Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
213
Vervormingen herhalen vanaf een beginpunt
1 Nadat de voorvertoning is vervormd, kiest u bij Modus Reconstrueren in het gedeelte Gereedschapsopties van het
dialoogvenster een van de reconstructiemodi.
2 Selecteer het gereedschap Reconstrueren en houd in de voorvertoning de muisknop ingedrukt of sleep vanaf een
beginpunt.
Op deze manier maakt u een kopie van de vervorming vanaf een bepaald punt, net zoals u met het gereedschap
Kloonstempel een kopie van een gebied kunt tekenen. Als er geen vervorming is, is het effect hetzelfde als bij het gebruik
van de modus Vorige versie. U kunt nieuwe beginpunten instellen en het gereedschap Reconstrueren herhaaldelijk
toepassen om diverse effecten te bereiken.
Reconstructiemodi
U kunt een van de volgende modi voor reconstructie kiezen:
Onbuigzaam Onbuigzaam handhaaft rechte hoeken in het pixelraster (zoals getoond door het net) op de grens tussen
bevroren en niet-bevroren gebieden, waardoor er langs deze randen soms kleine oneffenheden ontstaan. Hiermee herstelt
u de niet-bevroren gebieden zodat ze er nagenoeg hetzelfde uitzien als het origineel. (De oorspronkelijke staat bereikt u met
de modus Vorige versie.)
Stijf Stijf werkt als een zwak magnetisch veld. Aan de grens tussen bevroren en niet-bevroren gebieden lopen de
vervormingen van de bevroren gebieden door in de niet-bevroren gebieden. Hoe groter de afstand tot de bevroren
gebieden, hoe kleiner de vervormingen.
Vloeiend Vloeiend zorgt ervoor dat vervormingen in bevroren gebieden vloeiend doorlopen tot diep in niet-bevroren
gebieden.
Los LosheefteeneffectdatlijktopVloeiend,maardanmeteennoggroterecontinuïteittussendevervorminginbevroren
en niet-bevroren gebieden.
Vorige versie Vorige versie verkleint vervormingen gelijkmatig zonder deze vloeiender te maken.
Modi voor het gereedschap Reconstrueren
Voor het gereedschap Reconstrueren zijn drie modi beschikbaar die de vervorming gebruiken op het punt waar u het eerst
met het gereedschap hebt geklikt (beginpunt) om het gebied te reconstrueren waarop u het gereedschap toepast. Elke keer
dat u klikt, wordt een nieuw beginpunt ingesteld. Wanneer u dus een effect wilt doorvoeren vanaf het beginpunt, laat u de
muisknop pas los als u de reconstructie hebt voltooid.
Verplaatsen Met Verplaatsen reconstrueert u niet-bevroren gebieden met alle verplaatsingen vanaf het startpunt van de
reconstructie. Met Verplaatsen kunt u de afbeelding in de voorvertoning geheel of gedeeltelijk naar een andere locatie
verplaatsen. Als u klikt en in een geleidelijke spiraal vanaf het beginpunt vandaan beweegt, verplaatst u een gedeelte van de
afbeelding naar het gebied waarover u het gereedschap beweegt.
Ampliverdraaien Met Ampliverdraaien reconstrueert u niet-bevroren gebieden met de verplaatsing, rotatie en algehele
schaling die op het beginpunt bestaan.
Gelijkaardig Met Gelijkaardig reconstrueert u niet-bevroren gebieden met alle vervormingen van het beginpunt, zoals
verplaatsing, rotatie, horizontale en verticale schaling en schuintrekken.
Werken met netten
Als u de vervormingen wilt zien en volgen, voegt u een net toe. U kunt de afmetingen en de kleur van een net kiezen en het
net uit de ene afbeelding opslaan en het in andere afbeeldingen toepassen.
Als u een net wilt toevoegen, selecteert u Net tonen in het gedeelte Weergave-opties van het dialoogvenster en kiest u een
netgrootte en een netkleur.
Als u een net wilt weergeven, selecteert u Net tonen. Wanneer Net tonen is ingeschakeld, kunt u de voorvertoning
weergeven of verbergen. Schakel Afbeelding tonen in het gedeelte Weergave-opties van het dialoogvenster in om de
voorvertoning weer te geven. Schakel Afbeelding tonen uit om alleen het net weer te geven.