Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
208
Als u de richting van een verdraaiingsstijl die u hebt gekozen in het menu Verdraaien wilt wijzigen, klikt u op de knop
Overschakelen tussen de modi voor vrije transformatie en verdraaien op de optiebalk.
Als u het referentiepunt wilt wijzigen, klikt u op een vierkantje bij Locatie referentiepunt op de optiebalk.
Als u de hoeveelheid verdraaiing wilt opgeven met numerieke waarden, voert u de waarden in in de tekstvakken Buigen
(Verbuigen instellen), H (Horizontale vervorming instellen) en V (Verticale vervorming instellen) op de optiebalk. U
kunt geen numerieke waarden invoeren als u Geen of Aangepast hebt gekozen in het pop-upmenu Verdraaien.
4 Voer een van de volgende handelingen uit:
Druk op Enter (Windows) of op Return (Mac OS), of klik op de knop Vastleggen op de optiebalk.
Als u de transformatie wilt annuleren, drukt u op Esc of klikt u op de knop Annuleren op de optiebalk.
Belangrijk: Wanneer u een bitmapafbeelding verdraait (in plaats van een vorm of een pad), wordt deze bij elke keer dat u een
transformatie toepast minder scherp. Het verdient daarom aanbeveling meerdere opdrachten uit te voeren voordat u de
verzamelde transformatie toepast in plaats van elke transformatie afzonderlijk toe te passen.
Het filter Uitvloeien
Overzicht van het filter Uitvloeien
Met het filter Uitvloeien kunt u tegen elk gebied van een afbeelding duwen of eraan trekken. Ook kunt u het gebied roteren,
reflecteren, plooien of laten zwellen. De vervormingen die u maakt, kunnen subtiel of drastisch zijn. Hierdoor is de
opdracht Uitvloeien een krachtig gereedschap voor het retoucheren van afbeeldingen en voor het creëren van artistieke
effecten. Het filter Uitvloeien kan worden toegepast op afbeeldingen met 8 bits of 16 bits per kanaal.
Een afbeelding vervormen met het filter Uitvloeien
Gereedschappen, opties en een voorvertoning voor het filter Uitvloeien zijn beschikbaar in het dialoogvenster Uitvloeien.
Kies Filter > Uitvloeien om het dialoogvenster weer te geven.