTOSHOP CS3 520 Handboek Uitvoerinstellingen voor achtergrond U kunt de volgende opties instellen in het gedeelte Achtergrond van het dialoogvenster Uitvoerinstellingen: Document weergeven als Selecteer Afbeelding als u wilt dat op de webpagina een afbeelding of een effen kleur wordt weergegeven als achtergrond achter de huidige afbeelding. Selecteer Achtergrond als u wilt dat op de webpagina de geoptimaliseerde afbeelding wordt weergegeven als een blokachtergrond.
521 Hoofdstuk 18: Video en animatie In Adobe Photoshop CS3 kunt u op frames gebaseerde animaties maken door afbeeldingslagen aan te passen en zo beweging en veranderingen tot stand te brengen. U kunt bovendien een van de vele vooraf gedefinieerde pixelverhoudingen gebruiken om afbeeldingen te maken voor gebruik in video's.
PHOTOSHOP CS3 522 Handboek Zie ook “Afbeeldingen maken voor video” op pagina 526 “Videohandelingen laden” op pagina 529 “Aanpassings- en opvullagen” op pagina 290 Ondersteunde indelingen voor video en reeksen afbeeldingen (Photoshop Extended) In Photoshop Extended kunt u videobestanden en reeksen afbeeldingen in de volgende indelingen openen. QuickTime-videoindelingen • MPEG-1 • MPEG-4 • MOV • AVI • FLV van QuickTime wordt ondersteund als Adobe Flash 8 is geïnstalleerd.
PHOTOSHOP CS3 523 Handboek Het menu van het palet Animatie bevat aanvullende opdrachten voor het bewerken van frames of tijdsduren op de tijdlijn, en voor het configureren van de paletvormgeving. Klik op het paletmenupictogram om de beschikbare opdrachten weer te geven. A B C D E F G H I Palet Animatie (framemodus) A. Het eerste frame selecteren B. Het vorige frame selecteren C. Animatie afspelen D. Het volgende frame selecteren E. Animatieframes tussenvoegen F. Geselecteerde frames selecteren G.
PHOTOSHOP CS3 524 Handboek Geselecteerde frames dupliceren Hiermee voegt u een frame toe aan de animatie door het geselecteerde frame in het palet Animatie te dupliceren. Omzetten in tijdlijnanimatie (Photoshop Extended) Hiermee zet u een frameanimatie om in een tijdlijnanimatie door keyframes te gebruiken om laageigenschappen van animatie te voorzien.
PHOTOSHOP CS3 525 Handboek Schakelen tussen tijdlijneenheden (Photoshop Extended) In Photoshop Extended kunt u de tijdlijn van het palet Animatie weergeven in framenummers of in tijdcode-eenheden. • Kies Paletopties in het menu van het palet Animatie en selecteer Framenummer of Tijdcode. • Als u wilt schakelen tussen de eenheden, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klikt u op de huidigetijdweergave in de linkerbovenhoek van de tijdlijn.
PHOTOSHOP CS3 526 Handboek De tijdlijnduur en beeldfrequentie opgeven (Photoshop Extended) Als u werkt in de tijdlijnmodus, kunt u de duur en de beeldfrequentie opgeven van een document met video of animatie. Duur is de totale tijdsduur van de videoclip in het document.
PHOTOSHOP CS3 527 Handboek Voorvertoningsopties Om u te helpen bij het maken van afbeeldingen voor video beschikt Photoshop over de modus Correctie pixelverhouding, waarin u uw afbeeldingen in de opgegeven verhouding kunt bekijken. Voor nauwkeuriger voorvertoningen beschikt Photoshop ook over de opdracht Voorvertoning video, waarmee u uw werk meteen op een scherm kunt zien, zoals bijvoorbeeld op een videoscherm.
PHOTOSHOP CS3 528 Handboek A B C Pixelverhoudingen en frameverhoudingen A. Afbeelding met vierkante pixels met een verhouding van 4:3 weergegeven op een (computer)scherm met vierkante pixels met een verhouding van 4:3 B. Afbeelding met vierkante pixels met een verhouding van 4:3 op de juiste wijze geïnterpreteerd voor weergave op een (tv-)scherm met niet-vierkante pixels met een verhouding van 4:3 C.
PHOTOSHOP CS3 529 Handboek U kunt een afbeelding tegelijk bekijken met Correctie pixelverhouding ingeschakeld en uitgeschakeld. Zorg dat de afbeelding met niet-vierkante pixels is geopend en dat Correctie pixelverhouding is ingeschakeld. Kies vervolgens Venster > Ordenen > Nieuw venster voor [naam van document]. Activeer het nieuwe venster en kies Weergave > Correctie pixelverhouding om de correctie uit te schakelen.
PHOTOSHOP CS3 530 Handboek Een pixelverhouding verwijderen 1 Zorg dat er een document is geopend. Kies vervolgens Afbeelding > Pixelverhouding > Pixelverhoudingen verwijderen. 2 Kies in het dialoogvenster Pixelverhoudingen verwijderen de optie die u uit het menu Pixelverhouding wilt verwijderen en klik op Verwijderen. Pixelverhoudingen opnieuw instellen 1 Zorg dat er een document is geopend. Kies vervolgens Afbeelding > Pixelverhouding > Pixelverhoudingen herstellen.
PHOTOSHOP CS3 531 Handboek Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren (Photoshop Extended) Een videobestand openen of importeren (Photoshop Extended) In Photoshop Extended kunt u een videobestand rechtstreeks openen of video aan een geopend document toevoegen. Wanneer u video importeert, worden de afbeeldingsframes opgenomen in een videolaag. 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: • Kies Bestand > Openen als u een videobestand rechtstreeks wilt openen.
PHOTOSHOP CS3 532 Handboek Opmerking: U kunt niet rechtstreeks tekenen op videoframes in een slimt object en u kunt dergelijke frames niet klonen. Maar u kunt wel een lege videolaag toevoegen boven het slimme object en vervolgens op de frames in de lege videolaag tekenen. U kunt ook tekenen op lege frames met het gereedschap Kloonstempel, waarbij de optie Monster nemen van alle lagen is geselecteerd. Op deze manier kunt u de video in het slimme object als bron voor het klonen gebruiken.
PHOTOSHOP CS3 533 Handboek Beeldmateriaal interpreteren (Photoshop Extended) Informatie over het interpreteren van beeldmateriaal (Photoshop Extended) U kunt opgeven hoe Photoshop Extended het alfakanaal en de beeldfrequentie van de geopende of geïmporteerde video interpreteert. 1 Selecteer in het palet Animatie of Lagen de videolaag die moet worden geïnterpreteerd. 2 Kies Laag > Videolagen > Beeldmateriaal interpreteren.
PHOTOSHOP CS3 534 Handboek 4 Selecteer het penseel dat u wilt gebruiken en pas uw bewerkingen toe op het frame. Bij tekenen op een videolaag blijft de afbeelding intact. Als u de gewijzigde pixels op een bepaald frame of een bepaalde videolaag wilt verwijderen, kiest u de opdracht Frame herstellen of Alle frames herstellen.
PHOTOSHOP CS3 535 Handboek 4 Als u meerdere monsterpunten wilt instellen, klikt u op de knop voor elke kloonbron in het palet Bron klonen. 5 Selecteer de doelvideolaag en verplaats de huidige-tijdindicator naar het frame waarop u wilt tekenen. Als u op een aparte laag wilt tekenen, kunt u een lege videolaag toevoegen. Selecteer de juiste monsteroptie voor het klonen van inhoud naar de lege videolaag. 6 Als u meerdere monsterpunten hebt ingesteld, selecteert u de gewenste bron in het palet Bron klonen.
PHOTOSHOP CS3 536 Handboek Vaak kunt u een probleem oplossen door een kleurprofiel toe te wijzen aan het document dat overeenkomt met het geïmporteerde beeldmateriaal en door de videolaag niet te beheren. In het geval van video's met een standaarddefinitie kunt u de videolaag bijvoorbeeld beter niet beheren en het document gewoon toewijzen aan het kleurprofiel SDTV (Rec. 601 NTSC). De geïmporteerde framepixels worden dan rechtstreeks opgeslagen in de videolaag en er vindt geen kleuromzetting plaats.
PHOTOSHOP CS3 537 Handboek Zie ook “Videobestanden en reeksen afbeeldingen importeren (Photoshop Extended)” op pagina 531 “Een video of reeks afbeeldingen plaatsen (Photoshop Extended)” op pagina 531 “Beeldmateriaal vervangen in een videolaag (Photoshop Extended)” op pagina 532 Open een videobestand ❖ Kies Bestand > Openen, selecteer een videobestand en klik op Openen. De video wordt op een videolaag in een nieuw document weergegeven.
PHOTOSHOP CS3 538 Handboek Lagen (in de tijdlijnmodus); de laagduurbalk is geselecteerd en kan worden gesleept • Verplaats de huidige-tijdindicator naar het frame dat u als het nieuwe begin- of eindpunt wilt instellen en kies Beginpunt laag bijsnijden naar huidige tijd of Eindpunt laag bijsnijden naar huidige tijd in het menu van het palet Animatie. Hiermee verkort u de laagduur omdat de frames tussen de huidige-tijdindicator en het begin of het einde van de laag verborgen worden.
PHOTOSHOP CS3 539 Handboek Lagen voordat de opdracht Werkgebied optillen is toegepast Lagen nadat de opdracht Werkgebied optillen is toegepast Het werkgebied extraheren (Photoshop Extended) U kunt bepaalde delen van een animatie of video verwijderen met de opdracht Werkgebied extraheren. Deze opdracht is van toepassing op alle lagen. 1 Stel in het palet Animatie het werkgebied zo in dat u de duur kunt opgeven van de video of animatie die u wilt verwijderen.
PHOTOSHOP CS3 540 Handboek De twee resulterende lagen nadat de opdracht Laag splitsen is gebruikt Lagen groeperen in een video of animatie (Photoshop Extended) Als u veel lagen toevoegt aan uw video of animatie, is het wellicht handig deze in te delen in een hiërarchie. De gemakkelijkste manier is door de lagen te groeperen. In gegroepeerde lagen blijven de frames in uw video of animatie behouden. Het is ook mogelijk een groep lagen te groeperen.
PHOTOSHOP CS3 541 Handboek Illustratie van een animatie. De afbeelding van de fiets staat op een eigen laag. De positie van de laag verandert in elk frame van de animatie. Voer de volgende procedure uit om in Photoshop animaties te maken op basis van frames. 1. Open een nieuw document. Open indien nodig de paletten Animatie en Lagen. Zorg er in Photoshop Extended voor dat het palet Animatie is geopend in de frameanimatiemodus. (Klik op de knop Omzetten in frameanimatie in het palet Animatie). 2.
PHOTOSHOP CS3 542 Handboek 8. Stel de framevertraging en de lusopties in. U kunt een vertraging toewijzen aan elk frame en herhaling instellen, zodat de animatie eenmaal, een bepaald aantal malen of voordurend wordt uitgevoerd. Zie “Een vertraging opgeven in frameanimaties” op pagina 546 en “Herhaling instellen in frameanimaties” op pagina 547. 9. Bekijk een voorvertoning van de animatie. Gebruik de knoppen in het palet Animatie om de animatie af te spelen terwijl u deze maakt.
PHOTOSHOP CS3 543 Handboek • Als u meerdere, niet-aaneengesloten frames wilt selecteren, houdt u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klikt u op de frames die u aan de selectie wilt toevoegen. • Wanneer u alle frames wilt selecteren, kiest u Alle frames selecteren in het menu van het palet Animatie. • Als u de selectie van een frame in een selectie van meerdere frames ongedaan wilt maken, houdt u Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klikt u op dat frame.
PHOTOSHOP CS3 544 Handboek De knoppen voor het verenigen van lagen weergeven of verbergen ❖ Kies Animatie-opties in het menu van het palet Lagen en kies een van de volgende opties: Automatisch De knoppen voor het verenigen van lagen worden weergegeven als het palet Animatie geopend is. In Photoshop Extended moet het palet Animatie worden geopend in de frameanimatiemodus. Altijd tonen De knoppen voor het verenigen van lagen worden zowel bij een geopend als een gesloten palet Animatie weergegeven.
PHOTOSHOP CS3 545 Handboek Tussenvoegen gebruiken om de tekst te verplaatsen 1 (Photoshop Extended) Zorg ervoor dat het palet Animatie is geopend in de frameanimatiemodus. 2 Wanneer u Tussenvoegen op een specifieke laag wilt toepassen, selecteert u deze laag in het palet Lagen. 3 Selecteer één frame of meerdere aaneengesloten frames. • Wanneer u één frame selecteert, kiest u of u het tussen dit frame en het vorige of tussen dit frame en het volgende frame wilt voegen.
PHOTOSHOP CS3 546 Handboek Bij het maken van een frame altijd een nieuwe laag toevoegen Wanneer u een nieuwe laag maakt, is deze in alle frames van een animatie zichtbaar. Als u een laag in een specifiek frame wilt verbergen, selecteert u het frame in het palet Animatie en verbergt u vervolgens de gewenste laag in het palet Lagen. Gebruik de optie Laag maken voor elk nieuw frame om automatisch een nieuwe laag aan de afbeelding toe te voegen als u een frame maakt.
PHOTOSHOP CS3 547 Handboek 4 Kies een van de volgende verwijderingsmethoden: Automatisch Hiermee kunt u automatisch een verwijderingsmethode voor het huidige frame bepalen, waarbij het huidige frame wordt verwijderd als het volgende frame laagtransparantie bevat. Voor de meeste animaties krijgt u met de optie Automatisch (de standaardoptie) het gewenste resultaat.
PHOTOSHOP CS3 548 Handboek 1. Maak een nieuw document. Geef het formaat en de achtergrondinhoud op. Zorg ervoor dat de pixelverhouding en de pixelafmetingen geschikt zijn voor de uitvoer van de animatie. Stel de kleurmodus in op RGB. Houd de resolutie van 72 ppi, de bitdiepte van 8 bpc en de pixelverhouding voor vierkante pixels aan, tenzij u speciale redenen hebt om andere instellingen te gebruiken. 2. Geef de documenttijdlijninstellingen op in het menu van het palet Animatie.
PHOTOSHOP CS3 549 Handboek 11. Bekijk een voorvertoning van de animatie. Gebruik de knoppen in het palet Animatie om de animatie af te spelen terwijl u deze maakt. Bekijk vervolgens een voorvertoning van de animatie in uw webbrowser. U kunt ook een voorvertoning van de animatie weergeven in het dialoogvenster Opslaan voor web en apparaten. Zie “Een voorvertoning weergeven van video- of tijdlijnanimaties (Photoshop Extended)” op pagina 554. 12. Sla de animatie op.
PHOTOSHOP CS3 550 Handboek niet is geselecteerd, bevindt de huidige-tijdindicator zich tussen keyframes. Wanneer pijlen aan weerszijden van het keyframenavigatorvak worden weergegeven, bestaan er aan weerszijden van de huidige tijd andere keyframes voor die eigenschap. ❖ Klik op een navigatorpijl van het keyframe. De naar links wijzende pijl verplaatst de huidige-tijdindicator naar het vorige keyframe. De naar rechts wijzende pijl verplaatst de huidige-tijdindicator naar het volgende keyframe.
PHOTOSHOP CS3 551 Handboek Een interpolatiemethode kiezen (Photoshop Extended) Onder interpolatie wordt het invullen van de onbekende gegevens tussen twee bekende waarden verstaan. In digitale video's en films betekent dit meestal dat er nieuwe waarden worden gegenereerd tussen twee keyframes.
PHOTOSHOP CS3 552 Handboek Lege videoframes invoegen, verwijderen of dupliceren (Photoshop Extended) U kunt een leeg videoframe toevoegen aan of verwijderen uit een lege videolaag. U kunt ook bestaande (getekende) frames in lege videolagen dupliceren. 1 Selecteer in het palet Animatie de lege videolaag en verplaats de huidige-tijdindicator naar het gewenste frame.
PHOTOSHOP CS3 553 Handboek A B C Semi-transparante lagen A. Huidig frame met één volgend frame B. Huidig frame met één vorig en één volgend frame C.
PHOTOSHOP CS3 554 Handboek Voorvertoningen weergeven van video en animaties Een voorvertoning van een frameanimatie weergeven 1 Ga op een van de volgende manieren te werk: • Klik op de knop Afspelen in het palet Animatie. • Gebruik de spatiebalk om de animatie af te spelen en te pauzeren. De animatie wordt in het documentvenster weergegeven. De animatie wordt oneindig herhaald, tenzij u in het dialoogvenster Afspeelopties een andere herhalingswaarde hebt opgegeven.
PHOTOSHOP CS3 555 Handboek • Druk op de spatiebalk om te beginnen met afspelen of om het afspelen te beëindigen. Opmerking: Geef een voorvertoning van de animatie weer in een webbrowser om een voor het web gemaakte animatie beter te kunnen bekijken. Met de opdrachten Stoppen en Vernieuwen van de browser kunt u de animatie stoppen of opnieuw afspelen. Open het dialoogvenster Opslaan voor web en apparaten en klikt u op de knop Voorvertoning in browser.
PHOTOSHOP CS3 556 Handboek de weergaveranden van het scherm van het weergaveapparaat vallen, worden uitgesneden. Deze optie is alleen beschikbaar als u Standaard (4:3) hebt gekozen voor de verhoudingen van het apparaat. Letterbox Hiermee schaalt u een 16:9-afbeelding zodat deze op een 4:3-scherm past. Boven en onder de afbeelding verschijnen er grijze banden vanwege de verhoudingsverschillen tussen de 16:9-afbeelding en het 4:3-scherm.
PHOTOSHOP CS3 557 Handboek Gebruik voor optimalisatie van kleuren in een animatie het palet Aangepast, Perceptueel of Selectief. Hiermee zorgt u dat de kleuren in alle frames consistent blijven. 1 (Photoshop Extended) Zorg ervoor dat het palet Animatie is geopend in de frameanimatiemodus. 2 Selecteer Animatie optimaliseren in het menu van het palet Animatie. 3 Stel de volgende opties in: Selectiekader Hiermee snijdt u ieder frame bij zodat dit past in het gebied dat sinds het vorige frame is gewijzigd.
PHOTOSHOP CS3 558 Handboek Momenteel geselecteerde frames Hiermee worden de frames gerenderd die zijn geselecteerd op de werkgebiedbalk in het palet Animatie. 7 (Optioneel) Stel renderopties in: Alfakanaal Hiermee bepaalt u hoe alfakanalen worden gerenderd. (Deze optie is alleen beschikbaar bij indelingen die ondersteuning bieden voor alfakanalen, zoals PSD of TIFF). Beeldfrequentie Hiermee stelt u in met hoeveel frames per seconde (fps) de gerenderde video worden afgespeeld. 8 Klik op Rendering.
PHOTOSHOP CS3 559 Handboek • Formaat afbeelding Hiermee geeft u een standaard op voor het verzenden van het bestand naar een mobiele telefoon. Met de optie Huidig wordt de grootte van het bronmateriaal gehandhaafd en kan het resulterende bestand wellicht niet op een mobiele telefoon worden afgespeeld. Kies Aangepast als u een grootte wilt opgeven die niet in het menu staat.
PHOTOSHOP CS3 560 Handboek FLC-exportinstellingen In het dialoogvenster FLC-exportinstellingen zijn de volgende opties beschikbaar: Kleurtabel Hiermee bepaalt u of in de geëxporteerde film gebruik wordt gemaakt van Kleurtabel Windows-systeem of Kleurtabel Mac OS-systeem. Weergave Hiermee stelt u de beeldfrequentie voor het afspelen in. AVI-exportinstellingen opgeven 1 Selecteer Export QuickTime in het dialoogvenster Video renderen en kies AVI in het pop-upmenu. 2 Klik op de knop Instellingen.
PHOTOSHOP CS3 561 Handboek DV-exportinstellingen In het dialoogvenster DV-exportinstellingen zijn de volgende opties beschikbaar: DV-indeling Hiermee stelt u de indeling DV- of DVCPRO in voor uw geëxporteerde video. Videoindeling Kies NTSC of PAL als de standaard voor videouitzending. Scanmodus Hiermee stelt u in of de geëxporteerde film velden (Interlaced) of geen velden (Progressief) heeft. Verhouding Hiermee stelt u de verhouding 4:3 of 16:9 in.
PHOTOSHOP CS3 562 Handboek 4 (Alleen bij de bestandsindeling MP4) Klik op de knop Video-opties en geef de volgende instellingen op: Markeringen opnieuw synchroniseren (Alleen bij MPEG-4 [basis] en MPEG-4 [verbeterd]) Schakel deze optie in als u markeringen voor hersynchronisatie wilt gebruiken in de videobitstream. Hiermee kan synchronisatie worden hersteld bij verzendfouten. Profiel(en) beperken tot (Alleen bij H.
PHOTOSHOP CS3 563 Handboek in de te exporteren video wilt opnemen. Dit menu is niet beschikbaar wanneer de geselecteerde codec alleen ondersteuning biedt voor één kleurdiepte. Sleep de schuifregelaar voor de kwaliteit (indien beschikbaar) onder Compressiemethode of voer een waarde in om de beeldkwaliteit van de geëxporteerde video aan te passen. Het formaat van het videobestand wordt daardoor ook gewijzigd.
PHOTOSHOP CS3 564 Handboek 10 Klik op Rendering. Zie ook “Informatie over het interpreteren van beeldmateriaal (Photoshop Extended)” op pagina 533 Instellingen voor het exporteren van reeksen afbeeldingen met QuickTime In het dialoogvenster Exportinstellingen beeldenreeks zijn de volgende opties beschikbaar: Indeling Hiermee kiest u een bestandsindeling voor de geëxporteerde afbeeldingen. Beelden per seconde Hiermee stelt u de beeldfrequentie in voor de reeks beelden.
565 Hoofdstuk 19: Technische beeldverwerking Adobe Photoshop CS3 Extended beschikt over krachtige functies voor de analyse en bewerking van technische afbeeldingen, zoals integratie met MATLAB, ondersteuning voor de DICOM-bestandindeling voor medische beelden en voor afbeeldingsstapels voor geavanceerde verbetering van afbeeldingen. Dankzij de meetgereedschappen kunt u de complexe inhoud van afbeeldingen nauwkeurig meten, gegevens vastleggen en metingsschalen maken en weergeven.
PHOTOSHOP CS3 566 Handboek 7 Klik op Apply en klik vervolgens op OK. Verbinding met Photoshop tot stand brengen of verbreken vanuit MATLAB (Photoshop Extended) ❖ Voer in MATLAB een van de volgende handelingen uit: • Typ pslaunch en druk op Enter (Windows) of Return (Mac OS) om Photoshop te starten of om verbinding te maken met Photoshop. • Als u de verbinding met Photoshop wilt verbreken en wilt afsluiten, typt u psquit en drukt u op Enter (Windows) of Return (Mac OS).
PHOTOSHOP CS3 567 Handboek Kenmerken en standaardinstellingen van nieuwe documenten Als u psnewdoc(W,H,R,N,M,F,A,B,P) opgeeft, maakt u een nieuw document met waarden voor de volgende kenmerken: W Verwijst naar de breedte van het document, uitgedrukt in de eenheden die zijn ingesteld bij Eenheden & linialen in het dialoogvenster Voorkeuren van Photoshop. De standaardbreedte is 504 pixels.
PHOTOSHOP CS3 568 Handboek Een DICOM-bestand openen (Photoshop Extended) Voordat u een DICOM-bestand opent, kunt u opgeven hoe DICOM-frames worden geopend (als lagen of in een raster) en kunt u opties instellen (in het dialoogvenster DICOM-bestand importeren) om de metagegevens van patiënten anoniem te maken en bedekkingen weer te geven. Als u het bestand eenmaal hebt geopend in Photoshop, kunt u pannen, zoomen en de vensters aanpassen.
PHOTOSHOP CS3 569 Handboek DICOM-metagegevens (Photoshop Extended) U kunt verschillende categorieën DICOM-metagegevens weergeven en bewerken in het dialoogvenster Bestandsinfo van Photoshop. Patiëntgegevens Hier ziet u de naam, de id, het geslacht en de geboortedatum van de patiënt. Onderzoeksgegevens Hier vindt u de id van het onderzoek, de naam van de verwijzende arts en de datum, tijd en een beschrijving van het onderzoek.
PHOTOSHOP CS3 570 Handboek Een afbeeldingsstapel maken (Photoshop Extended) U bereikt de beste resultaten wanneer de afbeeldingen in een afbeeldingsstapel dezelfde afmetingen en grotendeels vergelijkbare inhoud hebben, zoals een groep foto's die vanaf hetzelfde punt zijn genomen of frames van een stationaire videocamera. De inhoud van de afbeeldingen moet zozeer overeenkomen dat u ze kunt registeren of uitlijnen met de andere afbeelding in de set.
PHOTOSHOP CS3 571 Handboek Naam renderinsteekmodule Resultaat Bereik De maximale waarde van de niet-transparante pixels min de minimale waarde Asymmetrisch asymmetrisch = (totaal( (waarde -gemiddelde)3 ) van niet-transparante pixels ) / ( ( aantal niet-transparante pixels - 1 ) * (standaardafwijking)3 ) Standaardafwijking standaardafwijking = vierkante wortel(variantie) Optelling De totale kanaalwaarden voor alle niet-transparante pixels Variantie variantie = (totaal( (waarde-gemiddelde)2 ) over
PHOTOSHOP CS3 572 Handboek of de metingen van een of meerdere afbeeldingen vastleggen. De meetgegevens worden vastgelegd in het palet Metingslogbestand. U kunt de kolommen in het metingslogbestand aanpassen, u kunt de gegevens in de kolommen sorteren en u kunt gegevens uit het logbestand exporteren naar een CSV-bestand (een kommagescheiden bestand). Op www.adobe.com/go/vid0029_nl vindt u een video over de meetfuncties.
PHOTOSHOP CS3 573 Handboek 3 Klik op Voorinstelling verwijderen en klik op OK. Schaalmarkeringen gebruiken (Photoshop Extended) Metingsschaalmarkeringen geven de in uw document gebruikte metingsschaal aan. U dient de metingsschaal in te stellen voor een document voordat u een schaalmarkering maakt. U kunt de markeringslengte instellen in logische eenheden, een tekstbijschrift opnemen dat de lengte aangeeft en de kleur van de markering en het bijschrift instellen op zwart of wit.
PHOTOSHOP CS3 574 Handboek Elke meting meet een of meer gegevenspunten. De gegevenspunten die u selecteert, bepalen welke gegevens worden vastgelegd in het metingslogbestand. De gegevenspunten komen overeen met het type gereedschap waarmee u de meting uitvoert. Gebied, perimeter, hoogte en breedte zijn de beschikbare gegevenspunten voor het meten van selecties. Lengte en hoek zijn beschikbare gegevenspunten voor metingen die worden uitgevoerd met het gereedschap Liniaal.
PHOTOSHOP CS3 575 Handboek Gegevenspunten voor metingen Hoek Hoek of oriëntatie (±0-180) van het gereedschap Liniaal. Vlakgrafiek Het gebied van de selectie, uitgedrukt in vierkante pixels of in gekalibreerde eenheden volgens de ingestelde metingsschaal (bijvoorbeeld vierkante millimeters). Cirkelvormigheid 4pi (gebied/omtrek2). Een waarde van 1,0 betekent een perfecte cirkel. Hoe dichter de waarde bij 0,0 ligt, hoe langer de veelhoek wordt.
PHOTOSHOP CS3 576 Handboek Een vooringesteld gegevenspunt bewerken 1 Kies Analyse > Gegevenspunten selecteren > Aangepast. 2 Kies de voorinstelling die u wilt bewerken in het menu Voorinstelling. 3 Selecteer gegevenspunten of hef de selecties van gegevenspunten juist op. De naam Voorinstelling wordt gewijzigd in Aangepast. 4 Klik op Voorinstelling opslaan.
PHOTOSHOP CS3 577 Handboek Kolommen in het logbestand opnieuw rangschikken, vergroten, verkleinen of sorteren ❖ Ga op een van de volgende manieren te werk: • Sleep geselecteerde kolommen om deze opnieuw te rangschikken in het logbestand. Een dubbele zwarte lijn geeft de kolompositie aan. • Klik op een kolomkop en sleep de scheidingslijn om de grootte van een kolom te wijzigen.
PHOTOSHOP CS3 578 Handboek 2 Klik op een object in de afbeelding om een telnummer toe te voegen. • Sleep een bestaand nummer om het te verplaatsen. • Houd Shift ingedrukt en klik om het slepen te beperken tot horizontale of verticale verplaatsingen. • Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik om een cijfer te verwijderen. De totale telling wordt dan bijgewerkt. • Klik op Wissen op de optiebalk om de telling weer op 0 te zetten.
PHOTOSHOP CS3 579 Handboek Photoshop plaatst 3D-modellen op een afzonderlijke 3D-laag. U kunt de 3D-gereedschappen gebruiken om een 3D-model te schalen of te verplaatsen, de belichting te wijzigen of om een andere rendermodus te kiezen, zo kunt u bijvoorbeeld van de modus Draadframe schakelen naar de modus Gearceerd draadframe. Opmerking: U dient een 3D-programma te gebruiken om het 3D-model zelf te bewerken.
PHOTOSHOP CS3 580 Handboek A B C Q D R E S F T G U H I J K L M N O P V De optiebalk voor 3D-transformaties A. Bewerkingsgereedschappen voor 3D-objecten activeren (C - H) B. Bewerkingsgereedschappen voor 3D-camera activeren (Q - V) C. Oorspronkelijke objectpositie herstellen D. Roteren E. Draaien om de z-as F. Slepen G. Schuiven H. Schalen I. Menu Weergave J. Huidige weergave verwijderen K. Huidige cameralocatie opslaan als een weergave L. Opties voor belichting en rendermodus M.
PHOTOSHOP CS3 581 Handboek De 3D-camera bewerken U kunt de gereedschappen voor het bewerken van de camera gebruiken om het gezichtspunt van de camera te verplaatsen terwijl de positie van het 3D-object ongewijzigd blijft. Kies Paletopties in het menu van het palet Info en selecteer Knopinfo tonen om knopinfo over de 3D-gereedschappen weer te geven. Klik op een gereedschap en plaats de cursor in het afbeeldingsvenster om informatie over het gereedschap weer te geven in het palet Info.
PHOTOSHOP CS3 582 Handboek Als u de rendermodi Effen omtrek of Lijnillustratie kiest, kunt u het aantal structurele lijnen in het model aanpassen met de instelling Drempel vouw. Een lijn of een vouw ontstaat wanneer twee veelhoeken in een model elkaar bij een bepaalde hoek raken. Als de hoeken elkaar bij een lagere hoek dan de waarde bij Drempel vouw raken (0-180), wordt de lijn die zo ontstaat, verwijderd. Bij een instelling van 0 wordt het volledige draadframe weergegeven.
PHOTOSHOP CS3 583 Handboek 3D-structuren bewerken (Photoshop Extended) U kunt de teken- en aanpassingsgereedschappen van Photoshop gebruiken om de structuren in een 3D-bestand te bewerken. Structuren worden als 2D-bestanden geïmporteerd in het 3D-model en worden als vermeldingen weergegeven onder de 3D-laag. Klik op het oogpictogram naast een structuurlaag om een afzonderlijke structuur op een 3D-model weer te geven of te verbergen.
584 Hoofdstuk 20: Taken automatiseren Door taken te automatiseren kunt u tijd besparen en consistente resultaten bereiken met veel verschillende bewerkingen. Photoshop beschikt over een aantal manieren om taken automatisch uit te voeren, zoals handelingen, druppels, de opdracht Batch, scripts, sjablonen, variabelen en gegevenssets.
PHOTOSHOP CS3 585 Handboek Handelingen alleen op naam weergeven ❖ Selecteer Knopmodus in het menu van het deelvenster Handelingen. Kies nogmaals Knopmodus om terug te keren naar de lijstmodus. Opmerking: In de Knopmodus kunt u geen afzonderlijke opdrachten of sets bekijken. Handelingen selecteren in het deelvenster Handelingen ❖ Klik op de naam van een handeling.
PHOTOSHOP CS3 586 Handboek Pauzeren gedurende __ seconden Geeft aan hoe lang er moet worden gewacht tussen het uitvoeren van twee opdrachten in de handeling. 3 (Alleen Photoshop) Selecteer Pauzeren gedurende gesproken notitie om ervoor te zorgen dat elke gesproken notitie in een handeling wordt afgespeeld voordat de volgende stap in de handeling begint. Schakel deze optie uit als de handeling moet doorgaan terwijl er een gesproken notitie wordt afgespeeld.
PHOTOSHOP CS3 587 Handboek Handelingensets beheren U kunt sets handelingen maken en ordenen die betrekking hebben op een bepaalde taak. U kunt deze sets dan op schijf opslaan en overbrengen naar andere computers.
PHOTOSHOP CS3 588 Handboek • Als u de naam van een set met handelingen wilt wijzigen, dubbelklikt u in het deelvenster Handelingen op de naam van de set of selecteert u Opties instellen in het menu van het deelvenster Handelingen. Voer vervolgens de nieuwe naam in voor de set en klik op OK. • Als u alle handelingen in het deelvenster Handelingen wilt vervangen door een nieuwe set, kiest u Handelingen vervangen in het menu van het deelvenster Handelingen.
PHOTOSHOP CS3 589 Handboek Werk in een kopie om te voorkomen dat er fouten ontstaan en neem aan het begin van de handeling, voordat u andere opdrachten toepast, de opdracht Bestand > Opslaan als kopie (Illustrator) of Bestand > Opslaan als op en selecteer Als kopie (Photoshop). U kunt in Photoshop ook in het deelvenster Historie op de knop Nieuwe opname klikken om een opname van de afbeelding te maken voordat u de handeling opneemt. 1 Open een bestand.
PHOTOSHOP CS3 590 Handboek Een stop invoegen U kunt stops in een handeling opnemen, zodat u een taak kunt uitvoeren die niet kan worden opgenomen (bijvoorbeeld als u een tekengereedschap wilt gebruiken). Klik, zodra u de taak hebt uitgevoerd, op de knop Afspelen in het deelvenster Handelingen om de handeling te voltooien. U kunt ook een kort bericht weergeven wanneer de handeling de stop bereikt, zodat u weet wat er moet gebeuren voordat u doorgaat met de handeling.
PHOTOSHOP CS3 591 Handboek • Als u alle opdrachten wilt uitsluiten of opnemen behalve de geselecteerde opdracht, houdt u Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klikt u op het selectievakje van de opdracht. In Photoshop wordt het vinkje van de bovenliggende handeling rood en in Illustrator lichtgrijs weergegeven om aan te geven dat sommige van de opdrachten in de handeling zijn uitgesloten.
PHOTOSHOP CS3 592 Handboek 2 Als er een modaal besturingselement wordt weergegeven, gebruikt u het besturingselement om andere instellingen te maken en drukt u op Enter of Return of drukt u alleen maar op Enter of Return om dezelfde instellingen te behouden. 3 Als er een dialoogvenster wordt weergegeven, wijzigt u de instellingen en klikt u op OK om de gewijzigde waarden op te nemen. Als u dezelfde waarden wilt gebruiken, klikt u op Annuleren.
PHOTOSHOP CS3 593 Handboek Opslaan als PSD Slaat afbeeldingen in Photoshop-indeling in de map PSD in de doelmap op. Compatibiliteit maximaliseren Slaat een samengestelde versie van een gelaagde afbeelding binnen het doelbestand op, zodat deze compatibel is met toepassingen die geen gelaagde afbeeldingen kunnen lezen. Opslaan als TIFF Slaat afbeeldingen in TIFF-indeling in de map TIFF in de doelmap op. LZW-compressie Slaat het TIFF-bestand met behulp van de LZW-compressietechniek op.
PHOTOSHOP CS3 594 Handboek 3 Kies de bestanden die u wilt verwerken in het pop-upmenu Bron. Map Verwerkt bestanden in een map die u opgeeft. Klik op Kiezen om de map te zoeken en te selecteren. Importeren Verwerkt afbeeldingen van een digitale camera, scanner of PDF-document. Geopende bestanden Verwerkt alle geopende bestanden. Bridge Verwerkt geselecteerde bestanden in Adobe Bridge. Als er geen bestanden zijn geselecteerd, worden de bestanden in de huidige Bridge-map verwerkt.
PHOTOSHOP CS3 595 Handboek Tips voor druppels voor verschillende platforms Overweeg het volgende met betrekking tot de compatibiliteit wanneer u druppels maakt voor Windows en Mac OS: • Wanneer u een in Windows gemaakte druppel verplaatst naar Mac OS, sleept u de druppel naar het Photoshoppictogram op uw bureaublad. Photoshop werkt de druppel bij voor gebruik in Mac OS. • Wanneer u een druppel maakt in Mac OS, zorgt de extensie .exe ervoor dat druppels zowel in Windows als in Mac OS bruikbaar zijn.
PHOTOSHOP CS3 596 Handboek de opdracht Batch bovendien iedere keer dat een afbeelding wordt verwerkt hetzelfde bestand (het bestand dat is opgegeven in de handeling). Als u wilt dat de opdracht Batch de bestanden verwerkt met gebruik van de oorspronkelijke bestandsnamen in de map die u in de opdracht Batch hebt opgegeven, slaat u uw afbeelding op in de handeling. Als u dan een batch maakt, selecteert u Handeling negeren "Opslaan als"-opdrachten en geeft u een doelmap op.
PHOTOSHOP CS3 597 Handboek JavaScript uitvoeren ❖ Kies Bestand > Scripts en selecteer vervolgens het script uit de lijst. De lijst met scripts bevat alle scriptbestanden die de extensie .JS of .JSX hebben en die in de map Photoshop CS3/Voorinstellingen/Scripts staan. Om een script te kunnen uitvoeren dat zich op een andere locatie bevindt, kiest u Bestand > Scripts > Bladeren en bladert u naar het gewenste script.
PHOTOSHOP CS3 598 Handboek 4. Bekijk een voorvertoning van het document met iedere gegevensset. Om te kunnen zien hoe uw afbeeldingen er uiteindelijk uitzien, kunt u deze voorvertonen voordat u de bestanden exporteert. (Zie “Een gegevensset voorvertonen of toepassen” op pagina 600.) 5. Genereer uw afbeeldingen door deze met de gegevens te exporteren. U kunt uw afbeeldingen als Photoshop-bestanden (.PSD) exporteren. (Zie “Afbeeldingen genereren met behulp van gegevenssets” op pagina 601.
PHOTOSHOP CS3 599 Handboek A B A B C C Twee versies van een afbeelding die zijn gebaseerd op dezelfde sjabloon A. Variabele Zichtbaarheid B. Variabelen voor pixelvervanging C. Variabele voor tekstvervanging U kunt geen variabelen definiëren voor de achtergrondlaag. 1 Kies Afbeelding > Variabelen > Definiëren. 2 Selecteer een laag in het pop-upmenu Laag met de inhoud die u als een variabele wilt definiëren.
PHOTOSHOP CS3 600 Handboek 7 Klik op OK. De naam van een variabele wijzigen 1 Kies Afbeelding > Variabelen > Definiëren. 2 Kies in het pop-upmenu Laag de laag die de variabele bevat. 3 Voer u een naam in het tekstvak Naam in om de naam van de variabele te wijzigen. Namen van variabelen moeten beginnen met een letter, onderstrepingsteken of dubbele punt en mogen geen spaties of speciale tekens bevatten (met uitzondering van punten, koppeltekens, onderstrepingstekens en dubbele punten).
PHOTOSHOP CS3 601 Handboek Afbeeldingen genereren met behulp van gegevenssets Zodra u variabelen en een of meer gegevenssets hebt gedefinieerd, kunt u in de modus Batch afbeeldingen uitvoeren met gebruik van de gegevenssetwaarden. U kunt afbeeldingen uitvoeren als PSD-bestanden. 1 Kies Bestand> Exporteren > Gegevenssets als bestanden. 2 Voer een basisnaam in voor alle gegenereerde bestanden. Desgewenst kunt u uw eigen schema voor het benoemen van de bestanden maken.
PHOTOSHOP CS3 602 Handboek Syntaxiselementen van extern tekstbestand "true" (waar) en "false" (onwaar) Toegestane waarden voor een zichtbaarheidsvariabele Spaties Spaties aan weerszijden van scheidingstekens worden verwijderd tijdens het parseren van het bestand. De spaties tussen de woorden in een waardestring (bijvoorbeeld: taal noch teken) worden gehandhaafd, voorloopspaties en volgspaties worden gehandhaafd als deze tussen dubbele aanhalingstekens zijn geplaatst (bijvoorbeeld: "een teken ”).
PHOTOSHOP CS3 603 Handboek Sjablonen opslaan voor gebruik met andere Adobe-producten U kunt een sjabloon opslaan in PSD-indeling voor gebruik met andere Adobe-producten, zoals Adobe Graphics Server (alleen beschikbaar in het Engels) en Adobe GoLive. Een gebruiker van GoLive kan bijvoorbeeld een PSD-sjabloon in een paginalay-out plaatsen, de variabelen ervan met dynamische koppelingen aan een database binden en vervolgens met Graphics Server herhalingen van de illustratie genereren.
604 Hoofdstuk 21: Sneltoetsen Met sneltoetsen kunt u uw productiviteit verhogen in Photoshop. U kunt de hier vermelde standaardsneltoetsen gebruiken of u kunt sneltoetsen toevoegen en aan uw wensen aanpassen. Sneltoetsen aanpassen Informatie over het aanpassen van sneltoetsen U kunt in Photoshop een lijst met alle sneltoetsen weergeven en sneltoetsen maken of bewerken. Het dialoogvenster Sneltoetsen fungeert als een editor voor sneltoetsen.
PHOTOSHOP CS3 605 Handboek • Als u alle wijzigingen wilt annuleren en het dialoogvenster wilt sluiten, klikt u op Annuleren. Opmerking: Wanneer u de huidige set wijzigingen nog niet hebt opgeslagen, kunt u op Annuleren klikken om alle wijzigingen te negeren en het dialoogvenster te sluiten. De sneltoetsen van een opdracht of gereedschap wissen 1 Kies Bewerken > Sneltoetsen. 2 Selecteer in het dialoogvenster Sneltoetsen de opdracht of het gereedschap waarvan u de sneltoets wilt verwijderen.
PHOTOSHOP CS3 606 Handboek Resultaat Windows Mac OS Gereedschap Snel retoucheerpenseel J J B B S S Y Y E E G G R R O O P P T T A A U U N N Gereedschap Retoucheerpenseel Gereedschap Reparatie Het gereedschap Rode ogen verwijderen Gereedschap Penseel Gereedschap Potlood Gereedschap Kleur vervangen Gereedschap Kloonstempel Gereedschap Patroonstempel Gereedschap Historiepenseel Gereedschap Tekeninghistorie Gereedschap Gummetje† Gereedschap Achtergrondgummetje Gereedschap Tovergumm
PHOTOSHOP CS3 607 Handboek Resultaat Windows Mac OS Gereedschap Pipet† I I H H Z Z Gereedschap Kleurenpipet Gereedschap Meetlat Gereedschap Tellen* Gereedschap Handje † Gereedschap Zoomen †Gebruik *alleen † dezelfde sneltoetsen voor Extraheren, Uitvloeien en Patroonmaker Photoshop Extended Toetsen waarmee u gereedschappen kunt selecteren in de gereedschapset Extraheren Resultaat Windows Mac OS Gereedschap Randmarkering B B Gereedschap Vullen G G Gereedschap Pipet I I Gereedschap O
PHOTOSHOP CS3 608 Handboek Resultaat (Extraheren, Uitvloeien en Patroonmaker) Windows Mac OS Instellingen aan de rechterkant doorlopen van onderaf Shift + Tab Shift + Tab Gereedschap Handje tijdelijk activeren Spatiebalk Spatiebalk Annuleren wijzigen in Herstellen Alt Option Resultaat (Extraheren en Uitvloeien) Windows Mac OS Penseelgrootte vergroten of verkleinen Pijl-omhoog of pijl-omlaag Pijl-omhoog of pijl-omlaag Resultaat (Extraheren en Patroonmaker) Windows Mac OS Passend in vens
PHOTOSHOP CS3 609 Handboek Resultaat (Alleen Uitvloeien) Windows Mac OS Richting omdraaien voor gereedschappen Zwellen, Plooien, Naar links duwen en Spiegel Alt + gereedschap Option + gereedschap Continu monsters van vervorming nemen Alt + slepen in voorvertoning met gereedschap Reconstrueren, terwijl de modus Verplaatsen, Ampliverdraaien of Gelijkaardig is geselecteerd Option + slepen in voorvertoning met gereedschap Reconstrueren, terwijl de modus Verplaatsen, Ampliverdraaien of Gelijkaardig is g
PHOTOSHOP CS3 610 Handboek Sneltoetsen voor het dialoogvenster Hoeken verfijnen Resultaat Windows Mac OS Het dialoogvenster Hoeken verfijnen openen Control + Alt + R Command+Option+/ Voorvertoningsmodi (in voorwaartse richting) doorlopen F F Voorvertoningsmodi (in achterwaartse richting) doorlopen Shift + F Shift + F Overschakelen tussen oorspronkelijke afbeelding en voorvertoning van selectie X X Optie Voorvertoning in- of uitschakelen P P Toetsen voor het dialoogvenster Zwart-wit Result
PHOTOSHOP CS3 611 Handboek Resultaat Windows Mac OS Punt toevoegen aan curve in deelvenster Curven Control + klikken in voorvertoning Command + klikken in voorvertoning Geselecteerd punt verplaatsen in deelvenster Curven (1 eenheid) Pijltoetsen Pijltoetsen Geselecteerd punt verplaatsen in deelvenster Curven (10 eenheden) Shift-pijltoets Shift-pijltoets Geselecteerde afbeeldingen vanuit Bridge openen in dialoogvenster Camera Raw Control + R Command + R Geselecteerde afbeeldingen openen vanuit
PHOTOSHOP CS3 612 Handboek Resultaat Windows Mac OS Stap terug Control + Z Command + Z Stap vooruit Control + Shift + Z Command + Shift + Z Geselecteerde afbeelding 1 pixel verplaatsen Pijl-rechts, Pijl-links, Pijl-omhoog of Pijl-omlaag Pijl-rechts, Pijl-links, Pijl-omhoog of Pijl-omlaag Annuleren wijzigen in Herstellen Alt Option Rand van afzonderlijke afbeelding tonen Alt ingedrukt houden en aanwijzer op afbeelding plaatsen Option ingedrukt houden en aanwijzer op afbeelding plaatsen Toet
PHOTOSHOP CS3 613 Handboek Resultaat Windows Mac OS Een vlak selecteren onder een ander geselecteerd vlak Control + op het vlak klikken Command + op het vlak klikken Vlakrasters renderen Alt + op OK klikken Option + op OK klikken Vlak van 90˚ maken ten opzichte van hoofdvlak Control ingedrukt houden en slepen Command ingedrukt houden en slepen Laatste knooppunt verwijderen tijdens maken van vlak Backspace Backspace Een volledig canvasvlak maken, aangepast aan de camera Dubbelklikken op geree
PHOTOSHOP CS3 614 Handboek Resultaat Windows Mac OS Verzadiging Shift + Alt + T Shift + Option + T Kleur Shift + Alt + C Shift + Option + C Lichtsterkte Shift + Alt + Y Shift + Option + Y Minder verzadiging Gereedschap Spons + Shift + Alt + D Gereedschap Spons + Shift + Option + D Verzadiging Gereedschap Spons + Shift + Alt + S Gereedschap Spons + Shift + Option + S Schaduwen tegenhouden/doordrukken Gereedschap Tegenhouden/Doordrukken + Shift + Alt + S Gereedschap Tegenhouden/Doordrukke
PHOTOSHOP CS3 615 Handboek Resultaat Windows Mac OS Schuiven door afbeelding met gereedschap Handje Spatiebalk ingedrukt houden en slepen of weergavegebied slepen in het palet Navigator Spatiebalk ingedrukt houden en slepen of weergavegebied slepen in het palet Navigator 1 scherm omhoog of omlaag schuiven Page Up of Page Down† Page Up of Page Down† 10 eenheden omhoog of omlaag schuiven Shift + Page Up of Page Down† Shift + Page Up of Page Down† Weergave verplaatsen naar hoek linksboven of hoek
PHOTOSHOP CS3 616 Handboek Resultaat Windows Mac OS Uitsnijden accepteren of afsluiten Gereedschap Uitsnijden + Enter of Esc Gereedschap Uitsnijden + Return of Esc Uitsnijdschild uit- en inschakelen / (schuine streep) / (schuine streep) Hoekmeting maken Gereedschap Liniaal + Alt ingedrukt houden en eindpunt slepen Gereedschap Liniaal + Option ingedrukt houden en eindpunt slepen Hulplijn magnetisch op liniaalstreepjes (behalve als Weergave > Magnetisch niet is ingeschakeld) Shift ingedrukt houd
PHOTOSHOP CS3 617 Handboek Resultaat Windows Mac OS Kleurenpipet verwijderen Gereedschap Kleurenpipet + Alt ingedrukt houden en klikken Gereedschap Kleurenpipet + Option ingedrukt houden en klikken Dekking, tolerantie, sterkte of belichting voor tekenmodus instellen Een teken- of bewerkgereedschap + cijfertoetsen (bijv.
PHOTOSHOP CS3 618 Handboek Resultaat Windows Mac OS Tekst verplaatsen in afbeelding Control ingedrukt houden en tekst slepen als tekstlaag is geselecteerd Command ingedrukt houden en tekst slepen als tekstlaag is geselecteerd 1 teken links/rechts of 1 regel omlaag/omhoog of 1 woord links/rechts selecteren Shift + Pijl-links/Pijl-rechts of Pijl-omlaag/Pijlomhoog, of Control + Shift + Pijl-links/Pijlrechts Shift + Pijl-links/Pijl-rechts of Pijl-omlaag/Pijlomhoog, of Command + Shift + Pijl-links/Pijlr
PHOTOSHOP CS3 619 Handboek Resultaat Windows Mac OS Regelafstand vergroten of verkleinen met 2 punten of pixels Alt + Pijl-omlaag of Pijl-omhoog†† Option + Pijl-omlaag of Pijl-omhoog†† Basislijnverschuiving vergroten of verkleinen met 2 punten of pixels Shift + Alt + Pijl-omlaag of Pijl-omhoog†† Shift + Option + Pijl-omlaag of Pijl-omhoog†† Tekenspatiëring/letterspatiëring 20/1000 ems verkleinen/vergroten Alt + Pijl-links of Pijl-rechts†† Option + Pijl-links of Pijl-rechts†† †Houd Alt (Win) of
PHOTOSHOP CS3 620 Handboek Resultaat Windows Mac OS Alle paletten tonen/verbergen behalve de gereedschapset en de optiebalk Shift + Tab Shift + Tab Optiebalk markeren Gereedschap selecteren en op Enter drukken Gereedschap selecteren en op Return drukken Eenheden vergroten/verkleinen in stappen van 10 in een pop-upmenu Shift + Pijl-omhoog/Pijl-omlaag Shift + Pijl-omhoog/Pijl-omlaag Toetsen voor gebruik van het palet Handelingen Resultaat Windows Mac OS Opdracht inschakelen en alle andere uits
PHOTOSHOP CS3 621 Handboek Resultaat Windows Mac OS Naar volgende/vorige volledige seconde in tijdlijn springen (tijdens afspelen) Shift ingedrukt houden en klikken op de knoppen voor het volgende of vorige frame (aan weerszijden van de knop Afspelen). Shift ingedrukt houden en klikken op de knoppen voor het volgende of vorige frame (aan weerszijden van de knop Afspelen) Afspeelsnelheid verhogen Shift ingedrukt houden en de huidige tijd slepen. Shift ingedrukt houden en de huidige tijd slepen.
PHOTOSHOP CS3 622 Handboek Resultaat Windows Mac OS Alfakanaal selecteren/deselecteren en tonen/verbergen als rubilietbedekking Shift ingedrukt houden en klikken op alfakanaal Shift ingedrukt houden en klikken op alfakanaal Kanaalopties weergeven Dubbelklikken op miniatuur van alfa- of steunkleurkanaal Dubbelklikken op miniatuur van alfa- of steunkleurkanaal Samenstelling weergeven Shift + ~ (tilde) Shift + ~ (tilde) Toetsen voor gebruik van het palet Kleur Resultaat Windows Mac OS Achtergro
PHOTOSHOP CS3 623 Handboek Toetsen voor gebruik van het palet Lagen Resultaat Windows Mac OS Laagtransparantie laden als selectie Control ingedrukt houden en klikken op miniatuur van laag Command ingedrukt houden en klikken op miniatuur van laag Filtermaskers laden als een selectie Control en klikken op miniatuur van filtermasker Command en klikken op miniatuur van filtermasker Lagen groeperen Control + G Command + G Lagen degroeperen Control + Shift + G Command-Shift + G Uitknipmasker maken
PHOTOSHOP CS3 624 Handboek Resultaat Windows Mac OS Filtermasker in-/uitschakelen Shift ingedrukt houden en klikken op miniatuur van filtermasker Shift ingedrukt houden en klikken op miniatuur van filtermasker Schakelen tussen laagmasker/samengestelde afbeelding Alt ingedrukt houden en klikken op miniatuur van laagmasker Option ingedrukt houden en klikken op miniatuur van laagmasker Schakelen tussen filtermasker/samengestelde afbeelding Alt ingedrukt houden en klikken op miniatuur van filtermaske
PHOTOSHOP CS3 625 Handboek Toetsen voor gebruik van het palet Stalen Resultaat Windows Mac OS Nieuwe staal maken van voorgrondkleur Klikken in leeg gebied van palet Klikken in leeg gebied van palet Achtergrondkleur selecteren Control ingedrukt houden en klikken op staal Command ingedrukt houden en klikken op staal Kleur verwijderen Alt ingedrukt houden en klikken op staal Option ingedrukt houden en klikken op staal Toetsen voor Metingen (alleen Photoshop Extended) Resultaat Windows Mac OS Ee
PHOTOSHOP CS3 626 Handboek Resultaat Windows Mac OS Alle frames selecteren Control + A Command + A Selectie alle frames opheffen Control + D Command + D Navigeren door frames Pijl-rechts/Pijl-links Pijl-rechts/Pijl-links Resultaat Windows Mac OS Help opvragen F1 Help-toets Functietoetsen Ongedaan maken/Opnieuw F1 Knippen F2 F2 Kopiëren F3 F3 Plakken F4 F4 Palet Penselen tonen/verbergen F5 F5 Palet Kleur tonen/verbergen F6 F6 Palet Lagen tonen/verbergen F7 F7 Palet Inf
627 Index Numeriek 16-bits per kanaal, afbeeldingen omzetten in 32 bits per kanaal 57 ondersteuning voor 57 32 bits per kanaal, afbeeldingen omzetten in 8 of 16 bits per kanaal 78 3D-bestanden ondersteunde indelingen 578 omzetten 266 wissen 313 Achtergrondgummetje, gereedschap 313 achtergrondkleur bewerken met palet Kleur 120 kiezen 113, 120 Adobe PDF-voorinstellingen.
INDEX 628 perspectief toepassen 202 afdrukken opmaken 403 pseudo-kleur 112 afbeeldingen 461 reconstrueren met filter Uitvloeien 212 continutoonafbeeldingen 461 woord- en letterspatiëring aanpassen 405 duotonen 478 woordafbreking 406, 407 RGB 105 gecodeerde afbeeldingsgegevens 474 Alinea, palet roteren of omdraaien 181, 184 scannen 65 gedeelte van afbeelding 465 alineatekst.
INDEX 629 toevoegen of verwijderen 359 tekens uitlijnen in 414 verplaatsen en verschuiven 355, 357 tsume 413 annuleren, bewerkingen 48 bewegende GIF's Zie animaties Bewegingsonscherpte, filter 371 B badges 488 bewerkingskleuren maskeren 259 ANPA-kleuren 118 anti-aliasing basiskleur binaire codering, in EPSbestanden 434 Adobe Illustrator-bestanden 70 kleur (in overvloeimodi) 327 EPS-bestanden 70 basislaag 306 laagstijlen 284 basislijnverschuiving 401 selecties 243 Basreliëf, filter 375 te
INDEX 630 besturingselementen voor weergave 86 CMYK-kleurmodus kleuren en tonen aanpassen met 158 bitdiepte 102 kleuren buiten de kleuromvang 152 cache in Bridge 83, 86 kleuren selecteren in 116 punten toevoegen met 157 toon en kleur aanpassen 152 sneltoetsen 159 database voor instellingen 100 een kleurzweem corrigeren 95 CMYK-kleurruimten histogram en RGB-waarden 90 informatie 106 info 82 voorvertoning 152 over 155 tonen aanpassen met pipetten 159 waarden voor hooglichten en schaduwen ins
INDEX 631 detectiebreedte, Magnetische lasso, gereedschap 235 Device Central-integratie Photoshop 422 Dialoogvenster Perspectiefpunt 214 Diameter, optie 318, 324 documentgrootte, weergeven 37 documentprofielen.
INDEX 632 structuren in Perspectiefpunt 214 Vage lens 201, 371 transparantie 458 Vager 371 G Gamma, opdracht 502 Extensible Metadata Platform (XMP) 445 Verscherpen 375 Gaussiaans vervagen, filter 371 Vervorm 372, 379 Geaccentueerde randen, filter 372 Extra's 6 Video 377 gebied repareren 186 voor 16-bits afbeeldingen 365 gebieden bevriezen, met filter Uitvloeien 208 Zie ook namen van afzonderlijke Extra's doelpad 357 tonen en verbergen 43 Extraheren, filter 249, 250 Extraheren, opdracht, voor
INDEX 633 monsters van lagen nemen 268 Golf, filter 373 opnemen in handelingen 588 Grafische pen, filter 376 opgenomen waarden wijzigen in 590 standaard- en precisiecursors in 29 grijsstructuren 384 opnemen 588 tekenen 309 grijswaardenafbeeldingen opnieuw opnemen 591 verborgen gereedschappen weergeven 24, 28 halftoonrasterkenmerken voor 472 opnieuw rangschikken 586 informatie 106 over 584 vullen 250 kleuren 95, 162 selecteren 585 maken door kanalen te mengen 171 stops invoegen in 590 m
INDEX 634 Histogram, palet hulplijnen Compacte weergave 145 magnetisch 40 correcties voorvertonen in 147 slimme hulplijnen 40 een specifiek kanaal bekijken in 146 slimme hulplijnen, verbergen 41 kanalen in kleur weergeven 146 over 144 I ICC-profiel, optie 420 statistieken 146 ICC-profielen voor importeren van gescande afbeeldingen 65 voor niet-ondersteunde bestandsindelingen 438 Insteekmodules & werkschijven, voorkeuren 46 instellingen voor verhoudingen Letterbox 556 Midden 555 tonen 144 Zie
INDEX 635 JPEG-artefacten 197 verminderen 194 JPEG-codering, in EPSbestanden 434 Kanalen splitsen, opdracht 254 documenten opslaan 420 Kanalen tonen, opdracht 252 in JPEG 2000-bestanden 436 Kanalen verenigen, opdracht 255 in videolagen 536 Kanalen, palet informatie 123, 124, 125 JPEG-compressie.
INDEX 636 kleurenpaletten Zie ook kleurenpalet rendering intents 142 aanpassen 112 synchroniseren met andere toepassingen 127 aantal kleuren 111 voor Adobe-toepassingen 127 achtergrondkleur opgeven 112 voorinstellingen voor 139 Adaptief 111 werkruimten 139 kleurscheidingen afdrukken 473 over 461 overvullingen aanpassen 474 kleurscheidingen. Zie kleurscheidingen Exact 111 Kleurkanalen in kleur, optie 253 kleurtoon, informatie 105 Grijswaarden, optie 113 kleurkanalen.
INDEX 637 Laagmasker verbergt effecten, optie 281 converteren naar CSS-lagen 505 laagmaskerkanaal 303 distribueren 272 laagmaskers dupliceren 267 dekking 277 Lagen automatisch overvloeien, opdracht 273 Lagen automatisch uitlijnen, opdracht 272, 307 Lagen distribueren, opdracht 272 aanpassingslagen als 291 één laag maken 277 bewerken 303 effecten schalen in 289 in- en uitschakelen 304 lagen gebaseerde segmenten, maken 487 effecten verwijderen 289 kanaal weergeven 303 Lagen maken, opdracht 28
INDEX 638 Lineair licht, modus 328 Maximaal, filter 201 Lineair tegenhouden, modus 328 Mediaan, filter 201, 373 Mojikumi, informatie Zie Aziatische tekst Lineair verloop, gereedschap 331 meerdere kopieën. Zie dupliceren monitorprofielen 134, 136 Liniaal, gereedschap 39 menu van het deelvenster, weergeven 14 monitorresolutie menu's linialen schalen en 60 nulpunt 38 aanpassen 22 monochrome kleuren, omzetten in 179 over 38 een set verwijderen 23 monotonen.
INDEX 639 hooglichtwaarden instellen met 165 PostScript-illustraties 70 alfakanalen 420 tekstlagen 391 als kopie 420 kleurzwemen corrigeren met 155 Omzetten in profiel, opdracht 138 over 153 Omzetten in punttekst, opdracht 388 pipet Grijs punt instellen 155 Omzetten in slim object, opdracht 294 schaduwwaarden instellen met 165 schuifregelaars voor Invoerniveaus 154 schuifregelaars voor Uitvoerniveaus 166 tonen aanpassen met pipetten in 159 toonbereik aanpassen met 154 Omzetten in vorm, opdracht
INDEX 640 optimaliseren van webafbeeldingen comprimeren naar bepaalde bestandsgrootte 504 Optimaliseren, deelvenster transparantiedithering opgeven in 510 optimaliseren, webafbeeldingen variabele optimalisatie 505 voorinstellingen opslaan 503 opvullagen bewerken 292 informatie 290 maken 291 samenvoegen 292 opvullagen in kleur 291 Ovaal selectiekader, gereedschap 233 gesloten 353 hoek en lengte aanpassen 355 selecties vullen met 336 tekenen met 310 informatie 353 Patroon definiëren, opdracht 338 kopiër
INDEX 641 penseeluiteinden Photomerge pixelverhouding maken 317 bronfoto's voor 228 aanpassen 529 opties voor de vorm van 318 een compositie maken 227 standaardwaarden herstellen 530 foto's maken voor 227 toewijzen 529 penselen airbrushoptie voor penselen 326 gebruiken vanuit Bridge 228 drukgevoeligheid 326 informatie 227 pixelvorming, oorzaken van 56 dynamiek 320 interactief een Photomergecompositie maken 227 pixelwaarden kleurdynamiek van penselen 324 natte rand of waterverf 326 licht
INDEX 642 printerresolutie 60 Reconstrueren, gereedschap modi 213 ruis printerstuurprogramma, kleurbeheer van 465 referentiepunt 204 in Camera Raw-afbeeldingen 99 proceskleuren regelaars in penselen 326 overwegingen voor kleurbeheer 128 proceskleurinkten dithering 510 miniregelaars 21 informatie 196 pop-upregelaars 20 verlopen met ruis 334 informatie 479 regelafstand bovenkant tot bovenkant 413 ruis in afbeelding volheid simuleren 480 regelafstand in Aziatische tekst 413 Ruis, filter 37
INDEX 643 secundaire bestanden 99, 100, 445 Segmenten wissen, opdracht 491 inperken 241 secundaire penselen 324 Segmentnummer tonen, opdracht 488 kopiëren 246 Segmentnummer verbergen, opdracht 488 kopiëren tussen toepassingen 247 secundaire XMP-bestanden in Camera Raw 99 weergeven in Bridge 100 Segment maken van hulplijnen, opdracht 486 Segmentopties, dialoogvenster 485 selecteren Segment, gereedschap 486 Zie ook selecties, selectiekaders segmenten aangrenzende pixels 192, 238 kopiëren tijden
INDEX 644 sjablonen, gebruiken met andere Adobe-toepassingen 603 Sorteren op populariteit, opdracht 512 Slagschaduw, effect 283 spacer-cellen 519 omzetten in lagen 289 Slim markeren, optie 250 Slim vervagen, filter 371 spatiëring, tussen woorden en letters Zie tekst, opmaak toepassen van vooraf gedefinieerde 282 Slimme filters speciale effecten met filters 368 bewerken 297 dupliceren 297 speciale tekens in OpenType-lettertypen 397 stijlen kopiëren en plakken in 288 vooraf gedefinieerd 282 Stij
INDEX 645 gereedschappen 309 woordafbreking bewerken 406 informatie 341 zoeken en vervangen 390 meerdere vormen op een laag 343 met een kleur in Perspectiefpunt 214 met patronen 310 met pixelmonsters in Perspectiefpunt 214 opties 327 paden, met gereedschap Pen 346, 347, 349 vanuit het midden 342 vormen 342 Tekeninghistorie, gereedschap 311 tekst omzetten in hoofdlettersZie tekst, opmaak tekst op een pad 408 tekst opmaken Zie ook lettertypen, tekenstijlen, alineastijlen Roman of onbewerkt 396 tekst uit
INDEX 646 transformeren een element dupliceren tijdens 202 selecties 233 vormen 359 SWF (Flash)-bestandsindeling 515 tekst 410 lagen 271 Uitlijnen naar selectie, opdracht 271 referentiepunt 204 uitlijning.
INDEX 647 vernissen Videofilters Zie ook proceskleurinkten De-Interlace 377 informatie 480 NTSC-kleuren 377 verouderd Photoshopserienummer 47 videolagen standaardinstellingen herstellen 46 transparantie weergeven 268 Vooruit verdraaien, gereedschap 209 voorvertonen beeldmateriaal verwijderen 538 afgedrukte afbeelding 64 Verplaats, filter 372 informatie 265 kanaalberekeningen 262 verplaatsen kleurmodus, bitdiepte 522 lagen 267 lagen 271 omzetten in pixels 540 randen van selectie 242 pade
INDEX 648 W waarden beperken, afbeeldingen 179 Weergave & cursors, voorkeur 253 ZIP-compressie 438 weergave Werkelijke grootte 33 Zoeken en vervangen, opdracht 390 Waarden beperken, opdracht weergave Werkelijke pixels 33 Zon, filter 375 werkgebied zoomen over 179 waarschuwing voor niet-webveilige kleuren, in Kleurkiezer 115, 116 waarschuwingen tonen en verbergen 46 over 13 werkkleur inzoomen en uitzoomen 32 slepen 33 eindkleur 327 Zoomen, gereedschap 35 kleur 327 Zoomify 484 waarschuwingsb