Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
163
Schaduwdetails en hooglichtdetails verbeteren
De opdracht Schaduw/hooglicht is geschikt voor het corrigeren van foto's met silhouetten als gevolg van sterk tegenlicht of
voor correctie van objecten die enigszins vaag zijn omdat ze te dicht bij de flits van de camera stonden. De aanpassing is
ook handig voor het helderder maken van gebieden met schaduw in een verder goedbelichte afbeelding. Met de opdracht
Schaduw/hooglicht maakt u een afbeelding niet simpelweg lichter of donkerder. De afbeelding wordt lichter of donkerder
op basis van de omliggende pixels (lokale omgeving) in de schaduwen of hooglichten. Daarom zijn er aparte regelaars voor
schaduwen en hooglichten. De standaardwaarden zijn ingesteld voor het corrigeren van afbeeldingen met
tegenlichtproblemen. De opdracht Schaduw/hooglicht bevat ook een schuifregelaar voor het contrast van middentonen, en
de opties Zwartgrens en Witgrens waarmee u het algemene contrast van de afbeelding kunt aanpassen.
Oorspronkelijke afbeelding en met de opdracht Schaduw/hooglicht gecorrigeerde afbeelding
Schaduwen en hooglichten in een afbeelding aanpassen
1 Kies Afbeelding > Aanpassingen > Schaduw/hooglicht.
Controleer of de optie Voorvertoning is geselecteerd in het dialoogvenster, als de afbeelding moet worden bijgewerkt terwijl
u de aanpassingen aanbrengt.
2 Pas de lichtcorrectie aan door de schuifregelaar Hoeveel te verplaatsen of door waarden in te voeren in de tekstvakken
voor de percentages van schaduwen en hooglichten. Hogere waarden geven lichtere schaduwen of donkerder hooglichten.
U kunt zowel de schaduwen als de hooglichten van een afbeelding aanpassen.
3 Selecteer Meer opties tonen als u de schaduwen en hooglichten nauwkeuriger wilt kunnen aanpassen.
4 (Optioneel) Klik op de knop Opslaan als standaardinstellingen om de huidige instellingen op te slaan als de
standaardinstellingen voor de opdracht Schaduw/hooglicht. Als u de oorspronkelijke standaardinstellingen wilt herstellen,
houdt u Shift ingedrukt terwijl u op de knop Opslaan als standaardinstellingen klikt.
Opmerking: U kunt de instellingen van Schaduw/hooglicht opnieuw gebruiken door op de knop Opslaan te klikken om de
huidige instellingen in een bestand op te slaan en deze op een later tijdstip opnieuw te laden met de knop Laden. Zie “De
instellingen in aanpassingsdialoogvensters opslaan en opnieuw toepassen op pagina 152 voor meer informatie over het opslaan
en laden van instellingen.
5 Klik op OK.
De opties van de opdracht Schaduw/hooglicht
Toonbreedte Hiermee regelt u het toonbereik in de schaduwen of de hooglichten die worden gewijzigd. Lagere waarden
beperken de aanpassingen tot de donkerste gedeelten bij schaduwcorrectie en tot de lichtste gedeelten bij
hooglichtcorrectie. Hogere waarden verhogen het toonbereik dat wordt aangepast tot verder in de middentonen.
Bijvoorbeeld, bij 100% is de schuifregelaar voor de schaduwtoonbreedte het meest van invloed op de schaduwen, worden
de middentonen gedeeltelijk beïnvloed en worden de helderste hooglichten helemaal niet beïnvloed. De toonbreedte
varieert van afbeelding tot afbeelding. Als de waarde te hoog is, verschijnen er mogelijk kransen rond heel donkere of heel
lichte randen. Met de standaardinstellingen wordt geprobeerd deze ongewenste artefacten te beperken. Er doen zich
mogelijk ook kransen voor wanneer de waarden voor Schaduwen en Hooglichten te hoog zijn.
De toonbreedte wordt standaard op 50% ingesteld. Als u een donker object lichter wilt maken, maar de middentonen of
lichte gebieden daardoor te veel veranderen, kunt u de toonbreedte van de schaduw proberen te verkleinen in de richting
van nul, zodat alleen de donkerste gebieden lichter worden gemaakt. Als u echter zowel de middentonen als de schaduwen
lichter wilt maken, verhoogt u de toonbreedte van de schaduwen naar 100%.
Straal Hiermee regelt u de grootte van de lokale omgeving om iedere pixel. Om te bepalen of een pixel zich in een
schaduwgebied of een hooglichtgebied bevindt, worden aangrenzende pixels gebruikt. Als u de schuifregelaar naar links