Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
201
Na toepassing van het filter Contrastlijn en de opdracht Negatief
Houd de negatieve afbeelding geselecteerd en kies Filter > Overige > Maximaal. Stel de straal in op een lage waarde en
klik op OK om de randen te verbreden en de pixels willekeurig te maken.
Kies Filter > Ruis > Mediaan. Stel de straal in op een lage waarde en klik op OK. Hiermee verdeelt u de omliggende pixels
evenredig.
Kies Afbeelding > Aanpassingen > Niveaus en stel het zwartpunt in op een hoge waarde om willekeurige pixels te
vermijden. U kunt zonodig ook inkleuren met zwart om het uiteindelijke randmasker te retoucheren.
Een hoge waarde opgeven voor het zwarte punt in het dialoogvenster Niveaus om willekeurige pixels in het randmasker te voorkomen
Kies Filter > Vervagen > Gaussiaans vervagen om de randen te verzachten.
Belangrijk: De filters Maximaal, Mediaan en Gaussiaans vervagen verzachten het randmasker zodat de verscherpingseffecten
beter overvloeien in de uiteindelijke afbeelding. Hoewel deze drie filters allemaal in deze procedure worden gebruikt, kunt u
experimenteren met het toepassen van slechts één of twee filters.
2 Houd Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt en klik op het gedupliceerde kanaal in het palet Kanalen om
het randmasker te selecteren.
3 Selecteer de afbeeldingslaag in het palet Lagen. Controleer of de selectie zichtbaar is in de afbeelding.
4 Kies Selecteren > Selectie omkeren.
5 Kies terwijl de selectie actief is op de afbeeldingslaag Filter > Verscherpen > Onscherp masker. Stel de gewenste opties
in en klik op OK.
Als u de resultaten wilt bekijken, selecteert u het RGB-kanaal in het palet Kanalen en schakelt u de selectie in de afbeelding uit.
U kunt een handeling maken om alle stappen in de procedure op een eenvoudige manier toe te passen.
Vage lens toevoegen
Hiermee voegt u een vervaging toe aan een afbeelding om het effect te verkrijgen van een kleinere scherptediepte, zodat
bepaalde objecten in de afbeelding scherp blijven terwijl andere vaag worden. Met een eenvoudige selectie kunt u bepalen
welke gebieden vaag worden. U kunt ook een afzonderlijke dieptetoewijzing voor een alfakanaal maken om exact aan te
geven hoeveel vervaging u wilt toevoegen.
Bij het filter Vage lens wordt de positie van de pixels in een afbeelding bepaald met de dieptetoewijzing. Als u een
dieptetoewijzing hebt geselecteerd, kunt u ook het dradenkruis gebruiken om het beginpunt van een bepaalde vervaging in
te stellen. Met alfakanalen en laagmaskers kunt u dieptetoewijzingen maken. Zwarte gebieden in alfakanalen worden
behandeld alsof deze vooraan op de foto staan en witte gebieden worden behandeld alsof deze ver weg staan.