Operation Manual
PHOTOSHOP CS3
Handboek
286
Laageffecten aanpassen met contouren
Als u aangepaste laagstijlen maakt, kunt u binnen een bepaald bereik contouren gebruiken om de vorm te bepalen bij de
effecten Slagschaduw, Schaduw binnen, Gloed buiten, Schuine kant en reliëf en Satijn. Als u bijvoorbeeld een lineaire
contour gebruikt voor een slagschaduw wordt de dekking minder bij een lineaire overgang. Gebruik een aangepaste
contour om een unieke schaduwovergang te maken.
U kunt contouren selecteren, herstellen, verwijderen of de voorvertoning ervan wijzigen in het pop-uppalet Contour en in
Beheer voorinstellingen.
Gedetailleerd dialoogvenster Laagstijl voor het effect Slagschaduw
A. Klik om het dialoogvenster Contourbewerker weer te geven. B. Klik om het pop-uppalet weer te geven.
Een aangepaste contour maken
1 Selecteer het effect Slagschaduw, Schaduw binnen, Gloed binnen, Gloed buiten, Schuine kant en reliëf, Contour of Satijn
in het dialoogvenster Laagstijl.
2 Klik op de contourminiatuur in het dialoogvenster Laagstijl.
3 Klik op de contour om punten toe te voegen en sleep om de contour aan te passen. U kunt ook waarden opgeven bij
Invoer en Uitvoer.
4 Als u een scherpe hoek in plaats van een vloeiende curve wilt maken, selecteert u een punt en klikt u op Hoek.
5 Als u de contour in een bestand wilt opslaan, klikt u op Opslaan en geeft u een naam voor de contour op.
6 Als u een contour wilt opslaan als voorinstelling, kiest u Nieuw.
7 Klik op OK. Nieuwe contouren worden onder aan het pop-uppalet toegevoegd.
Een contour laden
❖
Klik op de contour in het dialoogvenster Laagstijl en kies Laden in het dialoogvenster Contourbewerker. Blader naar de
map met de contourbibliotheek die u wilt laden en klik op Laden.
Een contour verwijderen
❖
Klik op het omgekeerde driehoekje naast de geselecteerde contour om het pop-uppalet weer te geven. Houd Alt
(Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op de contour die u wilt verwijderen.
Een globale belichtingshoek instellen voor alle lagen
Met een globale belichting creëert u het effect van een gewone lichtbron die op de afbeelding schijnt.
❖ Voer een van de volgende handelingen uit:
• Kies Laag > Laagstijl > Globale belichting. Geef in het dialoogvenster Globale belichting een waarde op of sleep de
hoekstraal om de hoek en hoogte in te stellen en klik op OK.
• Selecteer in het dialoogvenster Laagstijl voor Slagschaduw, Schaduw binnen of Schuine kant de optie Globale belichting
gebruiken. Typ bij Hoek een waarde of sleep de schuifregelaar en klik op OK.
De globale belichting wordt toegepast op ieder laageffect dat de globale belichtingshoek gebruikt.
Laagstijlen weergeven of verbergen
Wanneer een laag een stijl heeft, wordt in het palet Lagen rechts van de naam van de laag een “fx”-pictogram
weergegeven.
A B










