Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
307
Selecteer de eerste laag boven de basislaag in het palet Lagen en kies Laag > Uitknipmasker maken.
3 Alsuaanvullendelagenwilttoevoegenaanhetuitknipmasker,gebruiktueenvandemethodeninstap2enwerktuzich
per niveau een weg naar boven in het palet Lagen.
Opmerking: Als u een nieuwe laag maakt tussen lagen in een uitknipmasker of wanneer u een niet-uitgeknipte laag sleept
tussen verschillende lagen in een uitknipmasker, wordt de laag onderdeel van het uitknipmasker.
De dekking en modus van de basislaag worden toegewezen aan de lagen in het uitknipmasker.
Een laag verwijderen uit een uitknipmasker
Voer een van de volgende handelingen uit:
Houd Alt (Windows) of Option (Mac OS) ingedrukt, plaats de aanwijzer op de lijn tussen twee gegroepeerde lagen in
het palet Lagen (de aanwijzer verandert in twee overlappende cirkels ) en klik.
Selecteer in het palet Lagen een laag in het uitknipmasker en kies Laag > Uitknipmasker opheffen. Met deze opdracht
verwijdert u de geselecteerde laag en alle eventuele lagen erboven uit het uitknipmasker.
Alle lagen in een uitknipmasker opheffen
1 Selecteer in het palet Lagen de laag met het uitknipmasker vlak boven de basislaag.
2 Kies Laag > Uitknipmasker opheffen.
Meerdere afbeeldingen combineren tot een groepsportret
Met de opdracht Lagen automatisch uitlijnen in het menu Bewerken kunt u een samengestelde foto maken van twee vrijwel
gelijke foto's met enkele ongewenste elementen. Stel bijvoorbeeld dat u een verder perfecte groepsfoto hebt waarin iemand
haar ogen dicht heeft. In een tweede foto zijn haar ogen echter open. Met Lagen automatisch uitlijnen en laagmaskers kunt
u deze twee foto's combineren tot een perfecte foto waaruit de onvolkomenheden zijn verwijderd.
Op www.adobe.com/go/vid0014_nl vindt u een video over het uitlijnen van lagen op inhoud.
1 Open de twee afbeeldingen die u wilt combineren.
2 Maak een nieuwe afbeelding (Bestand > Nieuw) met dezelfde afmetingen als de twee bronafbeeldingen.
3 Selecteer in het palet Lagen voor iedere bronafbeelding de laag met de afbeeldingsinhoud en sleep deze naar het nieuwe
afbeeldingsvenster. Het palet Lagen voor de nieuwe afbeelding bevat nu twee nieuwe lagen, één laag voor iedere
bronafbeelding.
4 Schik de nieuwe lagen in het palet Lagen van de nieuwe afbeelding zodanig dat de laag met de inhoud die u wilt
corrigeren (foto met gesloten ogen) zich vóór de laag bevindt met de juiste inhoud (foto met ogen open).
5 Selecteer de twee nieuwe lagen en kies Bewerken > Lagen automatisch uitlijnen.
6 Selecteer Alleen positie wijzigen en klik op OK. Photoshop zoekt de overeenkomende gebieden in elke laag en lijnt de
lagen zodanig uit dat deze overeenkomende gebieden elkaar overlappen.
7 Klik op de bovenste laag om alleen die laag te selecteren.
8 Voeg een leeg laagmasker toe aan de laag:
Klik op Laagmasker toevoegen in het palet Lagen.
Kies Laag > Laagmasker > Alles onthullen.
9 Stel de voorgrondkleur in op zwart, kies een grootte en uiteinde voor het penseel en zoom, indien nodig, in om het
gedeelte van de afbeelding dat u wilt corrigeren beter te kunnen zien.
10 Teken met het penseel over de bovenste laag om het laagmasker uit te breiden. Wanneer u met zwart tekent, maskeert
u de bovenste laag volledig. Wanneer u met grijswaarden tekent, ontstaat gedeeltelijke transparantie en wanneer u met wit
tekent, herstelt u de bovenste laag. Zie “Een laagmasker bewerken” op pagina 303. Blijf de laag bewerken totdat u de twee
lagen hebt samengevoegd tot één naadloze afbeelding.
Opmerking: Zorg ervoor dat de miniatuur van het laagmasker en niet de miniatuur van de afbeelding in het palet Lagen is
geselecteerd tijdens de maskerbewerking.