Operation Manual
PHOTOSHOP CS3
Handboek
195
Voorbeelden van korrelvorming (links) en speldenkusseneffect (rechts)
Vignettering is een lensfout waarbij een afbeelding aan de randen (vooral in de hoeken) donkerder is dan in het midden.
Kleurafwijking verschijnt als een kleurrand langs de randen van objecten. Dit wordt veroorzaakt doordat de lens scherpstelt
op verschillende lichte kleuren in verschillende vlakken.
Sommige lenzen vertonen deze fouten. Dit hangt af van de toegepaste brandpuntsafstand of f-stop. U kunt het filter
Lenscorrectie zo instellen dat instellingen worden gebruikt op basis van de camera, de lens en de brandpuntsafstand die bij
het maken van de afbeelding zijn toegepast.
Lensvervorming corrigeren en perspectief aanpassen
Met het filter Lenscorrectie corrigeert u veel voorkomende onvolkomenheden zoals korrelvorming en speldenkusseneffect,
vignettering en kleurafwijking. Dit filter werkt alleen in afbeeldingen met 8 of 16 bits per kanaal.
U kunt het filter ook gebruiken om een afbeelding te roteren of het perspectief in de afbeelding te corrigeren dat is
veroorzaakt doordat de camera onder een verticale of horizontale hoek is gehouden. Met het afbeeldingsraster van het filter
zijn deze aanpassingen gemakkelijker en nauwkeuriger uit te voeren dan met de opdracht Transformeren.
Perspectief in de afbeelding en lensfouten corrigeren
1 Kies Filter > Vervorm > Lenscorrectie.
2 Stel het raster en zoompercentage in. Tijdens het werken wilt u wellicht de rasterlijnen aanpassen om te bepalen hoeveel
correctie u wilt toepassen. Zie De voorvertoning van de lenscorrectie en het raster aanpassen, verderop in dit handboek.
3 (Optioneel) Kies een lijst met voorinstellingen in het menu Instellingen. Bij Standaardinstelling lens worden de
instellingen toegepast die u eerder hebt opgeslagen voor de combinatie van camera, lens, brandpuntsafstand en f-stop die
is gebruikt voor het maken van de afbeelding. Bij Vorige correctie worden de instellingen toegepast die u hebt gebruikt bij
de laatste lenscorrectie. Elke groep aangepaste instellingen die u hebt opgeslagen, wordt weergegeven onder in het menu.
Zie Standaardinstellingen van camera en lens, verderop in dit handboek.
4 Stel een van de volgende opties in om de afbeelding te corrigeren.
Vervorming verwijderen Hiermee worden vervormingen als korrelvorming en speldenkusseneffect gecorrigeerd.
Verplaats de schuifregelaar voor het rechttrekken van de horizontale en verticale lijnen die naar het midden van de
afbeelding toebuigen of juist ervan af. U kunt de correctie ook aanbrengen met het gereedschap Vervorming
verwijderen . Sleep naar het midden van de afbeelding om korrelvorming te corrigeren en sleep naar de rand van de
afbeelding om het speldenkusseneffect te corrigeren. Pas de optie Rand aan om op te geven hoe u resulterende lege
afbeeldingsranden wilt bewerken.
Kleurafwijking Hiermee worden kleurafwijkingen gecorrigeerd. Zoom in op de voorvertoning voor een vergrote weergave
van de rand bij het uitvoeren van de correctie.
Rode/cyaan rand corrigeren Hiermee compenseert u de rode/cyaan kleurrand door de omvang van het rode kanaal in
verhouding tot het groene kanaal aan te passen.
Blauwe/gele rand corrigeren Hiermee compenseert u de blauwe/gele kleurrand door de omvang van het blauwe kanaal in
verhouding tot het gele kanaal aan te passen.
Vignet Hiermee kunt u afbeeldingen corrigeren die donkere randen hebben door lensfouten of een onjuiste lensschaduw.
Hoeveelheid Hiermee stelt u de mate in waarin de randen van een afbeelding lichter of donkerder worden gemaakt.










