Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
310
Tekenen met het gereedschap Penseel of Potlood
Met het penseel en het potlood kunt u in de huidige voorgrondkleur op een afbeelding tekenen. Met het penseel brengt u
zachte kleurstreken aan. Met het potlood tekent lijnen met harde randen.
1 Kies een voorgrondkleur. (Zie “Een kleur kiezen in de gereedschapset” op pagina 114.)
2 Selecteer het penseel of het potlood .
3 Kies een penseel in de voorinstellingenkiezer voor penselen. Zie “Een vooraf ingesteld penseel selecteren op pagina 314.
4 Stel de gereedschapsopties voor de modus, dekking en dergelijke in op de optiebalk. Zie “Opties voor de
tekengereedschappen” op pagina 310.
5 Voer een of meer van de volgende handelingen uit:
Sleep in de afbeelding om te tekenen.
Als u een rechte lijn wilt tekenen, klikt u in de afbeelding om het beginpunt in te stellen. Vervolgens houdt u Shift
ingedrukt en klikt u op de gewenste plaats voor het eindpunt.
Wanneer u het penseel als airbrush gebruikt, houdt u de muisknop ingedrukt zonder de muis te slepen om de kleur
intensiever te maken.
Opties voor de tekengereedschappen
Stel de volgende opties voor de tekengereedschappen in op de optiebalk. De beschikbare opties variëren per gereedschap.
Modus Hiermee stelt u de methode in voor het overvloeien van de kleur die u met de onderliggende bestaande pixels
tekent. De beschikbare modi variëren al naar gelang het gereedschap dat u selecteert. Tekenmodi lijken sterk op de
overvloeimodi voor lagen. (Zie “Overzicht van overvloeimodi” op pagina 327.)
Dekking Hiermee stelt u de transparantie in van de kleur die u toepast. Als u in een gebied tekent, overschrijdt de dekking
het ingestelde niveau niet voordat u de muisknop loslaat, ongeacht het aantal malen dat u de aanwijzer over het gebied
verplaatst. Als u nogmaals in het gebied tekent, past u aanvullende kleur toe, in overeenkomst met de dekking die u hebt
ingesteld. Een dekking van 100 procent betekent dat de kleur volledig ondoorzichtig is.
Stroom Hiermee stelt u de snelheid in waarmee de kleur wordt toegepast wanneer u de aanwijzer over een gebied
verplaatst. Terwijl u in een gebied tekent en de muisknop ingedrukt houdt, neemt de hoeveelheid kleur toe op basis van de
ingestelde stroom, tot de ingestelde dekking is bereikt. Als u bijvoorbeeld zowel de dekking als de stroom instelt op 33%,
verplaatst de kleur van een gebied zich iedere keer dat u over een gebied tekent 33% in de richting van de penseelkleur. Het
totaal zal de dekking van 33% niet overschrijden, tenzij u de muisknop loslaat en nogmaals over het gebied tekent.
Druk op een cijfertoets om de dekking van een gereedschap in te stellen in veelvouden van 10%. Toets 1 geeft een instelling
van 10%. De toets 0 geeft een instelling van 100%. Gebruik Shift en een cijfertoets om de stroom in te stellen.
Airbrush Hiermee simuleert u het verven met een airbrush. Wanneer u de muisaanwijzer over een gebied verplaatst,
neemt de hoeveelheid verf toe als u de muisknop ingedrukt houdt. De opties voor de hardheid, dekking en stroom van het
penseel bepalen hoe snel en hoeveel verf wordt toegepast. Klik op de knop om deze optie in of uit te schakelen.
Wissen (Alleen voor het gereedschap Potlood) Tekent met de achtergrondkleur over gebieden met de voorgrondkleur.
Selecteer de voorgrondkleur die u wilt wissen en de achtergrondkleur die u wilt activeren. (Zie “Wissen gebruiken in
combinatie met het potlood” op pagina 313.)
Tekenen met een patroon
Als u het gereedschap Patroonstempel kiest, tekent u met een patroon. U kunt patronen uit een patronenbibliotheek
gebruiken of zelf patronen maken.
1 Selecteer het gereedschap Patroonstempel .
2 Kies een penseel in de voorinstellingenkiezer voor penselen. Zie “Een vooraf ingesteld penseel selecteren op pagina 314.
3 Stel de gereedschapsopties voor de modus, dekking en dergelijke in op de optiebalk. Zie “Opties voor de
tekengereedschappen” op pagina 310.