Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
159
te stellen op niveau 255, als u de schuifregelaar voor het witte punt naar links verschuift naar niveau 243. Deze instelling
geldt voor de donkerste en lichtste pixels in elk kanaal. De overeenkomende pixels in de andere kanalen worden in
verhouding aangepast om te voorkomen dat de kleurbalans wordt gewijzigd.
Sleep de schuifregelaars voor het zwart- en witpunt naar een willekeurig punt langs de as. Tijdens het slepen ziet u hoe
de invoerwaarde verandert. Selecteer Kleurverlies tonen in het dialoogvenster Curven of houd Alt (Windows) of Option
(Mac OS) tijdens het slepen van de regelaars ingedrukt om een voorvertoning weer te geven van het kleurverlies dat
optreedt tijdens het aanpassen van de zwart- en witpunten.
Sneltoetsen: Dialoogvenster Curven
U kunt de volgende sneltoetsen gebruiken in het dialoogvenster Curven:
Als u een punt wilt instellen op de curve in het huidige kanaal dat is opgegeven in het dialoogvenster Curven, houdt u
Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klikt u in de afbeelding.
Als u een punt op de curve wilt instellen voor de geselecteerde kleur in het kanaal van elke kleurcomponent (maar niet
in het samengestelde kanaal), houdt u Shift en Ctrl (Windows) of Shift en Command (Mac OS) ingedrukt en klikt u in
de afbeelding.
Houd Shift ingedrukt en klik op punten op de curve om meerdere punten te selecteren. Geselecteerde punten worden
met zwart gevuld.
Klik in het raster of druk op Ctrl-D (Windows) of Command-D (Mac OS) om de selectie van alle punten op te heffen.
Druk op de pijltoetsen om geselecteerde punten op de curve te verplaatsen.
Druk op de pijl-rechts om steeds het volgende controlepunt op de curve te selecteren.
Druk op de pijl-links om steeds het vorige controlepunt op de curve te selecteren.
Kleuren corrigeren met de pipetten
Met de pipetten in het dialoogvenster Niveaus of Curven kunt u een kleurzweem verwijderen. Een kleurzweem is een
ongewenst effect dat ontstaat door een overvloedige kleur (rood, groen, blauw of cyaan, magenta, geel). De gemakkelijkste
manier om de kleurbalans van een afbeelding te corrigeren is om eerst een gebied te zoeken dat neutraal is en vervolgens
de kleurzweem uit dat gebied te verwijderen. Afhankelijk van de afbeelding kunt u ervoor kiezen om een of alledrie de
pipetten gebruiken. De pipetten werken het beste op een afbeelding met gemakkelijk te identificeren neutrale kleuren.
Opmerking: Het pipet Grijspunt instellen wordt vooral gebruikt voor kleurcorrectie en is niet beschikbaar voor
grijswaardenafbeeldingen.
Voor optimale resultaten is het beter als u de pipetten niet gebruikt in afbeeldingen waarin grote aanpassingen nodig zijn
om een pixel in te stellen op de maximumwaarde voor hooglichten of de minimumwaarde voor schaduwen.
Belangrijk: Door de pipetten te gebruiken gaan alle aanpassingen verloren die u eerder hebt gemaakt in Niveaus of Curven.
Als u van plan bent om de pipetten te gebruiken, kunt u deze het beste als eerste gebruiken en vervolgens de aanpassingen
verfijnen met de schuifregelaars in het dialoogvenster Niveaus of de punten in het dialoogvenster Curven.
1 Zoek een gebied met hooglichten, middentonen en schaduwen dat neutraal grijs zou moeten zijn. Afhankelijk van de
afbeelding en het gewenste resultaat, hoeft u mogelijk maar één gebied te identificeren.
Kies een kleurenpipet om een neutraal gebied te markeren zodat u er later met een pipet op kunt klikken.
2 Open het dialoogvenster Niveaus of Curven. Kies Afbeelding > Aanpassingen en kies vervolgens Niveaus of Curven. U
kunt ook een aanpassingslaag gebruiken.
3 Dubbelklik op het pipet Zwartpunt instellen , Grijspunt instellen of Witpunt instellen . Gebruik de
Kleurkiezer van Adobe om een neutrale doelkleur op te geven.
Als u werkt met RGB, geeft u dezelfde waarden op voor R, G en B om een neutrale kleur op te geven. De neutrale kleur
moet zo dicht mogelijk bij de waarden van het kleurenpipet liggen.
Als u bepaalde details in de schaduwen of hooglichten wilt behouden, moet u voor Zwart punt instellen en Wit punt
instellen waarden opgeven die binnen de kleuromvang van het uitvoerapparaat vallen (drukpers, laserprinter, etc.).