Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
168
Kleuren op elkaar afstemmen, vervangen en mengen
Kleur afstemmen in verschillende afbeeldingen
Met de opdracht Kleur afstemmen stemt u de kleuren af tussen verschillende afbeeldingen, verschillende lagen of
verschillende selecties. Met deze opdracht kunt u ook de kleuren in een afbeelding aanpassen door de lichtsterkte te
wijzigen, het kleurbereik te wijzigen en een kleurzweem te neutraliseren. De opdracht Kleur afstemmen kan alleen worden
gebruikt in de RGB-modus.
Wanneer u de opdracht Kleur afstemmen gebruikt, verandert de aanwijzer in een pipet. Gebruik het pipet terwijl u de
afbeelding zo aanpast dat u de waarden van de kleurenpixels in het palet Info kunt zien. In dit palet vindt u informatie over
de wijzigingen van de kleurwaarden tijdens het gebruik van de opdracht Kleur afstemmen. Zie “De kleurwaarden van een
afbeelding bekijken” op pagina 147.
Met de opdracht Kleur afstemmen stemt u de kleuren van een afbeelding (de bronafbeelding) af op de kleuren in een andere
afbeelding (de doelafbeelding). Dit is handig als u de kleuren van verschillende foto's consistent wilt maken of wanneer
bepaalde kleuren (zoals huidskleuren) van een afbeelding overeen moeten komen met de kleuren van een andere
afbeelding.
Met de opdracht Kleur afstemmen kunt u niet alleen de kleuren afstemmen tussen afbeeldingen, maar ook tussen
verschillende lagen van dezelfde afbeelding.
De kleuren in twee afbeeldingen op elkaar afstemmen
1 (Optioneel) Maak een selectie in de bron- en doelafbeeldingen.
Als u geen selectie maakt, worden met de opdracht Kleur afstemmen de algemene statistieken van de afbeeldingen op elkaar
afgestemd.
2 Maak de afbeelding die u wilt aanpassen actief en kies Afbeelding > Aanpassingen > Kleur afstemmen.
Als u de opdracht Kleur afstemmen gebruikt voor een bepaalde laag in de doelafbeelding, moet die laag actief zijn als u de
opdracht Kleur afstemmen kiest.
3 Kies uit het menu Bron in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken van het dialoogvenster Kleur afstemmen de
bronafbeelding waarop u de kleuren van de doelafbeelding wilt afstemmen. Kies Geen als u niet wilt verwijzen naar een
andere afbeelding om de kleuraanpassing te berekenen. Als u Geen kiest, zijn de bron- en doelafbeelding hetzelfde.
Gebruik indien nodig het menu Laag om de laag van de bronafbeelding te kiezen waarop u de kleuren wilt afstemmen. U
kunt ook de optie Verenigd kiezen in het menu Laag om de kleuren van alle lagen in de bronafbeelding af te stemmen.
4 Als u een selectie in de afbeelding hebt gemaakt, voert u een of meerdere van de volgende handelingen uit:
Selecteer in het gedeelte Doel de optie Selectie negeren bij aanbrengen van correctie als u de aanpassing wilt aanbrengen
in de hele doelafbeelding. Met deze optie wordt de selectie in de doelafbeelding genegeerd en wordt de aanpassing
toegepast op de hele doelafbeelding.
Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Bronselectie gebruiken voor het berekenen van kleuren als u
een selectie hebt gemaakt in de bronafbeelding en de kleuren in de selectie wilt gebruiken om de aanpassing te
berekenen. Schakel deze optie uit als u de selectie in de bronafbeelding wilt negeren en de kleuren in de hele
bronafbeelding wilt gebruiken om de aanpassing te berekenen.
Selecteer in het gedeelte Afbeeldingsstatistieken de optie Doelselectie gebruiken voor het berekenen van aanpassing als
u een selectie hebt gemaakt in de doelafbeelding en de kleuren in de selectie wilt gebruiken om de aanpassing te
berekenen. Schakel deze optie uit als u de selectie in de doelafbeelding wilt negeren en de aanpassing wilt berekenen met
de kleuren van de hele doelafbeelding.
5 Als u de kleurzweem automatisch uit de doelafbeelding wilt laten verwijderen, selecteert u de optie Neutraliseren.
Controleer of de optie Voorbeeld is geselecteerd, zodat de afbeelding wordt bijgewerkt terwijl u de aanpassingen aanbrengt.
6 Als u de helderheid van de doelafbeelding wilt verhogen of verlagen, verplaatst u de schuifregelaar Luminantie. U kunt
ook een waarde invoeren in het tekstvak Luminantie. De maximumwaarde is 200, de minimumwaarde is 1 en de
standaardwaarde is 100.