Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
287
Alle laagstijlen in een afbeelding verbergen of tonen
Kies Laag > Laagstijl > Alle effecten verbergen of Alle effecten tonen.
De laagstijlen in het palet Lagen uit- of samenvouwen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik op het driehoekje naast het laagstijlpictogram om de lijst met laageffecten die op de laag zijn toegepast uit
te vouwen.
Klik op het omgekeerde driehoekje om de laageffecten samen te vouwen.
Als u alle laagstijlen die zijn toegepast in een groep wilt uitvouwen of samenvouwen, houdt u Alt (Windows) of Option
(Mac OS) ingedrukt terwijl u op het driehoekje of omgekeerde driehoekje voor de groep klikt. De laagstijlen die op alle
lagen in de groep zijn toegepast, kunt u op dezelfde wijze uit- of samenvouwen.
Vooraf gedefinieerde stijlen maken en beheren
U kunt een aangepaste stijl maken en deze opslaan als een voorinstelling die vervolgens beschikbaar is in het palet Stijlen.
U kunt vooraf gedefinieerde stijlen opslaan in een bibliotheek en ze naar wens laden in of verwijderen uit het palet Stijlen.
Een nieuwe vooraf gedefinieerde stijl maken
1 Selecteer in het palet Lagen de laag met de stijl die u wilt opslaan als voorinstelling.
2 Voer een van de volgende handelingen uit:
Klik in het palet Stijlen op een leeg gebied.
Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt terwijl u onder in het palet Stijlen op de knop Nieuwe stijl maken
klikt.
Kies Nieuwe stijl in het menu van het palet Stijlen.
Kies Laag > Laagstijl > Opties voor overvloeien en klik op Nieuwe stijl in het dialoogvenster Laagstijl.
3 Geef een naam op voor de vooraf gedefinieerde stijl, stel de gewenste stijlopties in en klik op OK.
De naam van een vooraf gedefinieerde stijl wijzigen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Dubbelklik in het palet Stijlen op een stijl. Als het palet Stijlen is ingesteld om stijlen als miniaturen weer te geven, voert
u in het dialoogvenster een nieuwe naam in en klikt u op OK. Als dat niet het geval is, typt u de nieuwe naam rechtstreeks
in het palet Stijlen en drukt u op Enter (Windows) of Return (Mac OS).
Selecteer een stijl in het gedeelte Stijlen van het dialoogvenster Laagstijl. Kies vervolgens Naam van stijl wijzigen in het
pop-upmenu, voer een nieuwe naam in en klik op OK.
Wanneer u een pen- of vormgereedschap gebruikt, selecteert u een stijl in het pop-uppalet Laagstijl op de optiebalk. Kies
vervolgens Naam van stijl wijzigen in het menu van het pop-uppalet.
Een vooraf gedefinieerde stijl verwijderen
Voer een van de volgende handelingen uit:
Sleep de stijl naar de knop met de prullenbak onder in het palet Stijlen.
Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt en klik op de laagstijl in het palet Stijlen.
Selecteer een stijl in het gedeelte Stijlen van het dialoogvenster Laagstijl. (Zie “Vooraf gedefinieerde stijlen toepassen” op
pagina 282.) Kies vervolgens Stijl verwijderen in het pop-upmenu.
Wanneer u een pen- of vormgereedschap gebruikt, selecteert u een stijl in het pop-uppalet Laagstijl op de optiebalk. Kies
vervolgens Stijl verwijderen in het menu van het pop-uppalet.