Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
207
Verdraaien gebruiken
A. De vorm kiezen die u wilt verdraaien B. Een verdraaiing kiezen in het pop-upmenu met verdraaiingsstijlen op de optiebalk C. Het resultaat
na gebruik van meerdere verdraaiingsopties
1 Selecteer het beeldelement dat u wilt verdraaien.
2 Voer een van de volgende handelingen uit:
Kies Bewerken > Transformatie > Verdraaien.
AlsueenandereopdrachtvoortransformerenkiestofdeopdrachtVrijetransformatie,kliktuopdeknopOverschakelen
tussen de modi voor vrije transformatie en verdraaien op de optiebalk.
3 Voer een of meer van de volgende handelingen uit:
Als u wilt verdraaien met een specifieke vorm, kiest u een verdraaiingsstijl in het pop-upmenu Verdraaien op de
optiebalk.
Een controlepunt slepen om het net te verdraaien
Als u de vorm wilt bewerken, sleept u de controlepunten, een segment van het selectiekader of het net, of een gebied
binnen het net. Bij het aanpassen van een curve, gebruikt u de grepen van het controlepunt. Dit komt overeen met het
aanpassen van de grepen in het gekromde segment van een vectorafbeelding.
Als u de laatste greepaanpassing ongedaan wilt maken, kiest u Bewerken > Ongedaan maken.
De vorm van een verdraaiing bewerken
A. Oorspronkelijk verdraaiingsnet B. De grepen, netsegmenten en gebieden binnen het net aanpassen
A BC
AB