Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
291
Aanpassings- en opvullagen maken
Voor aanpassings- en opvullagen zijn dezelfde opties voor dekking en overvloeien beschikbaar als voor afbeeldingslagen.
Net als afbeeldingslagen kunt u aanpassings- en opvullagen ook opnieuw rangschikken, verwijderen, verbergen en
dupliceren. Aanpassingslagen en opvullagen hebben standaard laagmaskers. Dit wordt aangegeven door het
maskerpictogram links van de laagminiatuur. Als u aanpassingslagen zonder laagmaskers wilt maken, wijzigt u deze optie
in het dialoogvenster Opties palet Lagen (kies Paletopties in het menu van het palet Lagen).
Als u de effecten van de aanpassings- of opvullaag wilt beperken tot een geselecteerd gebied, maakt u een selectie, tekent u
een gesloten pad en selecteert u het pad of selecteert u een bestaand gesloten pad. Als u een selectie gebruikt, maakt u een
aanpassings- of opvullaag die wordt beperkt door een laagmasker. Als u een pad gebruikt, maakt u een aanpassings- of
opvullaag die wordt beperkt door een vectormasker.
Aanpassings- en opvullagen
A. Aanpassingslaag alleen beperkt tot laag met houten huis B. Laagminiatuur C. Opvullaag D. Laagmasker
Een aanpassingslaag maken
Zie “Tonen en kleuren aanpassen” op pagina 144 voor informatie over specifieke opties voor aanpassingslagen.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Klik op de knop Nieuwe aanpassingslaag maken onder aan het palet Lagen en kies een type aanpassingslaag.
Kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag en kies een optie. Geef een naam op voor de laag, stel laagopties in en klik op OK.
Als u de effecten van een aanpassingslaag alleen wilt toepassen op een bepaalde groep lagen, kunt u een uitknipmasker
maken van de betreffende lagen. U kunt de aanpassingslagen in of op de basislaag van het uitknipmasker plaatsen. De
resulterende aanpassing is dan uitsluitend van invloed op de lagen in de groep. (U kunt ook een laaggroep maken met elke
overvloeimodus behalve Doorheen halen.)
Een opvullaag maken
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Kies Laag > Nieuwe opvullaag en kies een optie. Geef een naam op voor de laag, stel laagopties in en klik op OK.
Klik op de knop Nieuwe opvullaag maken onder aan het palet Lagen en kies een type opvullaag.
Effen kleur Kies deze optie om de aanpassingslaag te vullen met de huidige voorgrondkleur. Gebruik de Kleurkiezer als u
een andere opvulkleur wilt selecteren.
Verloop Klik op het verloop om het dialoogvenster Verloopbewerker weer te geven of klik op het omgekeerde driehoekje
en kies een verloop in het pop-uppalet. Stel desgewenst aanvullende opties in. Met Stijl geeft u de vorm van het verloop aan.
Hoek geeft de hoek aan waaronder het verloop wordt toegepast. Met Schaal wijzigt u de grootte van het verloop. Met
Omkeren draait u de richting van het verloop om. Als u Dithering toepast op het verloop, vermindert u streepvorming. Bij
Uitlijnen met laag wordt het selectiekader van de laag gebruikt om de verloopvulling te berekenen. U kunt in het
afbeeldingsvenster slepen om het middelpunt van het verloop te verplaatsen.
Patroon Klik op het patroon en kies een patroon in het pop-uppalet. Klik op Schaal en geef een waarde op of sleep de
schuifregelaar. Klik op Herkomst magnetisch om de oorsprong van het patroon gelijk te stellen aan de oorsprong van het
document. Schakel Koppelen met laag in als u het patroon wilt verplaatsen met de laag als u de laag verplaatst. Als Koppelen
A
D
C
B