Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
102
Camera Raw-instellingen en DNG-voorvertoningen exporteren
Als u bestandsinstellingen opslaat in de Camera Raw-database, kunt u de opdracht Instellingen exporteren in XMP
gebruiken om de instellingen te kopiëren naar secundaire XMP-bestanden of deze in te sluiten in DNG-bestanden. Dit is
handig om de afbeeldingsinstellingen bij de Camera Raw-bestanden te behouden wanneer u deze verplaatst.
U kunt ook de JPEG-voorvertoningen die in DNG-bestanden zijn ingesloten, bijwerken.
1 Open de bestanden in het dialoogvenster Camera Raw.
2 Als u instellingen of voorvertoningen voor meerdere bestanden exporteert, selecteert u hun miniaturen in de
Filmstripweergave.
3 Kies in het menu Camera Raw-instellingen de optie Instellingen exporteren naar XMP of DNG-voorvertoningen
bijwerken.
De secundaire XMP-bestanden worden in dezelfde map geplaatst als de Camera Raw-afbeeldingsbestanden. Als u de
Camera Raw-afbeeldingsbestanden hebt opgeslagen in DNG-indeling, worden de instellingen ingesloten in de DNG-
bestanden zelf.
Camera Raw Opties voor workflow
MetworkflowoptieswordeninstellingenvoordeuitvoervanallebestandenvanCameraRawopgegeven,metinbegripvan
de kleurbitdiepte, kleurruimte en pixelafmetingen. Met Workflowopties wordt bepaald hoe Photoshop deze bestanden
moet openen, maar ze hebben geen invloed op de wijze waarop een Camera Raw-bestand met After Effects wordt
geïmporteerd. Workflowinstellingen hebben geen invloed op de Camera Raw-gegevens zelf.
U kunt deze Workflowinstellingen raadplegen en wijzigen onder in het dialoogvenster Camera Raw.
Ruimte Hiermee geeft u het doelkleurprofiel op. In de meeste gevallen stelt u voor Ruimte de waarde in die u gebruikt voor
uw Photoshop RGB-werkruimte. Het bronprofiel voor Camera Raw-afbeeldingsbestanden is meestal de oorspronkelijke
kleurruimte van de camera. De profielen in het menu Ruimte zijn onderdeel van Camera Raw. Als u een kleurruimte wilt
gebruiken die niet in het menu Ruimte staat, kiest u ProPhoto RGB en zet u de afbeelding om in de werkruimte van uw
keuze wanneer u het bestand in Photoshop opent.
Diepte Hiermee wordt opgegeven of de bestanden in Photoshop worden weergegeven als een afbeelding met 8 of 16 bits
per kanaal.
Grootte Hiermee worden de pixelafmetingen van de afbeelding opgegeven als ze wordt geïmporteerd in Photoshop. De
standaardpixelafmetingen zijn deze die zijn gebruikt om de afbeelding te fotograferen. Gebruik het menu Grootte om het
aantal pixels in de afbeelding te wijzigen.
Bij camera's met vierkante pixels kan de keuze voor een grootte kleiner dan de oorspronkelijke grootte de verwerking
versnellen als u een kleinere uiteindelijke afbeelding wilt. Als u een groter formaat kiest, komt dat overeen met het verhogen
van het aantal pixels in Photoshop.
Bij camera's met niet-vierkante pixels is de oorspronkelijke grootte het formaat waarbij het totale aantal pixels het best
behouden blijft. Als u een andere grootte selecteert, hoeven er minder pixels te worden gewijzigd en dat leidt tot een iets
hogere afbeeldingskwaliteit. De beste kwaliteit voor grootte wordt gemarkeerd met een sterretje (*) in het menu Grootte.
Opmerking: Nadat de afbeelding in Photoshop is geopend, kunt u op elk gewenst moment het aantal pixels in de afbeelding
wijzigen.
Resolutie Hiermee wordt de resolutie opgegeven waarmee de afbeelding wordt afgedrukt. Deze instelling heeft geen
invloed op de pixelafmetingen. Een afbeelding met een pixelgrootte van bijvoorbeeld 2048 x 1536 die wordt afgedrukt met
72 dpi, heeft een afmeting van ongeveer 72,4 x 54 cm. Bij afdrukken met 300 dpi heeft dezelfde afbeelding een afmeting van
ongeveer 17 x 13 cm. U kunt ook in Photoshop de opdracht Afbeeldingsgrootte gebruiken om de resolutie aan te passen.
Als slimme objecten openen in Photoshop Kies deze optie om Camera Raw-afbeeldingen als een laag met een slim object
te openen in Photoshop in plaats van als een achtergrondlaag wanneer u op Openen klikt. Houd Shift ingedrukt als u op
Openen klikt om deze voorkeur voor geselecteerde afbeeldingen te overschrijven.