Operation Manual
PHOTOSHOP CS3
Handboek
205
6 (Optioneel) Als u de afbeelding wilt verdraaien, klikt u op de optiebalk op de knop Overschakelen tussen de modi voor
vrije transformatie en verdraaien .
7 Als u klaar bent, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Druk op Enter (Windows) of Return (Mac OS), klik op de knop Vastleggen op de optiebalk of dubbelklik in het
transformatiekader.
• Als u de transformatie wilt annuleren, drukt u op Esc of klikt u op de knop Annuleren op de optiebalk.
Zie ook
“Een item verdraaien” op pagina 206
Nauwkeurig omdraaien of roteren
1 Selecteer het beeldelement dat u wilt transformeren.
2 Kies Bewerken > Transformatie en selecteer een van de volgende opdrachten in het submenu:
• Roteren 180˚ om de selectie een halve slag te draaien.
• Roteren 90˚ rechtsom om de selectie een kwartslag rechtsom te draaien
• Roteren 90˚ linksom om de selectie een kwartslag linksom te draaien
• Horizontaal omdraaien om langs de verticale as te draaien.
• Verticaal omdraaien om langs de horizontale as te draaien.
Opmerking: Als u een vorm of een geheel pad transformeert, verandert de opdracht Transformatie in de opdracht
Transformatie pad. Als u meerdere padsegmenten (maar niet het gehele pad) transformeert, verandert de opdracht
Transformatie in de opdracht Transformatiepunten.
Een transformatie herhalen
❖ Kies Bewerken > Transformatie > Opnieuw, Bewerken> Transformatie pad > Opnieuw of Bewerken>
Transformatiepunten > Opnieuw.
Een beeldelement dupliceren tijdens de transformatie
❖ Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en kies de opdracht Transformatie.
Vrije transformaties
Met de opdracht Vrije transformatie kunt u verschillende transformatiemethoden (roteren, schalen, schuintrekken,
vervormen en perspectief) toepassen in één doorgaande bewerking. U kunt ook een verdraaiingstransformatie toepassen.
In plaats van verschillende opdrachten te kiezen houdt u een toets op het toetsenbord ingedrukt om af te wisselen tussen
de transformatiemethoden.
Opmerking: Als u een vorm of een geheel pad transformeert, verandert de opdracht Transformatie in de opdracht
Transformatie pad. Als u meerdere padsegmenten (maar niet het gehele pad) transformeert, verandert de opdracht
Transformatie in de opdracht Transformatiepunten.
1 Selecteer het beeldelement dat u wilt transformeren.
2 Voer een van de volgende handelingen uit:
• Kies Bewerken > Vrije transformatie.
• Als u een selectie, een op pixels gebaseerde laag of een selectiekader transformeert, kiest u het gereedschap
Verplaatsen . Selecteer vervolgens Besturingselementen voor transformatie weergeven op de optiebalk.
• Als u een vectorvorm of een pad transformeert, selecteert u het gereedschap Padselectie . Selecteer vervolgens
Besturingselementen voor transformatie weergeven op de optiebalk.










