Operation Manual
PHOTOSHOP CS3
Handboek
214
• Als u een vervormingsnet wilt opslaan nadat u de voorvertoning hebt vervormd, klikt u op Net opslaan. Geef een naam
en locatie op voor het netbestand en klik op Opslaan.
• Als u een vervormingsnet wilt toepassen, klikt u op Net laden, selecteert u het netbestand dat u wilt toepassen en klikt u
op Openen. Als de afbeelding en het vervormingsnet niet even groot zijn, wordt het net geschaald op de maat van de
afbeelding.
Werken met achterschermen
U kunt in de voorvertoning desgewenst alleen de actieve laag weergeven of u kunt in de voorvertoning extra lagen als
achterscherm weergeven. Met de opties voor de modus kunt u het achterscherm voor of achter de actieve laag plaatsen,
zodat u kunt bijhouden welke wijzigingen u hebt doorgevoerd of zodat u de vervorming kunt laten aansluiten op een
vervorming in een andere laag.
Belangrijk: Alleen de actieve laag wordt vervormd, zelfs wanneer andere lagen worden weergegeven.
Het achterscherm weergeven Selecteer Achterscherm tonen en kies vervolgens een optie in het pop-upmenu Gebruik. Als
u alle lagen gebruikt, worden wijzigingen in de huidige doellaag niet weerspiegeld in de achterschermlaag. Geef een dekking
voor de bedekking op om de overvloeiing tussen de doellaag en het achterscherm te wijzigen. De modus bepaalt hoe het
achterscherm en de doellaag worden gecombineerd voor de voorvertoning. Kies een optie in het pop-upmenu Modus.
Het achterscherm verbergen Schakel Achterscherm tonen in of uit in het gedeelte Weergave-opties van het dialoogvenster.
Perspectiefpunt
Perspectiefpunt
Perspectiefpunt vereenvoudigt perspectiefcorrecties in afbeeldingen met perspectiefpuntvlakken, zoals bijvoorbeeld de
zijkanten van een gebouw, muren, plafonds, vloeren of een ander rechthoekig object. Met Perspectiefpunt kunt u de vlakken
in de afbeelding opgeven en daarop bewerkingen toepassen, zoals tekenen, klonen, kopiëren of plakken en transformeren.
Alle bewerkingen hebben betrekking op het perspectief van het vlak waarin u werkt. Als u inhoud in een afbeelding
retoucheert,toevoegtofverwijdert,zijnderesultatenrealistischeromdatdebewerkingenmetdejuisteoriëntatieenschaal
zijn uitgevoerd voor de perspectiefvlakken. Nadat u alle bewerkingen in Perspectiefpunt hebt voltooid, kunt u de afbeelding
blijven bewerken in Photoshop. Sla het document op in de indeling PSD, TIFF of JPEG om de gegevens over de
perspectiefvlakken in een afbeelding op te slaan.
Bewerkingen uitvoeren op de perspectiefvlakken van een afbeelding
Photoshop Extended-gebruikers kunnen bovendien de objecten in een afbeelding meten en 3D-informatie en -metingen
exporteren naar de indelingen DXF en 3DS voor gebruik in 3D-toepassingen.
Een video over het gebruik van Perspectiefpunt vindt u op www.adobe.com/go/vid0019_nl.
Overzicht van het dialoogvenster Perspectiefpunt
Het dialoogvenster Perspectiefpunt (Filter > Perspectiefpunt) bevat gereedschappen voor het definiëren van de
perspectiefvlakken en het bewerken van de afbeelding, een meetgereedschap (alleen Photoshop Extended) en een
voorvertoning van de afbeelding. De gereedschappen voor Perspectiefpunt (onder andere Selectiekader, Stempel en
Penseel) werken op dezelfde manier als in de hoofdgereedschapset van Photoshop. U kunt dezelfde sneltoetsen gebruiken
om de gereedschapsopties in te stellen. Wanneer u het menu Perspectiefpunt opent, ziet u aanvullende instellingen voor
gereedschappen en opdrachten.










