Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
203
Opmerking: U kunt rasterafbeeldingen ook verdraaien en vervormen met gebruik van het filter Uitvloeien.
Een afbeelding transformeren
A. Oorspronkelijke afbeelding B. Omgekeerde laag C. Geroteerd selectiekader D. Deel van object geschaald
Opdrachten in het submenu Transformatie
Schalen Met Schalen vergroot of verkleint u een element ten opzichte van het referentiepunt, het vaste punt waaromheen
transformaties worden uitgevoerd. U kunt horizontaal, verticaal of zowel horizontaal als verticaal schalen.
Roteren Met Roteren wordt een beeldelement rondom een referentiepunt geroteerd. Standaard bevindt dit punt zich
midden in het object; u kunt het echter verplaatsen.
Schuintrekken Hiermee kunt u een item verticaal en horizontaal schuintrekken.
Vervormen Hiermee rekt u een item uit in alle richtingen.
Perspectief Met Perspectief kunt u perspectief toepassen op een beeldelement vanuit één bepaald punt.
Kromtrekken Hiermee kunt u de vorm van een beeldelement bewerken.
Verdraaien Hiermee kunt u de selectie verticaal of horizontaal draaien.
Een element selecteren voor transformeren
Voer een van de volgende handelingen uit:
Als u een hele laag wilt transformeren, activeert u die laag en zorgt u dat er niets is geselecteerd.
Belangrijk: U kunt de achtergrondlaag niet transformeren. Als u een achtergrond wilt transformeren, zet u deze om in een
gewone laag.
Als u een deel van een laag wilt transformeren, selecteert u de laag in het palet Lagen en vervolgens selecteert u een deel
van de afbeelding in die laag.
Als u meerdere lagen wilt transformeren, voert u een van de volgende handelingen uit in het palet Lagen: koppel de lagen
aan elkaar of selecteer meerdere lagen door Ctrl (Windows) of Command (Mac OS) ingedrukt te houden en op meerdere
lagen te klikken. U kunt ook Shift ingedrukt houden en in het palet Lagen op meerdere aangrenzende lagen klikken om
deze te selecteren.
Als u een laagmasker of een vectormasker wilt transformeren, ontkoppelt u het masker en selecteert u de
maskerminiatuur in het palet Lagen.
Als u een pad of een vectorvorm wilt transformeren, gebruikt u het gereedschap Padselectie om het gehele pad te
selecteren of Direct selecteren om een gedeelte van het pad te selecteren. Als u een of meer punten in een pad
selecteert, transformeert u alleen de segmenten die op die punten aansluiten.
AB
CD