Operation Manual

309
Hoofdstuk 11: Tekenen
Wanneer u tekent, wijzigt u de kleur van afbeeldingspixels. Met de tekengereedschappen en -technieken kunt u
afbeeldingen retoucheren, maskers maken of bewerken op alfakanalen, overtrekken of tekenen op videoframes en nieuwe
tekeningen maken. Dankzij de penseeluiteinden, voorinstellingen voor penselen en de vele penseelopties beschikt u over
de creatieve vrijheid voor het produceren van prachtige tekeneffecten of het voor het simuleren van traditionele media. U
kunt meerdere tekengereedschappen gebruiken wanneer u met HDR-afbeeldingen (High Dynamic Range) met 32 bits per
kanaal werkt, zoals het penseel, het potlood, het gummetje en de gereedschappen Natte vinger, Verscherpen, Vervagen,
Stempel, Historiepenseel en Patroonstempel.
Tekengereedschappen
Informatie over tekengereedschappen, opties en paletten
Photoshop biedt meerdere gereedschappen voor tekenen of voor het bewerken van afbeeldingskleuren. Het penseel en het
potlood werken als de traditionele tekengereedschappen door kleur aan te brengen door middel van penseelstreken. Met
het gereedschap Verloop, de opdracht Vullen en het gereedschap Emmertje kunt u kleur aanbrengen in grote gebieden. Met
gereedschappen als Gummetje, Vervagen en Natte vinger kunt u de bestaande kleuren in een afbeelding wijzigen. Zie
Galerie met tekengereedschappen” op pagina 26.
In de optiebalk voor elk gereedschap kunt u bepalen hoe kleur wordt toegepast op een afbeelding en kunt u vooraf
gedefinieerde penseeluiteinden kiezen.
Voorinstellingen voor penselen en gereedschappen
U kunt een aantal penseelopties opslaan als een voorinstelling zodat u penseelkenmerken waarmee u veel werkt snel kunt
terugvinden. Photoshop bevat meerdere voorbeelden van penseelvoorinstellingen. U kunt deze voorinstellingen als uw
uitgangspunt gebruiken en deze aanpassen om nieuwe effecten te produceren. U kunt vele originele voorinstellingen voor
penselen downloaden van internet.
U kunt ook voorinstellingen kiezen in de voorinstellingenkiezer voor penselen waarin voorinstellingen van penselen zijn
opgeslagen en waarin u de diameter en de hardheid van een voorinstelling tijdelijk kunt wijzigen.
Zorg dat u de sneltoetsen voor het wijzigen van de grootte en de hardheid van de tekengereedschappen leert kennen. Zie
“Toetsen voor het verven van objecten” op pagina 616.
U kunt voorinstellingen voor gereedschappen gebruiken als u kenmerken van penseeluiteinden in combinatie met
instellingen op de optiebalk, zoals dekking, stroom en kleur, wilt opslaan. Zie “Voorinstellingen voor gereedschappen
maken en gebruiken” op pagina 30 voor meer informatie over voorinstellingen voor gereedschappen.
Opties voor penseeluiteinden
De opties voor het penseeluiteinde bepalen samen met de instellingen op de optiebalk hoe kleur wordt toegepast. U kunt
kleuren geleidelijk aanbrengen, met zachte randen, met grote penseelstreken, met verschillende soorten penseeldynamiek,
met verschillende overvloei-eigenschappen en met penseelsoorten. U kunt een structuur toepassen met uw penseelstreken
om het verven op canvas of kunstpapier te simuleren. U kunt ook kleur 'spuiten' met een airbrush. U stelt de opties voor
het penseeluiteinde in het palet Penselen in. Zie “Overzicht van het palet Penselen” op pagina 316.
Als u met een tekentablet werkt, kunt u aan de hand van de pendruk, hoek, rotatie of een pendrukschijf bepalen hoe kleur
wordt toegepast. U kunt opties voor tekentabletten instellen in het palet Penselen.